Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
De huurachterstand.
.
132,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 5 december 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verhuurder en een huurder. De verhuurder, vertegenwoordigd door mr. H.W. Meijer, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning vanwege een huurachterstand van € 12.450,00. De huurder, die in persoon procedeerde, was niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling op 21 november 2023. De huurder had wel aangevoerd dat zij bezig was met schuldhulpverlening en vroeg om uitstel tot januari 2024 om in de woning te blijven.
De kantonrechter oordeelde dat de huurachterstand van € 12.450,00 van zodanige omvang was dat deze de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde. De rechter stelde een termijn van 14 dagen voor de ontruiming vast. De vordering van de verhuurder om zelf de ontruiming uit te voeren werd afgewezen, omdat de wet al voorziet in de mogelijkheid tot reële executie van de ontruiming.
Daarnaast werd de huurder veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten werden eveneens aan de huurder opgelegd. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. F. Koster, kantonrechter.