ECLI:NL:RBOVE:2023:5384

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
29 maart 2023
Publicatiedatum
13 februari 2025
Zaaknummer
C/08/280561 / HA ZA 22-146
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake kennelijke fout in eerder vonnis

In deze hersteluitspraak van de Rechtbank Overijssel, gedateerd 29 maart 2023, wordt een kennelijke fout gecorrigeerd die in een eerder vonnis van 22 februari 2023 was gemaakt. Eiseres, [partij A] B.V., had de rechtbank verzocht om een verbetering van het vonnis, specifiek met betrekking tot een foutieve datum die in rechtsoverweging 4.18 was vermeld. De rechtbank heeft het verzoek om verbetering toegewezen, aangezien de fout als kennelijk werd beschouwd volgens artikel 31 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De rechtbank heeft [partij B], bestaande uit [partij B1] B.V., [partij B2] B.V. en [partij B3], in de gelegenheid gesteld om op het verzoek te reageren, maar [partij B] heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank heeft vervolgens de fout gecorrigeerd door de datum van 2 februari 2022 te wijzigen in 22 februari 2022. Deze wijziging zal worden vermeld op de minuut van het oorspronkelijke vonnis, en partijen zijn gelast om de ontvangen afschriften van het eerdere vonnis te retourneren aan de griffie. De uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter J.N. Bartels.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer / rolnummer: C/08/280561 / HA ZA 22-146
Herstelvonnis van 29 maart 2023
in de zaak van
[partij A] B.V.,
te [vestigingsplaats 1] ,
eiseres in conventie,
eiseres in het incident tot exhibitie,
verweerster in reconventie,
advocaat: mr. M.H. Elferink te Enschede,
tegen
1.
[partij B1] B.V.,
te [vestigingsplaats 2] ,
2.
[partij B2] B.V.,
te [vestigingsplaats 3] ,
3.
[partij B3],
te [woonplaats] ,
gedaagden in conventie,
verweerders in het incident tot exhibitie,
eisers in reconventie,
advocaat: mr. M.R. Ruygvoorn te Utrecht.
Eiseres zal hierna [partij A] en gedaagden zullen hierna [partij B1] , [partij B2], [partij B3] en tezamen [partij B] worden genoemd.

1.Het verzoek tot verbetering

1.1.
Bij e-mail van 16 maart 2023 is namens [partij A] de rechtbank verzocht om verbetering van het op 22 februari 2023 in deze zaak gewezen vonnis, in die zin dat de in rechtsoverweging 4.18 kennelijk per abuis genoemde datum van 2 februari 2022 te corrigeren in 22 februari 2022.
1.2.
De rechtbank heeft [partij B] in de gelegenheid gesteld zich over dit verzoek uit te laten. [partij B] heeft zich aan het oordeel van de rechtbank gerefereerd.

2.De beoordeling

2.1.
De rechtbank is van oordeel dat in het vonnis van 22 februari 2023 sprake is van een kennelijke fout als bedoeld in artikel 31 lid 1 Rv, die zich voor eenvoudig herstel leent. De rechtbank zal het verzoek dan ook toewijzen als volgt.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
bepaalt dat rechtsoverweging 4.18 van het op 22 februari 2023 tussen [partij A] en [partij B] gewezen vonnis, waar staat

Voorbeelden daarvan zijn correspondentie/berichtenverkeer/communicatie die tussen 1 januari 2021 en 2 februari 2022 tussen [partij B] en de (potentiële) klanten van [partij A] heeft plaatsgevonden met betrekking tot aanvragen van (potentiële) klanten van [partij A] van offertes en/of informatie over HKV-fundamenten en aanbiedingen van [partij B1] van GS-fundamenten aan deze potentiële klanten.”
wordt gewijzigd in

Voorbeelden daarvan zijn correspondentie/berichtenverkeer/communicatie die tussen 1 januari 2021 en22februari 2022 tussen [partij B] en de (potentiële) klanten van [partij A] heeft plaatsgevonden met betrekking tot aanvragen van (potentiële) klanten van [partij A] van offertes en/of informatie over HKV-fundamenten en aanbiedingen van [partij B1] van GS-fundamenten aan deze potentiële klanten”,
3.2.
bepaalt dat deze verbetering onder de vermelding van de datum 29 maart 2023 wordt vermeld op de minuut van het vonnis van 22 februari 2023,
3.3.
gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 22 februari 2023 na ontvangst van dit herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank te retourneren.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.N. Bartels en in het openbaar uitgesproken op 29 maart 2023. (PS)
(BJ(O)