ECLI:NL:RBOVE:2023:522

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
13 februari 2023
Publicatiedatum
13 februari 2023
Zaaknummer
08-276365-22, 05-316453-20 (tul), 08-189699-20 (tul), 08-220395-22 en 08-293423-22 (gev. ttz.) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor meerdere inbraken in auto's en diefstal van bierkratten

Op 13 februari 2023 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 28-jarige man, die werd beschuldigd van meerdere inbraken in auto's en de diefstal van lege bierkratten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden. De zaak kwam voor de rechtbank na een openbare terechtzitting op 30 januari 2023, waar de officier van justitie, mr. R. van Andel, de vordering indiende. De verdachte, die in PI Almelo verblijft, werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. U. Ural.

De tenlastelegging omvatte verschillende feiten, waaronder diefstal uit auto's en pogingen daartoe, alsook geweld tegen ambtenaren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig waren en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de bewezenverklaarde feiten, waaronder diefstal met braak en wederspannigheid. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van enkele feiten, omdat er onvoldoende bewijs was voor zijn betrokkenheid.

Bij de strafoplegging heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de gepleegde feiten, de overlast die deze veroorzaken voor de maatschappij, en de eerdere veroordelingen van de verdachte. De rechtbank heeft geoordeeld dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend is, gezien de herhaalde strafbare feiten en het gebrek aan responsiviteit van de verdachte op eerdere interventies. De rechtbank heeft ook schadevergoedingen toegewezen aan benadeelde partijen, waarbij de vorderingen van sommige benadeelden zijn afgewezen omdat deze niet voldoende onderbouwd waren of niet rechtstreeks voortvloeiden uit de bewezenverklaarde feiten.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08-276365-22, 05-316453-20 (tul), 08-189699-20 (tul), 08-220395-22 en 08-293423-22 (gev. ttz.) (P)
Datum vonnis: 13 februari 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1994 in [geboorteplaats] ,
nu verblijvende in PI Almelo.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 30 januari 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. R. van Andel, en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. U. Ural, advocaat in Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Parketnummer 08-276365-22
feit 1:een geldbedrag van [slachtoffer 1] heeft gestolen uit een auto door middel van braak dan wel die auto heeft vernield;
feit 2:heeft geprobeerd geld te stelen van [slachtoffer 2] uit een auto door middel van braak dan wel die auto heeft vernield;
feit 3:een tas met inhoud en een iPhone S6 van [slachtoffer 3] heeft gestolen uit een autodoor middel van braak dan wel die auto heeft vernield;
feit 4:heeft geprobeerd geld te stelen van [slachtoffer 4] uit een auto door middel van braak dan wel die auto heeft vernield;
feit 5:een geldbedrag heeft gestolen van [slachtoffer 5] uit een auto door middel van braak dan wel die auto heeft vernield;
feit 6:een pinpas en een geldbedrag heeft gestolen van [slachtoffer 6] uit een auto door middel van braak dan wel die auto heeft vernield;
Parketnummer 08-220395-22
zich met geweld heeft verzet tegen aanhouding;
Parketnummer 08-293423-22
feit 1:kratten bier van [slachtoffer 7] heeft gestolen;
feit 2:kratten bier van [slachtoffer 8] heeft gestolen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
Parketnummer 08-276365-22
1
hij op of omstreeks 20 juni 2022 en/of 21 juni 2022 te Oldenzaal een geldbedrag (uit een auto met kenteken [kenteken 1] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks 20 juni 2022 en/of 21 juni 2022 te Oldenzaal opzettelijk en wederrechtelijk een auto (met kenteken [kenteken 1] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt
2
hij op of omstreeks 24 juli 2022 te Oldenzaal ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om goederen van zijn gading en/of een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking, immers heeft hij, verdachte, de auto (met kenteken [kenteken 2] ) doorzocht en/of een of meerdere autovakken/kastjes doorzocht en/of bekeken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 24 juli 2022 te Oldenzaal opzettelijk en wederrechtelijk een auto (met kenteken [kenteken 2] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt
3
hij op of omstreeks 29 juli 2022 te Oldenzaal een tas met inhoud en/of een iPhone S6 (uit een auto met kenteken [kenteken 3] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 29 juli 2022 te Oldenzaal opzettelijk en wederrechtelijk een auto (met kenteken: [kenteken 3] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt
4
