ECLI:NL:RBOVE:2023:5134

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
14 december 2023
Publicatiedatum
14 december 2023
Zaaknummer
ak_23_2306
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om schorsing van omgevingsvergunning voor McDonald's restaurant in Deventer

In deze zaak hebben verzoekers verzocht om schorsing van de aan McDonald's verleende omgevingsvergunning voor de realisatie van een restaurant aan de Keizerstraat/Walstraat in Deventer. De verzoekers vrezen dat de verbouwing van een rijksmonument tot onomkeerbare gevolgen zal leiden. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat er geen spoedeisend belang is voor het treffen van een voorlopige voorziening. De bezwaren van de verzoekers zijn voornamelijk gericht op de gevolgen van de exploitatie van het restaurant, dat pas medio maart 2024 zal openen. Hierdoor is er geen urgentie om de vergunning te schorsen, aangezien de hoorzitting over het bezwaar van de verzoekers gepland staat voor 10 januari 2024. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat de vrees voor onomkeerbare schade niet voldoende onderbouwd is. De derde-partij, McDonald's Nederland B.V., heeft aangegeven dat de verbouwing op eigen risico plaatsvindt en dat de wijzigingen ongedaan gemaakt kunnen worden indien nodig. De voorzieningenrechter heeft besloten om zonder zitting uitspraak te doen, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.T. de Kwaasteniet, in aanwezigheid van griffier Y. van Arnhem, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL
Bestuursrecht
zaaknummer: ZWO 23/2306
uitspraak van de voorzieningenrechter op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoeker 1] en [verzoeker 2] , uit [woonplaats] , verzoekers,

en

het college van burgemeester en wethouders van Deventer, verweerder,

gemachtigde: mr. A.M.M. Hutten-Bekemeier.
Als derde-partij neemt aan de zaak deel:
McDonald's Nederland B.V., uit Amsterdam,
gemachtigde: mr. A.P. IJkelenstam.

Inleiding

Bij besluit van 20 juli 2023 heeft verweerder aan de derde-partij een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een McDonald’s restaurant aan de Keizerstraat [nummer] en het aangrenzende pand aan de Walstraat te Deventer.
Verzoekers hebben tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Ook hebben zij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen, inhoudende een schorsing van het besluit van 20 juli 2023.
Verweerder heeft een verweerschrift ingezonden.
De derde-partij heeft een reactie op het verzoekschrift ingezonden.
Verzoekers hebben bij brieven van 10 december 2023 op het verweerschrift en de reactie van de derde-partij gereageerd.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

1. De voorzieningenrechter treft op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) alleen een voorlopige voorziening als “onverwijlde spoed” dat vereist.
2. De voorzieningenrechter benadrukt dat de rechtspraak over het spoedeisend belang zeer strikt is. Voor het treffen van een voorlopige voorziening is slechts plaats als een zwaarwegend spoedeisend belang maakt dat het voor een verzoeker onevenredig bezwaarlijk zou zijn de beslissing in de bodemprocedure – hier de bezwaarprocedure – te moeten afwachten. Er moet daarvoor sprake zijn van een onomkeerbare situatie of een onherstelbaar nadeel.
3. De voorzieningenrechter ziet, gelet op hetgeen hierna is overwogen, aanleiding om op grond van artikel 8:83, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak doen zonder zitting.
4. Bij brief van 26 november 2023 hebben verzoekers desgevraagd het spoedeisend belang voor het treffen van een voorlopige voorziening nader omschreven. Hierbij is aangegeven dat het gaat om een ingrijpende verbouwing van een rijksmonument. Verzoekers vrezen dat de start van de verbouwing van deze historische panden en de inbouw van technische installaties leidt tot een situatie die onomkeerbaar is.
.5. Verweerder heeft aangegeven dat de derde-partij in de week van 27 november 2023 is gestart met de werkzaamheden ten behoeve van de interne verbouwing, om volgens planning medio maart 2024 te kunnen starten met de exploitatie van het McDonald’s restaurant. Dat betekent dat verzoekers niet eerder dan medio maart 2024 geconfronteerd worden met hetgeen waarop hun bezwaar/vrees ziet. Daarnaast is voor de feitelijke ingebruikname van het restaurant een exploitatievergunning nodig. Op het moment van de geplande ingebruikname zal al op de bezwaren van verzoekers zijn beslist. De hoorzitting bij de algemene bezwaarschriftencommissie is (onder voorbehoud) gepland op 10 januari 2024.
6. De voorzieningenrechter is van oordeel dat geen sprake is van een spoedeisend belang voor het treffen van een voorlopige voorziening nog voordat op het bezwaar zal zijn beslist door verweerder. De door verzoekers naar voren gebrachte bezwaren tegen de verleende vergunning hebben betrekking op de door hen gevreesde gevolgen van de exploitatie van het restaurant. Nu dit restaurant niet eerder dan in medio maart 2024 zal openen, is er geen spoedeisend belang op grond waarvan een voorlopige voorziening moet worden getroffen. Verweerder heeft immers uitgelegd dat op 10 januari 2024 (onder voorbehoud) een hoorzitting zal plaatsvinden bij de algemene bezwaarschriftencommissie en dat voor de opening van het restaurant dus op het bezwaarschrift zal zijn beslist.
7. Dat verzoekers vrezen dat sprake zal zijn van een onomkeerbare situatie leidt niet tot een ander oordeel. Voor de derde-partij is helder dat intern wordt verbouwd op eigen risico en gesteld noch gebleken is dat de wijzigingen zo nodig niet meer ongedaan kunnen worden gemaakt.
8. Op grond van vorenstaande wijst de voorzieningenrechter het verzoek af.
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.T. de Kwaasteniet, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van Y. van Arnhem, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.