ECLI:NL:RBOVE:2023:5305

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
22 december 2023
Publicatiedatum
22 december 2023
Zaaknummer
08.109823.23 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Jeugddetentie voor 18-jarige jongen wegens oplichting en diefstal van bejaarden

Op 22 december 2023 heeft de Rechtbank Overijssel een 18-jarige jongen veroordeeld tot een jeugddetentie van 210 dagen, waarvan 135 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De jongen is schuldig bevonden aan meermalen medeplegen van oplichting en diefstal van bejaarde slachtoffers, waarbij hij zich voordeed als bankmedewerker. De feiten vonden plaats op 26 april 2023 in Kampen en IJsselmuiden, waar hij samen met anderen slachtoffers heeft benaderd en hen heeft bewogen tot de afgifte van geld, sieraden en bankpassen door middel van listige kunstgrepen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen bij het bepalen van de straf. De verdachte heeft een verleden van soortgelijke delicten en er zijn zorgen over zijn psychische gezondheid en sociale omgeving. De rechtbank heeft besloten dat jeugdstrafrecht van toepassing is, gezien de leeftijd van de verdachte en zijn ontwikkelingsperspectief. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering en een contactverbod met medeverdachten. De rechtbank heeft ook de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke taakstraf gelast.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.109823.23 (P)
Datum vonnis: 22 december 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 2005 in [geboorteplaats 1] ,
wonende aan de [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 11 december 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. L. Ruessink en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. J. Leyten, advocaat in Amsterdam, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:op 26 april 2023 in Kampen al dan niet samen met anderen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (hierna [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] ) heeft opgelicht door zich voor te doen als een bankmedewerker en hen te bewegen tot het afgeven van contant geld, sieraden en hun pinpassen en pincodes om daarmee geld te pinnen, dan wel al dan niet samen met anderen contant geld en sieraden heeft geheeld;
feit 2:op 26 april 2023 in Kampen al dan niet samen met anderen geld heeft gestolen van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] door onbevoegd te pinnen;
feit 3:op 26 april 2023 in IJsselmuiden al dan niet samen met anderen [slachtoffer 3] (hierna [slachtoffer 3] ) heeft opgelicht door zich voor te doen als een bankmedewerker en haar te bewegen tot het afgeven van contant geld, sieraden en haar pinpas en pincode om daarmee geld te pinnen, dan wel al dan niet samen met anderen contant geld en sieraden heeft geheeld;
feit 4:op 26 april 2023 in IJsselmuiden al dan niet samen met anderen geld heeft geprobeerd te stelen van [slachtoffer 3] door onbevoegd te pinnen en daarbij meerdere keren een foutieve pincode in te voeren.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
hij op of omstreeks 26 april 2023 te Kampen, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het
aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige
kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
, heeft en/of hebben bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van
een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld
en/of het teniet doen van een inschuld, te weten de afgifte van
- een of meerdere vijftig (50) euro biljetten, althans enig geldbedrag,
- een of meerdere (gouden) sieraden en/of
- een of meerdere bankpassen en/of (bijbehorende) pincode(s),
door:
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] telefonisch te benaderen en zich voor te doen als
medewerker van een bank,
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te melden dat er sprake zou zijn van een hack en/of
ongebruikelijke transacties zouden plaatsvinden op de bankrekening(en) van die
[slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] ,
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te melden dat zij iemand zouden langs sturen om de
bankpas(sen) op te halen,
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] hierbij een code te geven ter verificatie,
- met een of meer mededaders naar de woning van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] toe
te rijden/gaan,
- bij die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] aan de deur te komen en/of voornoemde code door
te geven,
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te melden dat er twee verdachte types in de wijk
rondreden, maar deze kortgeleden waren aanhouden door de politie,
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te melden dat hij voor de zekerheid de bankpas(sen)
nodig had, deze bankpas(sen) (vervolgens) door te knippen en/of
- bij die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] een of meerdere vijftig (50) euro biljetten, althans