hij op of omstreeks 7 september 2022 te Oldenzaal ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om goederen van zijn gading en/of een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking, immers heeft hij, verdachte, de auto (met kenteken [kenteken 4] ) doorzocht, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 7 september 2022 te Oldenzaal opzettelijk en wederrechtelijk een auto (met kenteken [kenteken 4] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt
5
hij op of omstreeks 12 september 2022 te Deurningen, gemeente Oldenzaal een geldbedrag (uit een auto met kenteken [kenteken 5] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 12 september 2022 te Deurningen, gemeente Oldenzaal opzettelijk en wederrechtelijk een auto (met kenteken [kenteken 5] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt
6
hij op of omstreeks 12 oktober 2022 te Oldenzaal een pinpas en/of een geldbedrag (uit een auto met kenteken [kenteken 6] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 6] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 12 oktober 2022 te Oldenzaal opzettelijk en wederrechtelijk een auto (met kenteken [kenteken 6] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 6] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt
Parketnummer 08-220395-22
hij op of omstreeks 29 augustus 2022 te Oldenzaal, zich met geweld en/of bedreiging met geweld, heeft verzet tegen (een) ambtena(a)r(en), [verbalisant 1] , hoofdagent bij de Eenheid Oost-Nederland en/of [verbalisant 2] , hoofdagent bij de Eenheid Oost-Nederland en/of [verbalisant 3] , hoofdagent bij de Eenheid Oost-Nederland, werkzaam in de rechtmatige uitoefening van haar/zijn/hun bediening, immers heeft hij, verdachte, toen voornoemde ambtenaren hem wilden aanhouden teneinde hem onverwijld voor te geleiden voor een hulpofficier van justitie en hem daartoe over te brengen naar een plaats van verhoor:
- voornoemde Westerveld met een tak tegen de nek, althans tegen het lichaam, geslagen en/of
- zich een of meerdere malen in tegengestelde richting bewogen dan voornoemde ambtenaren hem trachtten te bewegen en/of
- zijn, verdachtes, spieren meermalen aangespannen en/of zijn, verdachtes, vuisten gebald en/of
- een of meerdere malen trappende bewegingen met zijn, verdachtes, voeten en/of benen gemaakt en/of
- een of meerdere malen met zijn, verdachtes, hoofd over de betonnen tegels bewogen en/of
- een of meerdere malen in de richting van vernoemde ambtenaren gespuugd;
Parketnummer 08-293423-22
1
hij op of omstreeks 10 november 2022 te Oldenzaal een of meerdere kratten bier, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 7] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij op of omstreeks 23 oktober 2022 te Oldenzaal een of meerdere kratten bier, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 8] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaken, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het primair ten laste gelegde onder 08-276365-22 feiten 1, 3, 4, 5, en 6 en het ten laste gelegde onder 08-220395-22 en 08-293423-22 feit 1 en 2, wettig en overtuigend kunnen worden bewezen. Zij stelt hierbij dat ten aanzien van het primair ten laste gelegde onder 08-276365-22, feiten 1, 3, 4, 5 en 6 sprake is van een specifieke modus operandi, waardoor deze in samenhang bewezen kunnen worden.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat er geen sprake is van een vaste modus operandi. Volgens de raadsman is verdachte bekend bij de plaatselijke politie, en is hij daarom al op voorhand verdacht. Hij heeft ten aanzien van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde onder 08-276365-22 feiten 1, 2, 3, 4, 5, 6 en het ten laste gelegde onder 08-293423-22 feiten 1 en 2 vrijspraak bepleit wegens een gebrek aan voldoende wettig en overtuigend bewijs. Ten aanzien van 08-220395-22 heeft de raadsman bepleit dat dit feit bewezen kan worden verklaard.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Parketnummer 08-276365-22
De rechtbank overweegt dat uit het dossier onvoldoende blijkt van betrokkenheid van verdachte bij de op 29 juli 2022, 12 september 2022 en 12 oktober 2022 gepleegde auto-inbraken dan wel vernielingen van die auto's, zoals onder feit 3 primair en subsidiair, feit 5 primair en subsidiair en feit 6 primair en subsidiair is ten laste gelegd. Verdachte zal daarom van deze feiten worden vrijgesproken.
De rechtbank acht de gestelde modus operandi onvoldoende specifiek om schakelbewijs toe te passen.
Vaststelling van de feiten
De rechtbank stelt op basis van de inhoud van het dossier en het behandelde ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
Feit 1 Inbraak in auto [slachtoffer 1]
Op 20 juni 2022 rond 16:30 uur heeft [slachtoffer 1] zijn bedrijfsauto met kenteken [kenteken 1] op de parkeerplaats aan de Hunenborglaan in Oldenzaal geparkeerd. De volgende dag rond 07:41 uur komt [slachtoffer 1] weer bij zijn bedrijfsauto. Hij ziet dan dat de ruit van het rechterportier is ingeslagen. Vier of vijf euro aan kleingeld, dat in het middenconsole van de auto lag, is verdwenen. [slachtoffer 1] ziet door het kapotte raam een life-hammer in de auto liggen die niet van hem zelf is. Op de life-hammer is na DNA-onderzoek DNA van verdachte gevonden.
