4.3Het oordeel van de rechtbank
De redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op basis van de inhoud van het dossier en van wat ter terechtzitting is besproken de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 14 augustus 2022 bevond verdachte zich samen met medeverdachte [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte] ) in het uitgaansgebied in het centrum van Enschede. Omstreeks 03.39 uur liepen zij gezamenlijk naar aangever toe die op de trap van het Brandmonument op de Oude Markt zat. Aangever was op dat moment zichtbaar onder invloed van alcohol. Verdachte nam het Flügelhoedje van het hoofd van aangever en zette dat op zijn eigen hoofd. Na enige tijd bij het Brandmonument te hebben doorgebracht, hebben verdachte en [medeverdachte] aangever meegenomen naar de trap voor het restaurant voor La Cubanita. Dit was omstreeks 04.05 uur. Vervolgens namen zij aangever mee naar de Klokkenplas (de steeg achter La Cubanita). Eenmaal in de Klokkenplas aangekomen, hebben ze aangever tegen een muur op de grond gezet. Vervolgens hebben verdachte en [medeverdachte] over het hoofd en het lichaam van aangever heen geürineerd. Dit hebben zij gefilmd met hun telefoons. Daarna heeft verdachte aangever geslagen en meermalen, minimaal vijf keer, tegen zijn hoofd geschopt, wat door [medeverdachte] op korte afstand is gefilmd. Op de door [medeverdachte] gemaakte beelden is te zien dat aangever, onder het bloed, op de grond zat en dat er bloed uit zijn neus droop. Terwijl aangever op de grond zat, heeft verdachte aangever tegen zijn hoofd geschopt. Door de schop bewoog het hoofd van aangever de andere kant op. Kort daarna schopte verdachte aangever opnieuw tegen het hoofd. Opnieuw is te zien dat het hoofd van aangever een forse beweging maakt naar rechts en dat het lichaam van aangever een slag draait. Direct daarna is te zien dat verdachte weer tegen het hoofd van aangever trapt. Vervolgens schopte verdachte aangever tegen zijn neus. Ondertussen is aangever opgestaan en hij stond op dat moment in een hoek en kreeg vervolgens van verdachte een stomp in zijn gezicht waarna zijn hoofd tegen de muur aan botste. Direct daarna kreeg aangever weer een schop in zijn gezicht. Daarna volgden nog twee trappen in de buik van aangever door verdachte. Ondertussen deden verdachte en [medeverdachte] diverse verbale uitlatingen richting aangever, zoals: “Pik ambulance bellen of nie”, “Je zit helemaal onder het bloed pik”, “Je bloedt straks dood jongen” en “Je hebt zo’n klap gehad, je bent helemaal van de kaart” en lachen zij daarbij. Ook is op de videobeelden te zien dat verdachte en [medeverdachte] beiden onder het bloed zitten. Nadien zijn beide verdachten gezamenlijk weggerend uit de Klokkenplas, omstreeks 04.09 uur, waar zij aangever zwaar gewond hebben achtergelaten. Rond 04.15 uur rende aangever gewond de Oude Markt op, waarna door verbalisanten een ambulance is gebeld die aangever naar het ziekenhuis heeft gebracht. Aangever was na dit alles zijn Flügelhoedje, telefoon, portemonnee en huissleutels kwijt.
Feit 1 Poging tot doodslag?
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of verdachte met deze gedragingen (voorwaardelijk) opzet op de dood van dan wel op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan aangever heeft gehad.
Voor beantwoording van de eerste vraagt geldt of verdachte het (voorwaardelijk) opzet heeft gehad om aangever van het leven te beroven. Voorwaardelijk opzet op de dood is aanwezig indien een verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat dit gevolg, de dood, zal intreden. De beantwoording van de vraag of een gedraging de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg in het leven roept, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waarbij betekenis toekomt aan de aard van de gedragingen en de omstandigheden waaronder deze zijn verricht. Naar vaste rechtspraak kunnen bepaalde handelingen naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zozeer te zijn gericht op een bepaald gevolg, dat het - behoudens contra-indicaties - niet anders kan dan dat degene die de handelingen heeft verricht, de aanmerkelijke kans op dat gevolg bewust heeft aanvaard.
Zoals hiervoor is vastgesteld heeft verdachte aangever minstens vijf keer alleen al tegen zijn hoofd getrapt en hem met kracht in het gezicht geslagen, waardoor het hoofd van aangever met kracht tegen de muur stootte. De deskundige van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) heeft de daarvan gemaakte beeldopnames bekeken. De deskundige concludeert in zijn letselrapportage dat de kans op ernstige dan wel fatale letsels van het hoofd en/of de hals van aangever daardoor groot tot zeer groot is geweest. Daarbij zijn onder meer de volgende omstandigheden meegewogen. Aangever had een zichtbaar laag bewustzijn ten tijde van het geweldsincident, waardoor hij geen adequate afweer tegen de geweldsinwerkingen uitvoerde.
