ECLI:NL:RBOVE:2023:5016

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
20 februari 2023
Publicatiedatum
8 december 2023
Zaaknummer
08/214590-22, 08/173850-21, 08/022884-23 en 08/064210-21 (TUL) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Jeugddetentie en gedragsbeïnvloedende maatregel voor bedreiging en openlijke geweldpleging door 19-jarige verdachte

Op 20 februari 2023 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 19-jarige man, die werd beschuldigd van bedreiging met een gaspistool en openlijke geweldpleging. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een jeugddetentie van 63 dagen en een gedragsbeïnvloedende maatregel van 12 maanden. De zaak omvatte meerdere parketnummers, waaronder 08/214590-22 en 08/022884-23, waarbij de verdachte betrokken was bij ernstige misdrijven, waaronder bedreiging van een slachtoffer met een vuurwapen en geweldpleging in een winkelcentrum. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, ondanks zijn jeugdige leeftijd, een significante rol speelde in de gepleegde geweldsdelicten. De rechtbank heeft rekening gehouden met de psychologische rapportages die wijzen op een gebrekkige ontwikkeling van de verdachte, wat heeft geleid tot de beslissing om het jeugdstrafrecht toe te passen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om een gedragsbeïnvloedende maatregel op te leggen, ondersteund, en benadrukt dat de verdachte intensieve begeleiding en behandeling nodig heeft om het recidiverisico te verkleinen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van enkele andere tenlastegelegde feiten wegens onvoldoende bewijs.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Familie en Jeugd
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummers: 08/214590-22, 08/173850-21, 08/022884-23 en 08/064210-21 (TUL) (P)
Datum vonnis: 20 februari 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2004 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres 1] ,
nu verblijvende in RJJI Horsterveen te Evertsoord.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek achter gesloten deuren van
30 augustus 2022 (betreffende parketnummer 08-173850-21) en van 6 februari 2023 (betreffende alle parketnummers).
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. A.C. Diesfeldt en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. R. van Veen, advocaat in Utrecht, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Parketnummer 08/214590-22
[slachtoffer 1] heeft bedreigd door een (nep)vuurwapen op hem te richten en meerdere keren af te vuren;
Parketnummer 08/173850-21
feit 1:samen met anderen heeft geprobeerd een ramkraak te plegen op de kledingwinkel [kledingwinkel] ;
feit 2:samen met anderen een personenauto heeft gestolen door middel van een valse sleutel dan wel die personenauto samen met anderen heeft geheeld;
feit 3: samen met anderen kentekenplaten heeft gestolen dan wel samen met anderen die kentekenplaten heeft geheeld;
Parketnummer 08/022884-23
openlijk geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en een onbekend gebleven man.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
Parketnummer 08/214590-22
hij op of omstreeks 17 augustus 2022 te Zwolle [slachtoffer 1] heeft bedreigdmet enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,door een (vuur)wapen, althans een gelijkend voorwerp, te richten op voornoemde [slachtoffer 1] en/of deze drie, althans een of meerdere malen, af te vuren;
Parketnummer 08/173850-21
1
op of omstreeks 2 juli 2021, in de gemeente Deventer, tezamen en in vereniging met anderen,ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf omgeld en/of goederen (uit een pand gelegen aan de [adres 2] ), dat geheel aaneen ander dan aan verdachte en/of zijn mededaders toebehoorde, te weten aan(kledingwinkel) [kledingwinkel] , weg te nemen, met het oogmerk om het zichwederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf teverschaffen door middel van braak,met een voertuig (te weten een (personen)auto, merk/type BMW 3-serie) (meermalen) is ingereden op de voorzijde (een glazen pui/glazen deuren) van dat pand,terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij op of omstreeks 30 juni 2021 te Zwolle, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een personenauto (BMW, 320i, kenteken: [kenteken 1] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan P.R. [aangever] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk omhet zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s)zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat wegte nemen goed onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel vanvalse sleutel, door onrechtmatig gebruik te maken van de (originele) autosleutel;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 30 juni 2021 tot en met 2 juli 2021, in de gemeente Deventer en/of Dalfsen en/of Zwolle en/of Ede, althans (in ieder geval) in Nederland,tezamen en in vereniging met een ander of anderen een goed, te weten eenpersonenauto (BMW 3-serie; type Sedan) (kenteken [kenteken 1] ), in elk geval eengoed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen,terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhandenkrijgen van dat goed wist(en) of redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het(een) door misdrijf verkregen goed betrof;
3
hij op of omstreeks 1 juli 2021 te Ede tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, kentekenplaten ( [kenteken 2] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf] B.V., in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijnmededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zichwederrechtelijk toe te eigenen;subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 1 en/of 2 juli 2021 in de gemeente Deventer en/of Dalfsen en/ofZwolle en/of Ede, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, kentekenplaten ( [kenteken 2] ), althans een goederen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist(en) of redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goederen betrof;
Parketnummer 08/022884-23
hij op of omstreeks 8 januari 2023 te Zwolle openlijk, te weten, in restaurant [restaurant] gevestigd aan [adres 3] en/of in het aldaar gelegen [winkelcentrum] , in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats,in vereniging geweld heeft gepleegd tegen één of meerdere personen en/of een goed, te weten:- [slachtoffer 2] ,- [slachtoffer 3] ,- [slachtoffer 4] en/of- een onbekend gebleven man,
door:- In restaurant [restaurant] een kruk/stoel te pakken en/of deze kruk/stoel boven zijn hoofd te heffen en daarmee die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] te slaan,- tijdens het wegrennen zich om te draaien en die [slachtoffer 3] tegen het gezicht te slaan en/of te stompen waardoor die [slachtoffer 3] ten val komt,- meerdere malen, in elk geval eenmaal, slaande bewegingen te maken in de richting van het hoofd van die [slachtoffer 2] ,- meerdere malen, in elk geval eenmaal, die [slachtoffer 3] tegen het lichaam te schoppen en/of te trappen als die [slachtoffer 3] op de grond ligt,- een blauwe prullenbak te pakken en die tegen het hoofd van die [slachtoffer 3] te duwen/houden,- meerdere malen slaande bewegingen te maken in de richting van het hoofd van die [slachtoffer 3] ,- een metalen paal te pakken en daarmee in de richting van een stotende beweging te maken tegen een onbekend gebleven man,- die [slachtoffer 3] meerdere malen tegen het hoofd te slaan en/of te stompen als die [slachtoffer 3] op de grond ligt en/of- die [slachtoffer 2] eenmaal tegen het hoofd te slaan en/of te stompen.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4. De bewijsmotivering [1]
4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd voor het onder 1 (poging tot ramkraak), 2 primair (diefstal BMW), 2 subsidiair (heling BMW), 3 primair (diefstal kentekenplaten) en 3 subsidiair (heling kentekenplaten) met parketnummer 08/173850-21 ten laste gelegde, omdat het dossier daarvoor onvoldoende bewijs bevat. De feiten met de parketnummers 08/214590-22 (bedreiging met wapen) en 08/022884-23 (openlijke geweldpleging) kunnen wettig en overtuigend worden bewezen, aldus de officier van justitie.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit verdachte integraal vrij te spreken van de feiten op de tenlastelegging met parketnummer 08/173850-21 (poging tot ramkraak, diefstal/heling BMW en diefstal/heling kentekenplaten). In het dossier bevindt zich geen bewijs dat verdachte op de plaats delict was op het moment van de ramkraak en hetzelfde geldt voor de diefstal van de auto en de diefstal van de kentekenplaten. Daarbij heeft verdachte een verklaring afgelegd over wat er die avond is gebeurd die niet wordt weerlegd door enig bewijsmiddel in het dossier.
