ECLI:NL:RBOVE:2024:1085

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
27 februari 2024
Publicatiedatum
29 februari 2024
Zaaknummer
10659381 \ CV EXPL 23-3113
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betaling van factuur voor transport van woonunit met geschil over kostenverhogende omstandigheden

In deze civiele zaak vordert eiseres, een B.V., betaling van een factuur van € 7.800,00 (exclusief BTW) van gedaagde, die in opdracht van gedaagde werkzaamheden heeft uitgevoerd voor het transport van een woonunit. De factuur is aanzienlijk hoger dan gedaagde had verwacht. De kantonrechter oordeelt dat de kostenverhogende omstandigheden voor rekening van gedaagde komen. De procedure begon met een tussenvonnis op 3 oktober 2023 en een mondelinge behandeling op 18 december 2024. Eiseres heeft de woonunit op 10 en 11 maart 2022 verwijderd van camping [camping 1] en vervoerd naar camping [camping 2]. Gedaagde heeft de factuur niet betaald, wat heeft geleid tot deze rechtszaak. Eiseres stelt dat gedaagde niet heeft voldaan aan zijn betalingsverplichtingen en vordert naast de hoofdsom ook buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. Gedaagde betwist de hoogte van de factuur en stelt dat de vertraging en extra kosten voor rekening van eiseres komen. De kantonrechter oordeelt dat de extra kosten, die voortvloeien uit de omstandigheden die eiseres heeft aangevoerd, voor rekening van gedaagde komen. Uiteindelijk wordt de vordering van eiseres toegewezen, inclusief de gevorderde rente en kosten.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 10659381 \ CV EXPL 23-3113
Vonnis van 27 februari 2024
in de zaak van
[eiseres] B.V.,
te [vestigingsplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
gemachtigde: mr. A.M. Takkenberg,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. A.P.E.M. Pover.
Samenvatting
[eiseres] heeft in opdracht van [gedaagde] werkzaamheden uitgevoerd en vordert in deze procedure betaling van de factuur. De factuur is aanzienlijk hoger dan dat partijen, met name [gedaagde] , verwacht hadden. De kantonrechter oordeelt dat de kostenverhogende omstandigheden voor rekening van [gedaagde] komen en wijst de vordering toe.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 3 oktober 2023
- de mondelinge behandeling van 18 december 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Waar deze zaak over gaat

[gedaagde] heeft van de heer [naam] (hierna: [naam] ) een woonunit gekocht, bestaande uit een verplaatsbare chalet en een aanbouw. De woonunit stond op camping [camping 1] in [plaats 1] . [gedaagde] wenste de woonunit te laten verplaatsen naar camping [camping 2] in [plaats 2] . Hiervoor heeft hij een overeenkomst gesloten met [eiseres] . [eiseres] heeft de woonunit op 10 en 11 maart 2022 verwijderd van de standplaats op camping [camping 1] en vervoerd naar de ingang van camping [camping 2] . [eiseres] heeft voor deze werkzaamheden op 22 april 2022 een factuur van € 7.800,00 (exclusief BTW) naar [gedaagde] gestuurd. [gedaagde] heeft de factuur niet betaald.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert - samengevat - voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde] te veroordelen om aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 7.800,00 exclusief BTW (€ 9.438,00 inclusief BTW), te vermeerderen met wettelijke rente over dit bedrag vanaf 30 mei 2022;
II. [gedaagde] te veroordelen om aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 846,90 aan buitengerechtelijke incassokosten;
III. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf dat datum van het vonnis;
IV. [gedaagde] te veroordelen in de nakosten ter hoogte van € 173,00 in geval van niet-betekening en ter hoogte van € 271,00 in geval van betekening van het vonnis, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de datum van het vonnis.
3.2.
[eiseres] stelt zich primair op het standpunt dat [gedaagde] niet heeft voldaan aan zijn betalingsverplichtingen die uit de overeenkomst tussen partijen voortvloeien en dat hij die verplichtingen alsnog moet nakomen door de openstaande factuur te voldoen. Subsidiair stelt [eiseres] zich op het standpunt zij door de tekortkoming van [gedaagde] schade heeft geleden, welke schade op grond van artikel 6:74 BW door [gedaagde] moet worden vergoed. Meer subsidiair beroept [eiseres] zich op artikel 7:405 BW (redelijk loon voor opdrachtnemer) en artikel 6:212 BW (ongerechtvaardigde verrijking).
3.3.
