ECLI:NL:RBOVE:2024:1006

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
27 februari 2024
Publicatiedatum
27 februari 2024
Zaaknummer
08/216607-23 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor kinderpornografie en ontuchtige handelingen met minderjarigen

Op 27 februari 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan kinderpornografie en ontuchtige handelingen met minderjarigen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling, en een alcoholverbod. De verdachte moet zich ook onthouden van contact met de slachtoffers en zich niet in de nabijheid van hen bevinden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende een periode van meer dan vier jaar een gewoonte heeft gemaakt van het maken en in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal, waarbij hij ook ontuchtige handelingen heeft gepleegd met een driejarig meisje dat aan zijn zorg was toevertrouwd. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers zwaar laten meewegen in de strafoplegging. De vordering van de benadeelde partij is gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte is veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/216607-23 (P)
Datum vonnis: 27 februari 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1982 in [geboorteplaats],
ingeschreven aan [woonplaats],
nu verblijvende in de PI Zwolle.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 13 februari 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. A.A. Nieli en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. S.M. Klomp, advocaat in IJhorst, naar voren is gebracht.
Ook heeft de rechtbank kennis genomen van de door [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3], en [slachtoffer 4] voorgedragen slachtofferverklaringen en van wat namens de benadeelde partij [slachtoffer 1] door mr. L.H. Poortman-de Boer, advocaat in Groningen, is aangevoerd.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 13 februari 2024, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:in de periode van 1 januari 2018 tot en met 16 augustus 2023 een gewoonte heeft gemaakt van onder meer het verwerven, verspreiden en in bezit hebben van kinderporno en het maken van kinderpornografische foto’s van zeer jonge meisjes, waarvan een aantal op dat moment aan zijn zorg waren toevertrouwd;
feit 2:in de periode van 1 januari 2023 tot en met 12 augustus 2023 ontuchtige handelingen heeft gepleegd met een driejarig meisje dat op dat moment aan zijn zorg was toevertrouwd.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
feit 1hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 16 augustus 2023 te Zwolle en/of Dwingeloo en/of elders in Nederland, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal telkens
- afbeelding(en) en/of- gegevensdragers, te weten een telefoon (merk: Samsung Galaxy S2) en/of een laptop (merk: Samsung) bevattende (een) afbeelding(en), te weten foto’s en/of video’s, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is/zijn betrokken of schijnbaar is/zijn betrokken
(waaronder één of meerdere aan zijn zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige(n) te weten:- [slachtoffer 5], geboren op [geboortedatum 2] 2015 en/of- [slachtoffer 9], geboren op [geboortedatum 3] 2019 en/of- [slachtoffer 6], geboren op [geboortedatum 4] 2014 en/of- [slachtoffer 7], geboren op [geboortedatum 5] 2017 en/of- [slachtoffer 8], geboren op [geboortedatum 6] 2019),
heeftverspreid en/ofaangeboden en/ofopenlijk tentoongesteld en/ofvervaardigd en/ofingevoerd en/ofdoorgevoerd en/ofuitgevoerd en/ofverworven en/ofin bezit gehad en/ofzich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met de/een vinger en/of hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/ofhet met de/een vinger en/of hand betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel en/of de eigen billen en van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (afbeelding(en) 07 en/of 08 van de toonmap)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een omgeving en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s /film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (afbeelding(en) 01 en/of 02 en/of 03 en/of 04 en/of 05 en/of 06 van de toonmap)
en hij aldus van het plegen van dit m’sdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
feit 2hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2023 tot en met 12 augustus 2023 te Zwolle, althans in Nederland, met [slachtoffer 8], geboren op [geboortedatum 6] 2019, zijnde een aan zijn zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten- het spreiden van de schaamlippen, althans het betasten van de vulva en/of schaamstreek van die [slachtoffer 1] en/of- het laten spreiden en/of betasten van de eigen schaamlippen en/of eigen vulva door die [slachtoffer 1].

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat beide ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat bewezenverklaring kan volgen van het onder 1 en 2 ten laste gelegde.
3.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van beide ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin, Sv, zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen [1] .