De raadsman heeft zich ten aanzien van het feit met parketnummer 08/022884-23 (openlijke geweldpleging) op het standpunt gesteld dat verdachte weliswaar heeft bekend dat hij een aandeel heeft gehad in het geweld, maar dat zijn aandeel kleiner is geweest dan de beschreven geweldshandelingen in de tenlastelegging. De raadsman heeft dan ook verzocht verdachte vrij te spreken van de handelingen beschreven onder het eerste tot en met het derde, en het achtste en negende gedachtestreepje. Voor het overige refereert de raadsman zich wat betreft parketnummer 08/022884-23 aan het oordeel van de rechtbank.
Wat betreft het feit met parketnummer 08/214590-22 (bedreiging met wapen) refereert de raadsman zich, gelet op de bekennende verklaring van zijn cliënt, aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Parketnummer 08/173850-21 (poging tot ramkraak, diefstal/heling BMW, diefstal/heling kentekenplaten)
Het dossier bevat sterke aanwijzingen dat verdachte betrokken is geweest bij de poging tot ramkraak die plaatsvond bij kledingwinkel [kledingwinkel] in Deventer in de nacht van
2 juli 2021 omstreeks 03.19 uur. Zo is verdachtes DNA aangetroffen aan de binnenzijde van de BMW waarmee is ingereden op het winkelpand. Ook is verdachtes mobiele telefoon die nacht verplaatst van Zwolle naar Wesepe op tijdstippen en plaatsen die kunnen passen bij de dader die met een auto richting de plaats delict te Deventer rijdt. Ongeveer een uur voordat de BWM op het winkelpand is ingereden, was verdachtes telefoon in Wesepe, op zo’n 11 kilometer afstand van de plaats delict. Opvallend is ook dat de telefoon juist geen locatiegeschiedenis weergeeft tussen 02.23 uur en 04.05 uur, het tijdstip waarop de poging tot ramkraak plaatsvond. Verdachte had eerder die nacht tussen 00.17 uur en 00.58 uur contact gehad via Snapchat met medeverdachten [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ) en [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ), terwijl de telefoon van [medeverdachte 2] in Deventer was op het moment van de poging tot ramkraak. Om 04.06 uur was verdachtes telefoon in Dalfsen, in de buurt van de locatie waar de BMW na de poging tot ramkraak was achtergelaten. Verdachte is een aantal uren later, in de vroege ochtend, samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in Zwolle door de politie aangetroffen onder bijzondere omstandigheden. Verder is opmerkelijk dat met verdachtes telefoon ongeveer twee dagen voor de poging tot ramkraak op internet is gezocht op “
wat ks de straf coor ramkraag”en dat één dag voor het delict op de telefoon een bericht is ontvangen met:
“Saff ik doe mee vnv”.Verdachte heeft pas in een laat stadium, ter zitting, een alternatieve gang van zaken met betrekking tot de nacht van 2 juli 2021 geschetst.
De sterke aanwijzingen in het dossier die wijzen op de betrokkenheid van verdachte bij de poging tot ramkraak zijn – ook in onderlinge samenhang bezien – niet zodanig krachtig dat sprake is van wettig en overtuigend bewijs dat verdachte het feit heeft begaan. Verdachte zal dan ook worden vrijgesproken van de poging tot ramkraak.
Ook voor de diefstal van de BMW en de diefstal van de kentekenplaten, subsidiair ten laste gelegd als heling van de auto en de kentekenplaten, bevat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat verdachte hierbij betrokken was. De rechtbank deelt de standpunten van de officier van justitie en de raadsman en zal verdachte ook van deze feiten vrijspreken.
Parketnummer 08/214590-22 (bedreiging met wapen)
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.
  • het proces-verbaal van de terechtzitting d.d. 6 februari 2023, bevattende de bekennende verklaring van verdachte;
  • het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 17 augustus 2022, pagina’s 19 tot en met 25.
Parketnummer 08/022884-23 (openlijke geweldpleging)
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen integrale vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, Sv, zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.