Feit 2 Poging tot inbraak in auto [slachtoffer 2]
Op 24 juli 2022 rond 15:00 uur heeft [slachtoffer 2] haar auto met kenteken [kenteken 2] geparkeerd bij de Hulsbeek in Oldenzaal. Tegen 17:45 uur op dezelfde dag komt zij terug en constateert zij dat de zijruit aan de bestuurderskant is ingeslagen en dat er is gekeken in de opbergvakken in de auto. Er is niets weggenomen uit de auto. Op de bestuurdersstoel wordt een steen gevonden. Op de steen blijkt na DNA-onderzoek het DNA van verdachte aanwezig.
Feit 4 Poging tot inbraak in auto [slachtoffer 4]
Op 7 september 2022 omstreeks 17:30 uur heeft [slachtoffer 4] haar auto met kenteken [kenteken 4] onbeschadigd geparkeerd op een parkeerhaven gelegen aan Op den Koem te Oldenzaal. Omstreeks 20:36 uur hoort zij een alarm van een auto afgaan. Als zij gaat kijken blijkt dat het alarm van haar auto was, en ziet zij dat het portierraam van de bijrijderskant is ingeslagen. Er is niets uit de auto gestolen.
Op camerabeelden van het moment van de inbraak is te zien dat een fietser vanaf de linkerkant aan komt fietsen. Enkele seconden nadat de fietser aan de rechterkant het beeld uit fietst, op tijdstip 20:35:45, knipperen de waarschuwingslichten van een auto.
[slachtoffer 4] verklaart dat zij de fietser op de camerabeelden herkent als een man die zij eerder op de dag, rond 19:45 uur op 7 september 2022 ook in haar straat heeft zien lopen. Deze persoon is op camerabeelden van de [adres] te Oldenzaal vastgelegd. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij de persoon is op deze laatstgenoemde beelden.
Bewijsoverwegingen en conclusie feiten 1, 2, en 4
Feit 1 Inbraak in auto [slachtoffer 1]
Verdachte verklaart dat hij op het moment van de inbraak in de auto van [slachtoffer 1] niet in Oldenzaal is geweest. Deze verklaring acht de rechtbank niet voldoende verifieerbaar en concreet om als ontlastend te kunnen aanmerken. Het DNA van verdachte is gevonden in de auto waarin is ingebroken. Die omstandigheid acht de rechtbank zodanig zwaarwegend dat naar haar oordeel wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de primair ten laste gelegde diefstal heeft begaan.
Feit 2 Poging tot inbraak in auto [slachtoffer 2]
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de primair tenlastegelegde poging tot inbraak in de auto van [slachtoffer 2] heeft begaan. Het DNA van verdachte is gevonden in de auto. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij ten tijde van deze diefstal niet in Nederland was, maar in Duitsland in verband met een bruiloft. Deze verklaring en de kort voor de zitting overgelegde schriftelijke verklaring van zijn moeder daarover, acht de rechtbank onvoldoende aannemelijk om als ontlastend te kunnen aanmerken.
Feit 4 Poging tot inbraak in auto [slachtoffer 4]
Verdachte is door aangeefster op camerabeelden van het moment van de inbraak herkend als de persoon die zij eerder die dag in haar straat heeft zien lopen. Verdachte heeft op zitting aangegeven dat hij inderdaad te zien is op de camerabeelden van eerder op de avond. Uit de verklaring van aangeefster kan worden opgemaakt dat vlak nadat de betreffende man uit beeld fietst, het autoalarm is afgegaan. De rechtbank acht gelet hierop wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de poging tot inbraak in de auto van [slachtoffer 4] heeft begaan.
Parketnummer 08-220395-22
Wederspannigheid op 29 augustus 2022
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met de volgende opsomming van de bewijsmiddelen [1] :
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 30 januari 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aanhouding van de verdachte [verdachte] , van verbalisant [verbalisant 1] van 31 augustus 2022, pagina’s 5-7;
Parketnummer 08-293423-22
Feit 1 en 2 Diefstal bierkratten op 10 november 2022 en 23 oktober 2022
Op 23 oktober 2022 om 19:06 uur wordt de eigenaresse van [café] er door een buurtbewoner op geattendeerd dat een jongen drie lege kratten bier op de fiets bij zich heeft op de stoep van het café. Bij het café aangekomen is te zien dat er een bloembak voor de poort is gezet, en aan de andere kant van de poort twee lege kratten bier, kennelijk met het doel om over de poort te kunnen klimmen. Er blijken tien lege bierkratten verdwenen.
