ECLI:NL:RBOVE:2023:5193

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
11 december 2023
Publicatiedatum
18 december 2023
Zaaknummer
302947 FT RK 23.548
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wegens onduidelijkheid in de financiële positie en schuldenoverzicht

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 11 december 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling door [verzoeker]. Het verzoek is ingediend op basis van een schuldenlast van € 45.537,40, maar de rechtbank heeft geconstateerd dat [verzoeker] niet in staat is geweest om een helder en volledig overzicht van zijn financiële situatie te presenteren. Tijdens de zittingen op 23 oktober en 4 december 2023 zijn er verschillende onduidelijkheden naar voren gekomen over de schuldenlijst, die niet overeenkwam met de eerder ingediende documenten. De rechtbank heeft vastgesteld dat er vorderingen ontbreken en dat sommige vorderingen zonder valide verklaring zijn verhoogd. Dit heeft geleid tot de conclusie dat [verzoeker] zijn financiële positie niet adequaat heeft kunnen toelichten.

De rechtbank heeft benadrukt dat het de verantwoordelijkheid van [verzoeker] is om een duidelijk beeld te schetsen van zijn schulden en financiële situatie. Ondanks dat hij heeft verklaard dat hij hulp heeft gehad van het ROZ, is het de rechtbank onduidelijk gebleven waarom bepaalde schulden niet zijn meegenomen in de nieuwe schuldenlijst. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat [verzoeker] geen jaarcijfers van zijn webshop heeft overgelegd, wat de beoordeling van zijn financiële situatie bemoeilijkt.

Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot schuldsanering afgewezen op grond van artikel 288 lid 1 sub b en c van de Faillissementswet, omdat [verzoeker] niet in staat is gebleken om zijn financiële situatie inzichtelijk te maken en er geen sprake is van saneringsgezindheid. De rechtbank heeft [verzoeker] aangeraden om hulp te zoeken voor zijn financiële situatie, zodat hij in de toekomst een nieuw verzoek kan indienen. De beslissing is genomen door mr. A.H. Margadant en de schuldenaar heeft het recht om binnen acht dagen na de uitspraak hoger beroep aan te tekenen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Toezicht
Zittingsplaats Almelo
rekestnummer: 302947 FT RK 23.548
uitspraakdatum: 11 december 2023
Vonnis van de rechtbank Overijssel, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken op het verzoek van:

[verzoeker] ,

geboren op [geboortedatum] 1992 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] ,
verder [verzoeker] te noemen.

Het procesverloop

[verzoeker] heeft een verzoekschrift ingediend om de toepassing van de schuldsaneringsregeling uit te spreken. Het verzoek is behandeld ter zitting van 23 oktober 2023, waarvan aantekeningen zijn gemaakt. Ter zitting zijn [verzoeker] , de heer [begeleider] (begeleider) en mevrouw [partner van verzoeker] (partner van [verzoeker] ) verschenen.
De behandeling van het verzoekschrift is voortgezet op 4 december 2023, waarvan aantekeningen zijn gemaakt. Ter zitting zijn [verzoeker] , de heer [ambulant begeleider] (ambulant begeleider) en mevrouw [partner van verzoeker] verschenen.