[eiseres] heeft aangevoerd dat zij [gedaagde] een offerte heeft gestuurd en dat [gedaagde] hierop een akkoord heeft gegeven. Uitgaande van de in de offerte beschreven omstandigheden zou de prijs voor het transporteren van de woonunit naar de ingang van Camping [camping 1] € 1.694,00 (exclusief BTW) bedragen en was de geschatte prijs van het vervolgens transporteren van de woonunit naar Camping [camping 2] € 2.602,00 (exclusief BTW). [eiseres] heeft de besproken werkzaamheden uitgevoerd. Bij de uitvoering deden zich omstandigheden voor die zorgden voor vertraging, waardoor de werkzaamheden duurder zijn uitgevallen dan ingeschat. Die omstandigheden komen volgens [eiseres] voor rekening van [gedaagde] . In samenspraak met [gedaagde] heeft [eiseres] het gefactureerde bedrag beperkt tot € 7.800,00 (exclusief BTW), aldus [eiseres] .
3.4.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiseres] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiseres] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiseres] in de kosten van deze procedure.
3.5.
[eiseres] heeft aangevoerd dat partijen voor het transporteren van de woonunit van Camping [camping 1] naar Camping [camping 2] een geschatte totaalprijs van € 2.602,00 overeengekomen zijn. Die prijs heeft [eiseres] bepaald nadat zij de situatie ter plaatse heeft bekeken. Door eventuele onvoorziene omstandigheden zou hier wellicht een gering bedrag bovenop kunnen komen, maar zeker niet in de orde van grootte van het bedrag dat [eiseres] voor de werkzaamheden heeft gefactureerd. [gedaagde] betwist dat het factuurbedrag van € 7.800,00 in samenspraak tot stand is gekomen.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Partijen zijn het niet eens over welk bedrag [gedaagde] aan [eiseres] moet voldoen voor de door [eiseres] uitgevoerde werkzaamheden. Daarbij twisten zij in de eerste plaats over welke prijsafspraken zij hebben gemaakt. Hiervoor is van belang wat er staat in de door [gedaagde] geaccepteerde offerte van 3 maart 2022. Tussen partijen staat niet ter discussie dat de offerte door [gedaagde] is geaccepteerd en dat voor de vraag wat partijen zijn overeengekomen uitleg van de offerte centraal staat.
De offerte
4.2.
In de offerte staan de volgende prijsafspraken en uitgangspunten genoemd:
“Kostenoverzicht Transport:
Voor het verplaatsen van beide units naar de verharde weg en alsvolgt door transportren[sic]
naar de ingang van [camping 1] als eindstation, berekenen wij 1.694,-
Tarief is:
Inclusief hijskraan
Inclusief medewerker
Inclusief rijplaten
Inclusief hijsbalken
Inclusief trekkend voertuig
Exclusief trekstang voor het voort trekken van de units
Exclusief wachttijden doormiddel van het niet technisch in orde zijn van de woonunits, waardoor we beiden units niet weg kunnen trekken door welke defect dan ook dat aanwezig kan zijn. De eventuele meeruren worden dan doorberekend á € 150,- per uur.
Exclusief lastverzekering.
Kostenoverzicht Transport:
Voor het eventueel transporteren van de units van Camping [camping 1] naar [camping 2] , kunnen wij transport aanbieden op regie basis.
Inzet 1 x trekker met semi € 98,-per uur uit-thuis (grote unit)
Inzet trekker met euro dieplader € 98,- per uur thuis (Kleine unit) (Graag nog hier de exacte breedte
maat van opgeven)
Inzet hijskraan € 139,- per uur bij laden en bij het lossen (uren worden niet doorberekend naar [camping 2] )
Inzet begeleidingsvoertuig € 57,- per uur uit-thuis
Vergunningaanvraag € 275,- per wagen.
Geschatte totaalkosten voor transport en hijswerk € 2.602,-
Tarief is:
Op basis dat beiden units gelost kunnen worden op een ruim terrein waar een minimale breedte moet zijn van 8 mtr en een lengte van 20 meter.
Exclusief het op de plaats brengen en hijsen van de units op de bestemming, mits er voldoende ruimte is voor de voertuigen om hier op te kunnen stellen.
Uitgangspunten:
Straatwerk en interne vloeren zijn draagkrachtig genoeg voor het inzetten van ons materiaal.
Wij zijn niet verantwoordelijk voor eventuele schade aan het straatwerk of interne vloeren.
Plaats van opstelling veilig, goed bereikbaar- en begaanbaar is voor ons personeel en machines.
Deze offerte is exclusief lastverzekering.”
Overeenkomst van opdracht
4.3.
