ECLI:NL:RBOVE:2024:1146

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
5 maart 2024
Publicatiedatum
5 maart 2024
Zaaknummer
08-266143-22, 08-231550-22 en 08-116722-22 (TUL) (GEV.TTZ) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 26-jarige man voor gewapende overval en vernieling

Op 5 maart 2024 heeft de Rechtbank Overijssel een vonnis uitgesproken in de strafzaak tegen een 26-jarige man, die zich schuldig heeft gemaakt aan een gewapende overval op de supermarkt Nettorama in Rijssen en aan vernieling van een woning in Diepenheim. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 338 dagen, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met een proeftijd van twee jaren. De overval vond plaats op 26 september 2022, waarbij de verdachte met een machete de kassamedewerker heeft bedreigd en een geldbedrag van ongeveer 295 euro heeft afgedwongen. Daarnaast heeft hij op 12 september 2022 geprobeerd in te breken in een woning in Diepenheim door ruiten in te gooien. De rechtbank heeft de verdachte in verminderde mate toerekeningsvatbaar geacht, gezien zijn verstandelijke beperking en psychische problemen. De officier van justitie had een onvoorwaardelijke gevangenisstraf geëist, maar de rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De vordering van de benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard, en de rechtbank heeft de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf afgewezen, gezien de positieve ontwikkelingen in de begeleiding van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08-266143-22, 08-231550-22 en 08-116722-22 (TUL) (GEV.TTZ) (P)
Datum vonnis: 5 maart 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1997 in [geboorteplaats],
nu verblijvende in de [verblijfplaats].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 30 januari 2023, 6 maart 2023, 15 mei 2023, 13 juli 2023, 31 augustus 2023,
13 februari 2024 en 5 maart 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. S. Leusink en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. S. Yaprak, advocaat in Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Parketnummer 08-266143-22
De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte een gewapende overval heeft gepleegd op supermarkt Nettorama in Rijssen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 26 september 2022 te Rijssen, gemeente Rijssen-Holten
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag (van in totaal ongeveer 295 euro), in elk geval enig goed,
dat/die geheel of ten dele aan (supermarkt) Nettorama (gelegen aan de Hendrik Jan
V Opstallstraat 18), in elk geval aan een derde toebehoorde(n), door:
- op dreigende en/of intimiderende wijze en/of bewapend met een machete,
althans een (groot) mes en/of met gezichtsbedekkende kleding (te weten een sjaal
en/of een (bivak)muts) de winkel te betreden en/of op de kassa af te lopen en/of
- een machete, althans een (groot) mes te tonen aan die [slachtoffer 1] voornoemd en/of
- (op dwingende en/of dreigende toon) tegen die [slachtoffer 1] voornoemd te schreeuwen (zakelijk weergegeven): "ik wil geld, ik wil geld", althans woorden van gelijke dwingende en/of dreigende aard en/of strekking.
Parketnummer 08-231550-22
De verdenking komt er, na wijziging van de tenlastelegging op de terechtzitting van
6 maart 2023, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte heeft geprobeerd in te breken in een woning in Diepenheim dan wel een of meer ruiten van die woning heeft vernield.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 12 september 2022 te Diepenheim, gemeente Hof van Twente
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om (in/uit een woning,
gelegen op/aan de [adres]) geld en/of goederen, dat/die geheel of ten dele
aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander toebehoorde(n), weg te nemen met het
oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats
van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder
zijn bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming,
heeft verdachte met (een) stenen een of meerdere ruiten van die woning ingegooid
en/of ingeslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Althans, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, subsidiair, terzake dat
hij op of omstreeks 12 september 2022 te Diepenheim gemeente Hof van Twente
opzettelijk een of meer ruiten, toebehorende aan [slachtoffer 2], heeft vernield of beschadigd door deze ruit(en) in te slaan en/of gooien.