De beoordeling

De feiten
Op 3 oktober 2023 is [verzoeker] opgeroepen ter behandeling van zijn verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. In de oproepbrief zijn de volgende documenten opgevraagd:
  • een originele BKR-toetsing;
  • een recente specificatie van de belastingschulden;
  • een nieuw schuldenoverzicht met de actuele vorderingen, omdat in het verzoekschrift wordt gemeld dat enkele schuldeisers een volledige betaling hebben ontvangen.
De zitting heeft plaatsgevonden op maandag 23 oktober 2023. De rechter heeft geconstateerd dat de opgevraagde stukken niet zijn ontvangen. [verzoeker] is een laatste kans gegeven om de gevraagde gegevens te overleggen. Daartoe is op 25 oktober 2023 nogmaals een oproepbrief aan [verzoeker] toegezonden.
De voortgezette behandeling heeft plaatsgevonden op 4 december 2023.
Volgens het verzoekschrift heeft [verzoeker] een schuldenlast van € 42.250,72, bestaande onder andere uit:
  • Rabobank Utrecht FR&R team Schuldsanering ad € 3.238,59 (2020);
  • [bedrijf 1] ad € 4.717,05 (2020);
  • Alphera Financial Services ad € 5.562,93 (2020);
  • Dutch Finance ad € 3.352,26 (2021);
  • Verizon Connect Netherlands B.V. ad € 1.545,22 (2021);
  • Bol.com ad € 2.881,65 (2022).
Daarnaast is in het verzoekschrift een bijlage opgenomen met het kopje ‘niet meegenomen schulden’. Dit zijn:
  • ZICHTBAAR24 ad € 2.962,29;
  • [bedrijf 2] B.V. ad € 233,50;
  • NS Reizigers B.V. ad € 487,91;
  • The Marketing Twins ad € 839,77;
  • WEX Europe Services B.V. – Go Card ad € 652,43.
Volgens de nieuwe/actuele schuldenlijst, die [verzoeker] op 20 november 2023 aan de rechtbank heeft overgelegd, heeft [verzoeker] een schuldenlast ad € 45.537,40.
[verzoeker] is een ongehuwde samenwonende 31-jarige man. [verzoeker] heeft een Wajonguitkering ad € 1.065,80 per maand. [verzoeker] heeft daarnaast inkomsten uit een krantenwijk. Sinds 2021 heeft [verzoeker] een eigen onderneming, een webshop, genaamd [webshop] dan wel [webshop] . Uit het verzoekschrift volgt dat de boekhouding van de webshop niet op orde was. [verzoeker] heeft verklaard dat hij nimmer jaarcijfers van de webshop heeft opgemaakt, omdat de kosten hiervoor te hoog waren.
De behandeling ter zitting van 4 december 2023
[verzoeker] heeft verklaard dat hij zijn webshop in 2021 niet heeft opgeheven, maar dat hij tot op heden nog steeds activiteiten uitvoert en lopende contracten heeft met deze webshop. [verzoeker] heeft verklaard dat zijn inkomsten uit de krantenwijk niet afkomstig zijn uit loondienst, maar ook als ondernemer. [verzoeker] heeft toegelicht dat hij de krantenwijk heeft ingeschreven op het KVK-nummer van de webshop. [verzoeker] heeft verklaard dat hij een boekhouder heeft aangenomen die de financiën beheert van de webshop en van de krantenwijk. [verzoeker] heeft verklaard dat hij niet bereid is om zijn eenmanszaak te laten uitschrijven uit het KVK-register.
[verzoeker] heeft verklaard dat hij niet weet waarom er in het verzoekschrift een bijlage is opgenomen met ‘niet meegenomen schulden’. [verzoeker] heeft begeleiding gehad van het ROZ en [verzoeker] verwijst naar het ROZ voor de beantwoording van deze vraag.
[verzoeker] heeft verklaard dat de vordering van ZICHTBAAR24 afkomstig is uit een doorlopende advertentie van zijn webshop. De vordering van NS Reizigers B.V. is volgens [verzoeker] van enige tijd geleden, omdat hij niet meer reist met het openbaar vervoer. [verzoeker] heeft verklaard niet te weten waarom deze vorderingen buiten beschouwing zijn gelaten.
De rechter heeft [verzoeker] voorgehouden dat de nieuwe schuldenlijst niet overeenkomt met de schuldenlijst die is overgelegd bij het verzoekschrift. [verzoeker] heeft verklaard dat hij de schuldenlijst uit het verzoekschrift als basis heeft gebruikt en heeft rondgebeld naar de schuldeisers om te vragen wat de openstaande vordering is. [verzoeker] stelt dat het ROZ betrokken is geweest bij het opstellen van de schuldenlijst die is overgelegd bij het verzoekschrift en verwijst naar het ROZ voor nadere toelichting. Enkele vorderingen zijn volgens [verzoeker] hoger geworden, omdat de rente is opgelopen. [verzoeker] heeft verklaard dat de vordering van bol.com hoger is dan opgegeven in het verzoekschrift. [verzoeker] heeft verklaard dat hij via bol.com zijn producten heeft verkocht. Deze vordering is verhoogd, omdat deze nu bij een deurwaarder in behandeling is.
[verzoeker] heeft verklaard dat hij wel in loondienst zou willen, maar dat dit moeilijker voor hem is dan hij had verwacht en dat hij daarom de krantenwijk en de webshop nog heeft. [verzoeker] heeft verklaard absoluut geen beschermingsbewind te willen.
De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling moet worden afgewezen.
De rechtbank heeft de overgelegde schuldenlijst gedateerd op 21 september 2023 van het verzoekschrift vergeleken met de nieuwe schuldenlijst van 20 november 2023.
De rechtbank constateert dat de volgende vorderingen zonder valide reden ontbreken op de nieuwe schuldenlijst van 20 november 2023:
  • Verizon Connect Netherlands B.V. ad € 1.545,22 (2021);
