ECLI:NL:RBOVE:2023:4962

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
30 november 2023
Publicatiedatum
6 december 2023
Zaaknummer
10774521 \ CV EXPL 23-4226
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van gehuurde woning wegens ernstige overlast door huurder

In deze zaak vordert Stichting Woonbedrijf Ieder1 in kort geding de ontruiming van een door de gedaagde gehuurde woning. De kantonrechter heeft de vordering toegewezen, omdat voldoende aannemelijk is gemaakt dat de overlast die de gedaagde veroorzaakt zo ernstig is dat de situatie onhoudbaar is. De procedure begon met een dagvaarding en een mondelinge behandeling op 23 november 2023. Woonbedrijf Ieder1 ontving meerdere klachten van omwonenden over drugsoverlast, nachtelijke geluidsoverlast en andere vormen van overlast van de gedaagde. Ondanks eerdere waarschuwingen en afspraken over gedragsregels, bleef de overlast aanhouden. De kantonrechter oordeelde dat er een spoedeisend belang is bij de ontruiming, gezien de ernst van de situatie en de angst van buurtbewoners. De gedaagde erkende dat hij zijn verplichtingen niet nakwam, maar betwistte de spoedeisendheid van de ontruiming. De kantonrechter oordeelde dat de overlast zo ernstig is dat het waarschijnlijk is dat in een bodemprocedure de huurovereenkomst zal worden ontbonden. De gedaagde werd veroordeeld om binnen twee weken na betekening van het vonnis de woning te ontruimen en de proceskosten te vergoeden.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 10774521 \ CV EXPL 23-4226
Vonnis in kort geding van 30 november 2023
in de zaak van
STICHTING WOONBEDRIJF IEDER1,
te Deventer,
eisende partij,
hierna te noemen: Woonbedrijf Ieder1,
gemachtigde: mr. M. Douwenga,
tegen
DE FINANCIËLE HULPVERLENER B.V.in haar hoedanigheid van bewindvoerder over het vermogen van de heer
[gedaagde], geboren op [geboortedatum] 1990,
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: De Financiële Hulpverlener,
gemachtigde: mr. T.E. van der Bent.
Samenvatting
Stichting Woonbedrijf vordert in dit kort geding ontruiming van de door [gedaagde] gehuurde woning. De kantonrechter wijst die vordering toe, omdat voldoende aannemelijk is dat de overlast die [gedaagde] veroorzaakt zó ernstig is, dat de situatie onhoudbaar is.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met (nagekomen) producties
- de mondelinge behandeling van 23 november 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitnota van De Financiële Hulpverlener.

2.Waar deze zaak over gaat

2.1.
De Financiële Hulpverlener is de bewindvoerder over het vermogen van [gedaagde] (hierna: [gedaagde] ). [gedaagde] huurt van Woonbedrijf Ieder1 een woning aan de [adres] (hierna: het gehuurde). Het gehuurde maakt deel uit van een portiekflat, waarvan meerdere woningen door Woonbedrijf Ieder1 worden verhuurd.
2.2.
Woonbedrijf Ieder1 heeft meerderde klachten ontvangen van omwonenden over [gedaagde] , onder andere over drugsoverlast, muziek in de nachtelijke uren, hard geschreeuw, veel aanloop in de woning van bezoekers die veel lawaai maken en afsteken van illegaal vuurwerk. Woonbedrijf Ieder1 heeft [gedaagde] gesommeerd met de overlast te stoppen en hem een officiële waarschuwing gegeven. Toen dit niet hielp, is Woonbedrijf Ieder1 op 12 september 2023 aanvullende huurvoorwaarden met [gedaagde] overeengekomen waarin gedragsaanwijzingen staan zoals geen overlast aan omwonenden veroorzaken, niemand in de berging laten verblijven, geen drugs gebruiken en zich constructief opstellen richting Woonbedrijf Ieder1 en hulpverlenende instanties.
2.3.
Ook na 12 september 2023 heeft Woonbedrijf Ieder1 overlastmeldingen van omwonenden ontvangen. Op 11 oktober 2023 heeft 2023 heeft Woonbedrijf IederI samen met de wijkagent een onaangekondigd huisbezoek bij [gedaagde] afgelegd. De wijkagent heeft hiervan een proces-verbaal opgesteld. Hierin staat dat het gehuurde op dat moment erg onhygiënisch is, er veel vernielingen in het gehuurde zichtbaar zijn, er beslapen bedden/matrassen liggen en dat de schuur van nummer [huisnummer] is ingericht als slaapkamer.