3.De bewijsmotivering

3.1
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht, net zoals de officier van justitie en de verdediging, niet bewezen wat aan verdachte onder parketnummer 08-231550-22 primair is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
Het ten laste gelegde onder 08-266143-22 en 08-231550-22 subsidiair acht de rechtbank, net zoals de officier van justitie en de verdediging, wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank komt tot een bewezenverklaring op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering, zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen:
Parketnummer 08-266143-22 en 08-231550-22 subsidiair
- Het proces-verbaal van de terechtzitting van 6 maart 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Parketnummer 08-266143-22 [1]
- Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 26 september 2022, p. 109-112;
Parketnummer 08-231550-22 subsidiair [2]
  • Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 12 september 2022, p. 3 en 4;
  • Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] van 7 oktober 2022, p. 118-120.
3.2
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde onder parketnummer
08-266143-22 en 08-231550-22 subsidiair heeft begaan, met dien verstande dat:
Parketnummer 08-266143-22
hij op
of omstreeks26 september 2022 te Rijssen, gemeente Rijssen-Holten
met het oogmerk om zich
en/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen
door
geweld en/ofbedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag (van in totaal ongeveer 295 euro)
, in elk geval enig goed,
dat
/die geheel of ten deleaan (supermarkt) Nettorama (gelegen aan de Hendrik Jan
van Opstallstraat 18)
, in elk geval aan een derdetoebehoorde
(n), door:
- op dreigende en
/ofintimiderende wijze en
/ofbewapend met een machete,
althans een (groot) mesen/of met gezichtsbedekkende kleding (te weten een sjaal
en/of een
(bivak)muts)
de winkel te betreden en/ofop de kassa af te lopen en
/of
- een machete
, althans een (groot) meste tonen aan die [slachtoffer 1] voornoemd en
/of
- (op dwingende en
/ofdreigende toon) tegen die [slachtoffer 1] voornoemd te schreeuwen (zakelijk weergegeven): "ik wil geld, ik wil geld"
, althans woorden van gelijke dwingende en/of dreigende aard en/of strekking.
Parketnummer 08-231550-22 subsidiair
hij op
of omstreeks12 september 2022 te Diepenheim gemeente Hof van Twente
opzettelijk een
of meerruit
en, toebehorende aan [slachtoffer 2], heeft vernield
of beschadigddoor die ruit
(en)in te
slaan en/ofgooien.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 317 en 350 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
In de zaak met parketnummer 08-266143-22: het misdrijf: afpersing
.
In de zaak met parketnummer 08-231550-22 subsidiair: het misdrijf: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen
.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden met een proeftijd van twee jaren.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om aan verdachte, naast een straf die gelijk is aan de duur van het voorarrest, een voorwaardelijke straf voor de duur van een maand met een proeftijd van twee jaren op te leggen.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een overval op een supermarkt in Rijssen. Verdachte heeft een kassamedewerker onder dreiging met een machete en door te roepen dat hij geld wilde ertoe gedwongen hem geld uit de kassa te geven. Met dit geld, een paar honderd euro, is hij vervolgens de winkel uit gevlucht. Deze gebeurtenis is niet alleen voor de kassamedewerker een beangstigende ervaring geweest, maar ook voor de klanten die op het moment van de overval in de winkel aanwezig waren. Bovendien zorgt een feit als dit voor gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving. Verdachte heeft hier niet bij stilgestaan. De rechtbank rekent hem dit aan.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan vernieling door een ruit van een woning in te gooien. Hierdoor heeft hij schade en overlast veroorzaakt.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van verdachte van 22 november 2023. Hieruit blijkt dat verdachte op 12 augustus 2022 voor onder meer bedreiging en mishandeling is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden waarvan twee maanden voorwaardelijk en een proeftijd van drie jaren. Verdachte liep nog in de proeftijd van deze voorwaardelijk opgelegde straf toen hij zich schuldig maakte aan de feiten in deze strafzaak.
De rechtbank heeft rekening gehouden met het over verdachte opgemaakte Pro Justitia rapport van 12 februari 2023, opgesteld door D.R. van der Velden en J. Jonker, beiden GZ-psycholoog. Hierin is te lezen dat verdachte een verstandelijk en verbaal adaptief beperkt vaardige man is die op zeer kinderlijk niveau functioneert. Er is bij verdachte sprake van complexe gedragsproblematiek en psychotische kwetsbaarheid. Er wordt uitgegaan van een doorwerking van zijn verstandelijk beperkt adaptief functioneren in het ten laste gelegde. Verdachte is, vanwege zijn complexe problematiek, afhankelijk van professionele hulpverlening voor het aanbrengen van structuur in zijn leven.
Uit de over verdachte opgemaakte Pro Justitia rapporten van 27 mei 2023 en 13 juni 2023, opgesteld door B.A. Blansjaar, psychiater, blijkt dat bij verdachte sprake is van een verstandelijke handicap in de vorm van een verstandelijke beperking op licht zwakzinnig niveau. Daarnaast zijn er aanwijzingen voor psychotische ziekteverschijnselen in de vorm van gehoorhallucinaties, achterdocht en desorganisatie van denken en spreken. Tijdens het plegen van de feiten was bij verdachte sprake van de verstandelijke handicap en leed hij hoogstwaarschijnlijk aan een psychische stoornis in de vorm van een psychose, die mogelijk veroorzaakt is door schizofrenie. Als gevolg hiervan zijn de gedragskeuzes en gedragingen van verdachte beïnvloed. De psychiater adviseert de bewezenverklaarde feiten in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen. De kans op toekomstig delictgedrag wordt door de psychiater ingeschat als hoog. Er wordt een behandeling van de psychose in een gesloten kliniek op basis van een rechterlijke machtiging geadviseerd. Ter (verdere) beperking van het recidiverisico wordt naast een behandeling ook resocialisatie van verdachte naar een instelling voor begeleid of beschermd wonen voor verstandelijk beperkten geadviseerd.
De rechtbank kan zich vinden in de hierboven weergegeven conclusies van de deskundigen, De rechtbank neemt de conclusies over en zal verdachte de bewezenverklaarde feiten in verminderde mate toerekenen. De rechtbank neemt daarbij tevens in overweging dat de verdachte op een uitzonderlijk laag niveau functioneert en, mede gelet ook op zijn overige complexe problematiek, blijvend en volledig aangewezen zal zijn professionele hulpverlening om enigszins te kunnen functioneren.
De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het reclasseringsrapport van 5 februari 2024. Uit dit rapport blijkt dat verdachte sinds september 2023, nadat voor hem voor een tweede keer een rechterlijke machtiging is verleend voor een periode van zes maanden, bij [verblijfplaats] verblijft. De structuur en intensieve begeleiding die deze instelling biedt, hebben een positief effect op het gedrag van verdachte. Er zijn mogelijkheden gevonden voor het creëren van een stabielere basis en er zal vanuit [verblijfplaats] stap voor stap worden toegewerkt naar een toekomstige uitstroom van verdachte richting een passende beschermde woonvorm. De rechterlijke machtiging is recent, op 29 januari 2024, verlengd met een jaar. Ook is er een indicatie voor langdurige zorg. Hoewel, vanwege de zeer beperkte leerbaarheid van verdachte, inhoudelijke behandeling moeilijk haalbaar lijkt, kan de nauwe betrokkenheid van een vertrouwd contactpersoon, structuur en duidelijke kaders zorgen voor meer stabiliteit in het leven van verdachte.
Straf
Alles afwegende, en met name de uitzonderlijke persoonlijke problematiek van verdachte in relatie tot een ernstig delict als gewapende overval, is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 338 dagen met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht en een gevangenisstraf van zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, passend en geboden is. Deze straf is nodig om enerzijds de ernst van de feiten tot uitdrukking te brengen en anderzijds als stok achter de deur om verdachte ervan te weerhouden nieuwe strafbare feiten te plegen.

