ECLI:NL:RBOVE:2024:1194

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
5 maart 2024
Publicatiedatum
7 maart 2024
Zaaknummer
10318923 \ CV EXPL 23-286
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van herstelkosten na gebrekkige werkzaamheden in de tuin

In deze civiele zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 5 maart 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en gedaagde over gebrekkige werkzaamheden die door gedaagde in de tuin van eiser zijn verricht. Eiser vorderde betaling van herstelkosten, omdat hij stelde dat de door gedaagde aangelegde keramische tegels en de voegen daarvan gebrekkig waren. De rechtbank heeft een deskundige benoemd om de kwaliteit van het geleverde werk te beoordelen. De deskundige concludeerde dat de ondergrond van de keramische tegels gebrekkig was en dat de voegen niet goed waren aangebracht. De kosten voor herstel werden door de deskundige begroot op € 6.872,80 inclusief btw. Eiser was het niet eens met deze kosten en handhaafde zijn oorspronkelijke vordering. Gedaagde betwistte de gebreken en stelde dat hij goed werk had geleverd. De kantonrechter oordeelde dat de gebreken aan de ondergrond en de voegen inderdaad aanwezig waren en dat gedaagde aansprakelijk was voor de herstelkosten. De vordering van eiser werd toegewezen, inclusief wettelijke rente en proceskosten. Gedaagde werd veroordeeld tot betaling van het bedrag van € 6.872,80 aan eiser, evenals de kosten van de deskundige en de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: 10318923 \ CV EXPL 23-286
Vonnis van 5 maart 2024
in de zaak van
[eiser],
te [woonplaats 1],
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser],
gemachtigde: mr. E. Nijhoff,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats 2],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: mr. M.M. Nijhuis.

1.De procedure

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit het tussenvonnis van 25 juli 2023, waarin
[naam] van [bedrijf 1] VOF (hierna verder te noemen: [naam]) als deskundige is benoemd en waarin vragen zijn voorgelegd die door [naam] beantwoord moeten worden. [naam] heeft op 21 september 2023 het deskundigenonderzoek uitgevoerd, in aanwezigheid van partijen en diens gemachtigden. Op 6 oktober 2023 heeft [naam] een concept-deskundigenbericht aan partijen en diens gemachtigden gestuurd, waarop zij konden reageren. [naam] heeft de opmerkingen van partijen in het rood in zijn deskundigenrapport verwerkt. Op 30 oktober 2023 heeft [naam] het definitieve deskundigenbericht naar de rechtbank gestuurd. Op 5 december 2023 heeft [gedaagde] de akte na deskundigenbericht ingediend. Op 2 januari 2024 heeft [eiser] de akte na deskundigenbericht ingediend. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. Het deskundigenbericht, de standpunten van partijen daarover en de samenvatting van de beslissing
De kantonrechter moet beoordelen of de door [gedaagde] verrichte werkzaamheden in de tuin van [eiser] gebrekkig zijn, zoals [eiser] stelt en ten grondslag legt aan zijn vordering. Ter ondersteuning van die beslissing is deskundige [naam] benoemd.
[naam] heeft in zijn deskundigenrapport over de door [gedaagde] uitgevoerde werkzaamheden -samengevat- geconcludeerd dat de ondergrond van de keramische tegel gebrekkig is en dat de voegen tussen de keramische tegels gebrekkig zijn. De border is niet gebrekkig. De kosten voor herstel worden door [naam] begroot op € 6.872,80 inclusief btw.
[eiser] heeft bij akte van 2 januari 2024 gesteld zich te kunnen vinden in de conclusies van [naam], behalve daar waar het gaat over de begrootte herstelkosten. Volgens [eiser] zijn de herstelkosten vele malen hoger. [eiser] handhaaft de vordering zoals geformuleerd in de inleidende dagvaarding.
[gedaagde] heeft bij akte na deskundigenbericht van 5 december 2023 aangegeven het oneens te zijn met de conclusie van [naam] dat het zandbed te dun is aangelegd. Hij handhaaft zijn standpunt dat hij goed werk heeft geleverd. [gedaagde] meent dat herstel niet nodig is, dan wel dat de oorzaken van de gebreken niet aan hem toe te rekenen zijn.