Een buurtbewoner ziet rond 19:15 uur een persoon met ongeveer tien kratten bier in een winkelwagen vanaf de kerk naar de Albert Heijn lopen. Op camerabeelden van de Albert Heijn is te zien dat een man elf bierkratten met lege flesjes wegbrengt bij de emballage automaat. Deze persoon wordt later herkend als verdachte. De verklaring van verdachte voor de herkomst van deze elf kratten met lege flesjes, dat hij deze besteld heeft voor een feestje dat weekend, acht de rechtbank onvoldoende aannemelijk en verifieerbaar om als ontlastend te kunnen aanmerken.
Op 10 november 2022 om 19:10 uur merkt de eigenaar van [café] dat er opnieuw kratten met lege flesjes bier zijn verdwenen. Hij ziet een man wegfietsen met drie kratten achterop een roodkleurige fiets. Wanneer hij er achteraan fietst, laat de man de kratten vallen. De eigenaar van het café herkent de man als degene die op 23 oktober 2022 ook bierkratten zou hebben gestolen aan de hand van het signalement dat hij van medewerkers van de Albert Heijn had ontvangen. Om 19:41 uur diezelfde dag wordt verdachte aangehouden op een rood/roze fiets.
Op grond van de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde diefstallen.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen en de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Parketnummer 08-276365-22
1. primair
hij omstreeks 20 juni 2022 te Oldenzaal een geldbedrag (uit een auto met kenteken [kenteken 1] ), dat aan [slachtoffer 1] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
2 primair
hij op 24 juli 2022 te Oldenzaal ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om goederen van zijn gading die aan [slachtoffer 2] toebehoorden weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak, immers heeft hij, verdachte, de auto (met kenteken [kenteken 2] ) doorzocht en meerdere autovakken doorzocht, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4 primair
hij op 7 september 2022 te Oldenzaal ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om goederen van zijn gading die aan [slachtoffer 4] , toebehoorden weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak, immers heeft hij, verdachte, de auto (met kenteken [kenteken 4] ) doorzocht, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Parketnummer 08-220395-22
hij op 29 augustus 2022 te Oldenzaal, zich met geweld en bedreiging met geweld, heeft verzet tegen ambtenaren, [verbalisant 1] , hoofdagent bij de Eenheid Oost-Nederland en [verbalisant 2] , hoofdagent bij de Eenheid Oost-Nederland en [verbalisant 3] , hoofdagent bij de Eenheid Oost-Nederland, werkzaam in de rechtmatige uitoefening van hun bediening, immers heeft hij, verdachte, toen voornoemde ambtenaren hem wilden aanhouden teneinde hem onverwijld voor te geleiden voor een hulpofficier van justitie en hem daartoe over te brengen naar een plaats van verhoor:
- voornoemde Westerveld met een tak tegen de nek geslagen en
- zich in tegengestelde richting bewogen dan voornoemde ambtenaren hem trachtten te bewegen en
- zijn, verdachtes, spieren meermalen aangespannen en zijn, verdachtes, vuisten gebald en
- trappende bewegingen met zijn, verdachtes, voeten en benen gemaakt en
- met zijn, verdachtes, hoofd over de betonnen tegels bewogen en
- meerdere malen in de richting van vernoemde ambtenaren gespuugd;
Parketnummer 08-293423-22
1
hij op 10 november 2022 te Oldenzaal meerdere kratten bier die geheel of ten dele aan [slachtoffer 7] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij op 23 oktober 2022 te Oldenzaal meerdere kratten bier die geheel of ten dele aan [slachtoffer 8] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 45, 180, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
In de zaak met parketnummer 08-276365-22:
feit 1 primair
het misdrijf: diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 2 primair, 4 primair
telkens het misdrijf: poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
In de zaak met parketnummer 08-220395-22:
het misdrijf: wederspannigheid;
In de zaak met parketnummer 08-293423-22
feit 1 en 2:telkens het misdrijf: diefstal.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van 18 maanden gevorderd, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat kan worden volstaan met een straf gelijk aan de duur van het voorarrest, en heeft daarbij aangegeven dat rekening moet worden gehouden met de persoon van verdachte.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan zes strafbare feiten, waaronder meermaals een (poging tot) diefstal met braak. Verdachte veroorzaakt met het plegen van dit soort feiten grote overlast voor de maatschappij. Dit soort feiten zorgt voor een algeheel gevoel van onveiligheid in de samenleving en veroorzaakt overlast en schade voor de eigenaren. Hiermee toont verdachte dat hij geen enkel respect heeft voor de eigendommen van anderen en dat hij enkel handelt ten behoeve van zijn eigen financieel gewin. Bovendien heeft verdachte niet alleen vermogensdelicten gepleegd, maar heeft hij ook tegen meerdere politieagenten geweld gebruikt, terwijl zij bezig waren met de uitoefening van hun werk. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.
