Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsmotivering
- [rekeningnummer 1] : € 2,--;
- [rekeningnummer 2] : € 975,--.
Dat was volgens mij iets met een plofkraak ofzo’. [11] Toen [medeverdachte] op
Alles is toen bij hem in beslag genomen’. [14] Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat zij de vaste lasten betaalde. [15]
Hij had het idee om zo’n miningbedrijf op te starten.’ [17] ‘
Hij verkocht miners en als die miners zouden gaan minen, dan zou hij uitkeren’. [18] Verdachte hielp [medeverdachte] wel eens met het schrijven van teksten voor de website van [bedrijf 1] B.V. en het opmaken van standaardcontracten, om bijvoorbeeld de spelling te controleren. [19]
Een Bitcoin is nu 10.000 dollar waard. [medeverdachte] ontdekte hoe je Bitcoins zelf kunt maken’, [24] wordt [bedrijf 2] B.V. op 7 december 2017 in kort geding veroordeeld. Dit vonnis is op 8 december 2017 aan verdachte betekend. [25] Dit heeft verdachte er evenwel niet van weerhouden om [medeverdachte] behulpzaam te zijn bij het opstellen van nieuwe contracten voor klanten. ‘
Zij heeft letterlijk in het weekend van 10 en 11 december 2017 op kantoor gezeten. Om zo snel mogelijk nog heel veel overeenkomsten te maken, terwijl het heel slecht ging en er geen voorraad was. Met het doel om geld binnen te halen. De voorraad werd dubbel verkocht. Serienummers werden dubbel uitgegeven. (…) [medeverdachte] had mij verteld dat ‘we in het weekend hebben gewerkt’, dat wil zeggen [medeverdachte] en [verdachte] en dat [verdachte] hem geholpen had met het opstellen van contracten’, aldus de verklaring van [naam 3] . [26] Op 22 december 2017 worden [bedrijf 1] B.V. en [bedrijf 2] B.V. (nogmaals) in kort geding veroordeeld. [27]
Aangifte tegen ‘eerste Nederlandse Bitcoinfabrikant’ wegens oplichting’. [28] [medeverdachte] heeft op 7 september 2021 bij de rechter-commissaris verklaard dat verdachte op enig moment wist dat hij niet aan
minerskon komen, namelijk ‘
toen het artikel in de Volkskrant had gestaan over klanten die niet tevreden waren en [verdachte] dit artikel las’. [29]
Hij ( [medeverdachte] ) moest geregeld weg en vaak ging ik met hem mee. We gingen dan ook wel eens naar het casino. Hier speelde hij altijd het zelfde en won hij vaak geld en met dit geld gingen we dan ook wel eens samen winkelen en kochten we mooie spullen’. [31]
Toen was het volgens mij al niet meer je van het. Ik wilde dat dat werd uitgekeerd aan de familie. (…) Als het dan mis was gegaan, kon ik mijn familie betalen met de verkoop van de Skoda’. [36]
enig misdrijfafkomstig waren. Immers, de geldbedragen die voor de aanschaf van deze voorwerpen zijn aangewend zijn (deels) uit enig misdrijf afkomstig en dit brengt met zich dat de voorwerpen middellijk (deels) uit enig misdrijf afkomstig zijn. Dat een deel van de goederen is aangeschaft met geld dat volgens de verklaring van verdachte is gewonnen met gokken in het casino, doet daaraan niet af, nu de inzet in het casino is bekostigd door [medeverdachte] met geld dat, al dan niet middellijk, van misdrijf afkomstig was.
je van het’ was. Afgezet tegen het legaal besteedbare gezinskomen en ‘de omstandigheden van het geval’ die uit de eerder in dit vonnis beschreven tijdlijn volgen, had verdachte, naar het oordeel van de rechtbank, ten minste na het persoonlijke faillissement van [medeverdachte] (en dus niet pas zoals de verdediging subsidiair heeft betoogd op het moment van de publicatie van het Volkskrant-artikel op 10 januari 2018) op grond van haar eigen waarnemingen onderzoek moeten doen naar de herkomst van de geldbedragen die voor de aanschaf van de Skoda Octavia, de tassen en de schoenen zijn aangewend. Vanaf dat moment had zij kunnen weten dat het niet goed ging met de zaken van [medeverdachte] en dat de door hem gehanteerde handelwijze niet zuiver was. Zij heeft echter nagelaten daar voldoende onderzoek naar te doen. Verdachte is dan ook in ernstige mate tekortgeschoten in de op haar rustende onderzoeksplicht, wat maakt dat zij aanmerkelijk onvoorzichtig gehandeld. Het subsidiaire betoog van de verdediging dat niet kan worden vastgesteld dat de luxueuze tassen en schoenen in de ten laste gelegde periode zijn aangeschaft, staat niet in de weg aan een bewezenverklaring van ‘het voorhanden hebben’ van deze voorwerpen nu vaststaat dat deze bekostigd zijn met geld dat – middellijk – (deels) uit enig misdrijf afkomstig was en verdachte deze voorwerpen onder zich is blijven houden nadat zij dit redelijkerwijs moest vermoeden. De rechtbank acht het ten laste gelegde schuldwitwassen wettig en overtuigend bewezen vanaf het moment dat [medeverdachte] failliet is verklaard op 14 november 2017.
5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
schuldwitwassen.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelden
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
bewezenverklaring
schuldwitwassen;
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, en beveelt voor het geval dat verdachte de taakstraf niet (naar behoren) verricht dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
60 (zestig) dagen;
verklaart verbeurdde in beslag genomen
personenauto (Skoda Octavia);
ten aanzien van de in de hierna weergegeven tabel genoemdebenadeelde partijen (genummerd als 1 tot en met 48), die ten aanzien van het aan verdachte ten laste gelegde een vordering tot schadevergoeding hebben ingediend, in het geheel
niet-ontvankelijkzijn in de vordering en dat elk van de benadeelde partij zijn/haar vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.