ECLI:NL:RBOVE:2023:730

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
17 februari 2023
Publicatiedatum
28 februari 2023
Zaaknummer
C/08/288877 / FA RK 22-2906
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze beschikking van de Rechtbank Overijssel, uitgesproken op 17 februari 2023, is een zorgmachtiging verleend voor de duur van vier maanden aan een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De rechtbank heeft deze beslissing genomen naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie, dat eerder op 28 november 2022 was ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 19 december 2022 werd een zorgmachtiging voor twee maanden verleend, maar de beslissing over de resterende duur werd aangehouden vanwege het ontbreken van een actuele medische verklaring.

Op 13 februari 2023 vond een vervolgbehandeling plaats, waarbij de rechtbank de betrokkene, zijn advocaat en een psychiater hoorde. De advocaat van de betrokkene betoogde dat de medische verklaring van 28 november 2022 niet meer actueel was, aangezien de psychiater betrokkene niet zelf had onderzocht. De rechtbank was het eens met deze stelling en vroeg om een recente medische verklaring, die op 16 februari 2023 werd ontvangen.

De rechtbank concludeerde dat de betrokkene zorg nodig heeft, omdat hij niet wilsbekwaam is om over zijn behandeling te beslissen. De voorgestelde verplichte zorg omvat onder andere het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid en het uitoefenen van toezicht. De rechtbank oordeelde dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar zijn en dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief is. De zorgmachtiging is verleend tot en met 19 juni 2023, en tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Familierecht en Jeugdrecht
Locatie: Almelo
Zaak-/rekestnr.: C/08/288877 / FA RK 22-2906
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 17 februari 2023 naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1988 [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. A.C. Blankestijn te Hengelo (O).

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen bij de griffie op 28 november 2022.
1.2
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring d.d. 17 november 2022, met aanvulling op 28 november 2022;
 het zorgplan d.d. 15 november 2022;
 de zorgkaart d.d. 14 november 2022;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur d.d. 18 november 2022;
 een uittreksel uit het curatele- en bewindregister;
 de politie-, justitiële en strafvorderlijke gegevens van betrokkene;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen (Bopz) en de Wvggz.
1.3
Naar aanleiding van het verzoek van de officier van justitie heeft er een mondelinge behandeling plaatsgevonden op 19 december 2022. Betrokkene was daarbij niet aanwezig. De rechtbank heeft een zorgmachtiging verleend voor de duur van twee maanden en de beslissing voor het overige aangehouden.
1.4
Op 13 februari 2023 is de mondelinge behandeling van het verzoek voortgezet in het gebouw van Mediant op de locatie Helmerzijde.
1.5
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
 betrokkene;
 de advocaat van betrokkene;
 [X] , psychiater.
1.6
De officier van justitie heeft kenbaar gemaakt een nadere toelichting of motivering van het verzoek niet nodig te achten en daarom niet ter mondelinge behandeling te zullen verschijnen.
1.7
De advocaat van betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling naar voren gebracht dat de enige (bij het verzoekschrift overgelegde) medische verklaring van de onafhankelijk psychiater van 28 november 2022 is en nu niet meer actueel is. Daarnaast heeft betrokkene ook niet meegewerkt aan deze verklaring. De advocaat verwijst hierbij naar een uitspraak van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2021:885).
1.8
De rechtbank is het met de advocaat eens dat die medische verklaring niet voldoende actueel is. Daarbij speelt niet alleen het tijdsverloop een rol, maar ook de omstandigheid dat de onafhankelijk psychiater betrokkene niet zelf heeft onderzocht. Een verklaring waaraan geen eigen onderzoek van de betrokkene door de onafhankelijk psychiater ten grondslag ligt, verliest sneller aan actualiteitswaarde. De bevestiging ter zitting van de juistheid van de medische verklaring door [X] in haar hoedanigheid van behandelend psychiater is onvoldoende om de medische verklaring te actualiseren, omdat daarmee niet wordt voldaan aan de wettelijke eis dat er een medische verklaring van een onafhankelijke psychiater moet zijn. Het oordeel in de beschikking van 19 december 2022 dat de medische verklaring voldoende recent was, gold voor de datum van die beschikking. Nu, twee maanden later, ligt het anders. Dat Mediant telefonisch van de rechtbank te horen heeft gekregen dat voor de mondelinge behandeling geen aanvullende stukken nodig waren, zoals Mediant na de mondelinge behandeling nog per email liet weten, doet aan het oordeel ook niet af. De rechtbank heeft daarom na de mondelinge behandeling alsnog gevraagd om een recente medische verklaring van een onafhankelijk psychiater.
1.9
Op 16 februari 2023 is per e-mail ontvangen de diezelfde dag opgemaakte medische verklaring door een onafhankelijke psychiater.
1.1
Zowel de behandelaren als de advocaat van betrokkene hebben laten weten geen nieuwe behandeling van het verzoek te wensen.

2.Beoordeling

2.1
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
2.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in
 ernstig lichamelijk letsel;
 ernstige psychische schade;
 ernstige verwaarlozing;
 maatschappelijke teloorgang
;
 de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;
 de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Betrokkene is op dit moment opgenomen bij Mediant. De behandelend psychiater heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat het een stuk beter gaat met betrokkene. Er is sprake van minder kwaadheid maar betrokkene heeft nog wel steeds last van bepaalde dingen, zoals het horen van stemmen en het krijgen van berichten. Daarnaast blijft betrokkene de wereld anders zien dan anderen. Betrokkene voelt zich gestuurd en beïnvloed. Er zijn chronische wanen en lichamelijke hallucinaties, daardoor wordt hij boos en agressief. Betrokkene heeft tijdens de mondelinge handeling gezegd dat hij niet psychotisch is en dat er leugens worden verteld. Hij schreeuwt en smijt af en toe met deuren, maar het is allemaal minder erg dan Mediant zegt. Betrokkene wil naar huis zonder zorgmachtiging. De behandeld psychiater heeft tijdens de mondelinge behandeling wel aangegeven dat het de bedoeling is dat betrokkene op termijn naar huis gaat, maar dat de zorgmachtiging nodig is en blijft om hem de hulp te verlenen die hij nodig heeft.
2.3
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig
.
2.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Betrokkene heeft geen ziekte-inzicht en geen behandelmotivatie. Zijn vrije wil is door zijn psychose verstoord en beperkt. Betrokkene is niet wilsbekwaam om over zijn psychiatrische behandeling te beslissen. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur en bestaan uit:
 toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
 beperken van de bewegingsvrijheid;
 insluiten;
 uitoefenen van toezicht op betrokkene;
 onderzoek aan kleding of lichaam;
 controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen; en
 opnemen in een accommodatie.
2.5
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.6
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de resterende duur van vier maanden, en geldt aldus tot en met 19 juni 2023.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene] ,geboren op [geboortedatum] 1988 [geboorteplaats] inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen voor de duur van deze machtiging:
 toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
 beperken van de bewegingsvrijheid;
 insluiten;
 uitoefenen van toezicht op betrokkene;
 onderzoek aan kleding of lichaam;
 controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen; en
 opnemen in een accommodatie,
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 19 juni 2023.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 17 februari 2023 door mr. U. van Houten, rechter, in tegenwoordigheid van A.J. Kruger als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 17 februari 2023.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.