Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.De beoordeling
21 februari 2024 voorafgaand aan het wrakingsverzoek heeft plaatsgevonden met de griffie van deze rechtbank, begrijpt de wrakingskamer dat het wrakingsverzoek betrekking heeft op de (renvooi)procedure die is geregistreerd bij deze rechtbank onder nummer C/08/308416 / HA ZA 24/17.
21 februari 2024 overigens ook erg onduidelijk en onsamenhangend is. Het is de wrakingskamer dan ook niet duidelijk wat precies de wrakingsgronden zijn. Voor zover verzoeker het er niet mee eens is dat er in de renvooiprocedure sprake is van verplichte procesvertegenwoordiging, oordeelt de wrakingskamer dat dit in de wet is bepaald en hiervan moet worden uitgegaan, zodat dat ook geen reden voor wraking kan zijn. Uit dit wettelijke voorschrift kan op geen enkele wijze een vooringenomenheid van de behandelend rechter(s) worden afgeleid.
3.De beslissing
M.H. van der Lecq, in tegenwoordigheid van de griffier en in openbaar uitgesproken op
28 februari 2024.