ECLI:NL:RBOVE:2023:603

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
9 februari 2023
Publicatiedatum
20 februari 2023
Zaaknummer
10321719 CV EXPL 23-448
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige afsluiting van nutsvoorzieningen door verhuurder in huurgeschil

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 9 februari 2023, hebben eisers, huurders van kamers in een pand van gedaagde, een kort geding aangespannen tegen hun verhuurder. De verhuurder had de elektriciteit afgesloten voor een deel van de kamers omdat de huurders weigerden om hogere servicekosten te betalen, die waren verhoogd vanwege gestegen energieprijzen. Eisers hadden bezwaar gemaakt tegen de huurverhoging en de Huurcommissie ingeschakeld om gebreken aan het gehuurde te beoordelen. De kantonrechter oordeelde dat de verhuurder onrechtmatig handelde door de nutsvoorzieningen af te sluiten, vooral gezien de winterse omstandigheden en het feit dat dit als dwangmiddel werd gebruikt om betaling af te dwingen. De rechter benadrukte dat nutsvoorzieningen essentieel zijn voor elke bewoner en dat de verhuurder zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst niet nakomt door deze af te sluiten. De kantonrechter heeft de verhuurder bevolen om de nutsvoorzieningen onmiddellijk te herstellen en een dwangsom opgelegd voor elke dag dat hij in gebreke blijft. Daarnaast is de verhuurder veroordeeld in de proceskosten van de eisers.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 10321719 CV EXPL 23-448
PROCES-VERBAALvan de op 9 februari 2023 te Zwolle gehouden zitting in kort geding van de kantonrechter in de zaak van:

1.[eiser 1] ,

2. [eiser 2] ,

3. [eiser 3] ,

4. [eiser 4] ,

5. [eiser 5] ,

6. [eiser 6] ,

7. [eiser 7] ,

allen wonende te [woonplaats] ,
eisers, hierna te noemen eisers,
gemachtigde: mr. J.J.M. Pinners te Zwolle,
tegen
[gedaagde] ,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde, hierna te noemen [gedaagde] ,
verschenen in persoon.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 9 februari 2023.
Tegenwoordig:
- mr. S.J.S. Groeneveld-Koekkoek, kantonrechter
- mr. P. van der Stroom, griffier
Na uitroeping van de zaak verschenen:
- [eiser 1]
- [eiser 2]
- [eiser 4]
- [eiser 5]
- mr. Pinners, voornoemd
- [gedaagde] .
De kantonrechter stelt vast dat beide partijen zijn verschenen.
Na afloop van de mondelinge behandeling heeft de kantonrechter ter zitting mondeling uitspraak gedaan.

