3.3Het oordeel van de rechtbank
Er is in het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig dat verdachte zich vóór 1 april 2023 heeft schuldig gemaakt aan het dealen van harddrugs. De rechtbank zal verdachte van dat deel van de ten laste legging vrijspreken.
Evenmin zijn er aanknopingspunten dat verdachte het onder 1 ten laste gelegde tezamen en in vereniging met een ander of anderen heeft begaan, zodat verdachte zal worden vrijgesproken van dat bestanddeel.
De rechtbank acht wel bewezen dat verdachte op tijdstippen in de periode van 1 april 2023 tot en met 15 mei 2023 in de gemeente Zwolle opzettelijk cocaïne heeft verkocht, afgeleverd, verstrekt en vervoerd.
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit heeft begaan.
De rechtbank komt tot partiële bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde feit en tot bewezenverklaring van het onder 2 ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en nadien door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 21 november 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van de verdachte als bedoeld in art. 359, derde lid, laatste volzin, Sv;
- het proces-verbaal van observatie 19 april 2023, bladzijden 46 tot en met 48;
- het proces-verbaal van observatie 15 mei 2023, bladzijden 67 en 68;
- het proces-verbaal van bevindingen van 18 mei 2023, bladzijde 219.
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 21 november 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van de verdachte als bedoeld in art. 359, derde lid, laatste volzin, Sv;
- het proces-verbaal van bevindingen, bladzijden 496 en 497;
- het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, bladzijden 271 tot en met 273 en bladzijde 276;
- het deskundigenverslag van het Nederlands Forensisch Instituut van 16 mei 2023, opgemaakt door ing. F. Wallace, pagina 179.