Uit een uittreksel uit de justitiële documentatie van 1 februari 2023 blijkt dat verdachte in het verleden al meerdere malen veroordeeld is voor het plegen van (vermogens)delicten. Deze eerdere (voorwaardelijke) veroordelingen hebben verdachte niet weerhouden van het plegen van nieuwe strafbare feiten.
Uit het reclasseringsrapport over verdachte van 25 januari 2023 blijkt dat alle eerder ingezette interventies tot op heden ontoereikend zijn gebleken door gebrek aan responsiviteit bij verdachte. Het nakomen van voorwaarden, in enige vorm, is niet haalbaar gebleken. De reclassering adviseert een onvoorwaardelijke straf op te leggen zonder bijzondere voorwaarden.
Gezien de ernst van de gepleegde feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Nu de rechtbank minder feiten bewezen verklaard acht dan de officier van justitie, zal zij aan verdachte een lagere straf opleggen dan geëist. Andere omstandigheden om lager of milder te straffen acht de rechtbank niet aanwezig.
De rechtbank is van oordeel, alles afwegende, dat het passend en geboden is om verdachte een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, op te leggen.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vordering van de benadeelde partijen
[slachtoffer 2] (08-276365-22, feit 2) heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 129,10, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- Eigen risico schade lease auto € 125,00;
- Reiskosten [bedrijf] € 4,10.
[slachtoffer 3] (08-276365-22, feit 3) heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 2.982,69, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- Reparatiekosten auto € 2.382,69;
- Aanschaf telefoon € 200,00;
- Contant geld € 400,00.
[slachtoffer 6] (08-276365-22, feit 6) heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 4.255,50, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- Vervanging autoruit € 345,25;
- Vervanging autoruit € 345,25;
- Gestolen geld van personeel € 1.600,00;
- Als zelfstandig ondernemer uren van aangifte,
gesprekken agenten en buren, halen en brengen
vervangende vervoer totaal 11 uur à € 65,00: € 715,00
- vier nieuwe sloten, contactslot en sleutels € 1.250,00 +/-.
[slachtoffer 7] (08-293423-22, feiten 1 en 2) heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 415,55, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- 12 Grolsch kratten met lege flesjes à 3,90 € 46,80;
- 4 lege gasflessen à €40,00 € 160,00;
- Aanschaf 2 camera’s € 208,75.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij [slachtoffer 2] niet-ontvankelijk is in de vordering, nu zij tot een vrijspraak komt voor dit feit. De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 6] kan gedeeltelijk worden toegewezen, namelijk eenmalig € 345,25 voor de vervanging van een ruit, nu de overige schades zijn ontstaan bij feiten die niet aan verdachte ten laste gelegd zijn.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] dient in het geheel te worden toegewezen. Voor wat betreft de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 7] stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat deze gedeeltelijk moet worden toegewezen, namelijk tot een hoogte van € 255,55 waarbij de vordering van de schade door diefstal van de gasflessen niet-ontvankelijk is, nu dit feit niet aan verdachte is ten laste gelegd. Het is voldoende aannemelijk dat de aanschaf van camera’s als rechtstreekse schade is voortgevloeid uit de gepleegde feiten door verdachte.
Bij de toe te wijzen schadevergoeding dient ook de schadevergoedingsmaatregel te worden opgelegd, en wettelijke rente te worden toegewezen.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partijen [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 6] niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in de vordering vanwege de bepleite vrijspraak. Subsidiair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen niet voldoende onderbouwd zijn en de benadeelde partijen daarom in de vordering niet-ontvankelijk moeten worden verklaard. Voor wat betreft de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 7] heeft de raadsman primair verzocht, vanwege de bepleite vrijspraak, om de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering. Subsidiair heeft de raadsman bepleit de vordering voor wat betreft de opgevoerde schadeposten ’weggenomen gasflessen’ en ‘aanschaf van camera’s’ af te wijzen, nu geen sprake is van rechtstreekse schade.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Vordering [slachtoffer 2]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit (08-276365-22, feit 2 primair) rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten zijn onvoldoende betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 129,10, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, zoals ook verzocht door de benadeelde partij en gevorderd door de officier van justitie, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het feit is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met twee dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
Vordering [slachtoffer 3]
De vordering heeft betrekking op het onder 08-276365-22 feit 3 ten laste gelegde. Omdat verdachte van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde wordt vrijgesproken, zal de rechtbank de benadeelde partij op de voet van artikel 361, tweede lid, Sv niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
Vordering [slachtoffer 6]
De vordering heeft betrekking op het onder 08-276365-22 feit 6 ten laste gelegde. Omdat verdachte van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde wordt vrijgesproken, zal de rechtbank de benadeelde partij op de voet van artikel 361, tweede lid, Sv niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
Vordering [slachtoffer 7]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de bewezen verklaarde feiten (08-293423-22 feiten 1 en 2) rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij.
