ECLI:NL:RBOVE:2023:5285

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 december 2023
Publicatiedatum
21 december 2023
Zaaknummer
ak_23_2460
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Evenementenvergunning voor Vriendenfestival Wintereditie te Ommen; belangenafweging tussen festival en omwonenden

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 19 december 2023 uitspraak gedaan over een verzoek tot schorsing van een evenementenvergunning verleend aan de derde-partij, De Vriendenclub Ommen B.V., voor het organiseren van het 'Vriendenfestival Wintereditie' in Ommen. De vergunning betreft evenementen op 22 en 23 december 2023 en op 1 januari 2024, waarbij geluidshinder voor omwonenden aan de orde is. Verzoeker, die in de nabijheid van het evenement woont, heeft bezwaar gemaakt tegen de vergunning en verzocht om een voorlopige voorziening om de vergunning te schorsen. De voorzieningenrechter heeft de belangen van de verzoeker, die zich zorgen maakt over geluidshinder, afgewogen tegen de belangen van de derde-partij, die al kosten heeft gemaakt en tickets heeft verkocht. De voorzieningenrechter oordeelt dat het belang van het doorgaan van het festival zwaarder weegt dan de bezwaren van de verzoeker, vooral gezien de beperkte overschrijding van geluidsnormen en het feit dat evenementen op deze locatie zijn toegestaan. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, waarbij hij benadrukt dat de vergunning van kracht blijft ondanks het bezwaar van de verzoeker.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL
Zittingsplaats Zwolle
Bestuursrecht
zaaknummer: ZWO 23/2460

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , uit [woonplaats] , verzoeker

(gemachtigde: R.V. Lie-A-Lien),
en
1. de burgemeester van de gemeente Ommen,verweerder,
2. het college en wethouders van de gemeente Ommen,het college)
(gemachtigde: mr. F.S. Helder).

Als derde-partij neemt aan de zaak deel: De Vriendenclub Ommen B.V. uit Ommen.

Inleiding

Verweerder heeft aan de derde-partij bij besluit van 9 november 2023 (verder: het bestreden besluit) een evenementenvergunning verleend voor het organiseren van “Vriendenfestival-Wintereditie” (verder: het Vriendenfestival) op vrijdag 22 december 2023 van 20.00 tot 02.00 uur, op zaterdag 23 december 2023 van 20.00 tot 02.00 uur en op maandag1 januari 2024 van 00.30 tot 05.00 uur.
Bij hetzelfde besluit heeft het college op grond van artikel 4:6 van de APV een ontheffing verleend voor het in werking hebben van geluidhinder veroorzakende apparatuur, op genoemde vrijdag en zaterdag tot 01.00 uur en op genoemde zondag tot 04.30 uur.
Verweerder heeft bij het bestreden besluit aan de derde partij ook ontheffing verleend als bedoel in artikel 35 van de Alcoholwet op genoemde dagen tot respectievelijk 01.30 en 04.30 uur.
Verzoeker heeft tegen de verleende evenementenvergunning bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter gevraagd om de vergunning te schorsen en andere ordemaatregelen te treffen.
Bij besluit van 13 december 2023 heeft verweerder het bestreden besluit op verzoek van derde-partij gedeeltelijk gewijzigd en conform de ingediende tekening besloten dat de feesttent een kwartslag wordt gedraaid, zodat het podium en de geluidsinstallatie met het front gericht zijn naar de Vecht.
Derde-partij heeft bij mail van 14 december 2023 met bijlagen gereageerd op het verzoek.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 18 december 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, de gemachtigde van verzoeker, de gemachtigde van verweerders, vergezeld door [naam 1] en [naam 2] , geluidsdeskundige. Namens de derde-partij zijn [naam 3] en [naam 4] verschenen.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

Inleiding
1. Het Vriendenfestival wordt gehouden in een feesttent op het evenemententerrein aan de Voormars in Ommen. Derde-partij heeft daartoe op 22 september 2023 een evenementen-vergunning aangevraagd. Op het perceel aan de Voormars is het bestemmingsplan Centrum Ommen – enkelbestemming groen en enkelbestemming verkeer van toepassing. Het is toegestaan om op deze locatie evenementen te organiseren. Tijdens het festival worden in de feesttent door verschillende artiesten en DJ’s optredens met versterkte muziek verzorgd. Verzoeker is woonachtig aan de [adres] dat op een afstand van ongeveer [nummer] meter is gelegen ten opzichte van de genoemde feesttent.
2. Verweerder heeft aan de evenementenvergunning na verkregen advies van de omgevingsdienst IJsselland de volgende geluidsvoorschriften verbonden:

(…)

2. Het equivalente geluidsniveau mag ter plaatste van de omliggende woningen ten gevolge van de activiteiten van het Vriendenfestival Wintereditie 2023, op 22, 23, december 2023 en 1 januari 2024 niet meer bedragen dan:

70 db (A) en 85 db (C) tussen 20.00 en 01.00 uur op 22-12-2023;
70 db(A) en 85 db (C) tussen 20.00 en 01.00 uur op 23-12-2023;
70 db (A) en 85 db (C) tussen 00.00 en 04.30 uur op 01-01-2024.