Feiten 1 en 2
het proces-verbaal van de zitting van 13 februari 2024, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] van 29 augustus 2023, pagina’s 218 tot en met 232;
het proces-verbaal van verhoor verdachte van 30 augustus 2023, pagina’s 234 tot en met 235;
het proces-verbaal Beschrijving kinderpornografisch materiaal, pagina’s 121 tot en met 127;
het proces-verbaal van bevindingen van 30 augustus 2023, pagina’s 117 tot en met 119;
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] van 21 augustus 2023, pagina’s 50 tot en met 54.
Ontucht
Uit de bewijsmiddelen volgt dat [slachtoffer 8] (hierna: [slachtoffer 1]) op enig moment in de onder 2 ten laste gelegde periode haar schaamstreek heeft getoond aan verdachte en daarbij zelf haar schaamlippen heeft gespreid. Ook verdachte heeft met zijn vingers de schaamlippen van [slachtoffer 1] gespreid. Verdachte heeft ten aanzien van deze handelingen steeds ontkend dat deze een ontuchtig karakter hadden, omdat hij niet die intentie had.
Uit de wetsgeschiedenis en de jurisprudentie blijkt dat van een ontuchtige handeling sprake is indien het een handeling betreft van seksuele aard die in strijd is met de geldende sociaal-ethische norm. Indien het naar de uiterlijke verschijningsvorm van de handeling niet reeds duidelijk is dat de handeling seksueel van aard is, komt het aan op een beoordeling van alle omstandigheden van het geval. Factoren die hierbij een rol kunnen spelen zijn onder meer de verhouding tussen de betrokkenen alsook de context waarin de handeling zich voltrok. De wijze van aanraking en het lichaamsdeel dat is aangeraakt kunnen daarbij relevant zijn. De seksuele intentie van de verdachte is niet zonder meer bepalend, maar kan dat onder omstandigheden wel zijn. Bij handelingen die naar hun uiterlijke verschijningsvorm een seksueel karakter hebben, komt aan de seksuele intentie geen of in ieder geval een minder grote rol toe.
De rechtbank is van oordeel dat het aanraken van de vagina van [slachtoffer 1] en het spreiden van haar schaamlippen door [slachtoffer 1] zelf en door verdachte naar de uiterlijke verschijningsvorm seksueel van aard is. Daar komt bovendien nog bij dat zij een zeer jong meisje was, van slechts drie jaar oud, en dat verdachte ook foto’s heeft gemaakt van deze handelingen. De intentie van verdachte, welke dat ook was, is in dit verband dus niet of minder relevant. De rechtbank is van oordeel dat de ten laste gelegde handelingen een ontuchtig karakter hebben en dat het onder 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
3.2
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
feit 1hij op één of meer tijdstippen inof omstreeksde periode van1 januari 20181 augustus 2019 tot en met 16 augustus 2023 te Zwolle en/ofDwingeloo en/ofelders in Nederland,althans in Nederland,meermalen,althans eenmaaltelkens
- afbeelding(en)en/of- gegevensdragers, te weten een telefoon (merk: Samsung Galaxy S2)en/of een laptop (merk: Samsung)bevattende(een)afbeelding(en), te weten foto’sen/of video’s,van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is/zijnbetrokken of schijnbaar is/zijnbetrokken
(waaronder één of meerdere aan zijn zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige(n)te weten:- [slachtoffer 5], geboren op [geboortedatum 2] 2015 en/of- [slachtoffer 9], geboren op [geboortedatum 3] 2019 en/of- [slachtoffer 6], geboren op [geboortedatum 4] 2014 en/of- [slachtoffer 7], geboren op [geboortedatum 5] 2017 en/of- [slachtoffer 8], geboren op [geboortedatum 6] 2019),
heeftverspreid en/ofaangeboden en/ofopenlijk tentoongesteld en/ofvervaardigd en/ofingevoerd en/ofdoorgevoerd en/ofuitgevoerd en/ofverworven en/ofin bezit gehad en/ofzich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/ofmet gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een vinger en/ofhand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borstenvan een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/ofhet met de/een vinger en/ofhand betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeelen/of de eigen billen envandoor een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt(afbeelding(en) 07 en/of 08 van de toonmap)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een omgeving en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijdpast/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s)nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel,deborsten en/ofbillen van deze persoon in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling(afbeelding(en) 01 en/of 02 en/of 03 en/of 04 en/of 05 en/of 06 van de toonmap)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;feit 2hij inof omstreeksde periode van 1 januari 2023 tot en met 12 augustus 2023 te Zwolle,althans in Nederland,met [slachtoffer 8], geboren op [geboortedatum 6] 2019, zijnde een aan zijn zorg en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten- het spreiden van de schaamlippen, althans het betasten van de vulva en/of schaamstreek van die [slachtoffer 1] en/of- het laten spreiden en/of betasten van de eigen schaamlippenen/of eigen vulvadoor die [slachtoffer 1].
