ECLI:NL:RBOVE:2023:4922

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
5 december 2023
Publicatiedatum
5 december 2023
Zaaknummer
08.039114.23 en 08.033711.23 (gev.ttz) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor poging doodslag en belaging met terbeschikkingstelling

Op 5 december 2023 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van poging tot doodslag en belaging. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het in een wurggreep houden van hoofdagent [verbalisant 1] op 8 februari 2023, wat leidde tot ademnood bij de agent. Dit feit werd gekwalificeerd als poging doodslag. Daarnaast is de verdachte schuldig bevonden aan belaging van [slachtoffer] gedurende een periode van 14 maanden, waarin hij haar stelselmatig lastigviel via sociale media en andere communicatiemiddelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich niet heeft gehouden aan een eerder opgelegd contactverbod met het slachtoffer. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, met aftrek van het voorarrest, en heeft daarnaast de maatregel tot terbeschikkingstelling (TBS) met voorwaarden opgelegd. De rechtbank heeft de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en de gedragsproblemen van de verdachte in overweging genomen bij het bepalen van de straf. De vordering van de benadeelde partij, [slachtoffer], tot schadevergoeding van € 3.500,- is volledig toegewezen, gezien de ernstige gevolgen van de belaging voor haar persoonlijke leven.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummers: 08.039114.23 en 08.033711.23 (gev.ttz) (P)
Datum vonnis: 5 december 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1996 in [geboorteplaats],
wonende aan de [woonplaats],
nu verblijvende in het PPC in Zwolle.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 21 november 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officieren van justitie mr. G. Steeghs en mr. A.J.R. Buisman en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw J.A. Aaldijk, advocaat in 's-Gravenhage, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na nadere omschrijving van de tenlastelegging van parketnummer 08.039114.23 als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 21 november 2023, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Parketnummer 08.039114.23
feit 1:op 8 februari 2023 in Zwolle geprobeerd heeft hoofdagent [verbalisant 1] van het leven te beroven
dan welgeprobeerd heeft hem zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
dan welhem bedreigd heeft
dan welhem tijdens het uitoefenen van zijn functie heeft mishandeld door hem in een wurggreep te houden;
feit 2:in de periode van 2 oktober 2021 tot en met 8 februari 2023 in Nederland en Duitsland [slachtoffer] heeft belaagd door haar veelvuldig te bellen, berichten en vriendschapsverzoeken te sturen via verschillende communicatiediensten en sociale media;
feit 3:in de periode van 4 februari 2023 tot en met 8 februari 2023 in Nederland en Duitsland ondanks een aan hem opgelegd contactverbod met [slachtoffer] contact met haar heeft gezocht;
Parketnummer 08.033711.23
in de periode van 31 januari 2023 tot en met 2 februari 2023 in [plaats] ondanks een aan hem opgelegd contactverbod met [slachtoffer] contact met haar heeft gezocht.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
Parketnummer 08.039114.23
1
hij op of omstreeks 8 februari 2023 te Zwolle, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [verbalisant 1] (hoofdagent bij Eenheid Oost-Nederland) opzettelijk van het leven te beroven,
- die voornoemde [verbalisant 1] bij de keel/nek, althans het lichaam, heeft vastgegrepen en/of
- een zogenoemde wurggreep bij die voornoemde [verbalisant 1] heeft toegepast, althans de nek/keel van die voornoemde [verbalisant 1] heeft dicht geklemd en/of gedrukt heeft gehouden,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 8 februari 2023 te Zwolle, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een ambtenaar, [verbalisant 1] (hoofdagent bij Eenheid Oost-Nederland), gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn
bediening opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
- die voornoemde [verbalisant 1] bij de keel/nek, althans het lichaam, heeft vastgegrepen en/of
- een zogenoemde wurggreep bij die voornoemde [verbalisant 1] heeft toegepast, althans de nek/keel van die voornoemde [verbalisant 1] heeft dicht geklemd en/of gedrukt heeft gehouden,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 8 februari 2023 te Zwolle, althans in Nederland, [verbalisant 1] (hoofdagent bij Eenheid Oost-Nederland) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door:
- op die voornoemde [verbalisant 1] af te lopen en/of die voornoemde [verbalisant 1] bij de keel/nek, althans het lichaam, vast te grijpen en/of
- een zogenoemde wurggreep bij die voornoemde [verbalisant 1] toe te passen, althans de nek/keel van die voornoemde [verbalisant 1] dicht te klemmen en/of drukken en te houden;
meest subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 8 februari 2023 te Zwolle, althans in Nederland, een ambtenaar, [verbalisant 1] (hoofdagent bij Eenheid Oost-Nederland), gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening heeft mishandeld door:
- die voornoemde [verbalisant 1] bij de keel/nek, althans het lichaam, vast te grijpen en/of
- een zogenoemde wurggreep bij die voornoemde [verbalisant 1] toe te passen, althans de nek/keel van die voornoemde [verbalisant 1] dicht te klemmen en/of drukken en te houden;
2
hij in of omstreeks de periode van 2 oktober 2021 tot en met 8 februari 2023 te [plaats], gemeente Tubbergen, en/of Zwolle en/of elders in Nederland en/of Duitsland, althans in Nederland en/of Duitsland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt
op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer], door:
- veelvuldig te bellen naar die voornoemde [slachtoffer] en/of
- veelvuldig berichten en/of foto’s en/of video’s via SMS, Instagram, WhatsApp, of andere internet platforms van dreigende en/of dwingende en/of beledigende aard en/of strekking te sturen naar die voornoemde [slachtoffer] en/of
- op BFF, Instagram, snapchat en/of Facebook een of meerdere account(s) aan te maken en/of aan die voornoemde [slachtoffer] een of meerdere vriendschapsverzoek(en) te sturen en/of berichten en/of foto’s en/of video’s aan die voornoemde [slachtoffer] te sturen en/of
- op BFF, Instagram, snapchat en/of Facebook een of meerdere account(s) op naam van voornoemde [slachtoffer] aan te maken en/of hierbij de foto van voornoemde [slachtoffer] te gebruiken en/of vanaf dit/deze account(s) een of meerdere vriendschapsverzoek(en) en/of

