9.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
het misdrijf:het opzettelijk onjuist doen van een bij de belastingwet voorziene aangifte, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, gepleegd door een rechtspersoon, terwijl verdachte daaraan feitelijk leiding heeft gegeven, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf:opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 en 2 bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
360 (driehonderdzestig) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
213 (tweehonderddertien) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht alsmede de tijd die door de verdachte in detentie in het buitenland ingevolge een Nederlands verzoek om overlevering is doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen;
de in beslag genomen voorwerpen
- verklaart onttrokken aan het verkeer de op de beslaglijst genoemde voorwerpen onder de nummers 1 en 2;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Stam, voorzitter, mr. M.B. Werkhoven en mr. J.T. Pouw, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.J. Seuters, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 7 maart 2024.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s zijn dit pagina’s uit het dossier van de Belastingdienst/FIOD kantoor Arnhem met dossiernummer 70790. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Een geschrift, te weten de Ambtsedige verklaring Omzetbelasting van 1e kwartaal 2017 t/m 2e kwartaal 2020 van belastingplichtige [bedrijf 1], [vestigingsplaats], genummerd als DOC-160, pagina’s 824 t/m 854.
2. Een geschrift, te weten de Ambtsedige verklaring fiscaal nadeel over de periode 2017 tot en met 30 juni 2020, genummerd als DOC-154, pagina 790.
Een geschrift, zijnde diverse facturen van het bedrijf [bedrijf 2] gericht aan VOF [bedrijf 1], genummerd als DOC-021, pagina’s 483 tot en met 495.
4.
Een geschrift, zijnde diverse facturen van het bedrijf [bedrijf 4] B.V. gericht aan VOF [bedrijf 1], genummerd als DOC-022, pagina’s 496 tot en met 510.
5.
Een geschrift, zijnde diverse facturen van het bedrijf [bedrijf 3] B.V. gericht aan VOF [bedrijf 1], genummerd als DOC-024, pagina’s 513 tot en met 527.
6.
Een geschrift, zijnde diverse facturen van het bedrijf [bedrijf 5] gericht aan VOF [bedrijf 1], genummerd als DOC-025, pagina’s 528 tot en met 532.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 18 januari 2023 (V-001-01), pagina 101, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
U vraagt mij waaruit mijn werkzaamheden bestonden die ik deed voor VOF [bedrijf 1]. Alles, ik deed alles. [naam 3] hielp mee maar ik was de hoofdverantwoordelijke. Hij assisteerde mij, hij werkte in opdracht van mij. We deden hetzelfde werk op het moment zelf maar de hoofdverantwoordelijke van de onderneming was ik. Wij maakte gebruik van de diensten van een belastingadviseur die alle zaken voor ons in orde maken. In eerste instantie was dat [naam 1]. In voetbaltermen was ik iemand die de hoektrap nam en gelijktijdig de bal in het goal kopte. Ik maakte de administratie in orde en gaf de administratie vervolgens aan de accountant.
8.
Het proces-verbaal van verhoor getuigen [naam 2] en [naam 1] van 24 maart 2022 (G-001/G-002), pagina’s 188 en 189, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige:
[verdachte] is de man die de beslissingen neemt in het bedrijf en daar heb ik ook altijd contact mee gehad. Hij deed ook de besprekingen en contacten en zocht ook de klanten. [naam 3] deed hand en spandiensten, administratie, bezorgen van folders en veel rijden. Hij was een beetje de klusjesman van [verdachte]. [naam 3] heeft eigenlijk nooit beslissingen genomen. De dagelijkse beslissingen bij [bedrijf 1] worden door [verdachte] genomen, maar ik weet niet hoe ze dat onderling communiceren. Ik had zakelijk contact met [verdachte], hij was zeg maar de directeur van de VOF.