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 240b, 247 en 249 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf: een afbeelding en gegevensdrager bevattende afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden/aanbieden/ vervaardigen/ invoeren/ doorvoeren/ verwerven/uitvoeren/in bezit hebben/zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg toevertrouwde minderjarige en terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt;
feit 2
het misdrijf:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg toevertrouwde minderjarige.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren en met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Aan verdachte dienen daarbij de bijzondere voorwaarden te worden opgelegd, zoals geadviseerd in het reclasseringsrapport van 6 februari 2024 en het toezicht van de reclassering dient dadelijk uitvoerbaar te worden verklaard.
De officier van justitie vordert ook dat aan verdachte een gedragsbeperkende maatregel wordt opgelegd, bestaande uit een contact- en locatieverbod, voor de duur van vijf jaren. Het contactverbod houdt in dat verdachte wordt verboden contact te hebben met de slachtoffers zoals genoemd in de ten laste gelegde feiten. Het locatieverbod ziet op de adressen aan de [adres 1] en de [adres 2] en een straal van één kilometer daar omheen. Ook deze maatregel dient dadelijk uitvoerbaar te worden verklaard. De officier van justitie vordert ten slotte dat bij iedere overtreding van het contact- dan wel locatieverbod aan verdachte veertien dagen vervangende hechtenis zal worden toegepast waarbij de totale duur van de vervangende hechtenis zes maanden kan bedragen.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat aan verdachte een deels voorwaardelijke gevangenisstraf wordt opgelegd, waarvan het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan de tijd die verdachte reeds in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De voorwaardelijke gevangenisstraf kan fors zijn.Het is vooral van belang dat verdachte zo snel als mogelijk start met begeleiding en behandeling. De raadsvrouw voert daartoe aan dat verdachte heeft gehandeld als gevolg van de bij hem aanwezige stoornissen. Het is daarom van belang dat er zo snel mogelijk gestart wordt met de behandeling van verdachte.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte, zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft er gedurende een periode van ruim vier jaren een gewoonte van gemaakt kinderpornografische foto’s te maken van vijf zeer jonge meisjes in de leeftijden tussen de twee en negen jaar. In totaal zijn bij verdachte 2002 pornografische foto’s van deze meisjes aangetroffen. Verdachte maakte veelal close-up foto’s waarbij er werd ingezoomd op de schaamstreek van de meisjes. Van een van de slachtoffers zijn ook foto’s gemaakt waarop te zien is dat zij haar eigen schaamlippen spreidt en dat verdachte dat ook bij haar doet.
De verdachte heeft door aldus te handelen zich schuldig gemaakt aan seksueel misbruik van zeer jonge meisjes, waaronder zijn eigen nichtje, en daarmee een enorme inbreuk gemaakt op hun lichamelijke integriteit.
Voor een aantal van deze meisjes geldt bovendien dat zij op de momenten dat verdachte de foto’s maakte aan zijn zorg waren toevertrouwd. Verdachte heeft met zijn handelwijze dan ook het vertrouwen dat andere ouders/vrienden en familieleden in hem stelden onherstelbaar beschadigd. Uit de slachtofferverklaringen van de ouders van deze meisjes volgt dat zij hier nog steeds veel last van hebben en het moeilijk vinden hun kinderen aan anderen toe te vertrouwen. Hoewel verdachte steeds heeft verklaard dat hij de foto’s die hij heeft gemaakt niet verder heeft verspreid, hebben de ouders er grote moeite mee om verdachte hierin op zijn woord te geloven, waardoor bij hen de angst blijft bestaan dat er foto’s van hun dochters zijn verspreid en hun dochters hier mogelijk later mee geconfronteerd zullen worden.