berichten en/of foto’s en/of video’s te sturen naar voornoemde [slachtoffer], bekenden en/of vrienden en/of familie van voornoemde [slachtoffer] en/of zich voor te doen als voornoemde [slachtoffer] en/of

- een of meerdere seksadvertenties op naam van voornoemde [slachtoffer] aan te maken en/of hierbij de foto en/of contactgegevens van die voornoemde [slachtoffer] te gebruiken en/of die seksadvertenties te delen met die voornoemde [slachtoffer] en/of
- een of meerdere afbeeldingen van penissen met dreigende en/of dwingende teksten naar voornoemde [slachtoffer] te sturen en/of
- een afbeelding van een nek met een spanband er omheen met de tekst “ik kan niet begrijpen dat je dit wilt, er is nog een weg terug als je dat liever hebt” naar die voornoemde [slachtoffer] te sturen en/of
- een of meerdere advertenties op Marktplaats te plaatsen met contactgegevens van die voornoemde [slachtoffer] en/of de adresgegevens van [naam 1], de vriend van die voornoemde [slachtoffer], met het oogmerk die voornoemde [slachtoffer], te dwingen iets te doen,

niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;

3
hij in of omstreeks periode van 4 februari 2023 tot en met 8 februari 2023 te [plaats], gemeente Tubbergen, en/of Zwolle en/of elders in Nederland en/of Duitsland, althans in Nederland en/of Duitsland, opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 27 januari 2023 gegeven door de officier van justitie te arrondissement Oost-Nederland kort weergegeven inhoudende dat hij, verdachte, niet (direct en/of indirect) in contact mag treden met [slachtoffer] en/of zich niet mag op houden rondom de woning op/aan de [adres] door:
- op BFF een account aan te maken met de naam [slachtoffer] en/of [accountnaam 3] en/of hierbij de foto van voornoemde [slachtoffer] te gebruiken en/of (vervolgens) vanaf dit/deze account(s) een of meerdere vriendschapsverzoek(en) naar voornoemde [slachtoffer] te sturen en/of
- op Instagram een account aan te maken met de naam [accountnaam 1] en/of hierbij de foto van voornoemde [slachtoffer] te gebruiken en/of
- op snapchat een account aan te maken met de naam [accountnaam 2] en/of vanaf dit account een of meerdere vriendschapsverzoek(en) te sturen naar bekenden/vrienden van voornoemde [slachtoffer] en/of zich voor te doen als voornoemde [slachtoffer] en/of contact op te nemen met [getuige 1] en/of aan die voornoemde [getuige 1] te vragen of hij een vriendschapsverzoek via Facebook wil versturen en/of
- op Facebook een account aan te maken met de naam [slachtoffer] en/of hierbij de foto van voornoemde [slachtoffer] te gebruiken en/of (vervolgens) vanaf dit account een of meerdere vriendschapsverzoek(en) naar voornoemde [slachtoffer] te sturen;
Parketnummer 08.033711.23
hij in of omstreeks 31 januari 2023 tot en met 2 februari 2023 te [plaats], gemeente Tubbergen opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 27 januari 2023 gegeven door de officier van justitie te Oost-Nederland kort weergegeven inhoudende dat hij, verdachte, niet (direct en/of indirect) in contact mag treden met [slachtoffer], door zich (telkens) opzettelijk niet te houden aan het contactverbod dat aan hem in de voornoemde gedragsaanwijzing is opgelegd, inhoudende door- het versturen van een of meer berichten (via Facebook) aan voornoemde [slachtoffer];

