ECLI:NL:RBOVE:2024:1070

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
27 februari 2024
Publicatiedatum
29 februari 2024
Zaaknummer
10603509 \ CV EXPL 23-2688
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Contractuele boetes en geschil over handelsnaamgebruik tussen De Arbeidsmediators en partij B

In deze zaak vorderen partijen over en weer contractuele boetes vanwege het niet nakomen van een vaststellingsovereenkomst. Deze overeenkomst was gesloten ter beëindiging van een geschil over het gebruik van de handelsnaam ‘Dé ArbeidsMediator’ door partij B. De kantonrechter oordeelt dat de in conventie gevorderde boete grotendeels toewijsbaar is, terwijl van de twee in reconventie gevorderde boetes er één kan worden toegewezen. De overige vorderingen worden afgewezen. De procedure omvat een tussenvonnis van 19 september 2023, een mondelinge behandeling op 18 januari 2024, en diverse processtukken. De feiten tonen aan dat er een geschil bestond over de naleving van de overeenkomst, waarbij partij B een boete eiste van De Arbeidsmediators voor het niet tijdig overdragen van een domeinnaam. De kantonrechter concludeert dat De Arbeidsmediators de overeenkomst op het punt van de domeinnaam niet is nagekomen, wat leidt tot een boete van € 5.800,00. Daarnaast wordt De Arbeidsmediators veroordeeld tot betaling van € 7.000,00 aan partij B in reconventie, wegens het niet naleven van de overeenkomst met betrekking tot het gebruik van de domeinnaam. De proceskosten worden toegewezen aan de partijen die in het ongelijk zijn gesteld.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 10603509 \ CV EXPL 23-2688
Vonnis van 27 februari 2024
in de zaak van
DÉ ARBEIDSMEDIATORS B.V.,
te Dordrecht,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: De Arbeidsmediators,
gemachtigde: mr. J.M.A. Koole,
tegen

1.de vennootschap onder firma [partij B.1] , mede handelend onder de namen

[handelsnaam 1] , [handelsnaam 2] EN [handelsnaam 3], hierna te noemen [partij B.1] ,
te [vestigingsplaats] ,
en haar vennoten
2.
[partij B.2],
te [woonplaats 1] ,
3.
[partij B.3],
te [woonplaats 2] ,
gedaagde partijen in conventie,
eisende partijen in reconventie,
hierna samen te noemen: [partij B] ,
gemachtigde: mr. A.A. Bos.

1.De zaak in het kort

1.1.
In deze zaak vorderen partijen over en weer contractuele boetes vanwege het niet nakomen van een vaststellingsovereenkomst. Die overeenkomst is gesloten ter beëindiging van een geschil over het gebruik van de handelsnaam ‘Dé ArbeidsMediator’ door [partij B.1] .
1.2.
De kantonrechter zal hierna tot het oordeel komen dat de in conventie gevorderde boete grotendeels toewijsbaar is en dat van de twee in reconventie gevorderde boetes er één kan worden toegewezen. De overige vorderingen worden afgewezen.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 19 september 2023 en de daarin genoemde processtukken;
- de ‘conclusie van repliek’, waarmee is bedoeld de conclusie van antwoord in reconventie;
- de aanvullende producties 13 van beide partijen;
- de mondelinge behandeling van 18 januari 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt, en de op die zitting voorgedragen pleitnota van De Arbeidsmediators.
2.2.
Hierna is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
Tussen partijen heeft een geschil bestaan over het gebruik van de handelsnaam ‘Dé ArbeidsMediator’ door [partij B.1] .
3.2.
Partijen hebben in oktober 2022 ter beëindiging van dat geschil een overeenkomst gesloten (hierna te noemen: de overeenkomst) waarin, voor zover van belang, het volgende vermeld staat:
II.
KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN:
(…)
 Voor wat betreft de domeinnaam komen partijen overeen dat partij B [ [partij B.1] ,
kantonrechter] nog voor een periode van 6 maanden de domeinnaam
[de domeinnaam 1] mag gebruiken zodat eventuele bezoekers direct worden doorgestuurd naar [de domeinnaam 2] (301 redirect). Na verloop van deze 6 maanden zal de domeinnaam worden overgedragen door Partij B aan Partij A [De Arbeidsmediators,
kantonrechter]. Partij A zegt hierbij toe dat de domeinnaam [de domeinnaam 1] voor een periode van 2 jaar vanaf datum overeenstemming niet door haar gebruikt zal worden en gedurende deze periode puur ter registratie zal worden aangehouden.
