ECLI:NL:RBOVE:2023:5021

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
5 december 2023
Publicatiedatum
11 december 2023
Zaaknummer
10693236 \ EJ VERZ 23-306
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en rechtsgeldigheid van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst

In deze zaak staat de rechtsgeldigheid van het ontslag op staande voet van [partij] door MVGM Vastgoedmanagement B.V. centraal. [partij] heeft op 5 september 2023 een verzoekschrift ingediend tot vernietiging van het ontslag, dat op 10 juli 2023 werd gegeven. MVGM heeft als verweer een zelfstandig tegenverzoek ingediend tot betaling van een gefixeerde schadevergoeding. De kantonrechter heeft op 5 december 2023 geoordeeld dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is. De rechter concludeert dat, hoewel [partij] zich niet correct heeft gedragen door bedreigende taal te gebruiken, de omstandigheden van het geval, waaronder de emotionele toestand van [partij] en de eerdere vaststellingsovereenkomst, maken dat MVGM niet onverwijld mocht overgaan tot ontslag. De kantonrechter heeft het ontslag vernietigd en MVGM veroordeeld tot nakoming van de verplichtingen uit de vaststellingsovereenkomst. Tevens is MVGM veroordeeld in de proceskosten van [partij].

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer / rekestnummer: 10693236 \ EJ VERZ 23-306
Beschikking van 5 december 2023
in de zaak van
[partij],
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker in het verzoek, verweerder in het zelfstandig tegenverzoek,
hierna te noemen: [partij] ,
gemachtigde: mr. M. Lodewijkx-Spithoff,
tegen
de besloten vennootschap MVGM VASTGOEDMANAGEMENT B.V.,
gevestigd te Rijswijk,
verweerster in het verzoek, verzoekster in het zelfstandig tegenverzoek,
hierna te noemen: MVGM,
gemachtigde: mr. C.J. de Lange.

1.De procedure

1.1.
[partij] heeft op 5 september 2023 een verzoekschrift ingediend strekkende tot vernietiging van het hem door MVGM gegeven ontslag op staande voet, met nevenverzoeken. MVGM heeft een verweerschrift en een zelfstandig tegenverzoek ingediend tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding ex artikel 7:677 lid 2 BW.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft op 7 november 2023 plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Hierna is beschikking bepaald op vandaag.

2.Samenvatting

2.1.
De vraag die in deze procedure centraal staat, is of het door MVGM aan [partij] gegeven ontslag op staande voet rechtsgeldig is. De kantonrechter beantwoordt die vraag ontkennend en legt hierna uit hoe zij tot die conclusie is gekomen en wat dit betekent voor de over en weer ingediende verzoeken.

