ECLI:NL:RBOVE:2023:5341

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
22 december 2023
Publicatiedatum
28 december 2023
Zaaknummer
C/08/304866 / KG ZA 23-239
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot verkoop van gemeenschappelijke woning na echtscheiding

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel, heeft eiser, die verblijft in de Penitentiaire Inrichting te Zwolle, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, met wie hij getrouwd is geweest. De partijen zijn beiden eigenaar van een woning, maar eiser kan geen contact krijgen met gedaagde. Eiser vraagt de voorzieningenrechter om een machtiging om de verkoop van de gemeenschappelijke woning ter hand te nemen. De voorzieningenrechter heeft op 22 december 2023 uitspraak gedaan en heeft eiser gemachtigd om de verkoop van de woning te regelen, met de voorwaarde dat hij deze rechtshandeling eerst ter goedkeuring aan de rechtbank moet voorleggen.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de wettelijke vereisten voor de dagvaarding zijn nageleefd en heeft verstek verleend tegen gedaagde, die niet op de zitting is verschenen. Eiser heeft verklaard dat hij akkoord gaat met het voorleggen van een bod op de woning aan de rechtbank voor goedkeuring. De voorzieningenrechter heeft de vordering van eiser toegewezen, waarbij hij eiser aanstelt als vertegenwoordiger van gedaagde voor de verkoop van de woning, en heeft bepaald dat de helft van de opbrengst aan eiser zal worden uitgekeerd, terwijl de andere helft in depot bij de notaris zal worden gestort.

De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. R.F. van Aalst op 22 december 2023.

Uitspraak

RECHTBANK Overijssel

Civiel recht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: C/08/304866 / KG ZA 23-239
Vonnis in kort geding van 22 december 2023
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats 1] , maar verblijvende in de Penitentiaire Inrichting te Zwolle,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
advocaat: mr. K. Tülü te Haarlem,
procederend met een toevoeging, verleend onder nummer [nummer]
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding, uitgebracht op 4 december 2023,
- de mondelinge behandeling van 21 december 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.

2.De beoordeling

Waar deze zaak over gaat
2.1.
Partijen zijn getrouwd geweest. In [datum] is de echtscheiding tussen hen uitgesproken. Partijen zijn beiden eigenaar van een woning in [plaats]. [eiser] wil deze gemeenschappelijke woning verkopen, maar hij kan geen contact krijgen met [gedaagde] . Daarom vraagt [eiser] in dit kort geding om een machtiging van de voorzieningenrechter.
De vordering van [eiser]
2.2.
[eiser] vordert - samengevat - een machtiging om de verkoop van de gemeenschappelijke woning ter hand te nemen, te bepalen dat het in deze zaak te wijzen vonnis in de plaats treedt voor de medewerking van [gedaagde] die daarbij vereist is, en te bepalen dat de helft van de opbrengst aan de man wordt uitgekeerd en dat de andere helft in depot bij de notaris zal worden gestort.
De voorzieningenrechter verleent verstek tegen [gedaagde] en zal de vordering van [eiser] toewijzen
2.3.
[gedaagde] is niet op de zitting verschenen. De voorzieningenrechter stelt vast dat bij het betekenen van de dagvaarding de wettelijke vereisten zijn nageleefd en dat de voorgeschreven termijnen en overige formaliteiten in acht zijn genomen. De voorzieningenrechter verleent daarom verstek tegen [gedaagde] .
2.4.
De voorzieningenrechter stelt vast dat Nederlands recht van toepassing is. De voorzieningenrechter zal de vordering, nu hem deze niet ongegrond of onrechtmatig voorkomt, toewijzen, met inachtneming van het volgende. Desgevraagd heeft [eiser] ter zitting verklaard dat hij er geen problemen mee heeft dat wanneer er een bod is uitgebracht op de woning waarmee hij kan instemmen, hij dit bod ter goedkeuring voorlegt aan de rechtbank als bedoeld in artikel 3:300 lid 1 BW. Dit zal de voorzieningenrechter bepalen.
Tot slot
2.5.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
machtigt [eiser] de verkoop van de woning aan de [adres] ter hand te nemen, zodat hij gerechtigd is om al datgene te doen dat nodig is om de verkoop van de voornoemde woning te bewerkstelligen, waaronder het laten taxeren van de woning door een NVM-makelaar, het te koop zetten van de woning, het accepteren van een bod op de woning - met dien verstande dat [eiser] deze rechtshandeling eerst ter goedkeuring aan de rechtbank dient voor te leggen - en het tekenen van de (voorlopige) koopovereenkomst,
3.2.
wijst [eiser] aan als vertegenwoordiger van [gedaagde] als bedoeld in artikel 3:300 lid 1 BW, in het bijzonder om, zodra een bod op de woning is uitgebracht waarvan de man vindt dat dit acceptabel is, (mede) namens [gedaagde] dit bod te aanvaarden, met dien verstande dat [eiser] deze rechtshandeling eerst ter goedkeuring aan de rechtbank dient voor te leggen,
3.3.
bepaalt dat het in dezen te wijzen vonnis in kort geding in de plaats treedt van de voor het opmaken van de notariële leveringsakte vereiste wilsverklaring, medewerking en handtekening van [gedaagde] als bedoeld in artikel 3:300 lid 2 BW,
3.4.
Bepaalt dat de helft van de opbrengst (na aftrek van kosten) uit de verkoop van de woning aan [eiser] zal worden uitgekeerd,
3.5.
bepaalt dat de helft van de opbrengst (na aftrek van kosten) uit de verkoop van de woning in depot zal worden gestort, hangende de door [eiser] te entameren bodemprocedure inzake verdeling,
3.6.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, zodat iedere partij de eigen kosten draagt,
3.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.F. van Aalst en in het openbaar uitgesproken op 22 december 2023. (wv)