De opgevoerde schadepost “12 Grolsch kratten met lege flesjes à 3,90” is onvoldoende betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom deels toewijzen tot een bedrag van € 46,80, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Met betrekking tot de opgevoerde schadepost ‘4 lege gasflessen à €40,00’ is de rechtbank van oordeel dat dit geen rechtstreekse schade is die voortvloeit uit de bewezenverklaarde feiten, nu dit feit niet aan verdachte ten laste is gelegd. De rechtbank zal de benadeelde partij voor dit deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren.
Met betrekking tot de schadepost ‘Aanschaf 2 camera’s’ overweegt de rechtbank het volgende. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat een benadeelde partij in het strafproces vergoeding kan vorderen van de schade die zij door een strafbaar feit heeft geleden, indien voldoende verband bestaat tussen het bewezenverklaarde handelen van de verdachte en de schade om te kunnen aannemen dat de benadeelde partij door dit handelen rechtstreeks schade heeft geleden. [2] Voor de beantwoording van de vraag of zodanig verband bestaat, zijn de concrete omstandigheden van het geval bepalend. Die omstandigheden dienen door de benadeelde partij te worden gesteld. In het onderhavige geval is de rechtbank niet gesteld of gebleken dat de concrete omstandigheden zodanig zijn dat de aanschaf van camera’s door een café kan worden gezien als rechtstreekse schade voortvloeiend uit de bewezenverklaarde feiten. De vordering wordt daarom voor dit deel afgewezen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, zoals ook verzocht door de benadeelde partij en gevorderd door de officier van justitie, aangezien verdachte jegens de benadeelde partijen naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de feiten is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met een dag gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

9.De vorderingen tenuitvoerlegging

Bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Gelderland van 7 mei 2021, is in de zaak met parketnummer 05316453-20 aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren opgelegd. De proeftijd is ingegaan op 22 mei 2021. Bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Overijssel van 13 mei 2022 is de proeftijd verlengd met 1 jaar.
Bij vonnis van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Overijssel van 4 februari 2021, is in de zaak met parketnummer 08-189699-20 aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren opgelegd. De proeftijd is ingegaan op 19 februari 2021. Bij vonnis van 23 november 2022 is een vordering tenuitvoerlegging aangaande dit parketnummer toegewezen.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 05-316453-20 moet worden toegewezen. De vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 08-189699-20 moet worden afgewezen, nu is gebleken dat deze al eerder ten uitvoer is gelegd.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering met parketnummer 08-189699-20. Voor de vordering ter zake parketnummer 05316453-20 heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de vordering van de officier van justitie ter zake parketnummer 05-316453-20 moet worden toegewezen. Het is gebleken dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan het plegen van nieuwe strafbare feiten heeft schuldig gemaakt.
Met betrekking tot de vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 08-189699-20 is de rechtbank van oordeel dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard nu is gebleken dat deze straf al eerder ten uitvoer is gelegd.

10.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen en 57 en 63 Sr.