3.De feiten

3.1.
MVGM is een bedrijf dat zich onder meer bezighoudt met de verhuur en het beheer van onroerend goed.
3.2. [partij] , geboren op [geboortedatum] 1986, is op 1 maart 2023 in dienst getreden bij MVGM, in de functie van Technisch Manager voor de duur van twaalf maanden.
3.3.
Partijen besloten al vrij snel om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Op 9 juni 2023 hebben partijen een vaststellingsovereenkomst gesloten ter beëindiging van het dienstverband. [partij] werd daarbij vrijgesteld van zijn werkzaamheden.
3.4.
Op 7 juli 2023 heeft [partij] zijn teamleider [naam 1] (hierna: [naam 1] ) boos opgebeld en het volgende gezegd:
“Ik weet dat je niet van buitenlanders houdt (..), ik weet dat je een fucking racist bent (..), ik weet dat je een smeerlap bent (..), houd op met die fucking shit, anders kom ik nu naar je toe. Je bent een viezerik dat ben jij, (..) Ik kom je opzoeken vuile hond; (..) ik ben er klaar mee met je fucking politieke shit (..) je hebt geen idee. Ik doe al twintig jaar boksen. Ik sla je fucking helemaal verrot vieze vent, (..) ik wil niets meer van je horen, wat een vuile rat ben jij.”
3.5.
Bij e-mail van 7 juli 2023 heeft [naam 2] , HR Business Partner bij MVGM, aan [partij] het volgende meegedeeld:
“Goedemiddag [partij] ,
Vanmiddag heb ik getracht jou telefonisch te bereiken, maar je was niet in de gelegenheid om op te nemen. Naast de uitnodiging die ik in jouw voicemail heb ingesproken stuur ik bijgaand ook de schriftelijke bevestiging van ons gesprek.
Ik heb vernomen dat zich vanochtend een voorval heeft afgespeeld tussen jou en jouw leidinggevende waarin jij verschillende bedreigingen zou hebben geuit. Het moge duidelijk zijn dat wij dit niet accepteren. Wij nodigen je daarom uit voor een gesprek op aanstaandemaandag 10 juli 2023 om 10.00 uur.Gezien onze standplaatsen treffen wij elkaar op het MVGM-kantoor te Utrecht. Bij dit gesprek zullen [naam 3] en ondergetekende aanwezig zijn. In dit gesprek vernemen wij graag jouw kant van het verhaal, wat de aanleiding was voor deze gedragingen en wat de reden hiervan is. Na deze vorm van wederhoor zullen wij ons beraden op het al dan niet nemen van nadere rechtsmaatregelen, waaronder de mogelijkheid van ontslag op staande voet. Om deze reden wil ik benadrukken dat aanwezigheid bij dit gesprek van groot belang is.
Mocht je op voorhand vragen hebben, laat dat dan weten. Anders spreken we elkaar maandag.”3.6. Bij e-mail van 7 juli 2023 (14:39 uur) heeft [partij] op de hiervoor genoemde e-mail als volgt gereageerd:
“Goedemiddag,
Wat een mail, ik schrik hier wel erg van!Het wordt steeds erger en erger.
Het begon eerst al met de rittenregistratie, daar heb ik nog back up van. Zodra ik de 16e terug ben van vakantie, zal ik dit nog per mail naar jullie toesturen.
En ten tweede, met betrekking tot de zogenaamde bedreiging, ben ik nu geneigd om direct een advocaat in de arm te nemen. Want het wordt steeds gekker en gekker. Zoiets heb ik nog nooit meegemaakt. Ik heb gewoon telefonisch met [naam 1] gesproken en ik heb wel verhit mijn mening gegeven, maar ik zou nooit iemand bedreigen.
Vanaf 16 juli ben ik pas weer beschikbaar voor een afspraak. Graag pak ik dan de kans om mijn kant van het verhaal te vertellen.”
3.7.
Op 10 juli 2023 heeft MVGM een ontslagbrief aan [partij] gestuurd. Deze brief luidt als volgt:
“(…) Vandaag is u door [naam 3] (directeur MVGM VvE) en ondergetekende ( [naam 2] ) medegedeeld dat u op staande voet bent ontslagen op grond van een dringende reden als omschreven in artikel 7:678 van het Burgerlijk Wetboek. Middels deze brief wordt dit ontslag bevestigd op schriftelijke wijze.
De dringende reden waarvoor u op staande voet bent ontslagen is gelegen in het feit dat u uw leidinggevende vrijdagochtend 7 juli jl. meerdere malen telefonisch hebt bedreigd. De aanleiding van dit telefoongesprek was de rittenregistratie van uw zakelijke leaseauto welke u conform de geldende autoregeling dient te verstrekken. Deze heeft u ondanks herhaaldelijke verzoeken tot op heden niet aangeleverd. Nadat u op 4 juli wederom was verzocht de rittenregistratie aan te leveren heeft u op 7 juli uw leidinggevende opgebeld. In dit gesprek heeft u aangegeven de rittenregistratie niet te willen aanleveren. Toen uw leidinggevende aangaf dat wij toch een rittenregistratie wensen te ontvangen heeft u op agressieve en schreeuwende wijze de volgende uitspraken gedaan, waarvan een geluidsopname is gemaakt:
(…)