1.De gronden van de beslissing

1.1.
Eisers huren ieder een kamer in het pand van [gedaagde] aan de [adres] in [naam] .
1.2.
Bij brief van 15 december 2022 heeft [gedaagde] aan eisers gemeld dat de huurprijs van de kamers per 1 februari 2023 wordt verhoogd vanwege de stijgende energieprijzen. Eisers hebben daartegen bezwaar gemaakt en [gedaagde] gesommeerd om gebreken in het gehuurde te herstellen.
1.3.
Eisers hebben de Huurcommissie ingeschakeld in verband met gebreken aan het gehuurde en in die procedure ook gevraagd om het voorschot servicekosten vast te stellen.
1.4.
Op 2 februari 2023 heeft [gedaagde] de elektravoorziening van een deel van de kamers van de huurders die bezwaar hebben gemaakt tegen de huurverhoging afgesloten.
Eisers hebben gesommeerd om de afsluiting ongedaan te maken. Daarop heeft [gedaagde] als volgt gereageerd:
“Ik heb dus de bovenverdieping afgesloten van elektra, na betaling van het volledige netto huurbedrag door alle huurders van deze verdieping zal ik de elektra weer inschakelen. Hierbij zijn de volgende verdieping en begane grond aan de beurt.”
Uiteindelijk hebben eisers die dag zelf via de meterkast de elektra weer ingeschakeld.
1.5.
Op 3 februari 2023 heeft [gedaagde] opnieuw de stroom eraf gehaald en de stoppen uit de meterkast meegenomen. De huurders hebben vervolgens zelf nieuwe stoppen gekocht en de stroom er weer opgezet. Op zondag 5 februari 2023 heeft [gedaagde] een brief gestuurd met de mededeling dat als eisers voor donderdag 9 februari 2023 niet de huurverhoging hebben overgemaakt, hij het hele gebouw van energie zal afsluiten.
1.6.
De kantonrechter overweegt als volgt. Partijen zijn het met elkaar niet eens over de vraag of de voorschotten voor de servicekosten verhoogd mogen worden. Dat geschil ligt nu bij de Huurcommissie, ook in verband met gestelde gebreken. Dat betekent dat de kantonrechter daar geen uitspraak over doet, dat is ook niet aan haar voorgelegd.
Het gaat nu over de vraag of [gedaagde] onrechtmatig handelt door die beslissing van de Huurcommissie niet af te wachten en nutsvoorzieningen af te sluiten. Die vraag moet met ja worden beantwoord. Nutsvoorzieningen zijn essentieel voor iedere bewoner van woonruimte. Het is onrechtmatig om die voorzieningen als verhuurder af te sluiten, zeker in de winter en zeker als dit als dwangmiddel wordt gebruikt om betaling te krijgen. Dit heeft ook veel stress opgeleverd bij eisers. Het gaat bovendien om betaling van extra kosten die bij de Huurcommissie ter beoordeling voorliggen. Verder schiet [gedaagde] tekort in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst als hij niet zorgdraagt voor levering van nutsvoorzieningen. [gedaagde] heeft ter zitting aangegeven dat hij zal voldoen aan de eisen van eisers.
1.7.
De conclusie is dat de vordering van eisers om [gedaagde] te gebieden om het gehuurde met onmiddellijke ingang van nutsvoorzieningen te voorzien, kan worden toegewezen. Dat geldt ook voor het gevraagde verbod om de nutsvoorzieningen af te sluiten of uit te schakelen.
1.8.
Aan die veroordelingen zal de kantonrechter een dwangsom verbinden zoals gevorderd. [gedaagde] moet aan ieder van eisers een dwangsom betalen van
€ 500,00 euro voor iedere dag of gedeelte daarvan dat hij niet aan deze veroordelingen voldoet, tot een maximum van € 15.000,00 per eiser is bereikt. Dat kan dus oplopen tot een bedrag van in totaal € 105.000,00 indien [gedaagde] niet voldoet aan de veroordelingen.
1.9.
Tot slot zal [gedaagde] als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De gevorderde vergoeding van de eigen bijdrage voor de toevoegingen wijst de kantonrechter af, omdat deze vordering neerkomt op een vordering tot veroordeling in de werkelijke proceskosten en daarvoor is onvoldoende aangevoerd. De kosten aan de zijde van eisers worden tot op heden begroot op:
- informatiekosten BPR € 2,44
- griffierecht € 86,00
- salaris gemachtigde € 529,00
- nakosten
€ 132,00
Totaal € 749,44
1.10.
Wegens het ontbreken van een wettelijke grondslag is een kostenveroordeling met de verplichting tot betaling van de door de griffier voorgeschoten explootkosten niet mogelijk.
1.11.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal, op de hierna te melden wijze, worden toegewezen.

2.De beslissing

De kantonrechter
2.1.
gebiedt [gedaagde] om met onmiddellijke ingang het door eisers van [gedaagde] gehuurde van nutsvoorzieningen – onder meer gas en elektra – te (blijven) voorzien;
2.2.
verbiedt [gedaagde] om de nutsvoorzieningen ten behoeve van het door eisers gehuurde af te sluiten of uit te schakelen;
2.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan ieder van eisers een dwangsom te betalen van € 500,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat hij niet aan de onder 2.1 en/of 2.2 genoemde veroordeling voldoet, tot een maximum van € 15.000,00 per eiser is bereikt;
2.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van eisers tot op heden begroot op € 749,44, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag vanaf veertien dagen na dit vonnis tot aan de dag van volledige betaling;
2.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
2.6.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Deze mondelinge uitspraak is gedaan door mr. S.J.S. Groeneveld-Koekkoek, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 9 februari 2023. (PS)
Waarvan proces-verbaal,
de kantonrechter,