11.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 08-276365-22 feit 3 primair en subsidiair, feit 5 primair en subsidiair en feit 6 primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 08-276365-22 feit 1 primair, feit 2 primair, feit 4 primair, 08-220395-22 en 08-293423-22 feit 1, feit 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde onder 08-276365-22 feit 1 primair, feit 2 primair, feit 4 primair, 08-220395-22 en 08-293423-22 feit 1, feit 2 strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde onder 08-276365-22 feit 1 primair, feit 2 primair, feit 4 primair, 08-220395-22 en 08-293423-22 feit 1, feit 2 de volgende strafbare feiten oplevert:
Parketnummer 08-276365-22
feit 1 primair
het misdrijf: diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 2 primair, feit 4 primair
telkens het misdrijf: poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
Parketnummer 08-220395-22
het misdrijf: wederspannigheid;
Parketnummer 08-293423-22
feit 1 en 2
telkens het misdrijf: diefstal;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 08-276365-22 feit 1 primair, feit 2 primair, en feit 4 primair ,08-220395-22 en 08-293423-22 feit 1, feit 2 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- bepaalt dat de benadeelde partij
[slachtoffer 3](08-276365-22 feit 3 primair en subsidiair) in het geheel
niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij
[slachtoffer 6](08-276365-22 feit 6 primair en subsidiair) in het geheel
niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 2](feit 2 primair parketnummer 08-276365-22): van een bedrag van
€ 129,10 (honderdnegenentwintig euro en tien cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 juli 2022;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit onder 08-276365-22 feit 2 primair tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 129,10 (honderdnegenentwintig euro en tien cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 juli 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van
twee dagenkan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 7](feit 1 en 2, parketnummer 08-293423-22) van een bedrag van
€ 46,80 (zesenveertig euro en tachtig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 november 2022;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feiten 1 en 2 onder 08-293423-22 tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 46,80 (zesenveertig euro en tachtig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 november 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van een dag kan worden toegepast, Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- wijst de vordering voor wat betreft de opgevoerde schadepost ‘aanschaf 2 camera’s’ af;
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 7] voor wat betreft de opgevoerde schadepost ‘4 lege gasflessen’ niet-ontvankelijk is in de vordering en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf met parketnummer 05-316453-20
- beveelt de
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Gelderland van 7 mei 2021 voorwaardelijk opgelegde
gevangenisstrafvoor de duur van
1 maand;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf met parketnummer 08-189699-20
- verklaart het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de vordering.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. K.A. Schönbeck, voorzitter, mr. L.J.C. Hangx en mr. B.T.C. Jordaans, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.R. Kuiper, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 13 februari 2023.
Buiten staat
Mr. B.T.C. Jordaans is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Parketnummer 08-276365-22
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2022341602. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Feit 1
1. Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] van 20 juni 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 37):
Op 20 juni 2022 heb ik mijn bedrijfsauto, voorzien van het kenteken [kenteken 1] , geparkeerd op de parkeerplaats aan de Hunenborglaan in Oldenzaal.
Op 21 juni 2022 om 06.30 uur kwam ik bij mijn bedrijfsauto. Ik zag dat de ruit van het rechterportier was ingeslagen. Ik zag een life-hammer in de auto liggen. Deze is niet van mij.
In de middenconsole van de auto lag ongeveer 4 (vier) a 5 (vijf) euro aan muntgeld. Ik zag dat dit muntgeld, op een paar 5 (vijf) eurocentmunten na, was verdwenen.
2. Het rapport DNA-onderzoek naar aanleiding van een diefstal uit een personenauto in Oldenzaal op 20 juni 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 48):
[afbeelding]
Feit 2
1. Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] van 25 juli 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 15):
Op 24 juli 2022 tegen 14:45/15:00 uur auto, voorzien van het kenteken [kenteken 2] , geparkeerd op de parkeerplaats bij de hulsbeek in Oldenzaal. Tegen 17:45/18:00 uur teruggekomen bij de auto en geconstateerd dat mijn zijruit (bestuurderskant) ingeslagen is. Voor zover ik weet is er niks meegenomen.
2. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] van 24 juli 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 18):
Op 24 juli 2022 zag ik dat er een steen op de bestuurdersstoel lag van de auto met kenteken [kenteken 2] . Hierdoor kreeg ik het vermoeden dat door middel van de steen de ruit was vernield. Ik heb de steen in beslag genomen en veiliggesteld middels de zogenoemde DNA kit.
3. Het rapport DNA-onderzoek naar aanleiding van een diefstal uit een auto in Oldenzaal op 24 juli 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 30):
[afbeelding]
Feit 4
1. Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 4] van 8 september 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 103):
Op 7 september 2022 omstreeks 17.30 uur had ik mijn auto, een Mercedes Benz met kenteken [kenteken 4] , onbeschadigd geparkeerd op een parkeerhaven gelegen aan Op den Koem te Oldenzaal. Omstreeks 20.36 uur hoorde ik een dof geluid en daarna hoorde ik een alarm van een auto af gaan.
Ik zag dat het portierraam van de bijrijderskant ingeslagen was.
Op de beelden is te zien dat een man achter onze woningen fietst op de Koem in de buurt van mijn auto. Enkele seconden nadat de man uit beeld fietst hoor je een auto alarm afgaan.
2. Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 5] van 27 oktober 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 106):
Op 25 oktober 2022 heb ik [slachtoffer 4] gebeld. Ik hoorde dat ze zei dat ze de persoon van de camerabeelden op 7 september 2022 ook in haar straat heeft zien lopen. Ik hoorde dat ze zei dat dit ongeveer om 19.45 uur was.
Ik hoorde dat ze zelf ook nog een beveiligingscamera thuis had hangen. Op deze camerabeelden herkende zij de bovenstaande persoon. Hier heeft ze mij foto’s van opgestuurd.