Verdachte heeft zich daarnaast over een periode van ruim vier jaren schuldig gemaakt aan het verwerven, verspreiden en in bezit hebben van kinderpornografische foto’s/afbeeldingen.
Verdachte heeft hiermee de norm die strekt tot de bescherming van jeugdigen tegen seksueel misbruik geschonden. Door het verwerven en in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal blijft de vraag naar kinderporno bestaan en is verdachte mede verantwoordelijk te houden voor de productie van het materiaal en het in stand houden van de afzetmarkt daarvoor. Voor deze productie worden kinderen seksueel misbruikt en uitgebuit. Zij worden voor de camera gezet om te poseren en moeten seksuele handelingen verrichten en/of ondergaan. Handelingen waar zij, gelet op hun geestelijke en lichamelijke ontwikkeling, nog lang niet aan toe zijn. Het is een feit van algemene bekendheid dat veel van deze misbruikte kinderen psychische schade oplopen waar zij de rest van hun leven mee geconfronteerd worden. Ook kunnen zij nog lange tijd achtervolgd worden door de gevolgen van de productie van de beelden. In de praktijk is immers gebleken dat een afbeelding die éénmaal op internet is geplaatst, vrijwel onmogelijk blijvend van internet te verwijderen is en nog jarenlang kan opduiken. Dat verdachte er jarenlang een gewoonte van heeft gemaakt hieraan als consument een bijdrage te leveren, rekent de rechtbank hem ernstig aan.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van verdachte. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
De rechtbank heeft verder kennisgenomen van de over verdachte uitgebrachte Pro Justitia rapportage van 2 februari 2024, opgesteld door drs. J.A.M. Gresnigt, klinisch psycholoog.
De psycholoog beschrijft dat bij verdachte een psychische stoornis, zijnde een depressieve stemmingsstoornis door een somatische aandoening en een erectiestoornis kan worden vastgesteld. De psycholoog concludeert dat er geen duidelijk verband kan worden gelegd tussen stoornis en het ten laste gelegde en dat er geen betrouwbare uitspraak kan worden gedaan over de mate van toerekenen. De psycholoog concludeert voorts dat zonder justitieel kader en behandeling de kans op recidive in kinderporno en/of het plegen van hands-on delicten laag tot matig is. Een juridisch kader is, indien het ten laste gelegde wordt bewezen, gezien de aard en ernst van het ten laste gelegde en de kans op recidive aangewezen. Verdachte laat enerzijds weten dat hij openstaat voor behandeling, echter behandeling, en het opstellen van een delictscenario, zal anderzijds ook weerstand oproepen. De psycholoog adviseert de rechtbank om toezicht, zorg en behandeling op te leggen als bijzondere voorwaarde bij een geheel of gedeeltelijk voorwaardelijk strafdeel. Als voorwaarden is een ambulante forensische behandeling van belang, evenals toezicht, openheid over zijn seksualiteit en regelmatige controle van zijn gegevensdragers.
Reclassering Nederland heeft op 6 februari 2024 een reclasseringsadvies opgesteld. Uit dit rapport komt naar voren dat verdachte een coöperatieve man is die intrinsiek gemotiveerd is voor het volgen van een ambulante behandeling met als doel om zicht te krijgen op zijn delictgedrag. Anderzijds wordt een vermijdende houding gezien wanneer over het ten laste gelegde wordt gesproken. Weliswaar is verdachte gemotiveerd voor een behandelingstraject, maar de reclassering acht justitiële druk nodig zodat hij behandeling blijft volgen. Om te voorkomen dat verdachte op moeilijke momenten zijn toevlucht zoekt tot overmatig alcoholgebruik, adviseert de reclassering om hem een alcoholverbod op te leggen als en zolang dit door de reclassering nodig wordt bevonden. Het risico op recidive wordt ingeschat als gemiddeld. Bij een veroordeling adviseert de reclassering een (deels) voorwaardelijke straf met de onderstaande bijzondere voorwaarden:
  • meldplicht bij reclassering;
  • ambulante behandeling;
  • begeleid wonen of maatschappelijke opvang;
  • alcoholverbod;
  • dagbesteding;
  • geen andere huisvestging zonder toestemming;
  • vermijden kinderporno.