enig geldbedrag, een of meerdere bankpassen en/of (bijbehorende) pincode, een
gouden armband met kleine kraaltjes, een lange, gouden ketting met medaillon met
een rode steen, een gouden dames horloge en/of een gouden herenring in
ontvangst te nemen en/of mee te nemen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 26 april 2023 te Kampen, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
een of meerdere vijftig (50) euro biljetten, althans enig geldbedrag, en/of een of
meerdere (gouden) sieraden,
althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft
overgedragen,
terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden
krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden
dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
2
hij op of omstreeks 26 april 2023 te Kampen, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
een of meerdere geldbedragen (van in totaal 700 euro), althans enig geldbedrag, in
elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in
elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n)
heeft en/of hebben weggenomen (telkens) met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich
(telkens) de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of
dat/die weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben
gebracht door middel van een valse sleutel, door (telkens) een bankpas en
(bijbehorende) pincode, tot welk gebruik hij, verdachte, en/of zijn mededader(s),
niet gerechtigd was/waren, te gebruiken;
3
hij op of omstreeks 26 april 2023 te Ijsselmuiden, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het
aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige
kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 3] , heeft
en/of hebben bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het
ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet
doen van een inschuld, te weten de afgifte van
- een of meerdere vijftig (50) euro biljetten (van in totaal 700 euro), althans enig
geldbedrag,
- een of meerdere (gouden) sieraden, waaronder een gouden bedelarmband, en/of
- een of meerdere bankpassen en/of (bijbehorende) pincode(s),
door
- die [slachtoffer 3] telefonisch te benaderen en zich voor te doen als medewerker van
een bank,
- die [slachtoffer 3] te melden dat er sprake zou zijn van een hack en/of ongebruikelijke
transacties zouden plaatsvinden op de bankrekening(en) van die [slachtoffer 3] ,
- die [slachtoffer 3] te melden dat zij iemand zouden langs sturen om haar verder te
helpen,
- met een of meer mededaders naar de woning van die die [slachtoffer 3] toe te
rijden/gaan,
- bij die [slachtoffer 3] aan de deur te komen,
- die [slachtoffer 3] te melden alle spullen van waarde van die [slachtoffer 3] te willen
bewaren en/of te vragen naar geld en/of een ring,
- die [slachtoffer 3] te melden dat haar dochter later die avond nog verder komt helpen
en/of
- bij die [slachtoffer 3] een of meerdere vijftig (50) euro biljetten, althans enig
geldbedrag, een of meerdere bankpassen en/of bijbehorende pincode, (gouden)
sieraden, waaronder een gouden bedelarmband, in ontvangst te nemen en/of mee
te nemen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 26 april 2023 te Ijsselmuiden, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
een of meerdere vijftig (50) euro biljetten, althans enig geldbedrag, en/of een of
meerdere (gouden) sieraden,
althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft
overgedragen,
terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden
krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden
dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
4
hij op of omstreeks 26 april 2023 te Ijsselmuiden, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen
misdrijf om een of meerdere geldbedragen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of
ten dele aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of
zijn/haar mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het
zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun
bereik te brengen door middel van een valse sleutel, immers heeft hij en/of zijn
mededader(s),
een bankpas tot welk gebruik hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), niet
gerechtigd waren, aangeboden bij een geldautomaat en (vervolgens) een of
meermalen een (foutieve) pincode ingevoerd, terwijl de uitvoering van dat
voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat de feiten zoals onder 1 primair, 2, 3 primair en 4 ten laste zijn gelegd wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de bewezenverklaring van alle tenlastegelegde feiten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1 primair, 2, 3 primair en 4 ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen. [1]
  • Het proces-verbaal van de terechtzitting van 11 december 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
  • Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 27 april 2023 (pagina’s 62 en 63);
  • Het proces-verbaal van aangifte van [naam] van 26 april 2023 (pagina’s 59 en 60).