3. Proces-verbaal van de terechtzitting van 30 januari 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, de verklaring van verdachte:
Ik ben de persoon op de foto op pagina 109 van het procesdossier.
Parketnummer 08-293423-22
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2022524704. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Feit 1 en 2
1. Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 8] van 31 oktober 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 6):
Op 23 oktober 2022 om 19.06 uur ben ik naar het café in Oldenzaal gegaan en ik zag dat er een bloembak, die normaal voor een muur staat, voor de poort was gezet. Aan de andere kant van de poort stonden twee lege kratten bier opgestapeld.
Ik zag dat er tien lege bierkratten waren verdwenen met een waarde van 39 euro.
2. Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] van 7 november 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 14):
Op 23 oktober 2022 omstreeks 19.00 uur liep ik op de Mariastraat te Oldenzaal. Ik liep in de richting van de Enschedesestraat.
Ik zag een persoon op de fiets met drie kratten bier van de oprit van het café komen. Deze stonden op de bagagedrager. Het klonk alsof deze leeg waren, dit hoorde ik doordat de flesjes rinkelden.
De man fietste de Mariastraat op, in de richting van de Kerk. Ik zag dat hij de splitsing bij de Kerk naar rechts fietste in de richting van de Burgemeester Wallerstraat.
3. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] van 11 november 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 19):
Op 23 oktober 2022, omstreeks 19.15 uur in Oldenzaal hoorde ik gerammel bij de kerk. Ik zag dat er een man achter de rhododendron struiken wegkwam met een winkelwagentje van de Albert Heijn. Ik vond dit heel verdacht. Ik zou niet weten waarvoor je daar achter de kerk moet zijn namelijk. Ik zag dat hij 10 lege kratten bier in dit Albert Heijn winkelwagentje vervoerde. Ik vermoed dat dit Grolsch kratten waren omdat zij groen van kleur waren.
Doordat hij achter de rhododendron struiken vandaan kwam had ik het gevoel dat het niet lekker zat. Ik riep naar deze man, maar hij reageerde hier niet op. Ik zag dat hij wegliep in de richting van het winkelcentrum aan de Burgemeester Wallerstraat.
4. Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 6] van 10 november 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 25-27):
Ik zie midden onderin het beeld een datum en tijd staan: 2022-10-23 19:22:00.
Op minuut 00:31 van de tijdsbalk zie ik een winkelkarretje vol met groene bierkratten van het merk Grolsch het beeld in komen rijden. Ik zie dat er in de bovenste kratten alleen maar lege beugelflessen zitten. Hieruit maak ik op dat dit elf (11) lege kratten betreffen.
5. Proces-verbaal van herkenning van verbalisant [verbalisant 7] , van 10 november 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 34):
De persoon op foto 1 en de persoon op foto 2 herken ik als:
Achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
6. Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 7] van 10 november 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 10):
Ik doe aangifte van diefstal van vijf kratten bier van het merk Grolsch. Deze kratten bevatten 16 lege flesjes waar statiegeld op geheven kan worden.
Op 10 november 2022 omstreeks 00.30 uur, zagen wij dat er in de emballageruimte achter ons café in Oldenzaal een pallet stond met twee lagen kratten met lege flessen. In totaal waren dat 20 kratten.
Op 10 november omstreeks 19.10 uur hoorde ik mijn broer hevig vloeken en zeggen ‘er zijn meer kratten weg’. Toen heb ik direct naast het café gekeken en zag daar zes bierkratten met lege flessen staan. Toen ik even later weer keek, zag ik dat drie kratten van de stapel van zes die buiten stond, weg waren.
7. Het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 8] van 10 november 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 21):
Op 10 november 2022 in Oldenzaal zag ik dat er tussen de schutting en de tent zes (6) kratten met lege flessen van het merk Grolsch stonden. Ongeveer vijf minuten later kwam ik terug. Ik zag dat er toen nog maar drie (3) van deze kratten stonden. Ik zag dat er op de Enschedesestraat een jongeman fietste. Ik zag dat hij drie (3) kratten bier, van het merk Grolsch, achter op zijn fiets had.
Ik zag dat de jongeman op een roodkleurige fiets fietste. Ik rende achter de jongen aan. Ik zag dat de jongeman de kratten bier losliet.
8. Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 8] van 19 november 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 1 van het aanvullend proces-verbaal met nummer PL0600-2022524047-10):
Op 10 november 2022 in Oldenzaal heb ik [verdachte] na een korte achtervolging aangehouden. Ik zag dat hij op een rood/roze fiets had gefietst.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2022398236. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Hoge Raad 15 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:840