(…)
 Partij A zal een vergoeding voor bovenstaande aanpassingen van € 2.500 ex BTW betalen aan partij B. De betaling zal binnen 2 werkdagen geschieden na ondertekening van dit document en plaatsvinden op de derdengelden rekening van Faire Advocatuur & Mediation met rekening nummer (…). Dit bedrag zal worden vrij gegeven en betaald binnen 5 dagen nadat Partij B Partij A heeft ingelicht over de doorgevoerde aanpassingen;
 Wanneer Partij B één van bovenstaande afspraken overtreedt, zal zij een onmiddellijke opeisbare, tot voordeel van Partij A, strekkende boete verbeuren van €1.000,= ineens, te vermeerderen met een bedrag van €100,= per dag voor iedere dag dat de overtreding voortduurt, tot een maximum bedrag van €7000,=.
 (…)
 Wanneer Partij A één van bovenstaande afspraken overtreedt, zal zij een onmiddellijke opeisbare, tot voordeel van Partij B, strekkende boete verbeuren van €1.000,= ineens, te vermeerderen met een bedrag van €100,= per dag voor iedere dag dat de overtreding voortduurt, tot een maximum bedrag van €7000,=.
3.3.
[partij B.1] heeft De Arbeidsmediators een factuur d.d. 12 augustus 2022 gestuurd voor de door haar te betalen vergoeding. Die factuur bedraagt € 3.025,00, zijnde een bedrag van € 2.500,00 vermeerderd met € 525,00 aan btw.
3.4.
Op 17 oktober 2022 heeft De Arbeidsmediators een bedrag van € 2.500,00 gestort op de derdengeldrekening van haar gemachtigde.
3.5.
[partij B.1] heeft vervolgens per e-mail van 21 oktober 2022 aanspraak gemaakt op betaling van een contractuele boete van € 1.000,00, omdat De Arbeidsmediators volgens haar een bedrag van € 2.500,00 plus btw, dus € 3.025,00, op de derdengeldrekening van haar gemachtigde had moeten storten.
3.6.
De Arbeidsmediators heeft op 24 oktober 2022 een bedrag van € 525,00 aan btw overgemaakt op de derdengeldrekening van haar gemachtigde en een bedrag van € 1.000,00 voor de boete.
3.7.
Met betrekking tot die boete heeft de gemachtigde van De Arbeidsmediators [partij B.1] op 24 oktober 2022 een e-mail gestuurd waarin onder meer het volgende vermeld staat:
Cliënt heeft de boete van €1.000 naar onze derdengelden rekening overgemaakt ter bewaring. Cliënte is het namelijk oneens met de boete en wil tijd hebben e.e.a. uit te zoeken. De boete ziet namelijk op het bewust niet naleven van het contract. Cliënt heeft echter het contract wel nageleefd. (…)
3.8.
De gemachtigde van De Arbeidsmediators heeft het boetebedrag van € 1.000,00 op 26 oktober 2022 vervolgens overgemaakt naar de bankrekening van [partij B.1] .
3.9.
Op 28 en 31 oktober 2022 heeft [partij B.1] De Arbeidsmediators bericht dat zij van mening was dat zij aan haar verplichtingen uit de overeenkomst had voldaan en heeft zij verzocht om uitbetaling van de vergoeding van € 3.025,00 vanaf de derdengeldrekening van De Arbeidsmediators.
3.10.
Per e-mail van 3 november 2022 heeft de gemachtigde van De Arbeidsmediators aan [partij B.1] kenbaar gemaakt dat het boetebedrag van € 1.000,00 onder protest op de bankrekening van [partij B.1] was betaald, dat De Arbeidsmediators op die betaling terug wilde komen en dat zij inmiddels een bedrag van € 2.025,00 had overgemaakt aan [partij B.1] , namelijk het bedrag van € 3.025,00 minus de door haar betwiste boete van € 1.000,00.
3.11.
[partij B.1] heeft vervolgens aanspraak gemaakt op betaling van een contractuele boete, omdat De Arbeidsmediators de verplichting tot betaling van het volledige bedrag van € 3.025,00 niet was nagekomen.
