In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 27 december 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting deltaWonen en een huurder, aangeduid als partij. De huurder had zonder toestemming van deltaWonen vier camera's aan de buitenzijde van de door hem gehuurde woning opgehangen. deltaWonen verzocht de huurder om de camera's te verwijderen, maar de huurder weigerde dit. Hierop heeft deltaWonen een kort geding aangespannen, waarin zij onder andere de verwijdering van de camera's vorderde. De huurder vorderde op zijn beurt toestemming voor het behouden van de camera's.
De kantonrechter oordeelde dat deltaWonen een spoedeisend belang had bij de vordering, omdat de camera's mogelijk inbreuk maakten op de privacy van omwonenden. De rechter stelde vast dat de huurder geen toestemming had voor het plaatsen van de camera's, wat in strijd was met de huurvoorwaarden. De kantonrechter wees de vorderingen van deltaWonen toe en de vorderingen van de huurder af. De huurder werd veroordeeld om de camera's binnen een maand te verwijderen, met een dwangsom van € 250 per dag bij niet-naleving, tot een maximum van € 10.000. Daarnaast werd de huurder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van deltaWonen, die in totaal € 786,86 bedroegen, en de proceskosten in reconventie van € 264,50.
De uitspraak benadrukt het belang van toestemming van de verhuurder voor aanpassingen aan de buitenzijde van een huurwoning en de rechten van verhuurders om hun beleid te handhaven met betrekking tot privacy en schade aan de woning.