ECLI:NL:RBOVE:2023:5170

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
11 december 2023
Publicatiedatum
18 december 2023
Zaaknummer
C/08/295139 / FA RK 23-989
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voornaamswijziging in verband met naamsconsistentie en persoonlijk belang

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 11 december 2023 een verzoek tot voornaamswijziging afgewezen. Verzoekster, die zich identificeert met het katholieke geloof, verzocht haar voornamen te wijzigen naar [naam 1]. Zij onderbouwde haar verzoek met de stelling dat haar huidige voornamen, [naam 2], niet meer passen bij haar sociale omgeving en geloofsovertuiging. Verzoekster ervaart hinder in haar dagelijks leven door de inconsistentie tussen haar officiële naam en de naam die zij in haar sociale kring gebruikt. De rechtbank heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van artikel 1:4 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek, dat stelt dat een wijziging van de voornaam alleen kan worden toegestaan indien er een zwaarwichtig belang is. De rechtbank concludeerde dat het algemeen belang bij naamsconsistentie zwaarder weegt dan het persoonlijke belang van verzoekster. Hoewel verzoekster een sterke wens heeft om haar naam te wijzigen, is niet gebleken dat zij in bijzondere mate lijdt onder het dragen van haar huidige voornamen. De rechtbank benadrukte dat het in Nederland gebruikelijk is dat de roepnaam afwijkt van de geregistreerde voornaam en dat verzoekster zich in het dagelijks leven vrij kan noemen zoals zij wenst. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen, met de mogelijkheid voor verzoekster om binnen drie maanden in hoger beroep te gaan.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

locatie Almelo
team familie- en jeugdrecht
zaaknummer: C/08/295139 / FA RK 23-989
beschikking van 11 december 2023
inzake
[de moeder],
verder te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats],
verzoekster,
advocaat: mr. V.S. Nolet,

1.Het procesverloop

1.1.
Op 13 april 2023 is ter griffie van deze rechtbank ingekomen een verzoekschrift, met
bijlagen, tot voornaamswijziging.
1.2.
Op 18 september 2023 is een e-mailbericht van mr. Nolet ter griffie ingekomen.
1.3.
Het verzoek tot voornaamswijziging is behandeld op de zitting van 1 december 2023.
Daar is verzoekster verschenen, bijgestaan door mr. C. van der Zalm, kantoorgenoot van
mr. Nolet.

2.De feiten

2.1.
Uit de geboorteakte blijkt dat op [geboortedatum] 2001 te [geboorteplaats] is geboren:
[de moeder].
2.2.
Verzoekster bezit de Nederlandse nationaliteit.

3.Het verzoek

3.1.
Verzoekster verzoekt haar voornamen te wijzigen in de voornamen:
[naam 1].
3.2.
Verzoekster onderbouwt haar verzoek -kort en zakelijk weergegeven- als volgt. .Al
langere tijd voelt verzoekster een diepe innerlijke verbintenis met het katholieke geloof. In november 2022 is zij gedoopt en is zij toegetreden tot de katholieke Kerk. Verzoekster wil haar voornamen laten wijzigen, zodat zij het katholieke geloof naar buiten toe kan uitdragen. Ten aanzien van haar huidige voornamen stelt verzoekster dat zij hier hinder aan ondervindt. De namen passen niet meer bij de sociale omgeving en geloofsovertuiging waarmee zij zich verbonden voelt. Zij voelt zich niet meer thuis met haar huidige naam. In de transitie naar haar katholieke identiteit ervaart zij niet de erkenning, omdat zij geen katholieke naam draagt. Hierdoor mist zij een belangrijke aansluiting met de hechte katholieke sociale gemeenschap.
3.3.
Verzoekster wenst de voornamen [naam 1] te krijgen. Dit zijn namen
die zij samen met haar ouders en de kerk heeft gekozen. Bij deze namen voelt verzoekster zich zelfverzekerd en deze namen passen goed bij haar katholieke identiteit. Sinds november 2022 identificeert en presenteert verzoekster zich ook zo, maar nu zij niet als zodanig geregistreerd staat, levert dit geregeld principiële en praktische bezwaren op. Zo ondervindt zij hinder op haar werk, nu haar roepnaam en officiële naam niet overeenkomen. Daarnaast komt het ook geregeld voor dat zij op andere manieren wordt geconfronteerd met het gebruik van haar officiële voornamen, bijvoorbeeld bij het krijgen van post. Verder is gebleken dat zij bij de ene instantie wel geregistreerd staat met haar katholieke naam en op andere documenten weer niet. Er is hierdoor een grote inconsistentie ontstaan in de naamvoering, wat voor verzoekster veel gevoelens van ergernis met zich mee brengt. De naamswijziging zal ertoe leiden dat de juridische werkelijkheid in overeenstemming wordt gebracht met de feitelijke werkelijkheid. Al enige tijd wordt zij immers door haar ouders, familie en vrienden [naam 1] genoemd, terwijl zij formeel staat geregistreerd onder de naam [naam 2].
3.4.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft verzoekster nog toegelicht dat haar ouders
haar vrij, in de zin van niet aan een geloofsovertuiging gebonden, hebben willen opvoeden, maar dat zij de namen [naam 1] wel voor haar hadden ‘gereserveerd’ voor het geval zij zou kiezen voor het katholieke geloof. Hierdoor is verzoekster opgegroeid met de wetenschap dat er voor haar nog andere namen bestonden dan haar officiële namen. Verzoekster stelt zich in het dagelijkse leven voor als [naam 1].