Naar aanleiding van deze uitingen bent u op vrijdag 7 juli uitgenodigd voor een gesprek met [naam 3] (directeur MVGM VvE) en ondergetekende op maandag 10 juli 2023 om 10.00 uur. Het doel van dit gesprek was het plegen van wederhoor, zodat u uw kant van het verhaal had kunnen delen. Nadat u de uitnodiging hiervoor had ontvangen heeft u mij dezelfde dag gebeld. In dit telefoongesprek heeft u aangegeven niet bij het gesprek aanwezig te kunnen zijn. Verder ontkende u de aantijgingen. Herhaaldelijk heeft u aangegeven beslist geen bedreigingen te hebben geuit aan het adres van uw leidinggevende. Naast dat u niet meewerkt aan wederhoor stellen wij vast dat u niet de waarheid spreekt over de aantijgingen. Van de bedreigingen is namelijk een geluidsopname gemaakt.
Na dit telefoongesprek heb ik u nogmaals met de gemaild met de vraag of u wellicht in de gelegenheid bent om maandag via Microsoft Teams aan te sluiten. Daar was volgens u ook geen mogelijkheid toe. Als reden heeft u, op vrijdag 7 juli, telefonisch en per e-mail aangegeven dat u tot en met 16 juli op vakantie bent. Echter heeft u in het telefoongesprek wat u vrijdagochtend 7 juli voerde met uw leidinggevende gezegd dat u net terug was van vakantie. Wij stellen daarom vast dat u ook hiervoor niet de waarheid spreekt en dus geen geldige reden heeft om niet mee te werken aan wederhoor.
Bij alle verzoeken is aangegeven dat uw aanwezigheid bij het gesprek van maandag 10 juli van belang is. Tevens is meermaals aangegeven dat wij de mogelijkheden onderzoeken van nadere rechtsmaatregelen waaronder de mogelijkheid van ontslag op staande voet. Toch heeft u de gehele komende week geen tijd om ons te spreken. Gezien de ernst van de situatie en het feit dat uw bedreigingen zijn opgenomen wachten wij dan ook niet langer.
Het is duidelijk dat u de binnen MVGM geldende, normen, waarden, regels en afspraken op geen enkele manier respecteert. Uw gedrag accepteren wij niet en de hierboven genoemde uitingen vormen een dringende reden voor het ontslag op staande voet. Uw dienstverband bij MVGM Vastgoedmanagement B.V. wordt daarom per direct beëindigd. Met de salarisbetaling van juli ontvangt u een eindafrekening welke bestaat uit het reguliere salaris tot vandaag en het opgebouwde vakantiegeld (naar rato).
Tot slot wil ik u mededelen dat wij (MVGM) aangifte hebben gedaan van bedreiging bij de politie. (…)”3.8. Bij e-mail van 10 juli 2023 heeft [partij] als volgt gereageerd op de ontslagbrief:
“In de brief schrijven jullie dat ik mijn leidinggevende meerdere keren heb bedreigd, maar dit is niet het geval. Hij belde mij inderdaad vrijdag op en bleef op mij inpraten op een manier die ik niet prettig vond. Ik heb al wekenlang frustraties met hem doordat hij zelf bijna niet rechtdoorzee met mij wil communiceren. Keer op keer stuurt hij een ander persoon die dit voor hem mag opknappen. Afgelopen vrijdag na het telefoontje van hem heb ik hem weer opgebeld en dingen geroepen die niet handig waren. Hier heb ik ook spijt van en had ik niet moeten doen. Maar hij laat nu wel alleen zijn kant van het verhaal zien en dat vind ik niet eerlijk. Daarnaast voelt het alsof hij dit gewoon op heeft gezet als een soort val om dit uit te lokken bij mij.
Graag had ik dan ook de kans gekregen om face to face het wederhoor te doen. Vrijdag was ik net terug van vakantie met een vriendin en hierna ben ik nu een weekje met een oude basketbalvriend weg. Dus ik vind het niet fair dat ik hierop ineens gepakt wordt alsof ik hierover zou liegen.
Ik vind het heel jammer dat dit incident zo uit de hand moest lopen en dat er nu zelfs aangifte is gedaan bij de politie. Ik laat nog van mij horen via mijn advocaat”
3.9.
Bij e-mail van 10 juli 2023 heeft MVGM als volgt gereageerd op de e-mail van 10 juli 2023 van [partij] :
“Wij hebben jouw reactie ter kennisgeving aangenomen. In jouw reactie is te lezen dat je wederom ontkent dat je jouw leidinggevende meerdere malen hebt bedreigd. Van de bedreigingen is echter een geluidsopname gemaakt. Hier is duidelijk op te horen dat je hem tot drie keer toe bedreigd en daar is dus ook geen discussie over mogelijk. Verder is herhaaldelijk aangeboden jouw kant van het verhaal te delen, al dan niet via Microsoft Teams. Hierbij is telkens aangegeven dat wij ons beraden op verdere rechtsmaatregelen, waaronder de mogelijkheid van ontslag op staande voet. Wij hebben het belang van dit gesprek meermaals genoemd, maar jij gaf te kennen deze week niet mee te willen werken aan wederhoor. (…)”