De kantonrechter maakt uit de offerte op dat partijen een overeenkomst van opdracht als bedoeld in artikel 7:400 BW hebben gesloten, bestaande uit twee delen. Het eerste deel van de opdracht bestaat uit het transporteren van de woonunit vanaf de standplaats naar de ingang van Camping [camping 1] . Voor dit deel is, onder de genoemde voorwaarden, een vaste prijs overeengekomen van € 1.694,00. Het tweede deel van de opdracht bestaat uit het transporteren van de woonunit vanaf (de ingang van) Camping [camping 1] naar de ingang van Camping [camping 2] . Voor dit deel wordt blijkens de offerte een prijs op basis van regie berekend. Dat betekent dat er geen vaste prijs voor dat deel van de opdracht is afgesproken, maar dat [eiseres] als opdrachtnemer de daadwerkelijk verrichtte werkzaamheden en gemaakte uitvoeringskosten achteraf in rekening zal brengen. Het daarvoor genoemde bedrag van € 2.602,00 is slechts een geschatte prijs en dus geen vaste prijs.
4.4.
De kantonrechter volgt [gedaagde] niet in zijn lezing dat voor de totale opdracht een vaste prijs van € 2.602,00 is overeengekomen. Dit volgt uitdrukkelijk niet uit de offerte. Uitgaande van de vaste prijs voor het eerste deel van de opdracht en de geschatte prijs voor het tweede deel van de opdracht, zou de prijs voor de totale opdracht uitkomen op € 4.296,00 (exclusief BTW). [gedaagde] heeft naar voren gebracht dat hij nooit met een dergelijke prijs zou hebben ingestemd, omdat hij de woonunit voor slechts € 750,00 heeft gekocht. Naar het oordeel van de kantonrechter is dit geen omstandigheid die dwingend wijst op de juistheid van de stelling van [gedaagde] dat een totaalprijs van € 2.602,00 overeengekomen is. Er kan ook juist een lage koopprijs voor de woonunit overeengekomen zijn omdát de transportkosten relatief hoog zijn.
Kostenverhogende omstandigheden
4.5.
[eiseres] heeft gesteld dat de opdracht duurder is uitgevallen dan ingeschat en dat die extra kosten op grond van de overeenkomst voor rekening van [gedaagde] komen. In productie 9 heeft [eiseres] uiteengezet waaruit de extra kosten bestaan. Daaruit maakt de kantonrechter op dat de uitvoering van de opdracht € 5.802,50 duurder is uitgevallen dan de som van de vaste prijs van € 1.694,00 en het begrote bedrag van € 2.602,00. Volgens [eiseres] komt dit door de volgende omstandigheden:
  • De trekstang voor de grote chalet was krom en schoot steeds van de trekhaak af;
  • De banden van de grote chalet waren lek, waardoor de chalet nagenoeg stuurloos was en telkens in de berm belandde;
  • [gedaagde] had de houten aanbouw in de chalet opgeslagen, waardoor de chalet bij het hijsen scheef kwam te hangen en de chalet te zwaar bleek te zijn. Daarom moest het hout handmatig (ca. 1500 kg) uit de chalet worden verwijderd.
  • Er was bij Camping [camping 2] onvoldoende ruimte om de componenten van de woonunit te lossen met de kraan van [eiseres] . Hierdoor moest [gedaagde] een telescoopkraan huren, wat voor extra vertraging zorgde.
Volgens [eiseres] hebben de werkzaamheden door deze omstandigheden langer geduurd dan gepland en hebben haar werknemers tijdens de eerste werkdag op Camping [camping 1] tot 2 uur ’s nachts moeten doorwerken. Daarbij stonden volgens haar een autolaadkraan en twee trekkers met oplegger klaar die tevergeefs lange tijd hebben moeten wachten. [eiseres] heeft aangevoerd dat [gedaagde] ervoor zou zorgen dat de woonunit technisch in orde zou zijn en zijn de in de offerte genoemde prijzen daarop gebaseerd. Omdat zij hier mogelijke problemen voorzag, heeft zij hierover expliciet afspraken in de offerte opgenomen.
4.6.
[gedaagde] is van mening dat de vertraging voor rekening van [eiseres] komt. Volgens hem heeft [eiseres] een onjuiste inschatting gemaakt van de situatie ter plaatse, van de benodigde materialen en van de met de werkzaamheden gemoeide tijd. Zo bleek de door [eiseres] ingezette kraan volgens [gedaagde] niet geschikt om het hijswerk adequaat uit te voeren en was geen dieplader aangevoerd om de units te kunnen afvoeren.
4.7.