4.De beoordeling

4.1.
Ingevolge artikel 1:4 lid 4, eerste en tweede volzin, Burgerlijk Wetboek (BW) kan op verzoek van de betrokken persoon of zijn wettelijke vertegenwoordiger wijziging van de voornaam worden gelast door de rechtbank. De wijziging geschiedt doordat van de beschikking een latere vermelding aan de akte van geboorte wordt toegevoegd, overeenkomstig artikel 1:20a lid 1 BW.
4.2.
Voor een dergelijke wijziging dient een voldoende zwaarwichtig belang te bestaan.
4.3.
De rechtbank overweegt dat voornamen een middel zijn om personen binnen hun
familie en in het maatschappelijk verkeer te identificeren. Daarom vallen voornamen onder het begrip ‘privéleven en familie- en gezinsleven’ in de zin van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Voor een wijziging van de voornaam zoals verzocht dient voldoende zwaarwichtig belang te bestaan. Het persoonlijk belang van de betrokkene dient afgewogen te worden tegen het belang dat het rechtsverkeer heeft bij een zo hoog mogelijke mate van consistentie in namen. Bepalend bij de vraag of een weigering om een bepaalde voornaam toe te kennen een ongerechtvaardigde inmenging oplevert, is de mate van ongemak of overlast die de betrokkene hiervan ondervindt. Daarbij dienen alle feiten en omstandigheden te worden meegewogen, waaronder ook de vraag of het voor de betrokkene feitelijk toch mogelijk is de gewenste voornamen te voeren.
4.4.
Na afweging van de betrokken belangen is de rechtbank van oordeel dat niet is komen vast te staan dat sprake is van een zwaarwichtig belang van verzoekster. Daarbij merkt de rechtbank op dat een zwaarwichtig belang onderscheiden moet worden van een sterke wens of voorkeur. In dit specifieke geval dient het algemeen belang bij naamconsistentie zwaarder te wegen dan het persoonlijke belang van verzoeker bij inwilliging van haar verzoek. Uit het verzoek en de ter gelegenheid van de mondelinge behandeling gegeven toelichting hierop door verzoekster blijkt dat verzoekster een sterke wens heeft en dat een en ander ook emoties bij haar oproept. Niet gebleken is dat verzoekster in bijzondere mate lijdt onder het dragen van haar officiële voornamen [naam 2]. Daarbij overweegt de rechtbank dat de inconsistentie die verzoekster ervaart, doordat zij in diverse registraties onder verschillende namen staat opgenomen, door haarzelf wordt veroorzaakt. Het staat verzoekster vrij om zich in het dagelijks leven, ook zonder wijziging van haar voornaam in de registers van de burgerlijke stand, [naam 1] te noemen. Het is in Nederland van oudsher zeer gebruikelijk dat de roepnaam van een persoon afwijkt van de voornaam die geregistreerd staat op de geboorteakte. Binnen het namenrecht geldt immers niet dat de roepnaam in overeenstemming moet zijn met de naam zoals die blijkt uit de geboorteakte. Het is aan verzoekster zelf om zich te realiseren dat zij bij bepaalde gelegenheden of doeleinden haar officiële namen dient op te geven. Het is daarmee voor verzoekster mogelijk om in het dagelijks leven feitelijk de gewenste voornaam te voeren. Het feit dat de ouders van verzoekster haar van jongs af aan hebben laten weten dat er nog andere namen voor haar zijn gekozen zal, hoe goed bedoeld ook, waarschijnlijk hebben bijgedragen aan het gevoel van verzoekster dat zij nog een andere, katholieke, identiteit heeft. Hopelijk zal verzoekster zich er op termijn mee kunnen verzoenen dat haar ouders zich deze consequenties niet hebben gerealiseerd en dat dit niets afdoet aan haar sterke geloofsovertuiging, die verzoekster op diverse manieren, anders dan door een naamswijziging, tot uitdrukking kan brengen.

5.De beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.H. van der Lecq en in het openbaar uitgesproken op 11 december 2023 in tegenwoordigheid van mr. S. ten Thije-Blokvoort, griffier.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden:
door verzoeker en door degene(n) aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.