In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 14 februari 2023 een beschikking gegeven met betrekking tot de verlenging van de verzekerde bewaring van de failliet. De failliet had eerder bij de mondelinge behandeling van het verzoek tot verlenging van de gijzeling diverse documenten overhandigd aan de curator, maar deze documenten waren incompleet. De rechtbank oordeelde dat, gezien eerdere onjuiste verklaringen van de failliet en de bevestiging dat er nog steeds stukken ontbraken, verlenging van de bewaring noodzakelijk was. Dit biedt de failliet de kans om zijn antwoorden te onderbouwen en de curator de gelegenheid om de aangeleverde stukken te bestuderen en te verifiëren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de failliet niet voldoet aan de informatieverplichting die op hem rust op grond van de Faillissementswet. De curator had verzocht om de verzekerde bewaring met dertig dagen te verlengen, omdat de failliet nog steeds onvoldoende informatie verstrekte. De rechter-commissaris had eerder al geconstateerd dat de failliet niet naar waarheid verklaarde en geen volledige openheid van zaken gaf. De rechtbank heeft de proportionaliteit van de inbreuk op de persoonlijke vrijheid van de failliet afgewogen en geconcludeerd dat deze inbreuk gerechtvaardigd is, gezien de omstandigheden.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om het verzoek van de curator tot verlenging van de verzekerde bewaring toe te wijzen, met de overweging dat de failliet eerst een substantieel deel van zijn antwoorden met relevante stukken moet onderbouwen voordat een eventuele beëindiging van de bewaring in zicht komt. De beschikking is gegeven in Almelo, met de schriftelijke uitwerking op 16 februari 2023.