4.5De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van april 2020 tot en met maart 2021, in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen, heeft deelgenomen aan een organisatie,
bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten onder andere medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] ,
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als bedoeld in
o artikel 10 derde, vierde, vijfde lid en
o artikel 10a eerste lid Opiumwet en
o artikel 11, derde, vierde, vijfde lid en
o artikel 11a Opiumwet,
betreffende het binnen het grondgebied van Nederland brengen (invoeren) en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van
o harddrugs, te weten cocaïne en heroïne en speed (amfetamine) en mdma, zijnde middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
o softdrugs, te weten hasjiesj en hennep en cannabis, zijnde middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II,
vanuit Nederland naar Zweden en het Verenigd Koninkrijk en Spanje,
en vanuit Spanje naar Nederland;
2.
hij in de periode van 11 februari 2021 tot en met 4 maart 2021, in Nederland en het Verenigd Koninkrijk,
meermalen, tezamen en in vereniging met anderen,
A) opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht (als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet), en
B) opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoert, en
C) opzettelijk aanwezig heeft gehad,
-ongeveer 60 kilogram cocaïne, en
-ongeveer 61 kilogram cocaïne, en
-ongeveer 70 kilogram cocaïne,
zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.
hij in de periode van 17 november 2020 tot en met 26 november 2020, te Rugby en Ripley en Leeds en in Nederland, meermalen, tezamen en in vereniging met anderen,
A) opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht (als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet), en
B) opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd, en
C) opzettelijk aanwezig heeft gehad,
-ongeveer 15 kilogram cocaïne, en
-ongeveer 15 kilogram cocaïne,
-ongeveer 35 blokken cocaïne,
zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1;
4.
hij in de periode van 14 december 2020 tot en met 15 december 2020, in Spanje en Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn medeverdachten voorgenomen misdrijf om opzettelijk 137.137,3 gram cannabis en 144.612,9 gram cannabishars, zijnde middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II,
binnen het grondgebied van Nederland te brengen,
- meermalen contact heeft gelegd met een persoon die de drugs in Spanje kon aanleveren, en
- bij die persoon heeft aangegeven dat hij een nieuw transport heeft, en
- het tijdstip waarop en het adres waar de drugs in Spanje kon worden aangeleverd heeft verstrekt aan die persoon, en
- details voor die aanlevering heeft doorgegeven aan die persoon zoals onder andere het token/codewoord,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.
hij in de periode van 9 februari 2021 tot en met 27 februari 2021, te Zevenhuizen, tezamen en in vereniging met anderen,
A) opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht (als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet), en
B) opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd, en
C) opzettelijk aanwezig heeft gehad,
380 kilogram henneptoppen en 76 kilogram hasjiesj,
zijnde middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
6.
hij in de periode van 8 mei 2020 tot en met 20 mei 2020, te Dartford en in Nederland, meermalen, tezamen en in vereniging met anderen,
A) opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht (als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet), en
B) opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd, en
C) opzettelijk aanwezig heeft gehad,
- 20,02 kilogram cocaïne, en
- 10, l kilogram cocaïne en 4,96 kilogram heroïne,
zijnde middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
In de tenlastelegging van feit 4 staat 67 kilo hasjiesj. In het dossier staat telkens 76 kilo hasjiesj vermeld. De rechtbank beschouwt deze in de tenlastelegging opgenomen omschrijving als een kennelijke verschrijving omdat de cijfers zijn omgedraaid. Er is bedoeld 76 kilo hasjiesj te vermelden en de rechtbank zal dit in de bewezenverklaring verbeteren. Verdachte is door de onjuiste vermelding niet in zijn belangen geschaad.
Andere voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.