ECLI:NL:RBOVE:2023:5373

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
30 november 2023
Publicatiedatum
3 juli 2024
Zaaknummer
08.952109.16
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een verdachte met complexe psychische problematiek

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 30 november 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een verdachte, geboren in 1945, die momenteel verblijft in een Forensisch Psychiatrisch Centrum. De terbeschikkingstelling is oorspronkelijk opgelegd na een veroordeling voor opzettelijk brand stichten, wat gevaar voor levens en goederen met zich meebracht. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling voor de tweede keer verlengd, nu met een termijn van twee jaren, na een vordering van het Openbaar Ministerie op 12 oktober 2023. De rechtbank heeft de relevante stukken en het verlengingsadvies van de kliniek in overweging genomen, waaruit blijkt dat de verdachte lijdt aan een uitgebreide vasculaire neurocognitieve stoornis en een antisociale persoonlijkheidsstoornis. De deskundigen hebben aangegeven dat er een laag-matig recidiverisico is, maar dat bij beëindiging van de maatregel het risico op recidive hoog is. De rechtbank concludeert dat de veiligheid van anderen eist dat de terbeschikkingstelling wordt verlengd, gezien de complexe problematiek van de verdachte en het gebrek aan ziekte-inzicht. De rechtbank benadrukt dat de verdachte blijvend afhankelijk is van professionele hulpverlening en dat de verlenging noodzakelijk is om verdere stappen in de behandeling en resocialisatie te kunnen zetten.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.952109.16
Datum uitspraak: 30 november 2023
Beslissingop de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren op [geboortedatum] 1945 te [geboorteplaats],
verblijvende in het Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) [locatie]
,
hierna te noemen: de terbeschikkinggestelde.

1.De aanleiding

De terbeschikkinggestelde is bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van
13 november 2017 ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, na bewezenverklaring van het misdrijf:
- opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en
levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is.
De terbeschikkingstelling is ingegaan op 28 november 2017. Deze terbeschikkingstelling is laatstelijk verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 16 december 2021 en eindigt, behoudens nadere voorziening, op 28 november 2023.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennis genomen van de op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) overgelegde stukken, te weten:
  • het verlengingsadvies van FPC [locatie] van 19 september 2023, opgemaakt en ondertekend door A.E. van Vugt, Msc, behandelcoördinator en GZ-psycholoog, G.J.R. Mensink, psychiater en drs. E.A.R. de Vries, hoofd van de instelling en directeur algemene zaken;
  • de wettelijke aantekeningen over de periode van 1 juli 2021 tot en met 1 juli 2023.

3.De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 12 oktober 2023 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren.
Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de openbare terechtzitting van
16 november 2023.
De rechtbank heeft op die zitting gehoord:
  • de terbeschikkinggestelde, via een beeldbelverbinding (Teams), bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. J.J. Serrarens, advocaat te Beek;
  • de officier van justitie mr. G. Steeghs;
  • A.E. van Vugt, Msc, behandelcoördinator en GZ-psycholoog, als deskundige.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaren.
De raadsvrouw heeft namens de terbeschikkinggestelde medegedeeld dat zij geen bezwaar heeft tegen verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling, mits de verlenging wordt beperkt tot een jaar. De raadsvrouw heeft daartoe hoofdzakelijk aangevoerd dat toetsing na een jaar de terbeschikkinggestelde meer perspectief zal bieden. Ook heeft zij aangevoerd dat verlenging met een jaar er mogelijk toe zal leiden dat er meer druk bij het ministerie ontstaat om een passende vervolgplek voor de terbeschikkinggestelde te zoeken.

