In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Enschede, op 5 maart 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Enexis Netbeheer B.V. en een andere besloten vennootschap, aangeduid als [gedaagde] B.V. Het geschil betreft de rechtsgeldigheid van de opzegging van een energieovereenkomst door [gedaagde] en de verplichting tot betaling van het verschuldigde tarief aan Enexis. De rechtbank oordeelt dat de opzegging niet rechtsgeldig tot stand is gekomen, omdat [gedaagde] niet heeft voldaan aan de voorwaarden die door Enexis zijn gesteld. Hierdoor blijft [gedaagde] gehouden om het verschuldigde tarief te betalen.
De procedure begon met een tussenvonnis op 7 november 2023, waarin vragen werden opgeworpen over de afwikkeling van de opgezegde gasaansluiting. Enexis werd opgedragen om zich uit te laten over de rechtsoverwegingen van het tussenvonnis. Na het indienen van akten door beide partijen, heeft de rechtbank de zaak beoordeeld. De rechtbank concludeert dat de opzegging van de overeenkomst door [gedaagde] niet rechtsgeldig was, omdat er geen keuze is gemaakt uit de door Enexis aangeboden opties voor de gasaansluiting.
De rechtbank heeft [gedaagde] veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 1.007,88 aan Enexis, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast is [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten, met uitzondering van het salaris van de gemachtigde van Enexis. Dit vonnis is uitgesproken door mr. J.M. Marsman, kantonrechter, en is uitvoerbaar bij voorraad.