ECLI:NL:RBOVE:2023:5257

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
21 december 2023
Publicatiedatum
21 december 2023
Zaaknummer
08.030390.23 + 08.173856.21 (TUL) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen met voorwaardelijke gevangenisstraf en taakstraf

Op 21 december 2023 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 8 januari 2023 in Zwolle openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen meerdere personen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen, zoals ten laste gelegd. De verdachte is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden en een taakstraf van 150 uren. De rechtbank heeft ook de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden bevolen, omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan nieuwe strafbare feiten heeft schuldig gemaakt. De officier van justitie had een gevangenisstraf van zes maanden geëist, waarvan drie maanden voorwaardelijk, maar de rechtbank heeft besloten om de gevangenisstraf geheel voorwaardelijk op te leggen met een proeftijd van drie jaren. De verdachte moet zich melden bij de reclassering en zich houden aan bijzondere voorwaarden, waaronder een meldplicht en deelname aan een behandeling. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van de verdachte, die eerder in aanraking is gekomen met justitie. De rechtbank heeft de verdachte ook een taakstraf opgelegd, die kan worden omgezet in vervangende hechtenis indien deze niet naar behoren wordt verricht.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.030390.23 + 08.173856.21 (TUL) (P)
Datum vonnis: 21 december 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2003 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [woonplaats] ,
nu verblijvende in de P.I. Almelo.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
7 december 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. B.P.R. van Andel en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. D.R. Kops, advocaat in Breukelen, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte op 8 januari 2023 in Zwolle samen met anderen openlijk geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] .
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 8 januari 2023 te Zwolle openlijk, te weten, in restaurant [bedrijf] gevestigd aan [adres] te Zwolle en/of in het aldaar gelegen winkelcentrum De Dobbe, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen één of meerdere personen en/of een goed, te weten:- [slachtoffer 1] ,- [slachtoffer 2] en/of- [slachtoffer 3]door:- In restaurant [bedrijf] een kruk/stoel te pakken en/of deze kruk/stiel boven zijn hoofd te heffen en daarmee die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 3] te slaan,- tijdens het wegrennen zich om te draaien en die [slachtoffer 2] tegen het gezicht te slaan en/of te stompen waardoor die [slachtoffer 2] ten val komt,- meerdere malen, in elk geval eenmaal, slaande bewegingen te maken in de richting van het hoofd van die [slachtoffer 1] ,- meerdere malen, in elk geval eenmaal, die [slachtoffer 2] tegen het lichaam te schoppen en/of te trappen als die [slachtoffer 2] op de grond ligt,- een blauwe prullenbak te pakken en die tegen het hoofd van die [slachtoffer 4] te duwen/houden,- meerdere malen slaande bewegingen te maken in de richting van het hoofd van die [slachtoffer 2] ,- een metalen paal te pakken en daarmee in de richting van een stotende beweging te maken tegen een onbekend gebleven man,- die [slachtoffer 2] meerdere malen tegen het hoofd te slaan en/of te stompen als die [slachtoffer 2] op de grond ligt en/of- die [slachtoffer 1] eenmaal tegen het hoofd te slaan.