4.De beoordeling

De vordering is op 12 oktober 2023 ingediend. Dit is tijdig.
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 38d en 38e van het Wetboek
van Strafrecht (Sr) te bepalen of de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling moet worden verlengd.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen het over de terbeschikkinggestelde opgemaakte verlengingsadvies van de kliniek en de toelichting van de deskundige ter zitting in aanmerking.
Het verlengingsadvies van de kliniek en de toelichting van de deskundige ter zitting
Het rapport van de kliniek houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van een uitgebreide vasculaire neurocognitieve stoornis, zonder gedragsstoornissen. Concreet is zeer waarschijnlijk sprake van een dementieel proces dat gekenmerkt wordt door geheugenproblemen, woordvindings- en benoemingsproblemen, een aandachtsstoornis en executieve functiestoornis. Daarnaast is sprake van een antisociale persoonlijkheidsstoornis met kenmerken van een narcistische persoonlijkheidsstoornis. De terbeschikkinggestelde verblijft sinds oktober 2018 op de afdeling Behandeling 2. De strijd die de terbeschikkinggestelde levert tegen de in zijn ogen onterechte veroordeling kleurt zijn functioneren de gehele opname volledig. Er is sprake van een fors gebrek aan ziekte-inzicht en probleembesef en er is geen overeenstemming over de risicofactoren. Er heeft nauwelijks inhoudelijke behandeling plaatsgevonden en de delict- en risicofactoren zijn volledig onbewerkt gebleven. Ook voor de toekomst zijn de verwachtingen van (delictgerelateerde) behandelinterventies laag. Het behandelteam is blijven pogen om in samenwerking te komen met de terbeschikkinggestelde. Gedurende de afgelopen periode is het verzet enigszins verminderd in hevigheid en is het verzet makkelijker te couperen. De terbeschikkinggestelde is ambivalent ten opzichte van verlof en er komen relatief gezien meer momenten voor dat hij aangeeft stappen vooruit te willen maken en mee te willen werken. Het is duidelijk dat de terbeschikkinggestelde nauwelijks zal profiteren van het reguliere traject. De terbeschikkinggestelde beschikt over een machtiging tot begeleid verlof, maar heeft weinig gebruik gemaakt van de mogelijkheid om te oefenen met verloven. Gezien de uitgebreide vasculaire neurocognitieve stoornis van de terbeschikkinggestelde en het sterk vermoeden van een dementieel beeld is de komende periode enkel achteruitgang te verwachten. Het is in het geval van de terbeschikkinggestelde niet helder hoe dit zijn gedrag zal beïnvloeden. Dit zou kunnen leiden tot een toename van gedragsontremming, maar kan ook juist een uitdovend effect hebben. Op de afdeling is achteruitgang in het cognitief functioneren zichtbaar, maar de indruk bestaat dat het huidige verblijf op de gestructureerde afdeling met 24-uurs zorg de neurocognitieve beperkingen sterk maskeert. Zonder het huidige externe kader zou de terbeschikkinggestelde zich niet in de maatschappij staande kunnen houden. Hij zou overspoeld worden door stressoren. Bij het ervaren van krenking en boosheid kan de terbeschikkinggestelde gemakkelijk tot de conclusie komen dat anderen verantwoordelijk gehouden moeten worden voor zijn lijden. Hij zou opnieuw, net als bij het indexdelict, kunnen komen tot ‘acting-out’ gedrag. De terbeschikkinggestelde is in sterke mate afhankelijk van een adequate woonomgeving, waar hij hulpverlening ontvangt passend bij zijn neurocognitieve problemen. Anderzijds moeten ook de onbewerkte / onbewerkbare risicofactoren onder controle gehouden worden. In september 2022 heeft een trajectoverleg plaatsgevonden waarin is geadviseerd om de mogelijkheid te onderzoeken voor een plaatsing op de Long Care afdeling. Tot op heden is plaatsing niet passend geacht omdat de samenwerking met de terbeschikkinggestelde ontbreekt en hij bij een overplaatsing mogelijk overvraagd zal worden en vermoedelijk forse achteruitgang zal tonen. De komende periode zal het zoeken naar een verantwoord kader en passende vervolgvoorziening centraal staan. Het vinden van een concrete uitstroomplek verloopt echter moeizaam. Ook zal verder gewerkt worden aan het verhelderen van het functioneren van de terbeschikkinggestelde. Door middel van begeleid verlof zal gekeken worden wat het niveau van cognitief functioneren is. Tevens zal geprobeerd worden om de terbeschikkinggestelde in contact te brengen met de geriater. Het recidiverisico binnen de huidige situatie wordt ingeschat als laag-matig. Bij een beëindiging van de maatregel van terbeschikkingstelling wordt het risico op recidive ingeschat als hoog. De kliniek adviseert de maatregel van terbeschikkingstelling met twee jaren te verlengen.