Op de stellingen van partijen wordt later verder ingegaan.
De kantonrechter volgt het deskundigenbericht van [naam]. Dat betekent dat [gedaagde]
€ 6.872,80inclusief btw moet betalen aan [eiser]. De kosten van het deskundigenbericht komen ook voor rekening van [gedaagde]. De proceskosten moeten eveneens door [gedaagde] worden bekostigd, echter wordt aansluiting gezocht bij de tarieven die horen bij het toegewezen geldbedrag. De kantonrechter licht dit oordeel hierna toe.

3.De verdere beoordeling

3.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat de door hen gesloten overeenkomst een overeenkomst van aanneming van werk betreft als bedoeld in artikel 7:750 BW. Wel verschillen zij er over van mening of de door [gedaagde] verrichte werkzaamheden voldoen aan de eisen van goed en deugdelijk werk. Toepassing van die norm in deze zaak brengt met zich dat [eiser] mocht verwachten dat er geen sprake is van gebreken in de uitvoering van het werk. [eiser] heeft gesteld dat er drie gebreken zijn: de ondergrond van de tegels is verkeerd, de voegen van de tegels laten los en er is te weinig pootaarde gebruikt in de border. In de eerdere tussenvonnissen (13 juni en 25 juli 2023) heeft de kantonrechter geoordeeld dat een onafhankelijk deskundigenonderzoek noodzakelijk is om definitief over het onderhavige geschil te kunnen beslissen. In het tussenvonnis van
25 juli 2023 is [naam] als deskundige benoemd. Aan [naam] zijn de onder overweging 3.1.van het tussenvonnis van 25 juli 2023 vermelde vragen ter beantwoording voorgelegd.
3.2.
[naam] heeft op 30 oktober 2023 een deskundigenbericht uitgebracht ter beantwoording van de aan hem voorgelegde vragen. De eerste vraag die [naam] heeft beantwoord luidt als volgt:
Is de toegepaste ondergrond van de keramische tegel (60 x 60 x 2 cm, Dark Flow) gebrekkig, in het bijzonder maar niet uitsluitend in die zin dat er stabilisatieproblematiek zal ontstaan?[naam] schrijft daarover in zijn deskundigenrapport, voor zover van belang, als volgt:
‘(…)
De hier toegepaste ondergrond onder de 60 x 60 x 2 cm dikke keramische tegels is gebrekkig.Er zijn door mij problemen vastgesteld omdat er tegels zijn gescheurd (en beschadigd), een enkele tegel iets beweegt bij het belopen ervan, er veel voegen tussen de tegels gescheurd zijn, niet volledig gevuld zijn, losgeraakt zijn dan wel verdwenen zijn.En bij het nemen van een (letterlijke) steekproef met een gutsboor is gebleken dat de ondergrond niet de juiste opbouw heeft voor de verwerking van keramische tegels van (slechts) 2 cm dik(…)
Op foto 3 is te zien dat er een dunne laag hechtmiddel (lijm) met een lijmkam aan de onderzijde van de tegels is aangebracht maar dat er slechts wat zand aangeplakt is en niet een dik deel van een 8 cm dikke laag gestabiliseerd zand zoals dat verwacht mag en moet worden bij het loshalen van een tegel. [gedaagde] zei dat de gestabiliseerde zandlaag 8 cm zou zijn maar dat is niet het geval zo bleek bij het onderzoek van de verwerkingslaag onder de tegels m.b.v. de gutsboor(…)
Mijn conclusie is dat slechts de toplaag van 2 tot 3 cm van de door [gedaagde] opgebrachte zandlaag van ca 7 tot 8 cm dikte met Portlandcement is gestabiliseerd. Het betreft in dit geval dus geen voldoende dikke en stevige ondergrond. Tegels van 2 cm dik hebben een te laag eigen gewicht om op een onvoldoende stevig gestabiliseerd zandbed van 2 tot 3 cm verwerkt te worden zoals hier het geval is. De tegels vormen dus niet het gebrek, maar de ondergrond / de verwerkingslaag is hier het probleem / het gebrek.
