Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.[eiser 1] B.V.,
2.
[eiser 2] B.V.,
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 5 december 2023, waarbij partijen (vertegenwoordigd) zijn verschenen, bijgestaan door hun advocaat. Partijen hebben hun standpunten toegelicht, mede aan de hand van pleitaantekeningen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt tijdens de mondelinge behandeling.
2.Samenvatting
[eisers] tijdens de aanbesteding buiten Tendernet om contact hebben gehad met SWB. Dit is in strijd met het bepaalde in de paragrafen 2.1. en 3.6 van de aanbestedingsleidraad. De voorzieningenrechter acht uitsluiting op grond van schending van het contactverbod (ook) niet disproportioneel. De beslissing zal hierna (verder) worden toegelicht.
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
op straffe van uitsluiting” en niet dat dit
kanleiden tot uitsluiting). Dit betekent dat er geen ruimte is voor een proportionaliteitstoets. Doch ook indien deze ruimte er wel zou zijn geweest dan is de voorzieningenrechter van oordeel dat uitsluiting van [eisers] in dit geval niet disproportioneel is. Daarvoor acht de voorzieningenrechter het volgende redengevend. Hoewel door de voorzieningenrechter niet precies kan worden vastgesteld wat er is besproken tussen [eisers] en SWB, staat vast dat er meerdere contactmomenten zijn geweest en is bovendien duidelijk dat de in de ogen van [eisers] abnormaal lage inschrijfprijs van [bedrijf] aan de orde is gesteld tijdens deze contactmomenten. Dat is een onderwerp dat direct gerelateerd is aan de aanbesteding. Ook als de voorzieningenrechter ervan uit gaat dat [eisers] niet de bedoeling hadden de uitkomst van de aanbesteding te beïnvloeden, is hun handelen in strijd met de fundamentele beginselen van aanbestedingsrecht. De voorlopige gunningsbeslissing was voor [eisers] ongunstig. In dat licht bezien roept het (direct) nadien benaderen van SWB op de wijze zoals zij dat hebben gedaan de schijn op van de wens tot beïnvloeding van de uitkomst van de definitieve gunning van de opdracht. Dat is niet transparant en in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Uitsluiting is in deze gegeven omstandigheden niet disproportioneel. Deze uitkomst komt wellicht formalistisch over, maar bij een aanbesteding zijn meer partijen betrokken die stuk voor stuk (grote) belangen hebben en (juist) daarom zijn het transparantiebeginsel en het gelijkheidsbeginsel centrale beginselen van het aanbestedingsrecht en deze beginselen worden welbeschouwd geraakt door de handelwijze van [eisers]
6.De beslissing
14 december 2023.