In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. E.J. Bijl, een vordering ingesteld tegen gedaagde, vertegenwoordigd door mr. R. Moszkowicz, na de aankoop van een zeecontainer die niet voldeed aan de verwachtingen. Eiser heeft de zeecontainer op 31 augustus 2022 ontvangen, maar was ontevreden over de staat ervan en heeft dit direct na levering gemeld. Ondanks verzoeken om herstel heeft gedaagde geen actie ondernomen, wat heeft geleid tot de ontbinding van de overeenkomst door eiser op 30 december 2022. Eiser vordert nu terugbetaling van de koopsom van € 7.955,75, vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten en de verwijdering van de zeecontainer uit zijn tuin. Gedaagde heeft verweer gevoerd en stelt dat hij een tweedehands zeecontainer heeft geleverd, wat gebruikerssporen met zich meebrengt. De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagde in verzuim is gekomen en dat de vordering van eiser toewijsbaar is. Gedaagde wordt veroordeeld tot terugbetaling van de koopsom, betaling van de incassokosten en verwijdering van de zeecontainer, met een dwangsom voor het geval hij hier niet aan voldoet. De proceskosten worden ook aan gedaagde opgelegd.