De reclassering adviseert aan hen opdracht te geven om toezicht te houden op de nalevering van de voorwaarden en verdachte daarbij te begeleiden. Zij adviseert tevens bij veroordeling een contactverbod en locatieverbod als vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen. Verdachte mag op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zoeken of hebben met de vijf bekende slachtoffers voor een door de rechter te bepalen periode met dadelijke uitvoerbaarheid.
De op te leggen straf en maatregel
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de ernst van de gepleegde feiten niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Anders dan de raadsvouw heeft betoogd, acht de rechtbank het niet in verhouding staan tot de ernst van de bewezen verklaarde feiten om ten aanzien van het onvoorwaardelijk strafdeel te volstaan met de tijd die verdachte in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank acht het passend en geboden aan verdachte een gevangenisstraf op te leggen voor de duur van 42 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren en met aftrek van de tijd die hij in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank zal daarbij de bijzondere voorwaarden opleggen in overeenstemming met het advies van de reclassering en bepalen dat de reclassering toezicht houdt op de naleving van die bijzondere voorwaarden.
De rechtbank is van oordeel dat de op grond van artikel 14c Sr te stellen voorwaarden en het op grond van artikel 14c, zesde lid, Sr uit te oefenen toezicht door de reclassering, dadelijk uitvoerbaar moeten zijn nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van één of meer personen. De rechtbank overweegt hiertoe dat verdachte er een gewoonte van heeft gemaakt over een langere periode pornografische foto’s te maken van zeer jonge meisjes. Verdachte is niet bij machte geweest zijn eigen gedrag hierin een halt toe te roepen ondanks dat hij heeft verklaard zich bewust te zijn geweest van het onrechtmatige karakter daarvan. Zonder behandeling en begeleiding bestaat er daarom een risico op herhaling, hetgeen ook in de rapporten wordt benoemd. De rechtbank acht het daarom noodzakelijk dat de voorwaarden en het toezicht door de reclassering dadelijk uitvoerbaar wordt bepaald.
Overeenkomstig de vordering van de officier van justitie en het advies van de reclassering zal de rechtbank op grond van artikel 38v Sr aan verdachte een tweetal vrijheidsbeperkende maatregelen opleggen. Verdachte zal worden bevolen zich te onthouden van contact met [slachtoffer 5], [slachtoffer 9], [slachtoffer 6], [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] en verdachte zal worden bevolen zich niet op te houden in een bepaald gebied, te weten een straal van 1 kilometer om de volgende straten in Zwolle:
  • de [adres 1];
  • de [adres 2];
  • [adres 3].
Deze maatregel wordt opgelegd voor een periode van vijf jaren.
De rechtbank is van oordeel dat de op grond van artikel 38v Sr opgelegde maatregelen dadelijk uitvoerbaar moeten zijn, nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen en/of zich belastend zal gedragen jegens een bepaalde persoon of bepaalde personen. De rechtbank overweegt hiertoe dat verdachte, althans zijn vrouw en kinderen, wonen in dezelfde omgeving als vier van de vijf meisjes waarvan verdachte pornografische foto’s heeft gemaakt. De school van de kinderen van verdachte bevindt zich bovendien in het betreffende gebied, net als het huis van de ouders van verdachte. Dit locatieverbod zal voor verdacht dan ook verstrekkende gevolgen hebben. Desondanks acht de rechtbank het belang van een veilige leefomgeving van de meisjes en hun ouders, waarbij zij niet de angst hebben verdachte tegen te kunnen komen, zwaarder wegen dan het belang van verdachte. Verdachte heeft bovendien verklaard zich te kunnen vinden in een contact- en locatieverbod en zich daaraan te zullen houden.
De rechtbank bepaalt tot slot dat bij iedere overtreding van het contact- dan wel locatieverbod aan verdachte veertien dagen vervangende hechtenis zal worden toegepast, waarbij de totale duur van de vervangende hechtenis zes maanden kan bedragen.