  • het proces-verbaal van de terechtzitting d.d. 6 februari 2023, bevattende de bekennende verklaring van verdachte;
  • het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 1] d.d. 9 januari 2023, pagina’s 218 tot en met 221;
  • het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 9 januari 2023, pagina’s 235 tot en met 240;
  • het proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 3] d.d. 16 januari 2023, pagina’s 190 tot en met 194;
  • het proces-verbaal van bevindingen met foto’s d.d. 10 januari 2023, pagina’s 56 tot en met 71;
  • het proces-verbaal van bevindingen van 11 januari 2023, pagina’s 72 tot en met 115;
  • het proces-verbaal van bevindingen van 10 januari 2023, pagina’s 120 tot en met 122.
De raadsman heeft verzocht verdachte partieel vrij te spreken van de geweldshandelingen die hij niet zelf heeft gepleegd, maar die zijn gepleegd door de medeverdachten.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van geweld in vereniging. Verdachte heeft een significante en wezenlijke bijdrage geleverd aan het gepleegde geweld. Hij heeft immers actief deelgenomen aan het gevecht. Uit het handelen van verdachte blijkt, naar het oordeel van de rechtbank, dat verdachte en de groep met wie hij was, opzet hadden op het geweld en het samen plegen van dat geweld. Verdachte is strafrechtelijk verantwoordelijk voor zijn eigen handelen én voor het handelen van degenen met wie hij dat geweld heeft gepleegd nu hij deel uitmaakte van de groep die het geweld heeft gepleegd. De rechtbank verwerpt aldus het verweer van de raadsman.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Parketnummer 08/214590-22
hij op 17 augustus 2022 te Zwolle, [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door een vuurwapen, althans een gelijkend voorwerp, te richten op voornoemde [slachtoffer 1] en deze meerdere malen, af te vuren;
Parketnummer 08/022884-23
hij op 8 januari 2023 te Zwolle openlijk, te weten, in restaurant [restaurant] gevestigd aan [adres 3] en in het aldaar gelegen [winkelcentrum] , in vereniging geweld heeft gepleegd tegen meerdere personen, te weten:- [slachtoffer 2] ,- [slachtoffer 3] ,- [slachtoffer 4] en- een onbekend gebleven man,
door:- In restaurant [restaurant] een kruk/stoel te pakken en deze kruk/stoel boven zijn hoofd te heffen en daarmee te slaan,- tijdens het wegrennen zich om te draaien en die [slachtoffer 3] tegen het gezicht te stompen waardoor die [slachtoffer 3] ten val komt,- meerdere malen, slaande bewegingen te maken in de richting van het hoofd van die [slachtoffer 2] ,- meerdere malen, die [slachtoffer 3] tegen het lichaam te schoppen en te trappen als die [slachtoffer 3] op de grond ligt,- een blauwe prullenbak te pakken en die tegen het hoofd van die [slachtoffer 3] te houden,- meerdere malen slaande bewegingen te maken in de richting van het hoofd van die [slachtoffer 3] ,- een metalen paal te pakken en daarmee in de richting van een stotende beweging te maken tegen een onbekend gebleven man,- die [slachtoffer 3] meerdere malen tegen het hoofd te slaan en te stompen als die [slachtoffer 3] op de grond ligt en- die [slachtoffer 2] eenmaal tegen het hoofd te slaan en te stompen.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 285 en 141 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
Parketnummer 08/214590-22
het misdrijf:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
Parketnummer 08/022884-23
