zij in of omstreeks de periode van 23 mei 2016 tot en met 11 juli 2017 in [vestigingsplaats]
en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3]
en/of [medeverdachte 5] B.V en/of [medeverdachte 4]
B.V. en/of een of meer ander(en) of alleen,
van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, althans (opzettelijk)
heeft witgewassen,
hierin bestaande dat zij, verdachte, en/of haar mededader(s),
(sub a)
van (een) voorwerp(en), bestaande uit, een of meer geldbedrag(en), tot een
totaalbedrag van ongeveer EUR 3.048.500 (bestaande uit EUR 700.000 (DOC-006, p.
2037) en EUR 2.348.500 (OPV-001-05, p.399)), althans enig geldbedrag,
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding
en/of de verplaatsing heeft/hebben verborgen en/of verhuld, dan wel verborgen
en/of verhuld heeft/hebben wie de rechthebbende(n) op bovenomschreven
voorwerpen geldbedrag(en) is/was of wie bovenomschreven voorwerpen
geldbedrag(en) voorhanden heeft/hebben gehad, en/of
(sub b)
(een) voorwerp(en0, bestaande uit een of meer geldbedrag(en), tot een totaalbedrag
van ongeveer EUR 3.048.500, althans enig geldbedrag,
heeft/hebben verworven en/of voorhanden heeft/hebben (gehad) en/of
heeft/hebben overgedragen en/of heeft/hebben omgezet en/of van een voorwerp
gebruik heeft/hebben gemaakt,
terwijl zij, verdachte, en/of haar mededader(s) wist(en) dat dit/deze geldbedrag(en)
(deels) – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit enig(e)
misdrij(f)(ven).