6.4
De in beslag genomen voorwerpen
De officier van justitie en de raadsvrouw hebben beiden geen standpunt ingenomen ten aanzien van het in beslag genomen voorwerp, te weten het telefoontoestel van verdachte.
De rechtbank is van oordeel dat het op de beslaglijst vermelde voorwerp, te weten een telefoontoestel (merk Samsung, goednummer [nummer]), moet worden verbeurd verklaard, omdat het een voorwerp betreft met behulp van welke de bewezen verklaarde feiten zijn begaan.

7.De schade van benadeelde

7.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 8] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 2.505,61 (tweeduizend vijfhonderdenvijf euro en eenenzestig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan.
De gevorderde materiële schade bestaat uit de schadepost reiskosten ter hoogte van 5,61. Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van € 2.500,00 gevorderd,
De raadsvrouw van de benadeelde partij heeft tevens gevorderd dat aan verdachte een contact- en locatieverbod wordt opgelegd voor de duur van vijf jaren. Aan dit gevorderde verbod dient een dwangsom van € 1.000,00 gekoppeld te worden voor iedere keer dat verdachte het verbod overtreedt.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het totale gevorderde bedrag aan materiele en immateriële schadevergoeding kan worden toegewezen, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
Materiële schade
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde materiele schadepost (de reiskosten) is niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom geheel toewijzen.
Immateriële schade
Ten aanzien van de gevorderde immateriële schade oordeelt de rechtbank als volgt.
Artikel 6:95 van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat schade die bestaat in ander nadeel dan vermogensschade, zoals immateriële schade, slechts kan worden vergoed voor zover de wet op vergoeding daarvan recht geeft. Artikel 6:106 BW geeft hiervoor een nadere regeling. Deze regeling houdt in, voor zover hier relevant:
‘1. Voor nadeel dat niet in vermogensschade bestaat, heeft de benadeelde onder meer recht op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding (…);
b. indien de benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast.’
Van een aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ is in ieder geval sprake indien de benadeelde partij geestelijk letsel heeft opgelopen. Degene die zich hierop beroept, zal voldoende concrete gegevens moeten aanvoeren waaruit kan volgen dat in verband met de omstandigheden van het geval psychische schade is ontstaan. Daartoe is vereist dat naar objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel kan worden vastgesteld. Ook als het bestaan van geestelijk letsel in voornoemde zin niet kan worden aangenomen, is niet uitgesloten dat de aard en de ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan voor de benadeelde, meebrengen dat van de in artikel 6:106, aanhef en onder b, BW bedoelde aantasting in zijn persoon ‘op andere wijze’ sprake is. In zo een geval zal degene die zich hierop beroept de aantasting in zijn persoon met concrete gegevens moeten onderbouwen. Dat is slechts anders indien de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. Van een aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ als bedoeld in artikel 6:106, aanhef en onder b, BW is niet al sprake bij de enkele schending van een fundamenteel recht.
Bij de vordering van de benadeelde partij zijn geen objectieve gegevens gevoegd waaruit kan volgen dat sprake is van geestelijk letsel bij [slachtoffer 1]. Namens de benadeelde partij zijn ook geen concrete gegevens aangeleverd, waaruit blijkt dat sprake was van aantasting in de persoon ‘op andere wijze’. Voorts zijn de aard en de ernst van de normschending en de (mogelijk) relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde, hoewel het om kwalijke feiten gaat, in het geval van [slachtoffer 1] niet zodanig voor de hand liggend dat zij zonder meer meebrengen dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen.
De rechtbank zal de benadeelde partij, gelet op het vorenstaande, niet-ontvankelijk verklaren in zijn vordering voor zover het de gevorderde immateriële schade betreft.
Nu de rechtbank reeds heeft geoordeeld dat aan verdachte een contact- en locatieverbod wordt opgelegd en dat bij overtreding van dit verbod telkens vervangende hechtenis zal worden bepaald van veertien dagen (tot een maximum van zes maanden), zal de rechtbank op dit deel van de vordering niet ingaan.
