Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
WONINGSTICHTING ST. JOSEPH,
gevestigd en kantoorhoudende te Almelo,
wonende te [woonplaats],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
De vordering
€ 99,50
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Woningstichting St. Joseph een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens huurachterstand. De gedaagde huurt een woning van de Woningstichting en heeft een huurachterstand opgebouwd van € 2.084,74 op het moment van dagvaarding. De Woningstichting vordert ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde, alsook betaling van de huurachterstand en bijkomende kosten. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de gedaagde erkend dat er sprake is van een huurachterstand, maar zij betwist de ontbinding en ontruiming, verwijzend naar haar persoonlijke en financiële omstandigheden. De kantonrechter heeft ambtshalve getoetst of er sprake is van oneerlijke bedingen in de huurovereenkomst, zoals vereist door de Europese richtlijn. De kantonrechter oordeelt dat het beding van de Woningstichting inzake buitensluiting oneerlijk is en vernietigt dit. De vordering tot ontbinding en ontruiming wordt echter toegewezen, omdat de huurachterstand van meer dan drie maanden van voldoende gewicht is. De kantonrechter heeft rekening gehouden met de belangen van de minderjarige kinderen van de gedaagde en heeft een langere ontruimingstermijn van drie maanden vastgesteld. De gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en bijkomende kosten, en de proceskosten worden aan de zijde van de Woningstichting toegewezen.