(…)
De gevolgen van het gebrek zijn losliggende tegels en loslatende voegen.(…)
Er kan tegelbreuk ontstaan als er niet overal een egale goede ondersteuning onder een tegel is’.
De oplossing van het gebrek is volgens [naam] om een cunet te realiseren volgens algemeen geaccepteerde normen in de hovenierspraktijk en dat advies is als volgt:
‘(…)
Ik ga uit van een bestaande ondergrond van de oorspronkelijk aanwezige grond met daarop een puinlaag (die er aanwezig is volgens partijen) en een dikke zandlaag van 20-25 cm (die door mij is aangetroffen). Deze lagen dienen goed (laagsgewijs) verdicht te zijn met een trilplaat en eigenlijk op een afschot van minimaal 1 tot 1,5% te worden aangelegd. In dit geval wenst [eiser] echter geen tot nauwelijks afschot en daarom moet er bij het afschot hier van minder dan 0,5% een zeer goed drainerende mortel te worden gemaakt van Limburgs grind van 4-8 mm(…)
Van deze drainagemortel -die niet handmatig maar in een betonmolen moet worden gemengd- dient een laag van 5 tot 10 cm dikte te worden aangebracht in kleine hoeveelheden / kleine oppervlakten zodat de mortel niet te snel indroogt(…)
Deze oplossing is specifiek voor de tegels in de achtertuin van [eiser] waar sprake is van een lichte gebruikersbelasting waarbij er weinig afschot moet worden aangebracht en waarbij de drainerende werking van voegen, verwerkingslaag en ondergrond dus zo goed mogelijk moeten zijn.(…)’.
3.3.
De tweede vraag die door [naam] is beantwoord, luidt als volgt:
Zijn de toegepaste voegen van de tegelvloer gebrekkig?
[naam] schrijft daarover in zijn deskundigenrapport, voor zover van belang, het volgende:
‘(…)
De maximaal 2 cm dikke voegen tussen de keramische tegels zijn gebrekkig. Ze zijn gescheurd, zitten los of zijn soms geheel verdwenen. De voegen zijn veelal niet 100% gevuld met voegmiddel zoals wel gebruikelijk is (foto 5).
Een enkel onkruidplantje groeit in de voegen dat wijst op een zekere ruimte tussen de tegels die niet opgevuld is met voegmiddel(…)
Het voegmateriaal is volgens de offerte Varistone LM Aqua en dat is een geschikt waterdoorlatend voegmiddel voor vloeren die ook waterdoorlatend zijn zoals hier in principe uitgevoerd is / had moeten zijn, namelijk een gestabiliseerde verwerkingslaag op een ondergrond van zand.
De oorzaak van het gebrek is een onvoldoende stevig cunet dat slechts 2 tot 3 cm dik is en dat had moeten bestaan uit een minimaal 8 cm dik gestabiliseerd zandbed.(…)
De gevolgen van het gebrek zijn dat de slechts 2 cm dikke voegen gemakkelijk scheuren en uitbreken.(…)’.
De oplossing van het gebrek is volgens [naam] het aanbrengen van een goede professioneel uitgevoerde gestabiliseerde verwerkingslaag van minimaal 7,5 cm dik.
3.4.
De derde vraag die door [naam] is beantwoord, luidt als volgt:
Is de border gebrekkig, in die zin dat er te veel geel zand is toegepast?
[naam] schrijft in zijn deskundigenrapport -samengevat- dat de border niet gebrekkig is. De kantonrechter neemt deze conclusie over en oordeelt dat nu de border niet gebrekkig is, deze geen grondslag kan vormen voor de vordering van [eiser]. De border wordt in de verdere beoordeling daarom buiten beschouwing gelaten.
3.5.
