ECLI:NL:RBOVE:2023:5289
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in drugshandel en deelname aan criminele organisatie
Op 22 december 2023 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie en het smokkelen van methamfetamine. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij de ten laste gelegde feiten had begaan. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk invoeren, telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en aanwezig hebben van 2539 kilogram methamfetamine, alsook van het treffen van voorbereidingshandelingen voor de productie en distributie van deze drugs. Daarnaast werd hem deelname aan een criminele organisatie ten laste gelegd.
Tijdens de zittingen op 4, 6, 11 en 22 december 2023 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De officier van justitie eiste vrijspraak voor de eerste twee feiten, maar een veroordeling voor het derde feit. De verdediging pleitte voor vrijspraak van alle ten laste gelegde feiten. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de drugshandel en de criminele organisatie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet wist dat zijn bedrijven als dekmantel voor illegale praktijken dienden en sprak hem vrij van alle beschuldigingen.
De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat voor een veroordeling voor deelname aan een criminele organisatie bewezen moet zijn dat de verdachte wist dat de organisatie zich bezighield met het plegen van misdrijven. Aangezien dit niet kon worden vastgesteld, werd de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.