ECLI:NL:RBOVE:2023:71

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
5 januari 2023
Publicatiedatum
12 januari 2023
Zaaknummer
C/08/289680 / FA RK 22-3083
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf in een WZD-instelling voor cliënte met verstandelijke beperking en psychische stoornis

Op 5 januari 2023 heeft de Rechtbank Overijssel een beschikking gegeven inzake een verzoek tot het verlenen van een rechterlijke machtiging voor opname en verblijf van cliënte in een WZD-instelling. Het verzoek is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en betreft een machtiging voor de duur van zes maanden, zoals bedoeld in artikel 24 e.v. van de Wet zorg en dwang (Wzd). Cliënte, geboren in 1973, verblijft momenteel bij Dimence en lijdt aan een verstandelijke beperking met een IQ van 70, wat leidt tot ernstige psychische schade en maatschappelijke teloorgang. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder cliënte zelf, haar advocaat, en zorgprofessionals.

De rechtbank heeft vastgesteld dat cliënte niet in staat is om zichzelf maatschappelijk staande te houden en dat opname in een WZD-accommodatie noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen. Cliënte verzet zich tegen de opname, maar de rechtbank oordeelt dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen. De rechterlijke machtiging wordt verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 5 juli 2023. De rechtbank verduidelijkt dat de eerder verleende Wvggz-zorgmachtiging niet vervalt totdat de opname in de WZD-accommodatie is gerealiseerd, in lijn met de recente wetgeving die deze overgangsproblematiek adresseert.

De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. C.A. Peterzon, rechter, in aanwezigheid van de griffier S. Grondman. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 6 januari 2023.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Familierecht en Jeugdrecht
Locatie: Zwolle
Zaak-/rekestnr.: C/08/289680 / FA RK 22-3083
Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf
Beschikking van 5 januari 2023 van de rechtbank Overijssel naar aanleiding van het door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een machtiging voor de duur van zes maanden als bedoeld in artikel 24 e.v. van de Wet zorg en dwang (Wzd), ten aanzien van:
[cliënte] ,
geboren [1973] ,
wonende [adres] ,
thans verblijvende bij Dimence, [locatie] ,
hierna te noemen: cliënte,
advocaat: mr. M.J.G. Peters te Zwolle.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen bij de griffie op 15 december 2022.
1.2
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de aanvraag d.d. 25 november 2022;
 de medische verklaring, opgesteld en ondertekend door [de psychiater] , d.d. 9 december 2022;
 het indicatiebesluit d.d. 3 november 2022;
 een afschrift van de beschikking waarbij mentorschap is ingesteld.
1.3
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 05 januari 2023 bij Dimence, [locatie] .
1.4
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
 cliënte;
 de advocaat van cliënte;
 mw. [A] , dochter en tevens mentor;
 [B] , psychiater; en
 [C] , verpleegkundige.

2.Beoordeling

2.1
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat cliënte lijdt aan
een verstandelijke beperking, haar IQ is 70. Vanuit de LVB problematiek wordt zij overvraagd, met als gevolg dat zij paranoïde psychotisch wordt.
2.2
Deze verstandelijke handicap gepaard gaat met een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
  • ernstige psychische schade (voor betrokkene zelf en haar steunsysteem);
  • maatschappelijke teloorgang.
Dor de verstandelijke beperking en de daaruit voortkomende psychiatrische problematiek is cliënte niet in staat zichzelf maatschappelijk staande te houden. Cliënte raakt snel overprikkeld waardoor zij psychotisch wordt en suïcidale uitspraken doet. Zij is in de afgelopen periode herhaaldelijk in beeld gekomen bij Dimence met recent nog een langdurige opname. Cliënte trekt zich veel terug op haar kamer en geeft aan dat de aanwezigheid van veel mensen niet goed voor haar is.
Het beeld is steeds duidelijker geworden dat cliënte ontregelt vanwege onvoldoende begrip van sociale interacties, relaties, regelzaken en het praktische dagelijkse leven. Dit komt aan het licht doordat de familie de zorg en begeleiding steeds minder op zich kan nemen.
2.3
De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Opname in een wzd-accommodatie is noodzakelijk. Cliënte heeft 24 uur zorg en nabijheid nodig. Voor haar is van belang dat zij wordt opgenomen in een prikkelarme afdeling, waarbij zij zo min mogelijk “last” heeft van andere mensen. Gezien de ernst van de ontregeling (voortkomend uit de verstandelijke beperking) is van belang dat expertise op het gebied van verstandelijke beperking wordt betrokken, waarbij de verwachting is dat cliënte deze zorg langdurig nodig zal hebben.
2.4
Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Ambulante zorg en (crisis-) opnames binnen de GGZ zijn niet toereikend gebleken.
2.5
Gebleken is dat cliënte zich verzet tegen de opname en het verblijf. Cliënte geeft duidelijk aan niet opgenomen te willen zijn. Zij wil terug naar haar eigen huisje om zelfstandig te wonen met haar zoon van 11. Ook tijdens de vorige opname was sprake van consistent verzet, cliënte blijft wekelijks aangeven naar huis te willen en niet opgenomen te willen zijn. Ze heeft al een paar keer haar koffers gepakt met de intentie naar huis te gaan en niet terug te komen.
2.6
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor verlening van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in de wzd. De machtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden, en geldt dus tot en met 5 juli 2023.
2.7
Ter zitting is door de advocaat aangevoerd dat de wvggz zorgmachtiging die is verleend bij beschikking van 22 september 2022 en die expireert op 8 maart 2023 vervalt op het moment dat de wzd machtiging wordt verleend. Dit is echter niet aan de orde. Artikel 1 lid 6 (oud) wzd bepaalde inderdaad dat de wvggz machtiging verviel op het moment dat een wzd machtiging werd afgegeven. Hierdoor kon het gebeuren dat cliënten opeens vrijwillig verbleven in een wvggz accommodatie – wanneer al een wzd machtiging was afgegeven, maar een plaats in een wzd accommodatie nog niet was vrijgekomen – waardoor zij uit zorg raakten. De tweede reparatiewet wvggz-wzd van 29 september 2021 heeft deze overgangsproblematiek ondervangen door het koppelen van het vervallen van de wvggz machtiging aan de opname in een wzd-accommodatie. In de thans voorliggende zaak betekent dat concreet dat cliënte, totdat de wzd machtiging ten uitvoer gelegd door opname in een wzd-accomodatie, nog op de wvggz machtiging opgenomen kan blijven.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot opname en verblijf ten aanzien van:
[cliënte] ,geboren [1973] ,
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 5 juli 2023.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 5 januari 2023 door mr. C.A. Peterzon, rechter, in tegenwoordigheid van S. Grondman, griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 6 januari 2023.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.