Een geschrift, te weten analyse van VOF [bedrijf 1] opgemaakt door [naam 6] (DOC-002), pagina’s 403 tot en met 406, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Met betrekking tot de facturen zijn de volgende opmerkingen te maken:
1. [bedrijf 2], de dato 14 februari 2020 met factuurnummer [nummer 1]
- Het inschrijvingsnummer bij de Kamer van Koophandel bevat aan het einde een "2" teveel.
- Het bedrag van de factuur dient te worden overgemaakt, echter er wordt geen bankrekeningnummer vermeld.
- Op de website van "[bedrijf 2]" wordt nadrukkelijk aangegeven dat het rayon rond [plaats] (de vestigingsplaats) ligt. Een opdracht in Maastricht en Roermond komt vreemd over.
- Alle betalingen in de jaren 2017 tot en met 2019 zijn contant voldaan.
2. [bedrijf 3] BV, de dato 7 januari 2020 met factuurnummer [nummer 2]
- Geen adressering van "[bedrijf 9] BV" op de factuur.
- Notatie van het bankrekeningnummer.
- In de algemene voorwaarden wordt een andere onderneming vermeld.
- De lay-out van de factuur (telling en lijnen) is exact gelijk aan de factuur van
- Alle betalingen in de jaren 2017 tot en met 2019 zijn contant voldaan.
Uit de systemen van de Belastingdienst (Beheer Van Relaties en Klantbeeld) blijkt dat de
bedrijfsvoering van "[bedrijf 3] BV" is beëindigd en dat de BV per 9 december 2014 is
opgeheven.
3. [bedrijf 4] B.V., de dato 4 februari 2020 met factuurnummer [nummer 3]
- Op het adres van "[bedrijf 4] B.V." staat niet deze BV maar wel "[bedrijf 4] B.V." ingeschreven.
- Adressering van VOF [bedrijf 1] is niet compleet.
- Ontbreken van bankgegevens van "[bedrijf 4] BV".
- Alle betalingen in de jaren 2017 tot en met 2019 zijn contant voldaan.
Uit de systemen van de Belastingdienst (Beheer Van Relaties en Klantbeeld) blijkt dat de
bedrijfsvoering van "[bedrijf 4] BV" is beëindigd en dat de BV per 20 september 2017 is
opgeheven.
10.
Een geschrift, te weten het rapport ‘Verslag van een ingesteld derdenonderzoek bij [bedrijf 5]’ van 26 augustus 2021 (DOC-005), pagina 452 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van de controlemedewerker:
Op het bedrijfsadres van [bedrijf 8] B.V. heb ik gesproken met de heer
[naam 4], medewerker van dit kantoor. (…)
Op mijn vragen heeft de heer [naam 4] als volgt, of in woorden van gelijke
strekking, geantwoord:
V: "Kent u het bedrijf VOF [bedrijf 1] te Nijmegen in relatie met uw cliënt?"
A: "Neen, dit bedrijf ken ik niet".
Vervolgens heb ik de over het jaar 2020 in de administratie van VOF [bedrijf 1].
Distribution aangetroffen facturen aan de heer [naam 4] getoond.
V: "Herkent u deze facturen?"
A: "Neen, deze facturen ken ik niet (ik ben met de heer [naam 4] de administratie
over het eerste halfjaar van 2020 doorgelopen). De facturen van [bedrijf 5] zien er
heel anders uit".
Ik heb van twee facturen van [bedrijf 5] een kopie gemaakt. Deze zijn als
bijlagen bij dit verslag gevoegd.
V: "Ik zie dat de facturen duidelijk van elkaar afwijken. Kunt u dit toelichten?"
A: "Zoals ik al zei, de facturen van [bedrijf 5] zien er zoals u ziet heel anders uit. De op
de factuur genoemde huur van auto's kan ik niet plaatsen binnen het bedrijf van
mijn cliënt. En de omvang van de bedragen die op de facturen staan genoemd
komen al helemaal niet overeen met de omzet die per onderhoudsbeurt of reparatie wordt behaald”.