het misdrijf:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd het jeugdstrafrecht toe te passen en aan verdachte de maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige (hierna: GBM) op te leggen voor de duur van een jaar met het programma zoals door de reclassering geadviseerd. De officier van justitie heeft daarbij gevorderd het contactverbod niet te laten gelden voor de dochter van aangever [slachtoffer 1] . Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat aan verdachte een jeugddetentie wordt opgelegd gelijk aan de duur van het reeds ondergane voorarrest.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de oplegging van een GBM met het programma zoals door de reclassering geadviseerd, maar zonder het contactverbod met [slachtoffer 1] voldoet. De raadsman heeft verzocht aan verdachte geen aanvullende (voorwaardelijke) detentie op te leggen.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de bedreiging van de heer [slachtoffer 1] met een gaspistool. Verdachte heeft laat op de avond, midden in een woonwijk, het wapen op [slachtoffer 1] gericht en heeft meermalen gevuurd. Met zijn handelen heeft verdachte niet alleen een zeer bedreigende situatie doen ontstaan voor het slachtoffer en zijn familie, maar ook voor de omwonenden die ongewild getuige zijn geweest van een schietpartij in de straat. De rechtbank acht het zeer zorgelijk dat verdachte, als hij iets met iemand wil uitpraten, een gaspistool meeneemt en het ook daadwerkelijk gebruikt.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan openlijke geweldpleging in een winkelcentrum, waarbij hij samen met anderen grof geweld heeft gebruikt. Dergelijke feiten veroorzaken niet alleen bij slachtoffers en omstanders gevoelens van onveiligheid en verontwaardiging, maar ook in de samenleving als geheel. De rechtbank rekent dat verdachte aan.
Persoon van de verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank gelet op het uittreksel justitiële documentatie – van in totaal 15 pagina’s – van verdachte van 1 februari 2023, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor gewelds- en vermogensdelicten.
Ten tijde van het laatst gepleegde feit, de openlijke geweldpleging, liep verdachte in een schorsing van de voorlopige hechtenis. Dit heeft hem niet weerhouden wederom een strafbaar feit te plegen.
De rechtbank heeft acht geslagen op de Pro Justitia rapportage, opgesteld door drs. M. van Engers en drs. A. de Lima-Heijns, beiden GZ-psycholoog en uitgebracht op 20 januari 2023.
De psychologen constateren dat verdachte lijdt aan een gebrekkige ontwikkeling hetgeen blijkt uit een norm-overschrijdende gedragsstoornis, scheefgroei in de persoonsontwikkeling met antisociale en narcistische trekken, PTSS en een licht verstandelijke beperking. Deze stoornis heeft verdachte beïnvloed tijdens het ten laste gelegde feit gepleegd in 2021. Het feit in 2023 is niet meegenomen, omdat het is gepleegd na het uitkomen van de rapportage. Verdachte wordt gehinderd door gebrekkige emotieregulatie en snelle krenking, waardoor hij niet meer rationeel denkt en handelt en vervolgens komt tot een oplossing die wordt gestuurd vanuit boosheid. De psychologen adviseren verdachte het ten laste gelegde (de poging ramkraak, die diefstal/heling van de BMW en de kentekenplaten en de bedreiging van de heer [slachtoffer 1] ), indien bewezen, in verminderde mate toe te rekenen. Bij onveranderde omstandigheden schat de psycholoog het risico op recidive in op hoog. Er is een intensieve begeleiding en behandeling nodig van verdachte, gericht op het omgaan met zijn kwetsbare emoties en boosheid en daarnaast op het opdoen van positieve ervaringen van werk, vrijetijdsbesteding, relaties met leeftijdsgenoten en volwassenen, waarbij het belangrijk is dat ongewenste gedragskeuzes direct consequenties hebben.
De psychologen adviseren het jeugdstrafrecht toe te passen, omdat verdachte op licht verstandelijk beperkt niveau functioneert, waardoor zijn handelingstaken beperkter zijn dan die van zijn leeftijdsgenoten, zodat de noodzaak van pedagogische beïnvloeding aanwezig lijkt.
Gelet op de justitiële geschiedenis, de ernst van het ten laste gelegde en de risicovolle persoonsontwikkeling adviseren de psychologen tot de oplegging van een verplichtend kader in de vorm van een GBM voor de duur van een jaar.
