ECLI:NL:RBOVE:2024:1165
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Nietigverklaring van dagvaarding wegens onduidelijkheid over bestuurderschap
Op 5 maart 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak waarbij de verdachte werd beschuldigd van het plegen van witwassen. De tenlastelegging hield in dat de verdachte, samen met anderen, van het plegen van witwassen een gewoonte had gemaakt in de periode van 6 januari 2015 tot en met 16 april 2018. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat er onduidelijkheid bestond over de status van medeverdachte 2 als bestuurder van de verdachte op het moment van de betekening van de dagvaarding. De rechtbank heeft opgemerkt dat de dagvaarding op 16 november 2023 aan medeverdachte 2 was uitgereikt, maar dat uit het dossier niet kon worden afgeleid of hij op dat moment nog daadwerkelijk bestuurder was. Dit leidde tot de conclusie dat de dagvaarding niet op de juiste wijze was betekend. Aangezien niemand namens de verdachte op de terechtzitting was verschenen, heeft de rechtbank besloten de dagvaarding nietig te verklaren. De uitspraak benadrukt het belang van correcte betekening van dagvaardingen en de noodzaak om de status van bestuurders helder te hebben in strafzaken.