[gedaagde] heeft in zijn akte na deskundigenbericht gesteld het oneens te zijn met de conclusie van [naam] dat het zandbed te dun is en dat een 8 cm dik gestabiliseerd zandbed moet worden aangelegd. De gebroken tegels zijn kapot gegaan door [eiser] zelf. Door toedoen van [eiser] zijn er ook voegen uitgesprongen. [gedaagde] stelt goed werk te hebben geleverd. Herstel is niet nodig en het komt ook niet door oorzaken die aan [gedaagde] zijn toe te rekenen. Als [eiser] normaal met de tegels was omgegaan, was er niets kapot gegaan, aldus [gedaagde].
3.6.
[eiser] heeft in zijn akte na deskundigenbericht bevestigd zich te kunnen vinden in de conclusies van [naam] met betrekking tot de twee vastgestelde gebreken.
3.7.
In reactie op de argumenten die [gedaagde] naar voren heeft gebracht op het concept-deskundigenrapport, handhaaft [naam] zijn conclusie en heeft hij zijn rapport daaromtrent niet aangepast. De kantonrechter acht de bevindingen en conclusies van [naam] overtuigend en zal deze dan ook overnemen. Daarbij neemt de kantonrechter in aanmerking dat de ondergrond van de tegels en de voegen van de tegels door zowel [bedrijf 2] als door [naam] om soortgelijke redenen als gebrekkig zijn beoordeeld. Dat de kantonrechter bij haar bezoek zelf geen beweging in tegels heeft geconstateerd, zoals door [gedaagde] in zijn akte naar voren is gebracht, doet niet af aan het door de deskundigen vastgestelde gebrek in de ondergrond van die tegels.
3.8.
Op grond van het vorenstaande concludeert de kantonrechter dat de door [gedaagde] toegepaste ondergrond van de keramische tegel gebrekkig is. Als gevolg daarvan is ook schade ontstaan aan de voegen van de tegelvloer. [gedaagde] is aansprakelijk voor deze gebreken. De kantonrechter zal hierna ingaan op (de kosten van) het herstel.
3.9.
[naam] heeft in zijn rapport vervolgens geconcludeerd dat deze gebreken hersteld kunnen worden. Daarover schrijft [naam] in zijn rapport, voor zover van belang:
‘(…)
De werkzaamheden bestaan uit het voorzichtig verwijderen van de tegel met een oppervlakte van 76m2 en het in depot plaatsen ervan in de tuin. De tegels dienen eerst geschoond te worden door de zijkanten van de oude voegen en de onderkant van oude lijmresten en of gestabiliseerd zand te verwijderen. Dat is goed mogelijk omdat de resten gemakkelijk verwijderd kunnen worden zoals is vastgesteld en uit ervaring met vergelijkbare terrassen is mij dat ook bekend(…)
De kapotte tegels en anderszins beschadigde tegels dienen uitgeselecteerd te worden en met het overtollig afval (voegmateriaal en bovenste laag (weinig gestabiliseerd) zand) afgevoerd en gestort te worden (ca 6m3).Er zijn nu 10 tegels onherstelbaar beschadigd maar voor een deel ervan is dat buiten de aansprakelijkheid van [gedaagde] zo blijkt uit de stukken en mijn observatie.Als de huidige toplaag van gemiddeld 7,5 cm zand met cement gemengd, handmatig (via de garage) is verwijderd dan kan er nieuw stabilisatiemateriaal (6m3) aangevoerd worden middels en handmatig ter plaatse worden gedraaid en verwerkt. De tegels kunnen vervolgens worden herstraat waarbij ik uitga van 20% van de 76 m2 = ca 15 m2 aan nieuwe tegels wegens de vervanging van de kapotte tegels en het maken van nieuwe passtukken(…)
De nieuwe tegels zullen aaneengesloten moeten worden verwerkt i.v.m. mogelijke kleurverschillen bijvoorbeeld in het achterste pad(…)
Het geheel dient vooraf in overleg met [eiser] op de juiste hoogte te worden uitgezet waarbij [eiser] e.e.a. moet goedkeuren alvorens de tegels worden verwerkt(…).
