ECLI:NL:RBOVE:2023:782

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
28 februari 2023
Publicatiedatum
6 maart 2023
Zaaknummer
10040396 \ CV EXPL 22-1810
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betaling van factuur voor financieringswerkzaamheden en reconventionele schadevergoeding

In deze zaak vordert eiseres, FC&S Hypotheken B.V., betaling van een factuur voor verrichte werkzaamheden met betrekking tot de verkrijging van financiering voor onroerend goed. Gedaagden, aangeduid als [A] c.s., betwisten de betalingsverplichting en vorderen in reconventie schadevergoeding, stellende dat FC&S de overeenkomst niet is nagekomen. De kantonrechter heeft de vordering in conventie gedeeltelijk toegewezen en de reconventionele vordering afgewezen. De procedure omvatte een mondelinge behandeling waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. De kantonrechter oordeelt dat FC&S voldoende heeft aangetoond dat zij de overeengekomen werkzaamheden heeft verricht, maar dat niet alle door FC&S gevraagde extra werkzaamheden zijn onderbouwd. De kantonrechter heeft de vordering van FC&S tot betaling van € 5.445,00 toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente, en de buitengerechtelijke incassokosten van € 647,25 toegewezen. De reconventionele vordering van [A] c.s. is afgewezen, omdat onvoldoende bewijs is geleverd dat FC&S de overeenkomst niet is nagekomen. De proceskosten zijn gecompenseerd in conventie, terwijl [A] c.s. in de proceskosten van de reconventie is veroordeeld.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: 10040396 \ CV EXPL 22-1810
Vonnis van 28 februari 2023
in de zaak van
FC&S HYPOTHEKEN B.V.,
te Poederoijen,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: FC&S,
gemachtigde: mr. M. Siebrands, werkzaam bij Hafkamp Groenewegen Gerechtsdeurwaarders,
tegen

1.[A] ,

te [woonplaats] ,
2.
[B],
te [woonplaats] ,
gedaagde partijen in conventie,
eisende partijen in reconventie,
hierna samen in mannelijk enkelvoud te noemen: [A] c.s.,
gemachtigde: mr. M.H. Kleefman, werkzaam bij ARAG Rechtsbijstand.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 27 september 2022,
- de conclusie van antwoord in reconventie met producties,
- de pleitnotities van de zijde van FC&S,
- de mondelinge behandeling van 27 januari 2023, waarbij zijn verschenen namens FC&S mevrouw [C] en de heer [D] , bijgestaan door mr. M. Siebrands en [A] , bijgestaan door mr. M.H. Kleefman,
- de ter zitting overgelegde machtigingen door mr. Kleefman waarbij mr. Kleefman wordt gemachtigd om [A] c.s. in rechte te vertegenwoordigen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beslissing samengevat

FC&S vordert betaling van een factuur voor verrichte werkzaamheden met betrekking tot de verkrijging van financiering voor onroerend goed. [A] c.s. betwist gehouden te zijn tot betaling van deze factuur. [A] c.s. vordert in reconventie schadevergoeding, omdat FC&S volgens [A] c.s. de overeenkomst niet is nagekomen. De kantonrechter wijst de vordering in conventie gedeeltelijk toe en de vordering in reconventie af. De kantonrechter legt hieronder uit hoe hij tot dit oordeel komt.

3.De feiten

3.1.
FC&S heeft in opdracht en voor rekening van [A] c.s. diverse werkzaamheden verricht met betrekking tot de verkrijging van financiering voor onroerend goed (een woonhuis met een aangrenzende bedrijfshal) conform de door partijen ondertekende opdrachtbevestiging van 3 juni 2020.
3.2.
In de opdrachtbevestiging staat, voor zover van belang, het volgende vermeld:
“ In het kader van de opdracht zullen de volgende werkzaamheden (voor zover in jullie specifieke situatie van toepassing) door ons worden verricht:

Inventarisatie en analyse van persoonlijke situatie en wensen;

Bespreking van verschillende hypotheekconstructies en verschaffen van globaal inzicht in maximale hypotheek en maandlasten;

Aanvragen offerte(s) bij één of meer financiële instellingen;

Verzorgen van contact met de betrokken financiële instelling(en) teneinde te komen tot een definitief akkoord over de af te sluiten polissen, hypotheek en eventueel verbonden financiële producten;

Voorbereiden en begeleiden van het passeren van de hypotheek bij de notaris;