De kantonrechter overweegt dat in de offerte uitdrukkelijk de uitgangspunten zijn genoemd waarop [eiseres] de door haar genoemde prijzen voor de opdracht heeft gebaseerd. Daarbij staat dat de prijs voor de werkzaamheden op Camping [camping 1] exclusief een trekstang is. Ook wordt vermeld dat de prijs exclusief wachttijden is door het niet technisch op orde zijn van de units. Ten slotte vermeldt de offerte dat bij de kosten die begroot zijn voor het transporteren naar Camping [camping 2] als basis geldt dat beide units gelost kunnen worden op een ruim terrein van minimaal 8 meter breed en 20 meter lang. Dat betekent voor de door [eiseres] aangevoerde kostenverhogende omstandigheden het volgende:
De trekstang
4.8.
Niet betwist is dat [gedaagde] de trekstang heeft aangeleverd en dat die trekstang krom was. Op de tegenwerping van [gedaagde] dat hier geen trekstang gebruikt had moeten worden, maar een dieplader, heeft [eiseres] uiteengezet dat in verband met de beperkte ruimte trekken de enige optie was, omdat de plaats niet bereikt kon worden met een oplegger. Hierop heeft [gedaagde] gereageerd dat uit een filmpje van hem anders blijkt, maar dat filmpje heeft hij niet in het geding gebracht. Gelet op de uitgangspunten die [eiseres] in de offerte heeft opgenomen, komen de gevolgen van het niet deugdelijk zijn van de trekstang – wat door [gedaagde] niet is betwist – voor rekening van [gedaagde] .
De lekke banden
4.9.
[eiseres] heeft aangevoerd dat de banden bij de bezichtiging voorafgaand aan het opstellen van de offerte niet zichtbaar waren, maar dat [gedaagde] aangaf dat die in orde waren. Omdat [eiseres] daar haar twijfels over had, omdat de chalet al dertig jaar oud was, heeft zij in de offerte opgenomen dat vertraging door het niet technisch in orde zijn van de units wordt doorberekend. Tijdens het uitvoeren van de opdracht bleken de banden volgens [eiseres] lek te zijn. Volgens [gedaagde] heeft hij de banden van de chalet voorafgaand aan de werkzaamheden van [eiseres] nog opgepompt en waren die op dat moment hard. Hij heeft aangegeven dat hij tijdens de werkzaamheden niet aanwezig was, dus niet weet of de banden toen nog vol stonden. Wel heeft hij aangegeven dat de banden toen nog opgepompt konden worden met de door hem achtergelaten pomp. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft de [gedaagde] hiermee onvoldoende gemotiveerd betwist dat de banden ten tijde van de werkzaamheden lek waren. De gevolgen van deze omstandigheid komen op grond van de door [gedaagde] goedgekeurde offerte voor zijn rekening.
Hout van aanbouw in de chalet
4.10.
[gedaagde] heeft niet betwist dat hij de houten aanbouw in de chalet heeft opgeslagen en dat dat er op de dag van de werkzaamheden nog uitgehaald moest worden. Volgens hem was dat echter maar een klein hoopje hout. Hiermee heeft [gedaagde] naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende gemotiveerd betwist dat het hout van de aanbouw in de chalet voor vertraging heeft gezorgd doordat de chalet te zwaar was om te hijsen, waarna het hout handmatig uit de chalet getild moest worden. Ook de hierdoor veroorzaakte vertraging komt op grond van de offerte voor rekening van [gedaagde] .
Te weinig ruimte om te lossen
4.11.
[gedaagde] betwist dat bij de Camping [camping 2] te weinig ruimte was om te lossen. Dit blijkt volgens hem uit een filmpje. Bovendien zou hij zelf voor het hijswerk ter plaatse zorgdragen en had hij daar al een kraan met machinist voor ingehuurd.
4.12.
De kantonrechter maakt uit de offerte op dat partijen hebben afgesproken dat [eiseres] de woonunit bij Camping [camping 2] zou lossen op een ruime plaats, waar voldoende ruimte is voor de voertuigen die bij het vervoer betrokken zijn. Vanaf die plaats zou - zo begrijpt de kantonrechter - [gedaagde] zelf zorgdragen voor de verplaatsing van de woonunit naar de nieuwe standplaats. [eiseres] heeft toegelicht dat zij voor het lossen van de delen van de woonunit een kraanwagen mee moest nemen. Dit strookt met de in de offerte opgenomen post “
Inzet hijskraan € 139 per uur bij laden en bij het lossen”.Door het gebrek aan ruimte ter plaatse, heeft [eiseres] de kraanwagen naar eigen zeggen niet kunnen gebruiken voor het lossen, zodat [gedaagde] op dat moment moest zorgen voor een alternatief, wat extra tijd kostte. Hierop heeft [gedaagde] onvoldoende gemotiveerd verweer gevoerd. Het filmpje waaruit volgens hem zou blijken dat het terrein groot genoeg was om de woonunit te lossen, heeft hij niet in het geding gebracht. Dat hij de telescoopkraan al van tevoren had ingehuurd, waarvan de kantonrechter niet kan vaststellen of dit het geval is, betekent niet dat die kraan al ingezet zou worden voor het lossen ter plaatse. Uit de stellingen van partijen maakt de kantonrechter op dat die telescoopkraan pas in beeld zou komen op het moment dat de woonunit vanaf de plaats waar deze gelost was naar de nieuwe standplaats zou worden overgebracht. Onvoldoende betwist is dat die telescoopkraan nu ook, anders dan in de offerte is afgesproken, voor het lossen gebruikt moest worden, wat voor vertraging heeft geleid. Die vertraging komt op grond van de offerte voor rekening van [gedaagde] .