De trefkans bij het schoppen en toedienen van vuistslagen was groot, waarbij het geweld ongehinderd tot kwetsbare delen kon doordringen. Er was daarbij een grote kans op ernstige letsels aan het aangezicht, de schedel, de hersenen en de hals. Door de plotse zijwaartse en draaiende bewegingen van het hoofd was er een groot risico op letsels van de hersenen en de hals. De geweldsinwerkingen tegen het hoofd zijn alle als zeer krachtig te kwalificeren, waarbij alle door de deskundige in het rapport onder IV opgesomde risico’s van gevaarzetting zonder meer van toepassing zijn.
De rechtbank neemt de conclusie van de deskundige over. Op basis van die conclusie en van de vastgestelde, door verdachte uitgeoefende, geweldshandelingen, die door de rechtbank op de videobeelden zijn waargenomen en door verbalisanten minutieus in diverse processen-verbaal zijn beschreven, stelt de rechtbank vast dat door het door verdachte uitgeoefende geweld op aangever de kans op de dood aanmerkelijk is geweest. Verdachte moet zich, gelet op deze wijze van handelen, van deze aanmerkelijke kans op de dood van aangever bewust zijn geweest en deze hebben aanvaard.
Dat verdachte zich bewust was van de impact van zijn handelen baseert de rechtbank op bovenstaande en mede op de uitlatingen die door verdachte zijn gedaan op de videobeelden, zoals de uitspraken: “Je bloedt straks dood jongen” en “Pik ambulance bellen of nie”.
De rechtbank is naar aanleiding van bovenstaande van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan een poging tot doodslag.
De rechtbank memoreert het beoordelingskader voor het medeplegen.
Voor een bewezenverklaring van medeplegen dient volgens vaste rechtspraak vast komen te staan dat bij het begaan van het strafbare feit sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking met een ander. Het accent ligt daarbij op de samenwerking en minder op de vraag wie welke feitelijke handelingen heeft verricht. De vraag wanneer de samenwerking zo nauw en bewust is geweest dat sprake is van medeplegen kan niet in algemene zin worden beantwoord, maar vergt een beoordeling van de concrete omstandigheden van het geval.
De rechtbank stelt vast dat verdachte, in het uitgaansgebied van Enschede en samen met [medeverdachte] , aangever naar de Klokkenplas heeft gebracht. Zij troonden hem mee door beiden een arm van aangever om hun schouders te slaan. In de Klokkenplas hebben verdachte en [medeverdachte] aangever tegen een muur aan op de grond gezet en beiden hebben over hem heen geürineerd. Daaropvolgend heeft verdachte meerdere geweldshandelingen verricht richting aangever, welke bestonden uit het slaan en meermalen schoppen van aangever. [medeverdachte] heeft dit geweld vanaf korte afstand vastgelegd op video met een mobiele telefoon. Op de videobeelden is te horen dat beiden, verdachte en zijn medeverdachte, tijdens het filmen aan het lachen waren en de hiervoor beschreven uitlatingen deden richting aangever. Dit gedrag heeft bijgedragen aan de sfeer van ontremming. Op die videobeelden is ook te zien dat verdachte en [medeverdachte] onder het bloed zitten. Zo zit er bloed aan de kleding en handen van [medeverdachte] en aan de schoenen van verdachte. Verdachte is nadien samen met [medeverdachte] weggerend uit de Klokkenplas. Zij hebben aangever zwaar gewond achtergelaten. Nadien zijn de door [medeverdachte] gemaakte videobeelden van het geweld tegen aangever uitgewisseld tussen verdachte en [medeverdachte] en andere personen. Het voorgaande getuigt van een zodanige bewuste en nauwe samenwerking dat er sprake is van medeplegen van een poging tot doodslag.
Gelet op hetgeen hiervoor is vastgesteld, is de rechtbank van oordeel dat er bij het geweld richting aangever sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en [medeverdachte] .
Dit rechtbank is dan ook van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich samen met de medeverdachte [medeverdachte] schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van een poging tot doodslag.
Feit 2 Openlijke geweldpleging
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 2 tenlastegelegde feit op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv, zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen
Feit 3 Diefstal al dan niet met geweld
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte de telefoon, portemonnee en huissleutels van aangever heeft gestolen. De rechtbank komt evenmin tot een bewezenverklaring van het tenlastegelegde geweld waarmee die diefstal zou zijn gepleegd. Het dossier bevat daarvoor onvoldoende wettig en overtuigend bewijs. Hiervan spreekt de rechtbank verdachte aldus vrij.
Aangever heeft verklaard dat hij het Flügelpetje op 14 augustus 2022 nog droeg toen hij de Oude Markt in Enschede op liep. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij het petje van het hoofd van aangever heeft gepakt, zelf heeft opgezet en heeft meegenomen.
Daarmee heeft verdachte als heer en meester over het Flügelpetje van aangever beschikt en dus gehandeld met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het Flügelpetje van aangever heeft gestolen.