Controleren van de hypotheekakte voor wat betreft de gekozen hypotheekconstructie en de hoogte van de financiering;

Archiveren van hypotheek-en polisdocumenten en voorwaarden.
(…)
Voor onze dienstverlening brengen wij u een honorarium in rekening van € 4.000,--, bestaande uit een bij aanvang van de opdracht te betalen voorschotnota ad € 1.000,--, alsmede een eindnota ad € 3.000,--. De eindnota dient per direct te worden voldaan bij verkrijging en ondertekening van een bindende offerte voor uw financiering/hypotheekaanvraag van de geldverstrekker.
Genoemd honorarium is gebaseerd op een regulier aanvraagtraject en een tijdige en volledige aanlevering van de benodigde informatie en documenten. Mochten onze werkzaamheden gedurende de looptijd van de opdracht of na inventarisatie van de stukken en mogelijkheden meer bedragen dan gemiddeld of in eerste instantie voorzien, zullen wij u hierover berichten en een voorstel doen ter zake het aanvullende tarief/honorarium voor dit meerwerk.
(…)
Wij gaan uit van uw intentie om via onze bemiddeling een financiering/hypotheek af te sluiten. Daardoor kan ons honorarium vrij van BTW blijven. Indien u uitsluitend ons advies wenst en niet onze bemiddeling bij de totstandkoming van de hypotheek dan zijn wij verplicht over onze nota’s 21% BTW te rekenen.
Indien u voortijdig, dat wil zeggen voordat de advisering en bemiddeling door FC&S heeft geleid tot afsluiting van een hypotheek/financiering, besluit om geen gebruik (meer) te maken van onze advies-en bemiddelingswerkzaamheden, bent u buiten de voorschotnota per direct een honorarium verschuldigd ter hoogte van de tot op dat moment in uw dossier gemaakte uren, tegen een uurtarief van € 150,--ex BTW.
3.3.
Bij e-mailbericht van 17 september 2020 heeft de heer [E] namens de Volksbank/SNS de heer [D] (werkzaam bij FC&S) het volgende gemaild:
“ (…),
Enige tijd geleden bespraken wij de financieringsaanvraag van de heer [A] .
Op basis van de aangeleverde cijfers, taxatie en aankoopbescheiden van het woonhuis met bedrijfspand voldeed het in hoofdlijnen aan onze acceptatiecriteria.(…)
Helaas is de A-codering voor ons een directe afwijzingsgrond.
De eerder gedane opzet komt hiermee dan ook te vervallen.
Indien er sprake blijkt van een misverstand en de A-codering in het geheel komt te vervallen, dan neem ik de aanvraag uiteraard weer in behandeling.
Het spijt me dat we op dit moment niet kunnen voorzien in de kredietbehoefte van de heer [A] .(…)”
3.4.
FC&S heeft [A] c.s. op 21 januari 2021 een factuur ten bedrage van
"afbeelding specificatie niet opgenomen"
€ 14.610,75 (inclusief btw) gestuurd. Achter de factuur zit de volgende specificatie van werkzaamheden:

4.Het geschil

in conventie
4.1.
FC&S vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [A] c.s. hoofdelijk veroordeelt om aan FC&S tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen:
a. een bedrag van € 16.128,56 aan hoofdsom, buitengerechtelijke kosten en rente tot de dag van dagvaarding, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 14.610,75, vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
b. de kosten van deze procedure, waaronder begrepen het salaris gemachtigde van € 373,00 en de noodzakelijke verschotten.
4.2.
FC&S legt aan haar vordering het volgende ten grondslag. [A] c.s. heeft medio juni 2020 contact opgenomen met FC&S met zijn wens een financiering te verkrijgen voor een nieuw aan te kopen woonhuis met een aangrenzende bedrijfshal. FC&S heeft de werkzaamheden verricht conform de opdrachtbevestiging. Daarnaast stelt FC&S nog meerwerk te hebben verricht. Gedurende het financieringstraject werd FC&S namelijk geconfronteerd met het feit dat [A] c.s. een BKR-registratie had. FC&S heeft in overleg met en op verzoek van [A] c.s. veel uren besteed aan de noodzakelijke onderbouwing en het redigeren van de concepten om de procedure voor het verwijderen van de BKR-registratie op te kunnen starten. Deze werkzaamheden behoren niet tot het reguliere aanvraagtraject. Het was [A] c.s. bekend dat hier sprake was van meerwerk.
[A] c.s. heeft zonder FC&S in kennis te stellen een andere financiering aangetrokken, waarmee [A] c.s. de opdracht met FC&S voortijdig heeft beëindigd. [A] c.s. heeft de door FC&S verstuurde facturen onbetaald gelaten ten bedrage van € 14.610,75.
4.3.
[A] c.s. voert verweer. [A] c.s. concludeert tot niet-ontvankelijkheid van FC&S in de vorderingen, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van FC&S, met veroordeling van FC&S in de kosten van deze procedure.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
4.5.
[A] c.s. vordert dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, FC&S veroordeelt tot:
betaling van de hoofdsom van € 15.059,28, inclusief rente vanaf de dag van dagvaarding;
betaling van de kosten van deze procedure, waaronder begrepen een salaris voor de gemachtigde;
betaling van de nakosten, te begroten op een half salarispunt van het toegewezen salaris voor de gemachtigde met een maximum van € 124,00 met bepaling dat indien deze kosten niet binnen twee weken na betekening van dit vonnis zijn betaald, FC&S daarover de wettelijke rente is verschuldigd vanaf dat moment tot aan de dag van algehele voldoening.
4.6.
[A] c.s. legt aan zijn reconventionele vordering het volgende ten grondslag. [A] c.s. heeft schade geleden doordat FC&S de overeenkomst niet is nagekomen. [A] c.s. stelt dat FC&S er niet in is geslaagd een financiering voor [A] c.s. te verkrijgen en dat hij nooit een offerte heeft ontvangen van een financiële instelling. Ook stelt [A] c.s. dat de financieringsconstructie die door FC&S was beoogd in het geheel niet werd aangeboden door de SNS bank. Door FC&S was voorgesteld om de financiering in privé te verkrijgen, terwijl [A] c.s. van andere partijen heeft begrepen dat dit in zijn geheel niet mogelijk was. Volgens [A] c.s. had FC&S vanaf het eerste moment een bedrijfsfinanciering moeten voorstellen in plaats van een privé financiering. In dat geval was de BKR-codering ook niet van belang geweest. [A] c.s. stelt dat hij op 16 november 2020 van FC&S te horen kreeg dat er geen financiering bij de SNS kon worden geregeld. [A] c.s. heeft vervolgens een andere partij de opdracht gegeven om financiering te regelen.
4.7.
FC&S voert verweer. FC&S concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [A] c.s. in de vorderingen, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [A] c.s., met veroordeling van [A] c.s. in de kosten van deze procedure.
4.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling in conventie en in reconventie