3.12.
Per e-mail van 24 mei 2023 heeft de gemachtigde van De Arbeidsmediators aan [partij B.1] kenbaar gemaakt dat is geconstateerd dat de url
[de domeinnaam 1] nog steeds doorlinkt naar de website van [partij B.1] en dat De Arbeidsmediators in verband hiermee aanspraak maakt op een contractuele boete van
€ 5.600,00. In die e-mail wordt [partij B.1] verzocht met onmiddellijke ingang ervoor te zorgen dat het doorlinken wordt gestaakt en dat de domeinnaam wordt overgedragen aan De Arbeidsmediators en wordt erop gewezen dat de boete verder kan oplopen tot
€ 7.000,00.
3.13.
Per e-mail van 1 juni 2023 heeft [partij B.1] de verhuiscode van de domeinnaam aan De Arbeidsmediators verstrekt.
3.14.
[partij B.1] heeft De Arbeidsmediators bij conclusie van eis in reconventie van 5 september 2023 erop gewezen dat zij heeft geconstateerd dat de overgedragen domeinnaam vanaf 30 juni 2023 doorlinkt naar de domeinnaam van De Arbeidsmediators en de website die daaronder door haar wordt gedreven, terwijl het De Arbeidsmediators gedurende twee jaar niet is toegestaan de overgedragen domeinnaam te gebruiken.

4.Het geschil

in conventie
4.1.
De Arbeidsmediators vordert om bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [partij B] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een bedrag van
€ 6.500,00 aan hoofdsom en een bedrag van € 700,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente en tot betaling van de kosten van deze procedure, de nakosten daaronder begrepen.
4.2.
[partij B] voeren verweer. Zij concluderen tot niet-ontvankelijkheid van De Arbeidsmediators, dan wel tot afwijzing van haar vorderingen, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van De Arbeidsmediators in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente, en tot betaling van de nakosten.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
4.4.
[partij B] vorderen om bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, De Arbeidsmediators te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 15.000,00, alsmede tot betaling van de kosten van deze procedure, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente, en tot betaling van de nakosten.
4.5.
De Arbeidsmediators voert verweer. Zij concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [partij B] , dan wel tot afwijzing van hun vorderingen, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [partij B] in de kosten van deze procedure.
4.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

in conventie
boete wegens doorlinken en te late overdracht domeinnaam
5.1.
De Arbeidsmediators vordert in conventie betaling van een boete van € 6.500,00. Zij legt aan die vordering ten grondslag dat [partij B.1] de overeenkomst niet is nagekomen door de domeinnaam [de domeinnaam 1] (hierna te noemen: de domeinnaam) niet binnen de in de overeenkomst genoemde periode van zes maanden aan De Arbeidsmediators over te dragen en door na die periode de url
[de domeinnaam 1] nog steeds door te linken naar de website van [partij B.1] . De Arbeidsmediators heeft zich in de dagvaarding op het standpunt gesteld dat de overeenkomst op 7 oktober 2022 is getekend en dat [partij B] dus vóór 8 april 2023 de domeinnaam hadden moeten overdragen en ervoor hadden moeten zorgen dat de url niet meer doorgelinkt werd. Omdat zij dit echter pas op 1 juni 2023 hebben gedaan, zijnde 55 dagen te laat, zijn [partij B] een boete van € 1.000,00 plus € 5.500,00 (namelijk € 100,00 x 55 dagen) verschuldigd, aldus De Arbeidsmediators.
5.2.
[partij B] betwisten de verschuldigdheid van deze boete en voeren daartoe het volgende aan. De Arbeidsmediators stelt zich ten onrechte op het standpunt dat de domeinnaam binnen de in de overeenkomst genoemde periode van zes maanden overgedragen diende te worden. De overeenkomst bepaalt namelijk niets anders dan dat [partij B.1] na verloop van die periode de domeinnaam zal overdragen. Partijen zijn dus geen harde (fatale) termijn voor die overdracht overeengekomen. Dit betekent dat Arbeidsmediators [partij B] eerst een ingebrekestelling had moeten sturen, hetgeen zij heeft nagelaten. Weliswaar heeft De Arbeidsmediators [partij B] in de e-mail van 24 mei 2023 gesommeerd om de domeinnaam direct over te dragen, maar dit is geen redelijke termijn voor nakoming. [partij B] zijn dus niet in verzuim geraakt en niet tekort geschoten in de nakoming van de overeenkomst, zodat zij ook geen boete verschuldigd zijn. Hier komt nog bij dat [partij B] , nadat De Arbeidsmediators in gebreke bleef met de betaling van de volledige vergoeding van
€ 3.025,00, direct al haar resterende verplichtingen uit de overeenkomst heeft opgeschort en ook die opschorting aan het aannemen van verzuim in de weg staat.