7.De schade van de benadeeldeAA Besling (08-231550-22 subsidiair)

7.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 2] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 510,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan.
De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- eigen risico verzekering € 100,00
- schoonmaakkosten € 160,00
Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van € 250,00 gevorderd.
7.2
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht, evenals de officier van justitie en de verdediging, de vordering tot schadevergoeding onvoldoende onderbouwd. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom in haar vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.

8.De vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 08-116722-22

De rechtbank is van oordeel dat het niet opportuun is de voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden ten uitvoer te leggen. Verdachte verblijft sinds de schorsing van de voorlopige hechtenis bij [verblijfplaats]. Er is goed contact met de begeleiding. Ook houdt hij zich aan de afspraken. Er is een basis gelegd voor verdere begeleiding en mogelijk verdere behandeling.
De rechtbank acht het niet wenselijk dat deze positieve ontwikkelingen worden doorkruist door tenuitvoerlegging van een gevangenisstraf en zal daarom de vordering tot tenuitvoerlegging afwijzen.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c en 57 Sr.

10. De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 08-231550-22 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 08-266143-22 en 08-231550-22 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders onder 08-266143-22 en
08-231550-22 subsidiair is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
In de zaak met parketnummer 08-266143-22: het misdrijf: afpersing
;
In de zaak met parketnummer 08-231550-22 subsidiair: het misdrijf: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 08-266143-22 en 08-231550-22 subsidiair bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
338(
driehonderdachtendertig)
dagen;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte daarnaast tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
schadevergoeding
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 2] (08-231550-22 subsidiair) in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
opheffing geschorste bevel voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf met parketnummer 08-116722-22
- wijst de vordering af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Venekatte, voorzitter, mr. A.M.G. Ellenbroek en
mr. D.K. ten Cate, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.R. Kuiper, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 5 maart 2024.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland, onderzoek Maia22 met nummer 2022445871. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2022422747. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.