5.1.
Gelet op de samenhang tussen de vordering in conventie en de vordering in reconventie, zullen deze gezamenlijk worden behandeld.
5.2.
Tussen partijen is niet in geschil dat zij een overeenkomst met elkaar zijn aangegaan waarbij FC&S in opdracht van [A] c.s. werkzaamheden heeft verricht met betrekking tot de verkrijging van financiering voor onroerend goed. Uit de specificatie van de werkzaamheden blijkt dat FC&S 80,5 uren aan werkzaamheden bij [A] c.s. in rekening heeft gebracht. De vraag ligt voor hoeveel uren [A] c.s. hiervan aan FC&S dient te voldoen.
5.3.
Uit de opdrachtbevestiging blijkt dat FC&S de werkzaamheden zoals genoemd in overweging 3.2. voor [A] c.s. zou verrichten. De kantonrechter is van oordeel dat FC&S onderbouwd heeft gesteld dat zij de volgende werkzaamheden, zoals genoemd op de specificatie (overweging 3.4), heeft verricht:
- overleg (telefonisch i.v.m. corona) inzake wens en mogelijkheden tot aankoop woning te [woonplaats] en bedrijfspand te [woonplaats] ,
- indicatie berekeningen en mogelijkheden financiering en maandlasten,
- inventariseren en verzamelen benodigde dossierstukken op basis van specifieke klantsituatie,
- analyse dossierstukken (jaarrekeningen, koopovereenkomsten en bijlagen, etc.),
- overleg en correspondentie notaris [F] inzake constructie en opstellen benodigde aktes,
- overleg cliënten inzake beperking mogelijkheden eigen woning financiering i.v.m. bedrijfsbestemming woonhuis,
- overleg SNS/Volksbank zakelijke mogelijkheden tot financiering + opbouw aanvraagdossier en uploaden dossierstukken,
- overleg cliënten specifieke voorwaarden SNS/Volksbank zakelijke financiering (aandelenoverdracht 15%),
-overleg cliënten inzake benodigde taxatie zakelijk onderpand en specifieke voorwaarden voor acceptatie SNS/Volksbank,
- onderzoek en overleg mogelijkheden alternatieve financiering (particuliere partijen, herbeoordeling SNS zakelijk, vastgoedbeleggingen, crowdfunding e.d.).
FC&S heeft immers onderbouwd gesteld dat zij inspanningen heeft verricht om een financiering voor [A] c.s. aan te vragen. FC&S verwijst daartoe bijvoorbeeld naar de mail van de heer [E] van de Volksbank/SNS bank van 17 september 2020, waaruit blijkt dat de aanvraag van [A] c.s. op hoofdlijnen voldeed aan de acceptatiecriteria van de bank, maar dat de geconstateerde BKR-registratie maakt dat de aanvraag werd afgewezen. FC&S heeft naar voren gebracht dat zij vervolgens naar mogelijkheden heeft gekeken voor alternatieve financiering. Dat deze hierboven genoemde werkzaamheden door FC&S zijn verricht en onder de opdrachtbevestiging vallen is door [A] c.s. ook onvoldoende gemotiveerd betwist. De kantonrechter stelt vast dat FC&S voor de bovengenoemde werkzaamheden in totaal 26,5 uur heeft gerekend op de specificatie. Indien deze werkzaamheden tot een hypothecaire financiering zouden hebben geleid zou [A] c.s. in totaal aan FC&S een bedrag van € 4.000,00 (exclusief btw) verschuldigd zijn geweest, zoals uit de opdrachtbevestiging blijkt. Tegen die achtergrond acht de kantonrechter het niet redelijk om voor deze werkzaamheden nog een bedrag van meer dan € 3.000,00 (exclusief btw) toe te kennen. De kantonrechter zal als vergoeding voor bovenvermelde werkzaamheden dan ook een bedrag van € 3.000,00 (exclusief btw) toewijzen, aangezien het voorschot van € 1.000,00 al is betaald (en het totaal voor deze werkzaamheden daarmee dus uitkomt op het bedrag van € 4.000,00 dat partijen waren overeengekomen).
5.4.
De vraag die de kantonrechter vervolgens dient te beantwoorden is of de overige door FC&S gestelde werkzaamheden zoals vermeld op de specificatie voor vergoeding in aanmerking komen. Het gaat dan om de overige 54 uur aan werkzaamheden (80,5-26,5).
FC&S heeft daarover naar voren gebracht dat zij aantoonbaar meer werk voor [A] c.s. heeft verricht dan nodig was in het kader van de opdracht. Daartoe stelt FC&S dat zij bijvoorbeeld contact heeft gehad met de [gemeente] en de notaris en dat zij veel extra werkzaamheden heeft verricht met betrekking tot de verwijdering van de BKR-registratie. FC&S stelt dat deze werkzaamheden als meerwerk gekwalificeerd moeten worden. Volgens FC&S blijkt uit productie 15 dat [A] c.s. wel degelijk direct of indirect deze extra werkzaamheden van FC&S heeft verlangd.
[A] c.s. betwist echter een opdracht tot meerwerk te hebben verstrekt. Volgens [A] c.s. moet meerwerk schriftelijk overeengekomen zijn en daarvan is geen sprake. Volgens [A] c.s. heeft FC&S hem ook niet gewaarschuwd dat de kosten van