  • NCOI ad € 4.507,03 (2020).
De rechtbank constateert dat de volgende vorderingen, die vermeld staan op de nieuwe schuldenlijst van 20 november 2023, niet herleid kunnen worden naar de schuldenlijst overgelegd bij het verzoekschrift d.d. 21 september 2023:
  • Payt via ANWB ad € 239.38 en € 136,59;
  • CEO MKB ad € 765,67;
  • Intrum Getopleinding ad € 970,31;
  • Atrauis ad € 652,43;
  • [bedrijf 3] ad € 2.962,29;
  • Jurista ad € 839,77.
De Rechtbank constateert dat de volgende vorderingen zonder valide verklaring op de nieuwe schuldenlijst van 20 november 2023 verhoogd zijn:
  • [bedrijf 4] ad € 886,03 ten opzichte van het opgenomen bedrag ad € 1.017,67 op de nieuwe schuldenlijst;
  • Bol.com ad € 2.881,65 ten opzichte van het opgenomen bedrag ad € 4.592,54 op de nieuwe schuldenlijst.
De rechtbank concludeert dat [verzoeker] heeft nagelaten om zijn financiële positie en het schuldenoverzicht helder te maken. De overgelegde schuldenlijst bij het verzoekschrift wijkt op diverse punten af van de nieuwe schuldenlijst zonder valide verklaring. Het is de rechtbank onduidelijk waarom diverse schulden zodanig afwijken. Daarnaast is in het verzoekschrift bij enkele schuldeisers genoteerd ‘niet meegenomen schulden’. Het is de rechtbank onduidelijk waarom deze vorderingen niet zijn meegenomen. [verzoeker] verwijst naar het ROZ voor de opmaak van de schuldenlijst en de vorderingen die hierin zijn meegenomen. Het is echter de verantwoordelijkheid van [verzoeker] om een helder beeld te schetsen over zijn financiële positie.
De rechtbank acht de verklaring van [verzoeker] dat enkele vorderingen hoger zijn geworden omdat de rente is opgelopen of omdat de vorderingen zijn overgegaan naar een deurwaarderskantoor deels onaannemelijk. De schuldenlijst die is overgelegd bij het verzoekschrift dateert van 21 september 2023. Op 20 november 2023 heeft [verzoeker] de nieuwe lijst overgelegd. De vordering van Bol.com is in het verzoekschrift opgenomen voor een bedrag ad € 2.881,65 en is op de nieuwe lijst bijna verdubbeld naar € 4.592,54. De rechtbank acht het onaannemelijk dat op een tijdsbestek van slechts twee maanden een vordering aan rente bijna verdubbeld is. Daarnaast is het onaannemelijk dat het overdragen van een vordering aan een deurwaarderskantoor – zonder dat sprake is van een procedure – een verdubbeling oplevert van de vordering. [verzoeker] heeft verklaard enkele kleine vorderingen gedeeltelijk dan wel volledig te hebben betaald, hetgeen ook blijkt uit de nieuwe schuldenlijst van 20 november 2023.
[verzoeker] heeft verklaard dat hij zijn ondernemingsactiviteiten in de vorm van zijn webshop en de krantenwijk niet wil stoppen. [verzoeker] heeft verklaard lopende contracten te hebben in de webshop. Hierdoor zijn recent nieuwe schulden ontstaan. Er lijkt geen stabiele situatie te zijn. [verzoeker] heeft geen jaarcijfers van de webshop laten opmaken, omdat dit teveel geld kost. De rechtbank concludeert dat [verzoeker] geen onderbouwende stukken heeft overgelegd waaruit blijkt dat de webshop voldoende inkomsten oplevert om te voorzien in het levensonderhoud van [verzoeker] .
[verzoeker] is onvoldoende in staat is om zijn financiële situatie toe te lichten. Gebleken is dat [verzoeker] zelf niet in staat is om inzichtelijk te maken of zijn financiële situatie stabiel is, welke schulden hij nu precies heeft en of hij te goeder trouw is geweest bij het ontstaan en/of onbetaald laten van de schulden. Veel van zijn schulden zijn ontstaan in de afgelopen drie jaar en zeer recent is zijn schuld aan Bol.com behoorlijk opgelopen. Saneringsgezindheid blijkt hier niet bepaald uit, ondanks het feit dat [verzoeker] op een aantal schulden wel afbetalingen heeft gedaan. [verzoeker] heeft hulp nodig om een goed overzicht te kunnen verkrijgen en om zijn financiële situatie stabiel te krijgen. [verzoeker] heeft tijdens de zitting van 4 december 2023 gemeld dat hij weigert om beschermingsbewind te laten instellen. [verzoeker] heeft negatieve ervaringen met het beschermingsbewind. De rechtbank raadt [verzoeker] aan om hulp te zoeken voor zijn financiële situatie, zodat hij op een later moment een nieuw verzoek kan doen. Dit is niet alleen in zijn belang, maar ook in het belang van zijn partner en zijn kind.
De rechtbank constateert dat [verzoeker] geen beroep heeft gedaan op de hardheidsclausule van artikel 288 lid 3 Faillissementswet en ziet ook ambtshalve geen aanleiding de hardheidsclausule toe te passen. Er is immers geen sprake van omstandigheden, zoals verslaving of andersoortige psychische problematiek, die hebben geleid tot het ontstaan en onbetaald laten van de schulden en die nu onder controle zijn gekregen.
Op grond van vorenstaande wijst de rechtbank het verzoek van [verzoeker] af op grond van artikel 288 lid 1 sub b en c Faillissementswet.

De beslissing

De rechtbank:
- wijst het verzoek af;
Gewezen door mr. A.H. Margadant, lid van genoemde kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 december 2023 in tegenwoordigheid van de griffier [1] .

Voetnoten

1.