5.3.
De kantonrechter overweegt als volgt. Ter zitting is gebleken dat partijen het erover eens zijn dat [partij B.1] de overeenkomst op 13 oktober 2022 ondertekend retour heeft gestuurd aan De Arbeidsmediators en dat de in die overeenkomst genoemde termijn van zes maanden op die datum is ingegaan. Dit betekent dat deze termijn eindigde op 13 april 2023.
5.4.
De kantonrechter constateert dat in de overeenkomst niet vermeld staat dat [partij B.1] de domeinnaam binnen deze periode van zes maanden aan De Arbeidsmediators diende over te dragen. Integendeel, in de overeenkomst is te lezen dat de domeinnaam
naverloop van de zes maanden door [partij B.1] zal worden overgedragen. Binnen welke termijn die overdracht vervolgens precies diende plaats te vinden, staat echter niet in de overeenkomst vermeld. De als productie 6 en 11 door De Arbeidsmediators overgelegde e-mails bieden evenmin voldoende grondslag voor de (latere) stelling van De Arbeidsmediators dat de domeinnaam onmiddellijk na het verstrijken van de periode van zes maanden diende te worden overgedragen. De kantonrechter volgt [partij B.1] dan ook in haar betoog dat partijen geen fatale termijn voor die overdracht zijn overeengekomen.
5.5.
Het voorgaande betekent echter niet dat De Arbeidsmediators ten onrechte aanspraak maakt op betaling van een contractuele boete. De Arbeidsmediators voert immers onder verwijzing naar de in r.o. 3.12 genoemde e-mail van 24 mei 2023 ook aan dat [partij B.1] de url [de domeinnaam 1] na afloop van de termijn van zes maanden is blijven doorlinken naar haar website. Ten aanzien van dit doorlinken is wel sprake van een fatale termijn, nu in de overeenkomst vermeld staat dat [partij B.1] de domeinnaam nog voor een periode van zes maanden mag gebruiken.
5.6.
[partij B] hebben noch in de correspondentie naar aanleiding van voornoemde e-mail van 24 mei 2023, noch in de processtukken, noch ter zitting betwist dat [partij B.1] de url [de domeinnaam 1] na afloop van de termijn van zes maanden is blijven doorlinken naar haar website. De kantonrechter gaat er daarom van uit dat het doorlinken na afloop van de termijn van zes maanden is doorgegaan. Dit betekent dat [partij B.1] haar verplichtingen uit de overeenkomst niet is nagekomen en dus een boete aan De Arbeidsmediator verschuldigd is geworden. De kantonrechter gaat er bij gebreke van enig verweer van uit dat het doorlinken tot 1 juni 2023 – zijnde de datum van overdracht van de domeinnaam – heeft plaatsgehad en dat [partij B] de boete dus over de periode van 14 april tot 1 juni 2023 verschuldigd zijn. Dit leidt tot een boetebedrag van € 5.800,00 (€ 1000,00 plus (48 dagen x € 100,00)).
5.7.
Voor matiging van die boete, zoals [partij B] nog hebben verzocht, ziet de kantonrechter geen aanleiding. Matiging van een contractuele boete is alleen toegestaan indien de toepassing van het boetebeding in de gegeven omstandigheden tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat leidt. Deze situatie is echter niet aan de orde. Aangenomen moet namelijk worden dat De Arbeidsmediators potentiële klanten is misgelopen door het langer doorlinken van de url [de domeinnaam 1] naar de website van [partij B.1] en dat zij dus wel degelijk schade heeft geleden door een en ander.
5.8.
