ECLI:NL:RBOVE:2023:4960

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
5 december 2023
Publicatiedatum
6 december 2023
Zaaknummer
08-205598-23 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van diefstal met geweld en bedreiging

Op 5 december 2023 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die ten laste was gelegd dat hij op 29 januari 2023 samen met anderen rollen dakbedekking en een telefoon heeft gestolen, waarbij geweld en dreiging met geweld tegen een beveiliger is gebruikt. De rechtbank heeft het onderzoek op de openbare terechtzitting van 21 november 2023 gevoerd, waarbij de officier van justitie, mr. T. de Munnik, en de raadsman van de verdachte, mr. J.B.A. Kalk, hun standpunten naar voren hebben gebracht.

De tenlastelegging omvatte onder andere de beschuldiging dat de verdachte de beveiliger heeft bedreigd met geweld en hem fysiek heeft aangevallen. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat, hoewel er aanwijzingen waren dat de verdachte betrokken was bij de diefstal, deze aanwijzingen niet voldoende wettig bewijs opleverden om de verdachte te veroordelen. Hierdoor heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.

Daarnaast heeft de rechtbank de vordering van de benadeelde partij, de beveiliger, tot vergoeding van vermogensschade niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte van het ten laste gelegde is vrijgesproken. De rechtbank heeft bepaald dat de benadeelde partij zijn vordering alleen bij de burgerlijke rechter kan indienen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer onder leiding van voorzitter mr. P.M.F. Schreurs, met mr. A.M.G. Ellenbroek en mr. R.G.J. Gehring als rechters.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08-205598-23 (P)
Datum vonnis: 5 december 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1989 in [geboorteplaats],
wonende aan de [woonplaats],
ten tijde van de behandeling ter terechtzitting verblijvende in
P.I. Achterhoek (Zutphen).

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 21 november 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. T. de Munnik en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. J.B.A. Kalk, advocaat in Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte op
29 januari 2023 al dan niet samen met anderen rollen dakbedekking en een telefoon heeft gestolen en daarbij geweld heeft gebruikt en gedreigd heeft geweld te gebruiken tegen beveiliger [slachtoffer].
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 29 januari 2023 te Enschede, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meerdere bitumen dakbedekking rollen en/of een telefoon, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de [bedrijf 1] en/of [slachtoffer] en/of [bedrijf 2], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- die [slachtoffer] dreigend de woorden toe te voegen: ‘als je iemand gaat bellen om
hier wat aan te doen dan trappen we je samen in elkaar’, althans woorden van gelijk
dreigende aard en/of strekking en/of
- de telefoon van die [slachtoffer] uit zijn handen te slaan, waardoor de telefoon op de
grond viel en/of
- meermalen, althans eenmaal, (met kracht) te trappen in/op/tegen het
gezicht/hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer] (al dan niet terwijl die [slachtoffer]
weerloos op de grond lag en/of werd vastgehouden) en/of
- meermalen, althans eenmaal, te slaan en/of te stompen in/op/tegen het
gezicht/hoofd en/of tegen het lichaam van die [slachtoffer] (al dan niet terwijl die
[slachtoffer] weerloos op de grond lag en/of werd vastgehouden) en/of
- een wurggreep/nekklem aan te brengen en/of deze wurggreep/nekklem vol te
houden bij die [slachtoffer] en/of
- die [slachtoffer] te dwingen zijn ID-kaart te tonen, zodat die [slachtoffer] gevonden kon
worden als de politie erbij gehaald zou worden en/of foto’s te maken van het
rijbewijs van die [slachtoffer] en/of
- tegen een mededader te zeggen: ‘pak een mes want ik snij zijn strot door’, althans
woorden van gelijk dreigende aard en/of strekking.

3.De bewijsvraag

3.1
Inleiding
Op 29 januari 2023 in de avond zijn op een bouwterrein in Enschede 21 rollen dakbedekking gestolen. Toen beveiliger [slachtoffer] de verdachten op heterdaad betrapte, is hij door twee van de verdachten mishandeld en bedreigd. De vraag die beantwoord moet worden, is of verdachte een van hen is geweest.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde vanwege het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs.
3.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat op basis van het dossier aanwijzingen bestaan dat verdachte op 29 januari 2023 betrokken is geweest bij de diefstal met geweld en bedreiging met geweld, maar dat deze aanwijzingen, ook in onderling verband en samenhang bezien, hiervoor onvoldoende wettig bewijs opleveren. Dit betekent dat verdachte van het hem ten laste gelegde moet worden vrijgesproken.

4.De schade van de benadeelde [slachtoffer]

De vordering van de benadeelde partij tot vergoeding van vermogensschade heeft betrekking op het ten laste gelegde feit. Omdat verdachte van het ten laste gelegde wordt vrijgesproken, wordt hem geen straf of maatregel opgelegd en zal de rechtbank de benadeelde partij op de voet van artikel 361, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.

5.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
schadevergoeding
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer] niet-ontvankelijk is in de vordering en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.M.F. Schreurs, voorzitter, mr. A.M.G. Ellenbroek en
mr. R.G.J. Gehring, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.R. Kuiper, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 5 december 2023.