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de volgende ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1, primair
hij op 26 april 2023 te Kampen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid, door listige
kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]
, hebben bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten de afgifte van
- meerdere vijftig (50) euro biljetten,
- meerdere gouden sieraden en
- een bankpas,
door:
- die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] telefonisch te benaderen en zich voor te doen als medewerker van een bank,
- die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te melden dat er ongebruikelijke transacties zouden plaatsvinden op de bankrekening van die [slachtoffer 1] ,
- die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te melden dat zij iemand zouden langs sturen om de bankpas op te halen,
- die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hierbij een code te geven ter verificatie,
- met mededaders naar de woning van die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] toe te gaan,
- bij die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] aan de deur te komen en voornoemde code door te geven,
- die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te melden dat er twee verdachte types in de wijk rondreden, maar deze kortgeleden waren aangehouden door de politie,
- die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te melden dat hij voor de zekerheid de bankpassen nodig had, deze bankpassen vervolgens door te knippen en
- bij die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] meerdere vijftig (50) euro biljetten, bankpassen, een
gouden armband met kleine kraaltjes, een lange, gouden ketting met medaillon met
een rode steen, een gouden dames horloge en een gouden herenring in ontvangst te nemen en mee te nemen;
2
hij op 26 april 2023 te Kampen, tezamen en in vereniging met anderen, eenmaal, een geldbedrag (van in totaal 700 euro), dat aan [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] toebehoorde
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders dat weg te nemen geldbedrag onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door een bankpas en bijbehorende pincode, tot welk gebruik hij, verdachte, en zijn mededaders, niet gerechtigd waren, te gebruiken;
3, primair
hij op 26 april 2023 te IJsselmuiden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid, door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 3] , hebben bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten de afgifte van
- meerdere vijftig (50) euro biljetten (van in totaal 700 euro),
- meerdere gouden sieraden, waaronder een gouden bedelarmband, en
- een bankpas,
door
- die [slachtoffer 3] telefonisch te benaderen en zich voor te doen als medewerker van een bank,
- die [slachtoffer 3] te melden dat er ongebruikelijke transacties zouden plaatsvinden op de bankrekening van die [slachtoffer 3] ,
- die [slachtoffer 3] te melden dat zij iemand zouden langs sturen om haar verder te helpen,
- met mededaders naar de woning van die die [slachtoffer 3] toe te gaan,
- bij die [slachtoffer 3] aan de deur te komen,
- die [slachtoffer 3] te melden alle spullen van waarde van die [slachtoffer 3] te willen bewaren en te vragen naar geld en een ring,
- die [slachtoffer 3] te melden dat haar dochter later die avond nog verder komt helpen en
- bij die [slachtoffer 3] meerdere vijftig (50) euro biljetten, een bankpas, gouden sieraden, waaronder een gouden bedelarmband, in ontvangst te nemen en mee te nemen;
4
hij op 26 april 2023 te IJsselmuiden, tezamen en in vereniging met anderen, eenmaal, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededaders voorgenomen misdrijf om een of meerdere geldbedragen, die geheel aan [slachtoffer 3] , toebehoorde weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en dat weg te nemen goed onder hun bereik te brengen door middel van een valse sleutel, immers heeft hij en/of zijn mededaders, een bankpas tot welk gebruik hij, verdachte, en zijn mededaders, niet gerechtigd waren, aangeboden bij een geldautomaat en vervolgens een of meermalen een foutieve pincode ingevoerd, terwijl de uitvoering van dat
voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 45, 47, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1 primair en feit 3 primair
telkens het misdrijf:
medeplegen van oplichting;
feit 2
het misdrijf:
diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
feit 4
het misdrijf:
poging tot diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat het jeugdstrafrecht dient te worden toegepast en heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een jeugddetentie voor de duur van zeven maanden waarvan vier maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die verdachte al in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht De officier van justitie heeft daarbij gevorderd om aan het voorwaardelijk strafdeel alle door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden te verbinden, zoals die zijn opgenomen in het advies van 30 november 2023 van Reclassering Nederland.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat het jeugdstrafrecht dient te worden toegepast en dat kan worden volstaan met een straf die gelijk is aan de duur van het voorarrest. Eventueel kan aan verdachte een deels voorwaardelijke taakstraf worden opgelegd, zodat hulp en begeleiding op gang kan blijven. Bovendien is artikel 63 van toepassing, aldus de raadsvrouw. De raadsvrouw verzoekt tevens het elektronisch toezicht te laten vallen.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De aard en de ernst van de feiten
Verdachte heeft zich, samen met anderen, schuldig gemaakt aan oplichting en diefstal van bejaarde slachtoffers. Verdachte heeft niet alleen gepind, maar hij heeft de slachtoffers ook thuis bezocht en heeft hen, onder valse voorwendselen, bewogen tot afgifte van hun pinpas. Ook heeft hij zijn slachtoffers, samen met zijn mededaders, bewogen tot afgifte van hun contante geld en hun sieraden. Met hun handelwijze hebben verdachte en zijn mededaders misbruik gemaakt van het vertrouwen van de slachtoffers in de medemens en, in het bijzonder, in het bankwezen. Ook neemt de rechtbank in ogenschouw dat de oplichting bij de bejaarde slachtoffers thuis heeft plaatsgevonden, waardoor bij de slachtoffers het gevoel van veiligheid in en rond hun huis ernstig is geschaad. Verdachte en zijn mededaders hebben uitsluitend hun eigen financiële gewin voor ogen gehad. Zij hebben zich op geen enkele wijze bekommerd om de impact die hun handelwijze op de bejaarde slachtoffers heeft. Feiten als deze leiden bovendien niet alleen tot onrust en gevoelens van onveiligheid bij de slachtoffers, maar ook in de samenleving in het algemeen. Alle waarschuwingen ten spijt worden op grote schaal slachtoffers gemaakt door oplichtingspraktijken als deze.