7.5
De schadevergoedingsmaatregel
De officier van justitie heeft gevorderd en de benadeelde partij heeft verzocht de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de feiten is toegebracht.
Als door verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met een dag gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen, 14a, 14b, 33, 33a en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het
onder 1 en 2ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1, het misdrijf:
een afbeelding en gegevensdrager bevattende afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden/aanbieden/ vervaardigen/ invoeren/ doorvoeren/ verwerven/uitvoeren/in bezit hebben/zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg toevertrouwde minderjarige en terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt;
feit 2, het misdrijf:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg toevertrouwde minderjarige.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 en 2 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
42 (tweeënveertig) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
12 (twaalf) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De rechter kan de tenuitvoerlegging ook gelasten indien de verdachte gedurende de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende bijzondere voorwaarden
niet is nagekomen:
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd
meldt bij Reclassering Nederland, Dobbe 70-74 (8032JX) in Zwolle op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- zich
ambulant laat behandelen bij de forensische polikliniek Transfore/De Tenderof een soortgelijke instelling, ter beoordeling van de reclassering, indien en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht. Verdachte zal zich dan houden aan de regels die door of namens de leiding van de polikliniek zullen worden gegeven;
-
verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering, indien en zolang dit door de reclassering nodig wordt bevonden. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
-
geen alcohol gebruikt, als en zolang de reclassering dit nodig vindt, en meewerkt aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
-
zich inspant voor het vinden en behouden van een passende dagbestedingmet een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
- zich vestigt op een vooraf door de reclassering goedgekeurd adres, ook als dit de dak- en thuislozenopvang in Zwolle inhoudt;
-
vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaalen vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdrager komt.
- zich op welke wijze dan ook
onthoudt van:
- het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
- het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
- het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd. Verdachte bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen;
- verdachte werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Verdachte verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. Verdachte verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of betrokkene kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van betrokkene. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is.
- draagt de reclassering op om
toezicht te houden op de nalevingvan de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- beveelt dat de op grond van artikel 14c Sr gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 14c, zesde lid, Sr uit te oefenen toezicht,
dadelijk uitvoerbaarzijn;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
maatregel
- legt aan de verdachte op de
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheidals
bedoeld in artikel 38v Sr voor de duur van
5 (vijf) jaren;
- beveelt dat de verdachte gedurende 5 (vijf) jaren op geen enkele wijze – direct of
indirect – contact op zal nemen, zoeken of hebben met: [slachtoffer 5], [slachtoffer 9], [slachtoffer 6], [slachtoffer 7], [slachtoffer 8];
- beveelt dat de verdachte zich gedurende 5 (vijf) jaren niet mag bevinden in een gebied, te weten een straal van 1 kilometer om de volgende straten in Zwolle:
  • de [adres 1];
  • de [adres 2];
  • [adres 3].
- beveelt dat voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan de maatregel per overtreding wordt vervangen door 14
(veertien) dagenhechtenis en bepaalt daarbij dat de maximale hechtenis zes maanden bedraagt;
- beveelt dat deze maatregel
dadelijk uitvoerbaaris, omdat er ernstig rekening mee moet
worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen en/of zich
belastend zal gedragen jegens [slachtoffer 5], [slachtoffer 6], [slachtoffer 7] en [slachtoffer 1];
- toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op;
Schadevergoeding [slachtoffer 8]
- wijst de vordering van de benadeelde partij toe tot een bedrag van
€ 5,61(bestaande uit materiele schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] (feiten 1 en 2): van een bedrag van € 5,61, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2023;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feiten tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 5,61 (zegge: vijf euro en eenenzestig eurocent) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2023 ten behoeve van de benadeelde partij en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 1 dag kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: voor het immateriële deel van
€ 2.500,00 niet-ontvankelijkis in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
de in beslag genomen voorwerpen
-
verklaart verbeurdhet in beslag genomen voorwerp, te weten het
telefoontoestel(merk Samsung, goednummer [nummer], het op de beslaglijst genoemde voorwerp onder het nummer 1);
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Peper, voorzitter, en mr. A. van Holten en
mr. M. ter Riet, rechters, in tegenwoordigheid van mr. G.J. Leyendijk, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 27 februari 2024.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600_2023444679. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.