(…)

De gronden van het verzoek
3. Verzoeker heeft – samengevat - aangevoerd dat uit het bestreden besluit en bijbehorend advies van de omgevingsdienst IJsselland niet blijkt dat onderzoek heeft plaatsgevonden en dat verweerder inzicht heeft in de mate van hinder voor omwonenden. Uit geluidsmetingen van eerdere evenementen blijkt dat de vergunde geluidsnormen onduldbare geluidshinder tot gevolg hebben en dat de geluidsbelasting niet conform vergunning kan worden gerealiseerd. Verweerder heeft daarbij niet onderzocht en vastgelegd met welke maximale geluidsbronvermogen de vergunde dB(A) en db(C) norm gehaald kunnen worden. Tegelijkertijd heeft verweerder 1 niet verklaard hoe het tot de 70 dB(A) en 85 dB(C) norm is gekomen. Verzoeker meent verder dat verweerder niet afdoende heeft onderzocht wat het effect is van de bestreden beslissing op de binnenwaarde van de woning van verzoeker. Verweerder heeft verder niet de feitelijke situatie bij de afweging betrokken. In het bestreden besluit is ten onrechte niet bepaald op welke wijze en vanaf welk punt metingen plaats zullen vinden. Volgens de Nota evenementen met een luidruchtig karakter (verder: de Nota) geldt in de nachtperiode (vanaf 23.00 uur) niet 70-75 dB(A) als maximum maar 45-50 dB(A). Tenslotte heeft verweerder niet onderbouwd waarom het belang van de vergunninghouder bij het evenement dient te prevaleren boven het belang van cliënten en andere omwonenden om gedurende de nachtperiode gevrijwaard te blijven van geluidhinder. Ter zitting heeft verzoeker nog toegelicht dat vooral het db(C) niveau, de door de bassen veroorzaakte trillingen, voor hem voor overlast zorgen. Daarnaast heeft verzoeker toegelicht dat hij er wel begrip voor heeft dat het evenement in de nieuwjaarsnacht wordt georganiseerd en dat voor hem vooral de geluidsbelasting na 23.00 uur op de beide dagen voor de kerst het probleem vormt.
Standpunt derde-partij
4. Derde-partij heeft toegelicht dat hij is verrast door het bestreden besluit omdat ten opzichte van 2022 het aantal dB’s met vijf is verlaagd. Op 29 november 2022 heeft derde-partij een vergunning ontvangen voor de organisatie van een evenement in dezelfde omvang als dit jaar. Pas eind november 2023 ontving derde-partij het geluidsrapport dat is opgemaakt na metingen tijdens de oranjedagen van 2023. Derde-partij stelt dat hij tussen wal en schip zit. Er is al voor een bedrag van € 50.000,- kosten gemaakt, er zijn al veel kaarten verkocht, de bezoekers hebben verwachtingen van het evenement en de festivaldagen op 22 en 23 december zijn nodig om het evenement in de oudejaarsnacht te kunnen financieren. Derde-partij heeft er al veel aan gedaan om de geluidschade voor verzoeker en anderen zo veel mogelijk te beperken, door bijvoorbeeld de tent en het podium een kwartslag te draaien en door ingrepen met het aantal en de opstelling van de geluidsboxen. Derde partij heeft erop gewezen dat als het geluidsniveau zou moeten worden verlaagd naar een niveau vergelijkbaar met 45-50 dB (A) op de gevel van verzoeker, er na 23 uur geen muziek meer kan zijn, omdat dat veel te laag is. Dat betekent dan in feite dat het festival in het geheel niet kan doorgaan. Derde-partij vindt dat zijn belang en dat van zijn bezoekers zwaar moet wegen.
Karakter van deze procedure: een voorlopige voorziening
5. Uitgangspunt van de wet is dat het maken van bezwaar de werking van een besluit niet opschort. Dat staat in artikel 6:16 van de Awb. Met andere woorden: het besluit blijft van kracht, ook als er bezwaar tegen is gemaakt. Die hoofdregel kan worden doorbroken door het treffen van een voorlopige voorziening. De mogelijkheid daarvoor is geregeld in artikel 8:81 van de Awb. In dat artikel staat dat als tegen een besluit bezwaar is gemaakt, de voorzieningenrechter op verzoek een voorlopige voorziening kan treffen als onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. De verzoeker moet dus redenen hebben die maken dat hij de beslissing op het bezwaar niet kan afwachten en die een uitzondering op de hoofdregel dat het bezwaar de uitvoering van het besluit niet schorst, rechtvaardigen. Een voorlopige voorziening heeft – zoals de term al zegt – het karakter van een tussenmaatregel, in afwachting van de bodemzaak (in dit geval de beslissing op bezwaar).
De beoordeling die de voorzieningenrechter maakt, is dus voorlopig van aard en de rechtbank die in een later stadium in een eventuele bodemprocedure over de zaak beslist, is niet aan het oordeel van de voorzieningenrechter gebonden.
6. Als sprake is van onverwijlde spoed, zal de voorzieningenrechter kijken of een – zoals gezegd voorlopig – oordeel is te geven over de vraag of het besluit rechtmatig is.
Vervolgens maakt de voorzieningenrechter aan de hand daarvan een belangenafweging, waarbij verschillende elementen worden betrokken, met name:
  • in hoeverre duidelijk is dat (en in hoeverre valt te beoordelen of) aan het besluit een gebrek kleeft;
  • in hoeverre dat gebrek naar verwachting te herstellen valt in de beslissing op bezwaar;
  • of er een onomkeerbare situatie ontstaat als de gevraagde voorlopige voorziening wel of niet getroffen wordt;
  • hoe groot de mate van spoedeisendheid is.
Bij zo'n belangenafweging moeten alle belangen pro en contra worden afgewogen; als de belangen aan de ene kant groot zijn, moeten de belangen aan de andere kant ook groot zijn om daar tegenop te kunnen wegen.