De kosten worden begroot op 76 m2 a € 55,00/m2 (voor alle arbeid; ca 93 uur a € 45,00) + € 1.500,00 (voor nieuwe tegels, lijm, voegmateriaal, klein materiaal en stortkosten). In totaal is dat € 5.680,00 exclusief btw en inclusief btw is dat€ 6.872,80.(…)’.
3.10.
In het kader van het herstel heeft [gedaagde] bij akte na deskundigenbericht aangevoerd dat hij [eiser] destijds redelijke voorstellen heeft gedaan, die door [eiser] niet werden geaccepteerd. Nu jaren later, zou aan [eiser] een volledig nieuwe betegeling toekomen. Dat zou een aanzienlijke bevoordeling opleveren en daarom moet 40% correctie worden toegepast als nieuw voor oud. Ook heeft [gedaagde] met verwijzing naar de deskundigenrapporten gesteld dat de schade aan de tegels en voegen grotendeels door toedoen van [eiser] zelf is veroorzaakt.
3.11.
[eiser] heeft bij akte na deskundigenbericht aangevoerd het niet eens te zijn met de door [naam] voorgestelde wijze van herstel en het door [naam] genoemde schadebedrag. Dat de tegels verwijderd moeten worden om het gebrek aan de ondergrond te kunnen herstellen mag wel juist zijn, maar [naam] houdt geen rekening met het feit dat de glazen pui op de tegels is gemonteerd en daarom volledig verwijderd moet worden. Dat brengt kosten met zich mee en die kosten moeten door [gedaagde] voldaan worden. Verder vindt [eiser] dat [naam] ten onrechte stelt dat de lijmresten gemakkelijk verwijderd kunnen worden. Ook heeft [eiser] geen ruimte in de tuin om 76m2 aan tegels op te slaan. [eiser] heeft zijn bedenkingen bij de stelling van [naam] dat de tegels hergebruikt kunnen worden. Ook zegt [eiser] dat de tegels niet meer voorradig zijn bij de leverancier. Verder zou er geen hovenier bereid zijn om de door [naam] genoemde werkzaamheden voor die genoemde prijs uit te voeren. [eiser] verwijst naar de offertes die hij reeds eerder in het geding heeft gebracht. Hij handhaaft de vordering zoals geformuleerd bij dagvaarding.
3.12. De kantonrechter constateert dat ten aanzien van het herstel, zowel deskundige [naam] als [bedrijf 2], uitgaan van het verwijderen en opnieuw aanbrengen van de tegels. Geen van beiden benoemt expliciet kosten of uren voor het verwijderen van de pui, zodat onduidelijk is of deze kosten in de berekening zijn meegenomen. [gedaagde] heeft in zijn conclusie van antwoord betwist dat (onder andere) het verwijderen van de pui noodzakelijk is en aangevoerd dat de door [eiser] overgelegde offertes veel te hoog zijn. Naar het oordeel van de kantonrechter had het op de weg van [eiser] gelegen haar opmerkingen ten aanzien van de kosten met betrekking tot de pui aan de deskundige kenbaar te maken na ontvangst van het concept deskundigenbericht. [eiser] heeft bij e-mail van 26 oktober 2023 gereageerd op het concept deskundigenbericht, maar heeft geen opmerking gemaakt over (het demonteren van) de pui. Dat [eiser] dat heeft nagelaten en daardoor onduidelijkheid bestaat over deze door [eiser] gestelde schadepost, komt voor zijn eigen rekening en risico. Gelet op de betwisting van [gedaagde], heeft [eiser] deze schadepost onvoldoende onderbouwd gesteld. De kantonrechter ziet daarom geen aanleiding om dergelijke kosten aan [gedaagde] toe te rekenen.
3.13.