€ 4.000,00, zoals vermeld in de opdrachtbevestiging, overschreden zouden worden.
5.5.
De kantonrechter oordeelt over de door FC&S gestelde extra werkzaamheden als volgt. De kantonrechter is van oordeel dat FC&S onvoldoende heeft gesteld dat zij de volgende werkzaamheden, zoals genoemd op de specificatie, heeft verricht, nu deze werkzaamheden door [A] worden betwist en door FC&S niet onder verwijzing naar stukken is onderbouwd waar deze werkzaamheden uit kunnen blijken:
  • overleg verkopers inzake strekking en consequenties volgend uit diverse bedingen in de voorgaande aktes van levering (bijlage koopovereenkomsten),
  • overleg en correspondentie [gemeente] inzake diverse bedingen blijkend uit de voorgaande aktes van levering van beide onderpanden,
  • overleg en correspondentie [gemeente] inzake vergunning gebruik (verhuur aan eigen B.V.) van het bedrijfspand,
  • 2x afspraak cliënten en verkopers te [plaats] inzake mogelijke voortgang en afspraken plan van aanpak (inclusief reistijd).
Ook is niet gesteld of gebleken dat [A] c.s. aan FC&S een opdracht heeft gegeven om deze werkzaamheden te verrichten. De kantonrechter is van oordeel dat FC&S wel voldoende heeft onderbouwd dat zij extra werkzaamheden voor [A] c.s. heeft verricht in het kader van het kort geding tegen de Rabobank met betrekking tot de verwijdering van de BKR-registratie. Dat [A] c.s. FC&S ook opdracht heeft gegeven om deze werkzaamheden te verrichten heeft FC&S naar het oordeel van de kantonrechter ook voldoende onderbouwd, gelet op de e-mailcorrespondentie uit productie 15. Uit deze
e-mailcorrespondentie kan namelijk worden afgeleid dat [A] c.s. aan FC&S heeft gevraagd of FC&S het concept voor het kort geding nogmaals kritisch wil lezen en haar commentaar wil doorgeven, dat de heer [D] namens FC&S een telefonische conferentie heeft bijgewoond met betrekking tot de BKR-registratie en dat FC&S een brief heeft opgesteld aan de Rabobank inzake de BKR-registratie.
5.6.
Aanvankelijk is in de opdrachtbevestiging bepaald dat als de werkzaamheden gedurende de looptijd van de opdracht of na inventarisatie van de stukken en mogelijkheden meer bedragen dan gemiddeld of in eerste instantie voorzien, FC&S daarover zal berichten en een voorstel zal doen ter zake het aanvullende tarief/honorarium voor dit meerwerk. De kantonrechter stelt vast dat niet is gesteld of gebleken dat FC&S voor de extra werkzaamheden betreffende de BKR-registratie een dergelijk voorstel heeft gedaan. Dit neemt naar het oordeel van de kantonrechter echter niet weg dat [A] c.s. op grond van artikel 7:405 lid 2 BW aan FC&S voor deze werkzaamheden het gebruikelijke uurloon is verschuldigd van € 150,00 per uur, zoals in de opdrachtbevestiging staat. De kantonrechter stelt vast dat FC&S voor de werkzaamheden betreffende de BKR-registratie ongeveer 30 uur heeft gerekend op de specificatie. Gelet op de omvang van de werkzaamheden (zoals blijkt uit productie 15) acht de kantonrechter dat urenaantal bovenmatig. Naar het oordeel van de kantonrechter zou naar schatting voor de genoemde werkzaamheden een ureninvestering van 10 uur moeten hebben volstaan. De omvang van deze werkzaamheden zal daarom op 10 uur worden geschat. Dit betekent dat [A] c.s. voor deze werkzaamheden nog een bedrag van € 1.500,00 (exclusief btw) aan FC&S verschuldigd is. In totaal dient [A] c.s. aan FC&S dus nog een bedrag van € 4.500,00 (exclusief btw) te betalen. Uit de opdrachtbevestiging volgt dat bij een niet voltooide opdracht over de verrichte werkzaamheden btw moet worden afgedragen. De kantonrechter komt dan ook tot de conclusie dat [A] c.s. nog een bedrag van € 5.445,00 (inclusief btw) aan FC&S moet betalen.
5.7.
De kantonrechter wijst de reconventionele vordering van [A] c.s. af. Het standpunt van [A] c.s. dat FC&S de overeenkomst niet is nagekomen, is onvoldoende onderbouwd, gelet op de gemotiveerde betwisting van FC&S. FC&S heeft zich immers terecht op het standpunt gesteld dat zij gelet op de opdrachtbevestiging een inspanningsverplichting had en geen resultaatsverplichting. De kantonrechter is van oordeel dat FC&S, ook gelet op de door haar overgelegde stukken, voldoende heeft onderbouwd dat zij aan haar inspanningsverplichting heeft voldaan. Uit het door haar overgelegde