7. Te beoordelen geschil

Het verzoek richt zich op het bestreden besluit met de aanvulling van 13 december 2023. Het gaat gelet op de bezwaren en het ingediende verzoek vooral om de door verweerder verleende evenementenvergunning, de openingstijden en de gestelde geluidsnormen.
Ter zitting is gebleken dat de bezwaren van verzoeker met name zien op het door verweerder vergunde dB (C) geluidsniveau op vrijdag en zaterdag 22 en 23 december 2023 vanaf 23.00 uur tot 02.00 uur. Daarbij is van belang dat op de beide dagen tot 01.00 uur ontheffing is verleend op grond van artikel 4.6 APV van het verbod om buiten een inrichting op een zodanige wijze toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt. Dat beperkt de mogelijke overlastperiode in geschil door te harde muziek dus tot het tijdvak van 23.00 tot 01.00 uur op de beide genoemde dagen. De voorzieningenrechter zal zijn beoordeling vooral hierop richten.
Het spoedeisende belang
8. Omdat het festival op 22 december 2023 zal beginnen en de derde-partij reeds met de opbouw is gestart, is de vraag of sprake is van onverwijlde spoed niet in geschil. De voorzieningenrechter zal daarom beoordelen of een voorlopig rechtmatigheidsoordeel kan worden gegeven over het bestreden besluit en beoordelen of een afweging van alle betrokken belangen het nodig maakt om een voorlopige voorziening te treffen.
Formele gebreken
9. Verzoeker heeft aangevoerd dat het bestreden besluit bevoegdheids- en ondertekeningsgebreken bevat. De voorzieningenrechter is van oordeel dat deze formele gebreken indien nodig in bezwaar hersteld kunnen worden en in het kader van de onderhavige procedure daarom buiten beschouwing kunnen worden gelaten
Toetsingskader
10. Artikel 2:25, eerste lid van de APV bepaalt dat het verboden is zonder of in afwijking van een vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.
Artikel 4:6 lid 1 van de APV bepaalt dat het verboden is buiten een inrichting op een zodanige wijze toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt.
Lid 2 van dit artikel bepaalt dat het college van het verbod ontheffing kan verlenen.
Artikel 1:8, eerste lid van de APV bepaalt dat een vergunning of ontheffing in ieder geval kan worden geweigerd in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en de bescherming van het milieu.
Bij dit laatste gaat het voor deze zaak met name om de bevoegdheid van de burgemeester om een vergunning (gedeeltelijk) te weigeren ter bescherming van het woon- en leefmilieu van de omwonenden.
11. Ter zitting heeft verweerder verduidelijkt dat er geen specifiek gemeentelijk beleid is met betrekking tot het hanteren van een geluidsniveau bij evenementen en dat bij het verlenen van een vergunning het advies van de omgevingsdienst een belangrijke rol speelt alsmede de landelijk algemeen gehanteerde Nota evenementen met een luidruchtig karakter van januari 1996 van de inspectie Milieuhygiëne Limburg.
De nota geeft een beoordelingskader voor grotere luidruchtige evenementen. Uitgangspunt daarbij is het vermijden van onduldbare hinder in de dag- en avondperiode en het vermijden van slaapverstoring in de nachtperiode.
Om onduldbare hinder in de avondperiode te vermijden, dient in de avond tot 23.00 uur te worden uitgegaan van een maximale gevelbelasting van 70 á 75 db(A).
Om slaapverstoring te voorkomen, dient in de nachtperiode vanaf 23.00 uur te worden uitgegaan van een maximale gevelbelasting van 40 á 50 db(A). In de nota wordt daarbij uitgegaan van een gemiddelde gevelisolatie van 20 á 25 db (A), zodat het geluidsniveau binnen maximaal 50 db(A) bedraagt in de avond en 25 db(A) in de nacht. De nota vermeldt evenwel ook dat het gebruikelijk is en verdedigbaar lijkt om op dagen waarop een vrije dag volgt, de nachtperiode niet te laten ingaan om 23.00 uur, maar één of twee uur later op 24.00 uur of 01.00 uur. In de nota is verder opgenomen dat de grens van wat in redelijkheid van omwonenden gevraagd kan worden te accepteren in het algemeen ligt bij het vaak gehanteerde begrip “onduldbaar”.