De rechtbank heeft vervolgens acht geslagen op de rapportage van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: De Raad) van 31 januari 2023. De Raad constateert dat verdachte een kwetsbare jongen is die wordt verdacht van ernstige misdrijven. Verdachte heeft al veel meegemaakt in zijn leven: ouder-kindproblematiek, verliezen, afwijzende ervaringen, verblijf en verhuizingen binnen jeugdinstellingen en periodes in detentie als gevolg van veelvuldig delictgedrag. De Raad acht het van belang om het recidiverisico te keren door in te grijpen op verschillende vlakken en is van mening dat een GBM daarvoor een passend kader is. Verdachte kan worden aangestuurd door de jeugdreclassering en ambulante behandeling krijgen, waarbij binnen de GBM de mogelijkheid bestaat een time-out toe te passen. De Raad ziet de GBM als een nieuwe kans voor verdachte waardoor hij middels intensieve begeleiding en behandeling kan werken aan het verkleinen van de kans op herhaling. De Raad adviseert de rechtbank tot het opleggen van een GBM voor de duur van een jaar, met als programma: een meldplicht bij de jeugdreclassering, meewerken aan ondersteuning door andere hulpverleningsinstanties, het volgen van het ITB PLUS-traject, ambulante behandeling door FJP Accare, een contactverbod met het slachtoffer en diens gezinsleden, een locatiegebod, meewerken aan begeleid wonen en een zinvolle dagbesteding. De Raad adviseert de maatregel dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
Ter terechtzitting van 6 februari 2023 heeft mevrouw [naam 2] van de Raad een toelichting op het rapport gegeven en is bij het advies gebleven.
Ten slotte heeft rechtbank acht geslagen op het rapport van Reclassering Nederland van 1 februari 2023, waarin de reclassering de in de NIFP-rapportage beschreven problematiek van verdachte, de benodigde interventies, het toepassen van het jeugdstrafrecht en het advies tot de oplegging van een GBM, onderschrijft. De reclassering acht het wenselijk dat het lopend toezicht bij de jeugdreclassering wordt voortgezet.
Ter terechtzitting heeft de heer [naam 3] van Jeugdbescherming Overijssel het advies toegelicht en benadrukt dat het van belang is dat verdachte nogmaals het ITB PLUS-traject zal doorlopen, omdat op die manier het contact van verdachte met de jeugdreclassering op wekelijkse basis zal plaatsvinden. De GBM is op dit moment het voor verdachte best passende ambulante kader in een strakke structuur, waarbij het mogelijk is om, als het misgaat, meteen in te grijpen middels een time-out, aldus Brinkhuis.
Strafoplegging
Toepassing van jeugdstrafrecht dan wel volwassenenstrafrecht wat betreft de feiten met de parketnummers 08/214590-22 en 08/022884-23
De rechtbank heeft geconstateerd dat op de tenlastelegging zowel feiten staan die hebben plaatsgevonden in de periode dat verdachte meerderjarig was (de feiten met de parketnummers 08/214590-22 en 08/022884-23) als feiten die hebben plaatsgevonden toen verdachte minderjarig was (de overige feiten). Bij gelijktijdige berechting van meerdere feiten die deels vóór en deels ná het bereiken van de leeftijd van achttien zijn begaan, zal de rechtbank een keuze moeten maken voor het toe te passen sanctiestelsel, waarbij de wetgever als hoofdregel heeft aanbevolen toepassing van het sanctiestelsel voor volwassenen, zij het dat in de persoonlijkheid van de verdachte of in de omstandigheden waaronder het feit is begaan grond kan worden gevonden een jeugdsanctie toe te passen.
Rekening houdend met de persoon van verdachte, zoals deze naar voren komt uit de NIFP- rapportage en de rapportages van de Raad en de reclassering, ziet de rechtbank aanleiding om, overeenkomstig artikel 495, vijfde lid Sv, het jeugdstrafrecht toe te passen.