4.Het verzoek en het zelfstandig tegenverzoek

4.1.
[partij] verzoekt bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
primair:- een verklaring voor recht dat het ontslag op 10 juli 2023 niet rechtsgeldig is en
vernietiging van het ontslag, met veroordeling van MVGM tot nakoming van haar verplichtingen uit de vaststellingsovereenkomst,
subsidiair:- een verklaring voor recht dat de vaststellingsovereenkomst rechtsgeldig, met veroordeling van MVGM tot nakoming van haar verplichtingen uit de vaststellingsovereenkomst,
meer subsidiair:- MVGM te veroordelen tot betaling van de transitievergoeding (€ 480,97), de billijke vergoeding (€ 24.000,-) ex artikel 7:681 lid 1 sub a BW), de vergoeding wegens onregelmatige opzegging (€ 8.000,-), alles vermeerderd met de wettelijke rente,
meer meer subsidiair:- MVGM te veroordelen tot betaling van de transitievergoeding (€ 480,97),
zowel primair, subsidiair, meer subsidiair en meer meer subsidiair:- MVGM op te dragen deugdelijke bruto/netto-specificaties aan [partij] te verstrekken met betrekking tot voornoemde bruto bedragen, op straffe van een dwangsom,
- MVGM te verbieden negatieve uitlatingen te doen over [partij] aan derden noch uitlatingen te doen die de positie van [partij] raken en dat MVGM zich zal blijven gedragen naar de eisen van het normale maatschappelijke verkeer, op straffe van een dwangsom,
- MVGM te veroordelen in de proceskosten.
4.2.
[partij] legt aan zijn verzoeken, kort gezegd, ten grondslag dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is, omdat geen sprake is van een dringende reden als bedoeld in artikel 7:678 BW.
4.3.
MVGM voert verweer en concludeert tot afwijzing van de verzoeken van [partij] . MVGM heeft bij zelfstandig tegenverzoek verzocht om [partij] te veroordelen tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding (artikel 7:677 lid 2 en lid 3 BW) ter hoogte van € 8.000,-, Zowel in het verzoek als in het tegenverzoek vraagt MVGM veroordeling van [partij] in de proceskosten.
4.4.
Op de standpunten van partijen wordt hierna, voor zover relevant, nader ingegaan.