De persoon van de verdachte
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met het strafblad van verdachte van 13 november 2023. Hieruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor een soortgelijk strafbaar feit, namelijk opzetheling.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het reclasseringsadvies van Reclassering Nederland van 30 november 2023. De reclassering heeft geconstateerd dat sprake is van een beginnend delictpatroon, een hang naar financieel gewin en dat negatieve invloed van het sociale netwerk mogelijk een rol heeft gespeeld. Er zijn diverse risicofactoren ten aanzien van de kans op recidive. Er is sprake van meervoudige psychische problematiek, waaronder zwakbegaafdheid, een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling en traumaproblematiek. Verdachte is gemakkelijk beïnvloedbaar en heeft beperkt inzicht in oorzaken en gevolgen. Ook is sprake geweest van overmatig cannabisgebruik. De reclassering benoemd dat het positief is dat verdachte een opleiding volgt, stage loopt en dat het schorsingstoezicht relatief goed verloopt. Verdachte zal een behandeling volgen bij De Waag en heeft daar al een intakegesprek gehad. De reclassering heeft toepassing van het jeugdstrafrecht en een deels voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden geadviseerd. Daarnaast is geadviseerd dat de elektronische monitoring kan komen ter vervallen. Omdat er geen specifieke interventies uit het jeugdstrafrecht nodig zijn, kan de begeleiding worden opgepakt door de volwassenenreclassering.
Verdachte was ten tijde van het plegen van het feit 18 jaar en dus meerderjarig. Op een jongvolwassen verdachte die ten tijde van het strafbare feit meerderjarig is, maar nog onder de 23 jaar, kan het jeugdstrafrecht worden toegepast als sprake is van omstandigheden gelegen in de persoon van verdachte of als de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd daartoe aanleiding geven.
De rechtbank is, in navolging van het advies van de reclassering, van oordeel dat toepassing van jeugdstrafrecht van belang is voor een zo’n gunstig mogelijke verder ontwikkeling van de verdachte. Ook hetgeen hiervoor over de persoon van de verdachte is overwogen en het feit dat verdachte meervoudige psychische problematiek heeft, waaronder zwakbegaafdheid, traumaproblematiek en een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling, maakt dat de rechtbank bestraffing en behandeling in het kader van het jeugdstrafrecht geboden vindt.
De straf of maatregel
De rechtbank heeft bij het bepalen van de strafmaat gekeken naar straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd en gelet op de ernst van de gepleegde feiten. De rechtbank moet, naast het aspect van vergelding, bij het bepalen van de straf ook rekening houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte en het pedagogisch effect van de straf, gezien de toepassing van het jeugdstrafrecht. De rechtbank acht het niet wenselijk en niet in het belang van de ontwikkeling van verdachte om aan hem een langdurige detentie op te leggen. De rechtbank heeft hierbij ook meegewogen dat hij een opleiding volgt, stage loopt en een (bij)baan heeft.
Alles afwegende zal de rechtbank aan verdachte een jeugddetentie opleggen voor de duur van 210 dagen, waarvan 135 dagen voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die verdachte al in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht en met een proeftijd van twee jaren
met daarbij de oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals deze door de reclassering zijn geadviseerd. Dit betekent dat verdachte niet terug hoeft naar de jeugdgevangenis. De voorwaardelijke jeugddetentie dient als waarborg om verdachte ervan te weerhouden nieuwe strafbare feiten te plegen en omdat de rechtbank de bijzondere voorwaarden in het belang acht van verdachte en zijn verdere ontwikkeling.