De rechtbank onderschrijft de conclusies van de rapporteurs over de toerekeningsvatbaarheid van verdachte en maakt deze conclusies tot de hare. Dit betekent dat de rechtbank vaststelt dat bij verdachte ten tijde van het begaan van het bewezen verklaarde een ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond. Daardoor kan het bewezen verklaarde hem in verminderde mate worden toegerekend. Dit geldt ook voor de openlijke geweldpleging. De rechtbank zal bij de strafoplegging rekening houden met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan twee ernstige geweldsdelicten, waar in beginsel een langer durende jeugddetentie voor zou kunnen worden opgelegd. De rechtbank acht het echter niet wenselijk en niet in het belang van de ontwikkeling van verdachte om hem een langdurige detentie op te leggen. De rechtbank zal verdachte een jeugddetentie opleggen die gelijk is aan de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. Dat betekent dat hij niet terug hoeft naar de jeugdgevangenis.
De feiten zijn echter dermate ernstig dat er wel een straf moet volgen. Uit de adviezen blijkt dat verdachte een strak kader met veel structuur nodig heeft met de mogelijkheid om direct te kunnen ingrijpen op het moment dat het misgaat, om zo het recidiverisico in te perken. De rechtbank zal verdachte daarom een GBM voor de duur van 12 maanden opleggen, waarin intensieve behandeling en begeleiding van verdachte een grote rol speelt. Deze maatregel is in het belang is van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van verdachte. De rechtbank ziet de oplegging van de GBM daarnaast als een kans voor verdachte om beter grip op zijn leven te kunnen krijgen en te kunnen gaan bouwen aan een betere toekomst.
De rechtbank neemt het programma van de GBM zoals geadviseerd door de Raad en de reclassering over, waarbij het geadviseerde contactverbod alleen zal gelden ten aanzien van het slachtoffer [slachtoffer 1] . Een contactverbod met de verdere familie van het slachtoffer [slachtoffer 1] zal de rechtbank niet opleggen, omdat zo’n contactverbod te diep ingrijpt in het privéleven van verdachte.
Gelet op de ernst van de feiten en in het belang van de ontwikkeling van verdachte, acht de rechtbank een vervangende jeugddetentie voor de duur van 12 maanden passend. De vervangende jeugddetentie is daarmee in duur gelijk aan de GBM. De rechtbank overweegt daartoe dat zij het van belang vindt dat de vervangende jeugddetentie, die onderdeel uitmaakt van de GBM, een zodanig stok achter de deur vormt dat verdachte niet op enig moment in de verleiding komt om zich aan het programma van de GBM te onttrekken.
Omdat er ernstig rekening mee gehouden dient te worden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen en omdat het in het belang van verdachte is dat de behandeling zo snel mogelijk start, zal de rechtbank het programma van de GBM dadelijk uitvoerbaar verklaren.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vorderingen van de benadeelde partijen
Parketnummer 08/173850-21
P.R. [aangever] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces ten aanzien van feit 2. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 1.250,00 (zegge: twaalfhonderdvijftig euro) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- auto totall loss € 5.000,00;
- reeds vergoed door verzekering en opbrengst wrak € 4.500,00;
- totale materiële schade € 500,00.
Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van € 750,00 gevorderd.
[naam 4] heeft zich namens [bedrijf] BV als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces ten aanzien van feit 3. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 888,00 (zegge: achthonderdachtentachtig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- bestellen kentekenplaten € 48,00;
- uren voor indienen verzoek RDW € 90,00;
- waardevermindering auto € 750,00.
De rechtbank zal de benadeelde partijen [aangever] en [naam 4] op de voet van artikel 361, tweede lid, Sv niet-ontvankelijk verklaren in hun vordering, nu de rechtbank verdachte van het de laste gelegde feiten onder 2 en 3 met parketnummer 08/173850-21 vrijspreekt.

9.De vordering tenuitvoerlegging

9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering tenuitvoerlegging in de zaak met parketnummer 08/064210-21 zal worden afgewezen.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft om afwijzing van de vordering verzocht.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de vordering tenuitvoerlegging van de officier van justitie moet worden afgewezen, nu de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf niet opportuun is.