5.De beoordeling

de dringende reden
5.1.
Het verzoek en het zelfstandig tegenverzoek lenen zich voor gezamenlijke behandeling. De vraag die in beide verzoeken centraal staat, is of het ontslag op staande voet van 10 juli 2023 voldoet aan de eisen van artikel 7:677 BW lid 1 BW en dus of MVGM de arbeidsovereenkomst met [partij] onverwijld mocht opzeggen om een dringende reden, onder onverwijlde mededeling van die reden aan [partij] .
5.2.
De kantonrechter komt tot het oordeel dat het op 10 juli 2023 gegeven ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is en zal hierna uiteenzetten hoe zij tot dat oordeel is gekomen.
5.3.
Vooropgesteld wordt dat een ontslag op staande voet een uiterste middel is en dat het slechts mag worden gegeven als van MVGM op grond van een dringende reden niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst met [partij] nog langer te laten voortduren. Als dringende reden in de zin van artikel 7:677 lid 1 BW worden op grond van het bepaalde in artikel 7:678 lid 1 BW beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van [partij] , die ten gevolge hebben dat van MVGM redelijkerwijs niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Bij de beoordeling van de vraag of van een dringende reden sprake is, moeten alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden genomen. Daarbij behoren in de eerste plaats te worden betrokken de aard en ernst van hetgeen MVGM als dringende reden aanmerkt en verder onder meer de aard en duur van de dienstbetrekking, de wijze waarop [partij] deze heeft vervuld, alsmede de persoonlijke omstandigheden van [partij] , zoals zijn leeftijd en de gevolgen die een ontslag op staande voet zou hebben.
5.4.
De dringende reden die is medegedeeld en dus moet worden beoordeeld, is blijkens de ontslagbrief dat [partij] zijn leidinggevende tijdens het telefoongesprek op vrijdagochtend 7 juli 2023 heeft bedreigd.
5.5.
Het op ernstige wijze bedreigen van de werkgever wordt in de wet genoemd als voorbeeld van een dringende reden voor een ontslag op staande voet. Dit betekent echter niet dat iedere bedreiging tot een rechtsgeldig ontslag kan leiden. Bij de beoordeling of de bedreiging voldoende ernstig is voor een ontslag op staande voet, moeten alle omstandigheden van het geval in aanmerking worden genomen. Naar het oordeel van de kantonrechter zijn de bewoordingen van [partij] wel daadwerkelijk bedreigend en mocht MVGM hier ook tegen optreden. De kantonrechter is echter van oordeel dat, hoewel [partij] door dreigende taal te gebruiken niet op de juiste wijze heeft gehandeld, dit gelet op de overige omstandigheden onvoldoende is om te concluderen dat sprake is van een rechtsgeldig gegeven ontslag op staande voet. Daarvoor is het volgende van belang.
5.6.
Gebleken is dat de verhoudingen tussen partijen reeds voorafgaand aan het telefoongesprek op 7 juli 2023 al waren verslechterd. Partijen hebben in dit verband op 9 juni 2023 een vaststellingsovereenkomst gesloten ter beëindiging van het dienstverband per 1 november 2023. Van belang is dat [partij] tot die tijd al was vrijgesteld van werkzaamheden. Verder is relevant dat het hier gaat om een eenmalige bedreiging aan de telefoon. Weliswaar heeft MVGM ter zitting gesteld dat [partij] vaker bedreigingen heeft geuit, maar dat is door [partij] betwist en MVGM heeft dat verder op geen enkele wijze onderbouwd. Bovendien heeft MVGM ook geen andere bedreigingen genoemd in de ontslagbrief of andere correspondentie. Naar het oordeel van de kantonrechter zijn de uitlatingen op 7 juli 2023 gedaan in een duidelijke emotionele toestand. Dat is ook te horen op de overgelegde geluidsopname van het telefoongesprek. De achtergrond daarvan is, zoals [partij] heeft verklaard, de langdurige discussie tussen partijen over de rittenregistratie van de zakelijke auto van [partij] . MVGM heeft [partij] herhaaldelijk gevraagd om de rittenregistratie in te leveren maar [partij] bleef volhouden dat hij de rittenregistratie in de auto had achtergelaten toen hij de auto op 16 juli 2023 inleverde. Dat de bedreigingen in een emotionele toestand zijn gedaan, is geen rechtvaardiging voor het gedrag van [partij] – hij had de bedreigingen niet mogen uiten –, maar dit brengt wel mee dat MVGM hierover [partij] op een later moment had moeten horen, als de gemoederen waren bedaard. MVGM vond dat klaarblijkelijk zelf ook gelet op de inhoud van haar brief van 7 juli 2023.