De deskundige heeft het advies ter zitting gehandhaafd. Aanvullend heeft zij opgemerkt dat de terbeschikkinggestelde blijvend aangewezen is op een zorgkader. De terbeschikkinggestelde weigert om gebruik te maken van zijn verlofmogelijkheden en werkt niet mee aan het traject. Hij deelt bij herhaling mee verlof uitsluitend te zien als een vluchtmogelijkheid. Het traject van de terbeschikkinggestelde verloopt erg moeizaam. Rondom de verlengingszitting ervaart de terbeschikkinggestelde veel spanning en stress. De afgelopen periode zijn de geheugenproblemen meer zichtbaar geworden. Onderzocht moet worden of sprake is van een dementieel beeld, hetgeen van belang is voor het vormgeven van het vervolgtraject. Echter is het stellen van een diagnose lastig omdat de terbeschikkinggestelde niet wil samenwerken en niet in gesprek wil met de psychiater. De komende periode zal om die reden ingezet worden op klinische observaties.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt verlengd. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de maatregel is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Op grond van hetgeen in de rapportage van de kliniek is vermeld en ter zitting is toegelicht, stelt de rechtbank vast dat sprake is van een aanwezige stoornis en dat sprake is van recidiverisico. Aan de criteria voor de verlenging van de terbeschikkingstelling is daarom voldaan.
De rechtbank stelt vast dat sprake is van een complexe combinatie van beperkingen en stoornissen. Het traject van de terbeschikkinggestelde verloopt zeer moeizaam. De terbeschikkinggestelde verblijft sinds oktober 2018 op de behandelafdeling ‘Behandeling 2’ en er heeft tot op heden nauwelijks inhoudelijke behandeling plaatsgevonden. Er is bij de terbeschikkinggestelde sprake van een fors gebrek aan ziekte-inzicht en probleembesef en er is geen overeenstemming over de risicofactoren. De verdenking van het bestaan van een dementieel beeld maakt het er bovendien niet eenvoudiger op. De delict- en risicofactoren zijn dan ook volledig onbewerkt gebleven. De terbeschikkinggestelde blijft in strijd tegen het ‘systeem’ en de in zijn ogen onterechte veroordeling. Ondanks dat er in de kliniek veel geïnvesteerd is op het langdurig stabiliseren van de terbeschikkinggestelde, is er gezien de uitgebreide vasculaire neurocognitieve stoornis van de terbeschikkinggestelde en de sterke vermoedens van een dementieel beeld de komende periode enkel achteruitgang te verwachten. Door de kliniek wordt gezocht naar een verantwoord kader en een passende vervolgvoorziening. Gelet op de aard en complexiteit van de problematiek van de terbeschikkinggestelde is de verwachting dat hij blijvend aangewezen zal zijn op professionele hulpverlening om op een verantwoorde wijze de risicofactoren te kunnen beheersen. Verlenging van de maatregel is noodzakelijk om de beoogde vervolgstappen zeer geleidelijk en stapsgewijs te kunnen zetten en de terbeschikkinggestelde verder te stabiliseren in zijn functioneren.
Als uitgangspunt bij een verlengingsbeslissing geldt dat, wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridisch kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging met een jaar, de terbeschikkingstelling verlengd wordt met een termijn van twee jaren. De rechtbank stelt vast dat niet te verwachten valt dat binnen een jaar gronden aanwezig zullen zijn die een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege rechtvaardigen en/of een ander juridisch kader mogelijk maken. Rondom verlengingszittingen ervaart de terbeschikkinggestelde veel stress en onrust. Verlenging met een jaar om mogelijk druk op het ministerie te zetten om een vervolgplek voor de terbeschikkinggestelde te creëren, is, gelet op het uitgangspunt en het effect van een verlengingszitting op de terbeschikkinggestelde, niet passend. De rechtbank zal de maatregel met twee jaren verlengen.

5.De beslissing

De rechtbank:
- verlengt de terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde]met twee jaren.
Aldus gegeven door mr. P.M.F. Schreurs, voorzitter, mr. E. Venekatte en mr. L.J.C. Hangx, rechters, in tegenwoordigheid van Z. Demir als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 november 2023.
Buiten staat
Mr. Venekatte en mr. Hangx zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.