10.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 77a, 77g, 77i, 77w, 77wa, 77wc en 77gg Sr.

11.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1, 2 primair, 2 subsidiair, 3 primair en 3 subsidiair met parketnummer 08/173850-21 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte de feiten ten laste gelegd met de parketnummers 08/214590-22 en 08/022884-23 heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Parketnummer 08/214590-22
het misdrijf:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
Parketnummer 08/022884-23
het misdrijf:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder de parketnummers 08/214590-22 en 08/022884-23 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
jeugddetentievoor de duur van
63 (drieënzestig) dagen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de jeugddetentie geheel in mindering zal worden gebracht;
maatregel
  • legt aan de verdachte op de
  • het zich, gedurende de door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Overijssel afdeling Jeugdreclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal de einddatum van gedragsbeïnvloedende maatregel) en op de door de Jeugdreclassering te bepalen tijdstippen, melden bij de Jeugdreclassering zo frequent en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
  • het meewerken aan andere door Jeugdbescherming Overijssel noodzakelijk geachte ondersteuning of verwijzing naar andere hulpverleningsinstanties, die gedurende de begeleiding door de jeugdreclassering noodzakelijk wordt geacht om de kans op herhaling te verkleinen;
  • het volgen van het ITB PLUS-traject gedurende de eerste zes maanden van de gedragsbeïnvloedende maatregel;
  • het zich onder ambulante behandeling stellen door FJP Accare of een soortgelijke instelling,
  • het buiten medeweten en instemming van de jeugdreclassering op geen enkele wijze (direct of indirect) contact opnemen, zoeken of hebben met het slachtoffer [slachtoffer 1] ;
  • het op door de jeugdreclassering te bepalen tijden vanaf ’s avonds tot ’s morgens op zijn woonadres/feitelijke verblijfplaats aanwezig zijn;
  • het meewerken aan begeleiding gericht op het uiteindelijk zelfstandig kunnen wonen, ook als dat inhoudt het meewerken aan begeleid wonen bij RIBW (of een soortgelijke instelling);
  • het hebben van een zinvolle dagbesteding, waarbij de jeugdreclassering bepaalt wat zinvol is;
  • de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Overijssel, afdeling jeugdreclassering: instantiecode AST 106, heeft tot taak de ondersteuning van de tenuitvoerlegging van de maatregel, verantwoordelijke gemeente is de gemeente Zwolle;
  • beveelt, voor het geval verdachte niet naar behoren aan de tenuitvoerlegging van de maatregel meewerkt, dat de maatregel zal worden vervangen door jeugddetentie voor de duur van
  • beveelt dat het programma waaruit de maatregel bestaat
schadevergoeding
ten aanzien van benadeelde partij P.R. [aangever]
- bepaalt dat de benadeelde partij [aangever] (feit 2 met parketnummer 08/173850-21) in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen;

ten aanzien van benadeelde partij [naam 4]

- bepaalt dat de benadeelde partij [naam 4] (feit 3 met parketnummer 08/173850-21) in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
-
heft ophet bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van de dag dat het voorarrest gelijk wordt aan de opgelegde onvoorwaardelijke straf;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf met parketnummer 08/064210-21
-
wijstde vordering
af.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.E. Schaap, voorzitter, tevens kinderrechter,
mr. G.M.J. Vijftigschild, rechter, tevens kinderrechter en mr. M.T. Bos, rechter, in tegenwoordigheid van mr. A. de Bruin, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 20 februari 2023.
Buiten staat
Mr. M.T. Bos is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit wat betreft parketnummer 08/214590-22 pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland, district IJsselland, basisteam Zwolle, met nummer PL0600-2022375428 en wat betreft parketnummer 08/022884-23 pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland, district IJsselland, basisteam Zwolle, met nummer PL0600-2023012377. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.