3.Het geschil

3.1.
Woonbedrijf Ieder1 vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. De Financiële Hulpverlener te veroordelen om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis het gehuurde, met al hetgeen daartoe behoort en met wie of wat daarin of daarop aanwezig is, te ontruimen, in goede staat en onder afgifte van de sleutels aan Woonbedrijf Ieder1 op te leveren en deze vervolgens ontruimd te houden;
II. De Financiële Hulpverlener te veroordelen in de kosten en de nakosten van het geding.
3.2.
Woonbedrijf Ieder1 heeft aan de vordering ten grondslag gelegd dat [gedaagde] zodanig tekortschiet in de nakoming van zijn huurrechtelijke verplichtingen, dat dit ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. De situatie is volgens Woonbedrijf Ieder1 zo ernstig dat van haar niet gevergd kan worden eerst een bodemprocedure te doorlopen voordat tot ontruiming van het gehuurde kan worden overgegaan.
3.3.
De Financiële Hulpverlener erkent dat [gedaagde] zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst niet nakomt en is het met Woonbedrijf IederI eens dat er een einde aan de huurovereenkomst moet komen. Maar volgens haar is er geen spoedeisend belang bij de gevraagde ontruiming. Ook vindt zij de gevraagde ontruimingstermijn van twee weken te kort, omdat [gedaagde] geen alternatieve woonruimte heeft en niet kan verblijven bij familie.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt vast dat partijen het erover eens zijn dat [gedaagde] tekortschiet in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst en dat beide partijen vinden dat er een einde moet komen aan de huurovereenkomst. De vraag die hier aan de orde is of de kantonrechter, vooruitlopend op een eventuele bodemprocedure, een voorlopige voorziening tot ontruiming van het gehuurde moet uitspreken en, zo ja, welke ontruimingstermijn daarbij gehanteerd moet worden.
4.2.
Anders dan De Financiële Hulpverlener heeft betoogd, overweegt de kantonrechter dat Woonbedrijf Ieder1 een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde ontruiming. Woonbedrijf IederI heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat de overlast die [gedaagde] in en om het gehuurde veroorzaakt, zo ernstig is, dat er een onthoudbare situatie is ontstaan. Dit volgt zowel uit de overgelegde overlastmeldingen, waarvan de Financiële Hulpverlener de juistheid niet heeft betwist, als uit de bevindingen die de wijkagent in zijn proces-verbaal heeft vermeld. De kantonrechter maakt hieruit onder andere op dat buurtbewoners bang zijn voor het (nachtelijke) geschreeuw en het vuurwerk van [gedaagde] en zijn bezoekers, dat buurtkinderen drugs om het gehuurde vinden en dat [gedaagde] mensen laat wonen in de berging van het gehuurde.
4.3.
Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter is de overlast die [gedaagde] veroorzaakt zodanig, dat het zeer waarschijnlijk is dat de rechter in een bodemprocedure de ontbinding van de huurovereenkomst zal uitspreken. Vooruitlopend hierop zal de kantonrechter in dit kort geding de gevorderde ontruiming toewijzen, met inachtneming van de gevraagde ontruimingstermijn van twee weken. Gelet op de ernst van de situatie zal de kantonrechter geen gehoor geven aan de wens van De Financiële Hulpverlener om een langere ontruimingstermijn te hanteren. Daarin speelt ook mee dat Woonbedrijf Ieder1 ter zitting heeft verklaard dat in het Multidisciplinair Overleg is bevestigd dat [gedaagde] bij de crisisopvang terecht kan.
4.4.
De Financiële Hulpverlener is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Stichting Woonbedrijf Ieder1 als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
129,14
- griffierecht
128,00
- salaris gemachtigde
793,00
Totaal
1.050,14
4.5.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt De Financiële Hulpverlener om binnen twee weken na betekening van dit vonnis de woonruimte aan de [adres], met al hetgeen daartoe behoort en met wie of wat daarin of daarop aanwezig is, te ontruimen, in goede staat en onder afgifte van de sleutels aan Woonbedrijf Ieder1 en deze vervolgens ontruimd te houden;
5.2.
veroordeelt De Financiële Hulpverlener in de proceskosten, aan de zijde van Stichting Woonbedrijf Ieder1 tot dit vonnis vastgesteld op € 921,00 en in de nakosten, begroot op € 132,00;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.H. de Haan en in het openbaar uitgesproken op 30 november 2023.