In deze zaak heeft eiseres een woning verkocht aan gedaagde voor een koopprijs van € 1.000.000,-. De levering van het pand was gepland op 30 januari 2023, maar deze heeft niet plaatsgevonden. Eiseres vordert in kort geding dat gedaagde wordt veroordeeld tot nakoming van de koopovereenkomst. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van eiseres toegewezen, omdat gedaagde zelf heeft erkend dat hij de koopovereenkomst moet nakomen. De procedure begon met een dagvaarding op 30 januari 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 8 februari 2023. Eiseres heeft gesteld dat gedaagde in gebreke is gebleven met het verstrekken van een bankgarantie en het betalen van de koopsom. Gedaagde heeft ter zitting aangegeven dat hij het pand graag wil afnemen, maar dat hij momenteel niet in staat is om te betalen. De voorzieningenrechter oordeelt dat er voldoende spoedeisend belang is bij de vordering van eiseres en dat het aannemelijk is dat de bodemrechter gedaagde ook tot nakoming zal veroordelen. De voorzieningenrechter heeft gedaagde veroordeeld tot nakoming van de koopovereenkomst en het betalen van contractuele boetes, alsook de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 22 februari 2023.