In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 11 december 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling door [verzoeker]. Het verzoek is ingediend op basis van een schuldenlast van € 45.537,40, maar de rechtbank heeft geconstateerd dat [verzoeker] niet in staat is geweest om een helder en volledig overzicht van zijn financiële situatie te presenteren. Tijdens de zittingen op 23 oktober en 4 december 2023 zijn er verschillende onduidelijkheden naar voren gekomen over de schuldenlijst, die niet overeenkwam met de eerder ingediende documenten. De rechtbank heeft vastgesteld dat er vorderingen ontbreken en dat sommige vorderingen zonder valide verklaring zijn verhoogd. Dit heeft geleid tot de conclusie dat [verzoeker] zijn financiële positie niet adequaat heeft kunnen toelichten.
De rechtbank heeft benadrukt dat het de verantwoordelijkheid van [verzoeker] is om een duidelijk beeld te schetsen van zijn schulden en financiële situatie. Ondanks dat hij heeft verklaard dat hij hulp heeft gehad van het ROZ, is het de rechtbank onduidelijk gebleven waarom bepaalde schulden niet zijn meegenomen in de nieuwe schuldenlijst. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat [verzoeker] geen jaarcijfers van zijn webshop heeft overgelegd, wat de beoordeling van zijn financiële situatie bemoeilijkt.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot schuldsanering afgewezen op grond van artikel 288 lid 1 sub b en c van de Faillissementswet, omdat [verzoeker] niet in staat is gebleken om zijn financiële situatie inzichtelijk te maken en er geen sprake is van saneringsgezindheid. De rechtbank heeft [verzoeker] aangeraden om hulp te zoeken voor zijn financiële situatie, zodat hij in de toekomst een nieuw verzoek kan indienen. De beslissing is genomen door mr. A.H. Margadant en de schuldenaar heeft het recht om binnen acht dagen na de uitspraak hoger beroep aan te tekenen.