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend kan worden bewezen. Volgens de officier van justitie heeft verdachte een voldoende significante en wezenlijke bijdrage geleverd aan het openlijk gepleegde geweld.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich voor de bewezenverklaring gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen [1] .
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 7 december 2023;
- het proces-verbaal van bevindingen uitschrijven camerabeelden door P.C.S. Smit van 11 januari 2023 (p. 72-115).
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 8 januari 2023 te Zwolle openlijk, te weten, in restaurant [bedrijf] gevestigd aan [adres] te Zwolle en in het aldaar gelegen winkelcentrum De Dobbe, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen meerdere personen , te weten:- [slachtoffer 1] ,- [slachtoffer 2] en- [slachtoffer 3]door:- In restaurant [bedrijf] een krukte pakken en deze kruk boven zijn hoofd te heffen en daarmee die [slachtoffer 1] of [slachtoffer 4] of [slachtoffer 3] te slaan,- tijdens het wegrennen zich om te draaien en die [slachtoffer 2] tegen het gezicht te slaan waardoor die [slachtoffer 2] ten val komt,- meerdere malen slaande bewegingen te maken in de richting van het hoofd van die [slachtoffer 1] ,- meerdere malen die [slachtoffer 2] tegen het lichaam te schoppen en te trappen als die [slachtoffer 2] op de grond ligt,- een blauwe prullenbak te pakken en die tegen het hoofd van die [slachtoffer 4] te duwen,- meerdere malen slaande bewegingen te maken in de richting van het hoofd van die [slachtoffer 2] ,- een metalen paal te pakken en daarmee een stotende beweging te maken tegen een onbekend gebleven man,- die [slachtoffer 2] meerdere malen tegen het hoofd te slaan en te stompen als die [slachtoffer 2] op de grond ligt en- die [slachtoffer 1] eenmaal tegen het hoofd te slaan.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
het misdrijf:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte moet worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd om aan het voorwaardelijke deel de bijzondere voorwaarden te koppelen, zoals die zijn geadviseerd door de reclassering in het rapport van 14 november 2023 onder parketnummer 08.123186.23. Tot slot heeft de officier van justitie het standpunt ingenomen dat volwassenstrafrecht moet worden toegepast, gelet op de bevindingen neergelegd in het hiervoor genoemde reclasseringsrapport.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair verzocht om bij een strafoplegging het adolescentenstrafrecht toe te passen en daarbij aansluiting te zoeken bij de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) ten aanzien van openlijk geweld.
Subsidiair heeft de raadsman verzocht om het adolescentenstrafrecht toe te passen en daarbij een deels voorwaardelijke taakstraf op te leggen, rekening houdende met de rol van de wederpartij, de toepassing van artikel 63 Sr en het gegeven dat verdachte al een onvoorwaardelijke gevangenisstraf uitzit.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De aard en de ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan openlijke geweldpleging in vereniging. Het geweld vond plaats in een winkelcentrum te midden van winkelend publiek en bestond onder meer uit het slaan en schoppen tegen het lichaam en hoofd. Verdachte heeft onder meer meerde malen tegen het hoofd geslagen. Ook heeft hij een prullenbak tegen een op grond liggend iemand geduwd. Verdachte heeft aan het openlijk geweld een wezenlijke bijdrage geleverd. Openlijk geweld in vereniging leidt in de samenleving tot gevoelens van angst en onveiligheid. De rechtbank neemt dit verdachte kwalijk.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 19 oktober 2023. Hieruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
De rechtbank heeft ook kennisgenomen van het over verdachte opgemaakte reclasseringsadvies van 10 mei 2023 en van 14 november 2023 onder parketnummer 08.123186.23. Vanwege de meer recente datum neemt de rechtbank de bevindingen van het rapport van 14 november 2023 als uitgangspunt.
Uit het reclasseringsrapport van 14 november 2023 volgt dat verdachte een nu 19-jarige man is bij wie het zorgelijk is dat hij op zijn jonge leeftijd en binnen korte tijd meer malen in aanraking is gekomen met politie en justitie. De reclassering ziet risicofactoren aangaande financiën, dagbesteding en het sociale netwerk van verdachte. Verdachte beschikt niet over een zinvolle daginvulling en heeft nauwelijks inkomsten. Daarnaast lijkt zijn sociale netwerk een negatieve invloed op hem te hebben, omdat hij vrienden heeft die met justitie in aanraking zijn gekomen en hij meermaals aangeeft zijn vrienden onvoorwaardelijk te steunen. Op basis van het onderzoek kan geen diagnose worden gesteld, wel kan worden geconcludeerd dat bij verdachte sprake is van antisociale trekken bij een persoon die nog in ontwikkeling naar volwassenheid is. Gebruik van cannabis en alcohol zijn aan de orde, maar lijken (nog) niet tot problematisch gedrag te hebben geleid. Intellectueel lijkt verdachte op (beneden)gemiddeld niveau te functioneren. Verdachte neigt naar het snelle geld en het ontbreekt hem aan verantwoordelijkheden en concrete doelen voor de toekomst. Het risico op recidive wordt ingeschat als gemiddeld. Het risico op onttrekken aan voorwaarden wordt ingeschat als laag.
De reclassering adviseert in het rapport van 10 mei 2023 om het adolescentenstrafrecht toe te passen. Dit was ingegeven vanwege een al lopend toezicht bij de jeugdreclassering. In de meer recent opgestelde rapportage van 14 november 2023 adviseert de reclassering toepassing van het volwassenstrafrecht. Dit advies baseert de reclassering onder meer op het gegeven dat de meer pedagogische insteek van het jeugdstrafrecht en de jeugdreclassering niet heeft geleid tot gedragsverandering bij verdachte. Een meer zakelijke aanpak zoals die van de volwassenreclassering is passender. Bij deze conclusie van de reclassering sluit de rechtbank zich aan. De rechtbank zal het volwassenstrafrecht toepassen.
De rechtbank houdt rekening met het bepaalde in artikel 63 Sr, vanwege het vonnis van de meervoudige kamer van 13 september 2023.
De strafoplegging
De rechtbank heeft bij het bepalen van de strafmodaliteit en de strafmaat rekening gehouden met straffen die rechters in soortgelijke strafzaken opleggen en de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) ten aanzien van artikel 141 Sr.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden passend en geboden. De rechtbank ziet in het verhandelde ter zitting en de persoon van verdachte redenen om de gevangenisstraf geheel voorwaardelijk op te leggen, met een proeftijd van drie jaren, met daaraan gekoppeld de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden, zoals geadviseerd in het rapport van 14 november 2023, inhoudende een meldplicht bij de reclassering, een ambulante behandeling en het vinden en behouden van dagbesteding.
Daarnaast legt de rechtbank aan verdachte een taakstraf voor de duur van 150 uren op, te vervangen door 75 dagen vervangende hechtenis indien niet (naar behoren) verricht, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering heeft doorgebracht.

7.De vordering tenuitvoerlegging

7.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vordert dat de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de meervoudige kamer van de Rechtbank Overijssel van 13 september 2023 opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden moet worden afgewezen.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft om afwijzing van de vordering verzocht.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de vordering van de officier van justitie moet worden toegewezen, nu is gebleken dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan het plegen van nieuwe strafbare feiten heeft schuldig gemaakt.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op het hiervoor genoemde wetsartikel. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 63 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De rechter kan de tenuitvoerlegging ook gelasten indien de verdachte gedurende de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende bijzondere voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich meldt op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met verdachte opnemen voor de eerste afspraak;
- zich laat behandelen door Transfore of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo spoedig mogelijk. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- zich inspant voor het vinden en behouden van een passende opleiding en/of betaald werk, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
150 (honderdvijftig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
75 (vijfenzeventig) dagen;
- beveelt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste zestig dagen doorgebracht in verzekering of voorlopige hechtenis, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf met parketnummer 08.173856.21
- beveelt de
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de meervoudige kamer in deze rechtbank van 13 september 2022 voorwaardelijk opgelegde
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. de Loor, voorzitter, mr. G.H. Meijer en
mr. D.E. Schaap, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.S. de Bruin, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 21 december 2023.
Buiten staat
Mr. D.E. Schaap is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2023012377. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.