In de nota gaat het vooral om de dB(A) waarde, maar de vooral voor verzoeker belangrijke dB (C) waarde kan daarvan worden afgeleid.
Wanneer is er sprake van onduldbare geluidshinder?
12. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) heeft in bijvoorbeeld haar uitspraak van 11 mei 2016 [1] geoordeeld dat niet op objectieve gronden is vast te stellen wanneer een omwonende onduldbare geluidshinder ondervindt. Het oordeel of sprake is van onaanvaardbare hinder, is niet alleen afhankelijk van de maximaal vergunde grenswaarde. Het is ook afhankelijk van de vraag of het bestuursorgaan aan de belangen die met de activiteit zijn gediend, redelijkerwijs doorslaggevend gewicht heeft mogen toekennen
13. De voorzieningenrechter stelt vast dat het vergunde geluidsniveau van 70 db(A) en 85 db (C) de in de nota opgenomen norm ter voorkoming van slaapverstoring gedurende de drie dagen van het evenement na 23.00 uur overschrijdt. De geluidsdeskundige heeft dit ter zitting ook bevestigd. Voor de tijdvakken tot 23.00 uur heeft verweerder de uitgangspunten van de nota wel gevolgd.
Geluidsrapport mei 2023
14. Bij het bepalen van de maximum dB (A) en dB (C) waarden heeft verweerder betekenis mogen toekennen aan de uitkomsten van het geluidsrapport van 12 mei 2023 waarin is opgenomen dat in de woning van verzoeker gedurende een eerder gehouden evenement, de Koningsdagen, bij meting sprake was van een naar het oordeel van verweerder aanvaardbare binnenwaarde van 50 db(A) gedurende het evenement.
Geluidsmetingen
14. Verder neemt de voorzieningenrechter in overweging dat verweerder I met de Omgevingsdienst afspraken heeft gemaakt over het uitvoeren van geluidsmetingen ten tijde van het festival. De Omgevingsdienst zal met twee geluidssystemen de metingen verrichten. Bij geconstateerde geluidsovertredingen wordt de derde-partij in eerste instantie ter plaatse mondeling gewaarschuwd om als aan de geluidsvoorschriften te voldoen. Hiervan wordt een rapport/proces-verbaal opgemaakt, waarna vervolgens een schriftelijke waarschuwing wordt gegeven. Indien nodig zal de burgemeester, na een door haar te maken belangenafweging, anderszins handhavend optreden om de derde-partij alsnog aan de geluidsvoorschriften te laten voldoen en in het uiterste geval het evenement (laten) beëindigen. De voorzieningen-rechter heeft geen aanleiding gevonden hieraan te twijfelen.
Welke maatregelen heeft de derde-partij zelf al genomen?
15. De vertegenwoordigers van de derde-partij hebben ter zitting bevestigd dat voor dit jaar verdere maatregelen zijn genomen ter beperking van de geluidoverlast door de feesttent een kwartslag te draaien en door de cardio-set up (het achter in de feesttent plaatsen van twee extra geluidsboxen om een betere geluidverspreiding te realiseren). Door het kwartslag draaien van de feesttent wordt de voorzijde van het podium naar de parkeerplaats gericht waardoor het geluid minder is gericht richting de woningen aan de Vechtkade, waar verzoeker woonachtig is.
Het geschil tussen partijen