e-mailbericht van 17 september 2020 blijkt immers dat zij contact heeft gehad met de SNS bank voor de aanvraag van een hypothecaire financiering en dat die aanvraag ook behoorlijk was gevorderd, maar afstuitte op de BKR-notering (waar FC&S geen rekening mee had hoeven houden). Het standpunt van [A] c.s. dat FC&S een onjuiste financieringsconstructie heeft aangevraagd heeft FC&S met verwijzing naar bovengenoemd e-mailbericht ook voldoende gemotiveerd betwist. Uit bovengenoemd e-mailbericht blijkt immers dat de financieringsaanvraag in hoofdlijnen voldeed aan de acceptatiecriteria. Dat de SNS bank niet verder kon met de aanvraag omdat sprake was van een BKR-registratie, kan niet aan FC&S worden tegengeworpen. Het standpunt van [A] c.s. dat via FC&S nooit een offerte van een geldverstrekker is ontvangen kan ook niet aan FC&S worden tegengeworpen, nu [A] c.s. immers zelf naar voren heeft gebracht dat hij de opdracht aan FC&S voortijdig heeft beëindigd toen hij te horen kreeg dat er geen financiering bij de SNS bank geregeld kon worden.
in conventie
5.8.
FC&S vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten.
5.9.
[A] c.s. betwist dat hij buitengerechtelijk incassokosten verschuldigd is. [A] c.s. stelt daartoe kort gezegd dat de verrichte werkzaamheden normale werkzaamheden zijn ter voorbereiding van de procedure. [A] c.s. stelt verder dat hij op 5 juli 2021 is aangeschreven door [G] Gerechtsdeurwaarders en Juristen en dat vervolgens een ander deurwaarderskantoor de dagvaarding heeft uitgebracht. Enkel het uitbrengen van de dagvaarding is onvoldoende om aanspraak te maken op buitengerechtelijke incassokosten, aldus [A] c.s.
5.10.
De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden. FC&S heeft aan [A] c.s. op 15 februari 2021 een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. [A] c.s. heeft niet betwist dat hij deze aanmaning heeft ontvangen. Het verweer van [A] c.s. dat er enkel een dagvaarding is uitgebracht kan de kantonrechter dan ook niet volgen. FC&S heeft het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten in de dagvaarding vermeerderd met BTW. De gevorderde BTW is niet toewijsbaar, reeds omdat FC&S niet heeft gesteld geen ondernemer te zijn in de zin van artikel 7 van de Wet op de omzetbelasting 1968 of als ondernemer een vrijgestelde prestatie te hebben verricht. De kantonrechter zal de buitengerechtelijke incassokosten toewijzen tot het wettelijke tarief dat aansluit bij de toewijsbaar geoordeelde hoofdsom. Dit betekent dat een bedrag van € 647,25 wordt toegewezen.
5.11.
Tussen partijen is niet in geschil dat [A] c.s. FC&S de opdracht voor de werkzaamheden met betrekking tot de financiering heeft gegeven als privé persoon en dat [A] c.s. daarbij niet heeft gehandeld in de uitoefening van zijn bedrijf. De kantonrechter zal dan ook de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW toewijzen. De wettelijke rente is verschuldigd vanaf het moment dat [A] c.s. met het betalen van de geldsom in verzuim is. Nu op de factuur van 21 januari 2021 geen vervaldatum staat, treedt het verzuim in op het moment dat de betalingstermijn op de ingebrekestelling van 15 februari 2021 was verstreken. Uit de ingebrekestelling van 15 februari 2021 volgt dat de betaling uiterlijk op 4 maart 2021 moest zijn gedaan. De kantonrechter wijst de wettelijke rente dan ook toe over de hoofdsom van € 5.445,00 vanaf 5 maart 2021 tot de dag van volledige betaling.
5.12.
Omdat beide partijen in conventie gedeeltelijk ongelijk krijgen, zullen de proceskosten in conventie tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
in reconventie
5.13.
[A] c.s. is de partij die ongelijk krijgt in reconventie en hij zal daarom in de proceskosten in reconventie worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van FC&S als volgt vastgesteld:
- salaris gemachtigde: € 396,00 ( 2 punten x 0,5 x € 396,00)

6.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
6.1.
veroordeelt [A] c.s. hoofdelijk om aan FC&S te betalen een bedrag van € 5.445,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 5 maart 2021 tot de dag van volledige betaling,
6.2.
veroordeelt [A] c.s. hoofdelijk om aan FC&S te betalen een bedrag van
€ 647,25 aan buitengerechtelijke incassokosten,
6.3.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, zodat iedere partij de eigen kosten draagt,
6.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.5.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
6.6.
wijst de vorderingen van [A] c.s. af,
6.7.
veroordeelt [A] c.s. in de proceskosten, aan de zijde van FC&S tot dit vonnis vastgesteld op € 396,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.J. Thurlings-Rassa, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken door mr. U. van Houten op 28 februari 2023.