De Arbeidsmediators heeft [partij B.1] in de e-mail van 24 mei 2023 tevens aangemaand om met onmiddellijke ingang de domeinnaam over te dragen. Anders dan de bepaling in de overeenkomst (zoals is overwogen in r.o. 5.4) kan deze aanmaning naar het oordeel van de kantonrechter wel als fatale termijn worden aangemerkt. Aangezien de domeinnaam niet onmiddellijk maar pas op 1 juni 2023 is overgedragen, zouden [partij B] ook wat dit betreft een boete aan De Arbeidsmediators verschuldigd zijn. De Arbeidsmediators heeft echter geen separate boetes gevorderd voor het gebruik en de overdracht van de domeinnaam, zodat geen aanleiding bestaat voor het toewijzen van een aanvullende boete.
rente en buitengerechtelijke incassokosten
5.9.
De wettelijke rente – die niet
naastmaar
overde contractuele boete is gevorderd –acht de kantonrechter eveneens toewijsbaar, en wel vanaf 1 juni 2023. De Arbeidsmediators heeft [partij B] namelijk per e-mail van 25 mei 2023 aangemaand tot betaling van de openstaande boete en op 1 juni 2023 was het totale boetebedrag van € 5.800,00 bereikt.
5.10.
Met betrekking tot de door De Arbeidsmediators gevorderde buitengerechtelijke incassokosten geldt dat deze
ten aanzien vande contractuele boete worden gevorderd, zodat het beroep van [partij B] op artikel 6:92 lid 2 BW ook wat deze kosten betreft niet slaagt. De kantonrechter constateert dat De Arbeidsmediators voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht, zodat zij aanspraak kan maken op een vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten. Bij een toe te wijzen hoofdsom van € 5.800,00 bestaat op grond van de staffel van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten recht op een vergoeding van € 665,00. Dit bedrag zal dus worden toegewezen.
proceskosten
5.11.
[partij B] zijn hoofdzakelijk in het ongelijk gesteld en moeten daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van De Arbeidsmediators worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
133,84
- griffierecht
514,00
- salaris gemachtigde
678,00
(2,00 punten × € 339,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.460,84
in reconventie
5.12.
[partij B] vorderen in reconventie betaling van een bedrag van
€ 15.000,00 aan hoofdsom. Dit betreft i) het restant van € 1.000,00 van de vergoeding van
€ 3.025,00 inclusief btw die De Arbeidsmediators op grond van de overeenkomst aan [partij B.1] verschuldigd was. Verder ziet het bedrag van € 15.000,00 op twee boetes van € 7.000,00. Volgens [partij B] is De Arbeidsmediators de overeenkomst namelijk niet nagekomen door ii) enerzijds begin november 2022 slechts een bedrag van € 2.025,00 in plaats van € 3.025,00 (vanaf de derdengeldrekening van haar gemachtigde) aan haar over te maken en iii) anderzijds de domeinnaam toch binnen de in de overeenkomst genoemde termijn van twee jaar te gebruiken.
i) en ii) resterende bedrag vergoeding en eerste boete wegens niet volledige betaling vergoeding
5.13.
De Arbeidsmediators betwist dat zij nog een bedrag van € 1.000,00 aan vergoeding aan [partij B] verschuldigd is. Zij betoogt dat zij met de betaling van het bedrag van € 2.025,00 begin november 2022 de volledige vergoeding van € 3.025,00 heeft voldaan en dat [partij B] dus evenmin aanspraak kunnen maken op een boete wegens niet volledige betaling van die vergoeding. Volgens De Arbeidsmediators was zij de (eerdere) gestelde boete van € 1.000,00 namelijk niet aan [partij B] verschuldigd en moet het door haar op 26 oktober 2022 overgemaakte bedrag van
€ 1.000,00 daarom worden aangemerkt als onverschuldigde betaling. Zij heeft dat bedrag vervolgens verrekend met het bedrag van € 3.025,00 dat zij als vergoeding aan [partij B.1] diende te betalen.
5.14.
De kantonrechter is van oordeel dat zowel het bedrag van € 1.000,00 als de gevorderde boete van € 7.000,00 niet toewijsbaar zijn en overweegt daartoe het volgende.
5.15.
