ECLI:NL:RBOVE:2024:1163

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
5 maart 2024
Publicatiedatum
6 maart 2024
Zaaknummer
84.130063.22
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigverklaring van de dagvaarding in een witwaszaak wegens onduidelijkheid over de bestuurder

Op 5 maart 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die ten laste was gelegd dat zij van het plegen van witwassen een gewoonte had gemaakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding niet op de juiste wijze was betekend, omdat niet kon worden vastgesteld of medeverdachte 2 op het moment van betekening van de dagvaarding op 16 november 2023 daadwerkelijk bestuurder was van de verdachte. Dit leidde tot de conclusie dat de dagvaarding nietig verklaard diende te worden.

De zaak kwam voor de rechtbank na een openbare terechtzitting op 29 februari 2024, waar de officier van justitie, mr. M. Lambregts, het woord voerde. De verdachte was echter niet vertegenwoordigd. De tenlastelegging betrof het plegen van witwassen in vereniging met meerdere medeverdachten over een periode van bijna vier jaar, waarbij aanzienlijke geldbedragen betrokken waren.

De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat de juiste procedure voor betekening van de dagvaarding niet was gevolgd, wat essentieel is voor de rechtsgeldigheid van de procedure. Hierdoor kon de rechtbank niet anders dan de dagvaarding nietig verklaren, wat betekent dat de zaak niet verder behandeld kan worden zonder een correcte dagvaarding. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 84.130063.22
Datum vonnis: 5 maart 2024
Vonnis in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
gevestigd aan de [vestigingsplaats].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 29 februari 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van hetgeen de officier van justitie mr. M. Lambregts naar voren heeft gebracht. Namens de verdachte is niemand verschenen.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
zij in of omstreeks de periode van 3 september 2013 tot en met 11 juli 2017
in [vestigingsplaats] en/of Zenderen en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3]
/of [medeverdachte 4] B.V en/of [medeverdachte 5] B.V. en/of een
of meer ander(en) of alleen,
van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, althans (opzettelijk)
heeft witgewassen, hierin bestaande dat zij, verdachte, en/of haar mededader(s),
(sub a)
van (een) voorwerp(en), bestaande uit, een of meer geldbedrag(en), tot een
totaalbedrag van ongeveer EUR 10.893.200 (bestaande uit EUR 393.500 en EUR
260.000 en EUR 10.239.700 (AMB-057, DOC-713)), althans enig geldbedrag, de
werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding
en/of de verplaatsing heeft/hebben verborgen en/of verhuld, dan wel verborgen
en/of verhuld heeft/hebben wie de rechthebbende(n) op bovenomschreven
voorwerpen geldbedrag(en) is/was of wie bovenomschreven voorwerpen
geldbedrag(en) voorhanden heeft/hebben gehad, en/of
(sub b)
(een) voorwerp(en), bestaande uit een of meer geldbedrag(en), tot een
totaalbedrag van ongeveer EUR 10.893.200, althans enig geldbedrag,
heeft/hebben verworven en/of voorhanden heeft/hebben (gehad) en/of
heeft/hebben overgedragen en/of heeft/hebben omgezet en/of van een voorwerp
gebruik heeft/hebben gemaakt,
terwijl zij, verdachte, en/of haar rnededader(s) wist(en) dat dit/deze
geldbedrag(en) (deels) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit
enig(e) misdrij(f)(ven).

3.De voorvragen

De rechtbank constateert dat de dagvaarding op 16 november 2023 aan [medeverdachte 2] is uitgereikt. Op de akte is aangekruist dat deze is uitgereikt aan de bestuurder van verdachte.
Uit het dossier blijkt het volgende:
  • [medeverdachte 3] trad op 4 juni 2013 aan in de functie van bestuurder van verdachte en op 1 juni 2017 was zij nog steeds bestuurder (statuten verdachte, DOC-043 en uittreksel bedrijfsprofiel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel d.d. 1 juni 2017, DOC-020);
  • Op 16 februari 2024 had verdachte (uitsluitend) de volgende (ingeschreven) bestuurders: [medeverdachte 6], [medeverdachte 7] en [medeverdachte 8], allen in functie getreden op
  • 6 september 2023 (uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel d.d. 16 februari 2024);
  • [medeverdachte 3] is getrouwd met [medeverdachte 2].
Uit het voorgaande kan niet worden afgeleid of [medeverdachte 2] op 16 november 2023 (de datum van uitreiking) bestuurder was van verdachte.
De rechtbank kan dus niet vaststellen of [medeverdachte 2] op 16 november 2023 bestuurder was van de verdachte. De rechtbank is daarom van oordeel dat de dagvaarding niet op de bij de wet voorgeschreven wijze is betekend, zodat die dagvaarding, nu niemand op de terechtzitting is verschenen namens of gemachtigd door verdachte, nietig verklaard dient te worden.

4.De beslissing

De rechtbank:
- verklaart de dagvaarding nietig.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Stam, voorzitter, mr. M. van Berlo en mr. R.P. van Campen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.L. Vedder, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 5 maart 2024.