5.7.
Daarnaast is de kantonrechter van oordeel dat MVGM [partij] onvoldoende gelegenheid heeft geboden uitleg te geven. [partij] heeft naar aanleiding van de e-mail van 7 juli 2023 van MVGM gereageerd dat hij eerst op vakantie ging en een week later in staat zou zijn een persoonlijk gesprek te willen voeren. MVGM wilde echter niet wachten met het gesprek, omdat MVGM niet geloofde dat [partij] weer op vakantie ging (hij was net terug van een week vakantie) en omdat MVGM vaart wilde maken omdat er al langer moeilijkheden waren bij het inleveren van de rittenregistratie. Naar het oordeel van de kantonrechter waren dat geen goede redenen om de mogelijkheid voor een persoonlijk gesprek op een later moment te onthouden. Hierbij komt dat [partij] toen al was vrijgesteld van werk (en hij zich dus niet beschikbaar hoefde te houden) en hij tijdens de mondelinge behandeling heeft toegelicht dat hij een persoonlijk gesprek wilde voeren als hij rustiger was. Tegen de specifieke achtergrond van de vaststellingsovereenkomst en de vrijstelling van werk was het beter geweest als MVGM [partij] de mogelijkheid voor een persoonlijk gesprek na een week had geboden. Nu dat niet is gebeurd, was het voor MVGM niet mogelijk de persoonlijke omstandigheden van [partij] en de aanleiding voor de escalatie te toetsen en te betrekken bij het ontslag op staande voet.
conclusie5.8. Al met al is de kantonrechter van oordeel dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is. Het ontslag zal daarom vernietigd worden. Dit betekent dat de rechtsverhouding tussen partijen nog steeds wordt beheerst door de vaststellingsovereenkomst van 9 juni 2023 en dat MVGM gehouden is die na te komen. Het primaire verzoek van [partij] is toewijsbaar. Nu het primaire verzoek van [partij] zal worden toegewezen, behoeven zijn overige subsidiaire verzoeken geen bespreking meer. Uit het voorgaande volgt dat geen grond bestaat voor toewijzing van het verzoek van MVGM tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding.
verbod negatieve uitlatingen5.9. [partij] heeft verzocht MVGM te verbieden negatieve uitlatingen over hem te doen, op straffe van een dwangsom. Hiervoor is geoordeeld dat de rechtsverhouding tussen partijen nog steeds wordt beheerst door de vaststellingsovereenkomst van 9 juni 2023. In artikel 7.2. van de vaststellingsovereenkomst zijn partijen overeengekomen dat zij zich ten opzichte van elkaar zullen onthouden van het doen van negatieve uitlatingen jegens derden. De kantonrechter gaat ervan uit dat partijen zich hieraan zullen houden. Een veroordeling van MVGM daartoe is daarom niet nodig en [partij] heeft daar onvoldoende belang bij, zodat dit onderdeel van het verzoek zal worden afgewezen.
proceskosten5.10. MVGM zal als de meest in het ongelijk gestelde partij zowel in het verzoek als in het zelfstandig tegenverzoek worden veroordeeld in de proceskosten van [partij] . In het verzoek worden de kosten van [partij] begroot op € 879,-, bestaande uit € 86,- aan griffierecht en € 793,- aan salaris gemachtigde. Omdat in het zelfstandig tegenverzoek niet is gebleken van kosten of werkzaamheden ten aanzien van het tegenverzoek die voor aparte vergoeding in aanmerking komen, worden die kosten op nihil begroot.

6.De beslissing

De kantonrechter
in het verzoek
6.1.
verklaart voor recht dat het ontslag op staande voet op 10 juli 2023 niet rechtsgeldig is gegeven,
6.2.
vernietigt het ontslag op staande voet,
6.3.
veroordeelt MVGM tot nakoming van haar verplichtingen uit de vaststellingsovereenkomst van 9 juni 2023,
6.4.
veroordeelt MVGM tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van [partij]
tot en met vandaag worden vastgesteld op € 879,-,
6.5.
wijst af hetgeen meer of anders is verzocht,
in het zelfstandig tegenverzoek
6.6.
wijst het verzoek af,
6.7.
veroordeelt MVGM tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [partij] tot en met vandaag vaststelt op nihil.
in beide verzoeken6.8. verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad, behoudens de verklaring voor recht.
Deze beschikking is gegeven door mr. D.N.R. Wegerif en in het openbaar uitgesproken door mr. M.J.C.M. Manders op 5 december 2023. (DG)