Contact
4.13.
Het voorgaande betekent dat de extra kosten die het gevolg zijn van voornoemde omstandigheden in beginsel voor rekening van [gedaagde] komen. [gedaagde] heeft hier het bezwaar tegen ingebracht dat hij niet ingelicht is over de kostenverhogende omstandigheden en de financiële gevolgen hiervan. Pas op het moment dat hij de factuur ontving werd voor hem duidelijk dat er veel meer kosten in rekening werden gebracht dan vooraf besproken was. [eiseres] heeft hier tegenin gebracht dat [gedaagde] gedurende de werkzaamheden voortdurend op de hoogte is gehouden. Omdat [gedaagde] zelf op dat moment niet bereikbaar was, verliep het contact volgens [eiseres] via [naam] . [gedaagde] heeft ter zitting beaamd dat [naam] tijdens de uitvoering van de werkzaamheden inderdaad te beschouwen was als zijn contactpersoon. Niet betwist is dat [naam] door [eiseres] op de hoogte is gehouden van de werkzaamheden en ook geïnformeerd is over de vertraging en kostenverhoging die daarmee samenhangt. Ook is niet betwist dat [naam] daarbij heeft aangegeven dat de werkzaamheden voortgezet moesten worden.
Toewijzing hoofdsom en buitengerechtelijke incassokosten
4.14.
Gelet op het voorgaande is [gedaagde] op grond van de overeenkomst gehouden om, bovenop de overeengekomen prijs, de prijs voor de extra manuren en de extra inzet van materieel aan [eiseres] te voldoen. In productie 9 heeft [eiseres] uiteengezet welke kosten zij (extra) heeft gemaakt bij de uitvoering van de opdracht. [gedaagde] heeft de juistheid van dit overzicht niet betwist. Daarmee zou [eiseres] € 10.098,50 aan [gedaagde] mogen factureren. Zij heeft haar factuur echter beperkt tot € 7.800,00 (exclusief BTW). Volgens [eiseres] is dit in samenspraak gebeurd. [gedaagde] betwist dat zij met een dergelijk factuurbedrag heeft ingestemd. Omdat [eiseres] gelet op productie 9 een hoger bedrag had kunnen factureren, is het factuurbedrag van € 7.800,00 (exclusief BTW) dat zij in deze procedure vordert ook zonder de instemming van [gedaagde] toewijsbaar. Het antwoord op de vraag of partijen daadwerkelijk een prijsafspraak hebben gemaakt voor het bedrag van € 7.800,00 is voor de uitkomst van deze procedure gelet op het voorgaande niet meer relevant, en kan dan ook verder in het midden blijven. Het bedrag van € 7.800,00 zal worden toegewezen, te vermeerderen met de daarover gevorderde wettelijke rente.
4.15.
[eiseres] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is niet hoger dan het tarief dat in het Besluit is bepaald. Daarom wordt € 846,90 toegewezen.
4.16.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag (inclusief BTW) wordt toegewezen:
- hoofdsom
9.438,00
- buitengerechtelijke incassokosten
846,90
+
Totaal
10.284,90
Proceskosten
4.17.
[gedaagde] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiseres] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
107,32
- griffierecht
514,00
- salaris gemachtigde
812,00
(2,00 punten × € 406,00)
Totaal
1.433,32
De hierover gevorderde wettelijke rente wordt toegewezen.
4.18.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 7.800,00 exclusief BTW (€ 9.438 inclusief BTW), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 30 mei 2022, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] te betalen een bedrag vaan € 846,90 aan buitengerechtelijke incassokosten,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot dit vonnis vastgesteld op € 1.413,32, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 135,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.M. Essed en in het openbaar uitgesproken op
27 februari 2024.