11.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 5] door de rechter-commissaris van 16 november 2023, pagina 3, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige:
U houdt mij DOC-025, 1/5 voor. Ik maak niet zo’n factuur. Dit is een onbekende factuur voor mij. (…) Ik heb hem wel eens een auto meegegeven als leenauto, maar verder niet echt het verhuren van auto’s. Ik heb ook geen auto’s om te verhuren.
12.
Een geschrift, te weten het rapport ‘Verslag van een ingesteld derdenonderzoek bij [bedrijf 2]’ van 25 augustus 2021 (DOC-003), pagina’s 417 en 418 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van de controlemedewerker:
Op het bedrijfsadres van [bedrijf 2] heb ik gesproken met de heer [naam 7], directeur van de onderneming. Op mijn vragen heeft de heer [naam 7] als volgt, of in woorden van gelijke strekking geantwoord:
V: "Kent u het bedrijf VOF [bedrijf 1] te Nijmegen?"
A: "Neen, dit bedrijf ken ik niet".
Vervolgens heb ik de over het jaar 2020 in de administratie van VOF [bedrijf 1] aangetroffen facturen aan de heer [naam 7] getoond.
V: "Herkent u deze facturen?"
A: "Neen, dit zijn geen facturen zoals wij die binnen ons bedrijf gebruiken. Ik zal u een kopie van een door ons gebruikte factuur geven".
De heer [naam 7] heeft mij een kopie van een verkoopfactuur van 22 mei 2020 overhandigd. Deze is als bijlage bij dit verslag gevoegd.
V: "Ik zie dat de facturen duidelijk van elkaar afwijken. Kunt u dit toelichten?"
A: "Ik zie meteen dat het adres niet klopt. Wij zijn in 2016 al verhuisd van de Marconiweg naar dit adres. Ook de nummering klopt niet. Eigenlijk klopt er helemaal niets van de facturen die u mij laat zien".
V: "In de administratie van VOF [bedrijf 1] worden deze facturen als contante betaling aan uw bedrijf verantwoord. Vinden er binnen uw bedrijf contante transacties plaats?"
A: "U moet het zo zien dat in de reclameverspreiding alles business to business gaat. De folders en kranten komen rechtstreeks van de drukkerijen en dat gaat allemaal op factuur. Contante betaling komt niet voor. Alles gaat via de bank"
13.
Het proces-verbaal van bevindingen ‘vergelijking auditfiles met aangetroffen facturen’ (AMB-011-01) van 23 februari 2023, pagina’s 282 tot en met 285, voor zover inhoudende, als relaas van de verbalisant:
Op 22 maart 2022 heeft er een doorzoeking op de [vestigingsplaats] plaatsgevonden dit is de woning van verdachte [verdachte] en tevens vestigingsadres van VOF [bedrijf 1]. Hierbij is onder andere een desktop PC in beslag genomen met nummer [nummer 4]. De op deze PC aangetroffen digitale facturen zijn gebruikt voor de vergelijking met de auditfiles (DOC-166) en de fysieke facturen (DOC-021 t/m DOC-025). Op 4 na heb ik alle facturen die in de auditfiles geboekt zijn teruggevonden als factuur op de PC. Ook alle fysieke facturen die ik heb ontvangen van de Belastingdienst heb ik terug gevonden op de PC. Dit betekend dat van de totaal 391 facturen er 4 niet op de PC te vinden zijn, procentueel is dit 98,97% van de geboekte facturen.
14.
Het proces-verbaal ‘overige onderzoeksvragen met betrekking tot digitale data’ van 20 juni 2022 (AMB-005-02), pagina 247, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van die verbalisant:
Nadat de Dell computer met [nummer 4] was opgestart zag ik twee gebruikers accounts ([verdachte] en [bedrijf 1]). Hierna heb ik met de muis het account [verdachte] aangeklikt en zag dat er om een wachtwoord werd gevraagd.