De kantonrechter gaat ook voorbij aan het verweer van [eiser] dat de tegels niet meer voorradig zijn bij de leverancier. Volgens [naam] zijn de tegels nog steeds leverbaar en ook heeft [naam] geschreven hoe om te gaan met mogelijk kleurverschil, wat in de regel niet aanwezig is dan wel in geringe mate. Daarbij neemt de kantonrechter ook in aanmerking dat een deel van de tegels niet kan worden hergebruikt omdat deze zijn gebroken door toedoen van [eiser] zelf, zo constateert deskundige [naam] in navolging van [bedrijf 2]. Het verweer van [eiser] dat de tegels niet goed schoongemaakt kunnen worden, volgt de kantonrechter evenmin. [naam] schrijft in zijn deskundigenrapport dat het hem is gebleken dat de tegels goed schoon zijn te maken, in die zin dat de resten aan de onderzijde van de tegels kunnen worden verwijderd. De gestabiliseerde zandlaag is geen keiharde betonnen laag, maar een waterdoorlatende, zachtere verwerkingslaag die daardoor gemakkelijker te verwijderen is, aldus [naam]. Dat [eiser] als ondeskundige partij zelf één tegel geschoond heeft gekregen en daarmee ruim tien minuten bezig is geweest, geeft de kantonrechter geen aanleiding te twijfelen aan de expertise van [naam] ten aanzien van dit punt. Verder constateert de kantonrechter dat het standpunt van [eiser] dat er geen hovenier is die voor het door [naam] begrootte bedrag de werkzaamheden kan uitvoeren, niet door [eiser] is onderbouwd. Uit niets blijkt dat [eiser] met het deskundigenrapport en de uit te voeren werkzaamheden naar hoveniers is gegaan, die vervolgens hebben gezegd dat niet voor het genoemde bedrag te kunnen doen. In dit kader constateert de kantonrechter dat de schadebegroting van [naam] qua hoogte in lijn ligt met de begroting die [bedrijf 2] eerder maakte, als wordt gecorrigeerd voor het verschil in hoeveelheid nieuwe tegels tussen beide begrotingen. Gelet op het voorgaande heeft [eiser] onvoldoende onderbouwd dat het door [naam] begrootte bedrag niet voldoende zou zijn voor de uit te voeren werkzaamheden.
3.14.
De kantonrechter ziet ten slotte ook geen aanleiding om voor [gedaagde] een correctie van 40% toe te passen als nieuw voor oud. [gedaagde] heeft onvoldoende onderbouwd dat de tuin door het herstel meer waard wordt, dan de tuin zonder de gebreken zou zijn geweest.
3.15.
De conclusie is dat de vordering van [eiser] tot het door [naam] genoemde herstel bedrag van € 5.680,00 exclusief btw / € 6.872,80 inclusief btw toewijsbaar is.
[gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan [eiser].
3.16.
De door [eiser] gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van het vonnis wordt als onweersproken en op de wet gegrond toegewezen.
3.17.
[gedaagde] krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen. Vanwege het in dit vonnis toegewezen bedrag, dat lager is dan de door [eiser] ingestelde vordering, zal de kantonrechter ten aanzien van het salaris gemachtigde aansluiting zoeken bij het liquidatietarief dat daarbij hoort. De kantonrechter stelt de proceskosten vast op:
- dagvaardingskosten € 128,31
- griffierecht € 693,00
- salaris gemachtigde € 1.017,00 (€ 339,00 per punt x 3)
- nasalaris
€ 135,00totaal € 1.973,31
3.18.
De kosten van de benoemde deskundige [naam] bedragen volgens zijn opgave
€ 2.000,00 exclusief btw / € 2.420,00 inclusief btw. Geen van de partijen heeft bezwaar gemaakt tegen de eindnota van de deskundige, zodat de kantonrechter van oordeel is dat de deskundige in redelijkheid een bedrag van € 2.000,00 exclusief btw / € 2.420,00 inclusief btw heeft gefactureerd. De kosten van de eindnota komen voor rekening van [gedaagde].

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser] het bedrag van € 6.872,80 inclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 maart 2024;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser] het bedrag van € 2.420,00 ter zake de kosten van de deskundige;
4.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten van € 1.973,31, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet hij ook de kosten van betekening betalen;
4.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. A.M. van Diggele en in het openbaar uitgesproken op 5 maart 2024.