Voor de vraag of [partij B.1] al dan niet terecht aanspraak heeft gemaakt op betaling van de eerdere boete van € 1.000,00 moet beoordeeld worden wat partijen precies met elkaar zijn overeengekomen over de betaling van de vergoeding voor het aanpassen van de handelsnaam. Daarbij is van belang dat het bij de uitleg van een (beding in een) overeenkomst op grond van vaste rechtspraak in beginsel niet alleen aankomt op een taalkundige uitleg van de bewoordingen van (dat beding in) de overeenkomst, maar ook op de bedoeling van partijen ten tijde van het aangaan van de overeenkomst en op wat zij onder de omstandigheden redelijkerwijs van elkaar konden en mochten verwachten. Omdat partijen echter niets hebben gesteld over wat zij precies met elkaar hebben besproken over de betaling van de vergoeding op de derdengeldrekening van de gemachtigde van De Arbeidsmediators, kan de kantonrechter uitsluitend afgaan op de letterlijke tekst van dit deel van de overeenkomst.
5.16.
In de overeenkomst staat letterlijk vermeld dat De Arbeidsmediators een vergoeding van € 2.500,00 exclusief btw zal betalen aan [partij B.1] en dat de betaling binnen twee werkdagen na ondertekening van de overeenkomst zal plaatsvinden op de derdengeldrekening van de gemachtigde van De Arbeidsmediators. Gelet hierop is de kantonrechter van oordeel dat de overeenkomst zo moet worden uitgelegd dat De Arbeidsmediators kon volstaan met de storting van een bedrag van € 2.500,00 – zijnde het bedrag zonder btw – op de derdengeldrekening van haar eigen gemachtigde. Dit sluit ook aan bij het feit dat een betaling op een derdengeldrekening uitsluitend dient tot zekerheid van de nakoming van een betalingsafspraak. Bij dat doel past niet om tevens storting van het bedrag aan btw te verlangen. Het feit dat [partij B.1] De Arbeidsmediators een factuur heeft gestuurd voor het bedrag inclusief btw kan wat dit betreft niet tot een ander oordeel leiden, aangezien die factuur ziet op de betaling aan [partij B.1] zelf en dus niet op de storting die moest worden gedaan op de derdengeldrekening van de gemachtigde van De Arbeidsmediators.
5.17.
Het voorgaande betekent dat De Arbeidsmediators de overeenkomst op het punt van de betaling op de derdengeldrekening is nagekomen en dat [partij B.1] dus geen aanspraak kon maken op betaling van een contractuele boete wegens het te laat storten van de btw op die derdengeldrekening. De door De Arbeidsmediators betaalde boete van
€ 1.000,00 is derhalve onverschuldigd betaald, zodat De Arbeidsmediators gerechtigd was dat boetebedrag te verrekenen met het bedrag van € 3.025,00 dat zij aan vergoeding verschuldigd was aan [partij B.1] . Zij kon begin november 2022 dus volstaan met betaling van een bedrag van € 2.025,00.
5.18.
[partij B] hebben zich ten aanzien van de boete van € 1.000,00 ook nog op het standpunt gesteld dat De Arbeidsmediators die boete onvoorwaardelijk heeft erkend, althans dat zij haar recht heeft verwerkt om op de betaling van die boete terug te komen. De kantonrechter volgt hen daarin niet. [partij B] hebben in dit kader onder meer gewezen op het feit dat de gemachtigde van De Arbeidsmediators het boetebedrag van
€ 1.000,00 op 26 oktober 2022 heeft overgemaakt naar de bankrekening van [partij B.1] . Zij miskennen hiermee echter dat De Arbeidsmediators in haar e-mail van 24 oktober 2022 reeds kenbaar heeft gemaakt dat de boete onder protest is betaald. Daar komt bij dat ook in geval van een al dan niet onder protest – en dus bewust – gedane onverschuldigde betaling, de betaler gerechtigd is de betaling van de ontvanger terug te vorderen en geen beroep kan worden gedaan op rechtsverwerking.
5.19.
De conclusie is dus dat De Arbeidsmediators de vergoeding van € 3.025,00 volledig heeft betaald en dat zij geen boete aan [partij B] verschuldigd is wegens onvolledige betaling van die vergoeding.
iii) boete wegens gebruik domeinnaam binnen twee jaar
5.20.
[partij B] stellen zich ook op het standpunt dat De Arbeidsmediators zich niet heeft gehouden aan haar toezegging dat zij de domeinnaam voor een periode van twee jaar na het bereiken van overeenstemming niet zal gebruiken en deze gedurende die periode uitsluitend ter registratie zal aanhouden. Volgens [partij B] heeft De Arbeidsmediators de domeinnaam vanaf 30 juni 2023 doorgelinkt naar haar domeinnaam www.dearbeidsmediators.nl en de website die daaronder door haar wordt gedreven, en is zij daarom een contractuele boete van € 7.000,00 aan hen verschuldigd.