16. Duidelijk is dat verweerder voor de periode vanaf 23.00 uur ervoor heeft gekozen niet de normen te hanteren van de nota die zijn bedoeld om slaapverstoring van omwonenden tegen te gaan, maar heeft toegestaan dat de normen van voor 23.00 uur ook gelden voor de periode daarna.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat verweerder voldoende heeft gemotiveerd waarom, na weging van de belangen die zijn gediend met het evenement en de belangen van omwonenden om van hinder gevrijwaard te blijven, voor de activiteiten tijdens het evenement ook na 23.00 uur respectievelijk 24.00 uur maximale geluidswaarden zijn vergund van maximaal 70 dB (A) en 85 dB (C), gemeten op de gevels van omliggende woningen.
Welke belangen spelen een rol?
17. Allereerst het belang dat de derde-partij reeds is gestart met de opbouw, tickets heeft verkocht en ter zitting overtuigend heeft toegelicht dat een aanmerkelijk lager geluidsniveau tot gevolg heeft dat van een muziekfestival geen sprake kan zijn. Verder hebben de vertegenwoordigers van de derde-partij ter zitting genoegzaam toegelicht dat sprake is van grote financiële belangen bij het doorgaan van het evenement en dat voor het mogelijk kunnen maken van het oudejaarsfeest de beide avonden voor kerst nodig zijn om alle kosten te kunnen dragen.
Het reeds aanwezige evenemententerrein en de frequentie van evenementen
18. Niet in geschil is dat evenementen zijn toegestaan op het terrein aan de Voormars. Van omwonenden mag daarom worden gevraagd enig geluid dat met evenementen gepaard gaat, te dulden. Dit geldt ook voor verzoeker. In verband met de te maken belangenafweging mag voorts worden betrokken dat verzoeker heeft aangegeven wel begrip te hebben voor het organiseren van een evenement in de oudejaarsnacht en dat zijn bezwaren, zoals eerder gesteld, vooral zijn gericht op de beide dagen voor de kerst. Daarbij mag worden betrokken dat de voorzieningenrechter ter zitting is gebleken dat tot op heden op het evenemententerrein slechts op vijf dagen per jaar sprake is van evenementen met aanmerkelijk geluid, twee rond koningsdag en de dagen waarop het huidige evenement plaatsvindt. Ook is van belang dat op de twee dagen voor de kerst alleen sprake is van overschrijding van het in de nota geadviseerde geluidsniveau in de tijdvakken tussen 23.00 en 01.00 uur. Verweerder heeft verder toegelicht dat hij het belangrijk vindt dat voor met name de jeugd in de gemeente er in de vakantieperiode rond kerst en oudjaar aantrekkelijke evenementen worden georganiseerd, waarbij soms hoort dat van enige overlast voor omwonenden sprake kan zijn.
19. Duidelijk is wel dat bij de vorige editie van het evenement geen metingen hebben plaatsgevonden. Ter zitting heeft de gemachtigde van verzoeker gewezen op het belang van goede metingen en dat verweerder nader dient te bezien of evenementen als deze op de huidige locatie wel wenselijk zijn. De voorzieningenrechter geeft verweerder in overweging dit na het festival te evalueren en dat met de derde-partij en de omwonenden te bespreken.
20. Gelet op al het voorgaande en gelet op het door verweerder ook geschetste belang van het doorgaan van het evenement ten behoeve van de veelal jeugdige bezoekers die juist rond de feestdagen behoefte hebben aan een door de derde-partij georganiseerd evenement en nu het gaat om een wat betreft de periode relatief beperkte overschrijding op twee dagen van 23.00 uur tot 01.00 uur, is de voorzieningenrechter van oordeel dat het belang van het doorgaan van het muziekevenement nu zwaarder weegt.

Conclusie en gevolgen

Voor het treffen van een voorlopige voorziening bestaat nu geen grond. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet dan ook worden afgewezen.
Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.T. de Kwaasteniet, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van C. Kuiper, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.ECLI:NL:RVS:2016:1245 (Hardrock Festival Zwolle)