Uitspraak
1.[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 11 december 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de pleitnota van [gedaagde 2] .
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 28 december 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een particuliere verhuurder, aangeduid als [eiser], en de huurders, aangeduid als [gedaagden]. De eiser vorderde ontruiming van de woning aan [adres] te Oldenzaal en betaling van achterstallige huur. De huurovereenkomst was in februari 2022 gesloten, met een huurprijs van € 1.100,00 per maand, die per 1 januari 2023 geïndexeerd zou worden. De huurachterstand was opgelopen tot meer dan vier maanden, en er waren klachten van omwonenden over ernstige overlast veroorzaakt door de gedaagden. De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst door de gedaagden, die niet in staat waren om de huur te betalen en bovendien overlast veroorzaakten. De rechter wees de vordering tot ontruiming toe, met een termijn van veertien dagen na betekening van het vonnis. Daarnaast werden de gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur, rente, incassokosten en proceskosten. De rechter overwoog dat de persoonlijke omstandigheden van gedaagde 1, die gezondheidsproblemen had, niet opwogen tegen het belang van de eiser bij het ontvangen van de huurpenningen. De vordering tot betaling van een contractuele boete werd afgewezen, omdat dit niet spoedeisend was in het kort geding.