5.21.
De Arbeidsmediators erkent dat zij de overeenkomst niet is nagekomen door de domeinnaam binnen de periode van 2 jaar te koppelen aan haar website. Zij stelt zich echter op het standpunt dat dit geen doelbewuste handeling was. Volgens De Arbeidsmediators heeft zij haar ICT-leverancier geïnstrueerd dat zij de domeinnaam in beheer wilde hebben en gedurende twee jaar niet mocht gebruiken, maar is de domeinnaam vervolgens per abuis toch automatisch – en dus niet handmatig – gekoppeld aan haar website en heeft zij naar aanleiding van de conclusie van antwoord in conventie/eis in reconventie direct actie ondernomen om de koppeling ongedaan te maken.
5.22.
Voor zover al juist is dat de koppeling tussen de domeinnaam en de website van De Arbeidsmediators automatisch tot stand is gekomen, hetgeen [partij B] betwisten, kan dit De Arbeidsmediators naar het oordeel van de kantonrechter echter niet baten. De Arbeidsmediators is met de enkele koppeling van haar website aan de domeinnaam de overeenkomst niet nagekomen. Ook indien die koppeling automatisch tot stand is gekomen nadat De Arbeidsmediators haar ICT-leverancier had ingeschakeld, valt dit in de risicosfeer van De Arbeidsmediators en kan een en ander niet aan [partij B] worden tegengeworpen.
5.23.
De Arbeidsmediators heeft ook nog aangevoerd dat geen beroep kan worden gedaan op de boeteclausule omdat zij niet in gebreke is gesteld en dus niet in verzuim is, maar zij miskent hiermee dat [partij B] geen schadevergoeding wegens wanprestatie vorderen maar betaling van een contractuele boete die bij niet nakoming van de overeenkomst – zo volgt uit het boetebeding in die overeenkomst – onmiddellijk opeisbaar is.
5.24.
Nu vast staat dat de domeinnaam vanaf 30 juni 2023 tot (in ieder geval) 5 september 2023 – zijnde de datum van het indienen van de conclusie van antwoord in conventie/eis in reconventie – was doorgelinkt naar de website van De Arbeidsmediators, is De Arbeidsmediators de maximumboete van € 7.000,00 aan [partij B] verschuldigd. Het feit dat [partij B] pas in de onderhavige procedure voor het eerst aanspraak hebben gemaakt op die boete, maakt dit in de gegeven omstandigheden niet anders. Voor zover al aangenomen moet worden dat De Arbeidsmediators ook om matiging van deze boete heeft verzocht, passeert de kantonrechter dat verzoek tot slot als onvoldoende toegelicht en onderbouwd. De boete van € 7.000,00 zal dus geheel worden toegewezen. De rente over die boete zal eveneens worden toegewezen.
proceskosten
5.25.
De Arbeidsmediators is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [partij B] worden begroot op:
- salaris gemachtigde
678,00
(2,00 punten × € 339,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
813,00
5.26.
De rente over de proceskosten zal worden toegewezen op de in het dictum te vermelden wijze.

6.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
6.1.
veroordeelt [partij B] hoofdelijk om aan De Arbeidsmediators te betalen een bedrag van € 5.800,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW daarover met ingang van 1 juni 2023 tot de dag van volledige betaling;
6.2.
veroordeelt [partij B] hoofdelijk om aan De Arbeidsmediators te betalen een bedrag van € 665,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW daarover met ingang van heden tot de dag van volledige betaling;
6.3.
veroordeelt [partij B.1] in de proceskosten van € 1.460,84, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [partij B.1] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
6.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst het meer of anders gevorderde af;
in reconventie
6.6.
veroordeelt De Arbeidsmediators om aan [partij B] te betalen een bedrag van € 7.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW daarover met ingang van 5 september 2023 tot de dag van volledige betaling;
6.7.
veroordeelt De Arbeidsmediators in de proceskosten van € 813,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als De Arbeidsmediators niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
6.8.
veroordeelt De Arbeidsmediators tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald;
6.9.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
6.10.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.N. Bartels en in het openbaar uitgesproken op 27 februari 2024.