Naar het oordeel van de rechtbank is elektronisch toezicht niet langer van toegevoegde waarde, nu de reclassering positief gestemd is over de ontwikkelingen van verdachte. Die voorwaarde die in de schorsing gold zal de rechtbank thans niet koppelen aan het op te leggen toezicht. De rechtbank heft daarnaast het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van heden.
6.4
De in beslag genomen voorwerpen
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat het in beslag genomen geld aan verdachte kan worden teruggegeven. De raadsvrouw heeft hier geen standpunt over ingenomen.
Het is de rechtbank niet gebleken dat er sprake is van een beslag. De rechtbank zal hierover dan ook geen beslissing nemen.

7.De schade van benadeelden

7.1
De vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]
[slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hebben zich als benadeelde partijen gevoegd in dit strafproces. [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] vorderen verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 700,00 (zevenhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde schadevergoeding van [slachtoffer 1] betreft immateriële schade. De gevorderde schadevergoeding van [slachtoffer 2] betreft reeds vergoede schade.
7.2
Het oordeel van de rechtbank
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de gestelde schade niet is onderbouwd. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partijen om deze schade alsnog nader te onderbouwen levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal de benadeelde partijen die gelegenheid niet bieden.
De rechtbank zal de benadeelde partijen daarom in de vorderingen niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partijen de vorderingen in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen.

8.De vordering tenuitvoerlegging

8.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de tenuitvoerlegging gevorderd van de bij vonnis van de rechtbank Amsterdam van 10 mei 2022 opgelegde voorwaardelijke taakstraf voor de duur van 20 uren (parketnummer 13.020634.22).
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft om afwijzing van de vordering verzocht.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de vordering van de officier van justitie moet worden toegewezen. De hierboven bewezen verklaarde feiten zijn na het wijzen van voornoemd vonnis en voor het eindigen van de proeftijd gepleegd. Door het plegen van de bewezen feiten heeft verdachte de aan het vonnis verbonden algemene voorwaarde, dat hij voor het einde van de proeftijd geen nieuwe strafbare feiten zou plegen, niet nageleefd.
Gelet op het voorgaande zal de tenuitvoerlegging worden gelast van de onder parketnummer 13.020634.22 aan verdachte voorwaardelijk opgelegde taakstaf voor de duur van 20 uren.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 63, 77c, 77g, 77i, 77x, 77y, 77z, 77aa en 77gg Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2, 3 primair en 4 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 primair en feit 3 primair
telkens het misdrijf:
medeplegen van oplichting;
feit 2
het misdrijf:
diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
feit 4
het misdrijf:
poging tot diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 primair, 2, 3 primair en 4 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
jeugddetentievoor de duur van
210 (tweehonderdtien) dagen;
- bepaalt dat van deze jeugddetentie een gedeelte van
135 (honderdvijfendertig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De rechter kan de tenuitvoerlegging ook gelasten indien de verdachte gedurende de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende bijzondere voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland, Wibautstraat 12 in Amsterdam op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- zich ambulant laat behandelen door De Waag of een soortgelijke zorgverlener, ter beoordeling van de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- meewerkt aan een begeleid wonen traject, indien de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- op geen enkele wijze– direct of indirect – contact opneemt en/of onderhoudt met zijn mededaders ( [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2004, wonende aan de [adres 2] en [medeverdachte 2] , geboren op [geboortedatum 3] 2003, wonende aan de [geboorteplaats 2] ), zo lang het Openbaar Ministerie dit nodig acht;
- zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
- meewerkt aan controle van het gebruik van cannabis om het middelengebruik te
beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
  • bepaalt dat de benadeelde partij
  • bepaalt dat verdachte en de benadeelde partij ieder de eigen kosten dragen;
de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
  • bepaalt dat de benadeelde partij
  • bepaalt dat verdachte en de benadeelde partij ieder de eigen kosten dragen;
opheffing geschorste bevel voorlopige hechtenis
-
heft op het geschorste beveltot voorlopige hechtenis met ingang van heden;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf met parketnummer 13.020634.22
- beveelt de
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van rechtbank Amsterdam van
10 mei 2022 voorwaardelijk opgelegde
taakstrafvoor de duur van
20 uren.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Timmermans, voorzitter, mr. N.J.C. Monincx en
mr. M. ter Riet, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R. van der Hulst, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 22 december 2023.
Buiten staat
Mr. N.J.C. Monincx is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2023184832. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.