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht – overeenkomstig een aan de rechtbank overgelegd schriftelijk requisitoir – het bij parketnummer 08.039114-23 onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. Ook acht de officier van justitie het bij parketnummer 08.033711.23 ten laste gelegde handelen in strijd met de gegeven gedragsaanwijzing wettig en overtuigend bewezen.
Voor wat betreft de bij [verbalisant 1] (hierna: [verbalisant 1]) aangelegde wurggreep heeft de officier van justitie betoogd dat er sprake is van een poging doodslag. Ter onderbouwing van het voorwaardelijke opzet heeft zij onder meer gewezen op de kracht en duur van de door verdachte aangelegde wurggreep, waardoor [verbalisant 1] in ademnood verkeerde.
Ten aanzien van de belaging van [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer]) en het handelen in strijd met de aan verdachte gegeven gedragsaanwijzingen heeft de officier van justitie betoogd dat de belaging heeft plaats gevonden in de periode van 15 december 2021 tot en met 8 februari 2023. Voor wat betreft het bewijs heeft zij onder meer gewezen op de aangifte en diverse verklaringen van [slachtoffer], de diverse onderzoeken aan de telefoons van verdachte, de door verdachte afgelegde verklaring bij de politie op 1 augustus 2023 en de uitgereikte gedragsaanwijzingen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft – overeenkomstig een aan de rechtbank overgelegde pleitnotitie – vrijspraak betoogd van het bij parketnummer 08.039114-23 onder 1 primair, subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde. Ter onderbouwing daarvan heeft zij aangevoerd dat er geen sprake is geweest van het met kracht dichtknijpen van de keel van [verbalisant 1], waardoor zijn adem is ontnomen. Er is geen sprake geweest van een aanmerkelijke kans op de dood of zwaar lichamelijk letsel en het gedrag van verdachte is niet te kwalificeren als een bedreiging. Ten aanzien van het onder 1 meest subsidiair ten laste gelegde heeft de raadsvrouw zich gerefereerd.
Met betrekking tot de onder 2 ten laste gelegde belaging heeft de raadsvrouw primair vrijspraak betoogd, omdat er geen sprake is geweest van een wederrechtelijk stelselmatige opzettelijke inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer]. De raadsvrouw heeft aangevoerd dat er wederzijds contact is geweest, [slachtoffer] zelf contact heeft gezocht en zij in strijd met de waarheid heeft verklaard. Subsidiair heeft de raadsvrouw partiële vrijspraak bepleit van het plaatsen van de marktplaats- en seksadvertenties en van de periode van 2 oktober 2021 tot en met 15 december 2021 en 4 februari 2023 tot en met 8 februari 2023. Gelet op deze laatste periode moet er ook vrijspraak volgen voor het onder 3 ten laste gelegde handelen in strijd met de gedragsaanwijzing.
Ten aanzien van het bij parketnummer 08.033711-23 ten laste gelegde handelen in strijd met een gedragsaanwijzing heeft de raadsvrouw vrijspraak betoogd van de ten laste gelegde periode van 31 januari 2023 en 1 februari 2023.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het onder bij parketnummer 08.039114.23 onder 1 primair ten laste gelegde [1]
Op 8 februari 2023 heeft hoofdagent van de politie eenheid Oost-Nederland, [verbalisant 1], aangifte gedaan. Hij heeft verklaard dat hij op 8 februari 2023 in de hal van het arrestantencomplex in Zwolle door verdachte in een wurggreep is genomen en gehouden. [verbalisant 1] verklaarde daardoor moeite met ademen te hebben en aan het gaspen was. Deze verwurging duurde volgens aangever ongeveer 10 tot 15 seconden. [2] Ook verklaarde hij dat de arm van verdachte precies op de juiste plek zat, waardoor hij geen adem meer kreeg. [3] Verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] hebben verklaard dat zij hun collega [verbalisant 1] gorgelende en raspende geluiden hoorden maken. Samen met verbalisant [verbalisant 2] hebben zij [verbalisant 1] bevrijd uit de verwurging. [4] Van het in de wurggreep nemen en houden van [verbalisant 1] door verdachte zijn camerabeelden. [5]
Verdachte heeft bij de politie op 1 augustus 2023 en ter terechtzitting op 21 november 2023 [6] erkend dat hij bij [verbalisant 1] een wurggreep heeft aangelegd.
Uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen volgt dat verdachte op 8 februari 2023 in de gang van de arrestantenzorg in het politiebureau in Zwolle hoofdagent [verbalisant 1] in een wurggreep heeft genomen. Door verdachte wordt dit handelen ook niet betwist. De vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is of dit handelen gekwalificeerd kan worden als een poging doodslag.
De rechtbank overweegt dat zij niet vast kan stellen dat bij verdachte sprake is geweest van vol opzet. Wel is er volgens de rechtbank sprake van voorwaardelijk opzet. Uit voornoemde bewijsmiddelen volgt dat verdachte hoofdagent [verbalisant 1] in een krachtige wurggreep heeft genomen en gehouden gedurende meer dan 10 seconden. De rechtbank komt tot dit oordeel gelet op de verklaring van [verbalisant 1] dat hij moeite had met ademhalen en gaspte. Dit wordt ook door twee andere verbalisanten waargenomen. Daarbij wijst de rechtbank ook op het feit dat een (getraind) hoofdagent door drie andere (getrainde) agenten uit deze wurggreep bevrijd moest worden. Het met kracht in een wurggreep nemen en houden van een persoon, waardoor deze persoon in ademnood verkeert, levert, naar algemene ervaringsregels een niet onwaarschijnlijke mogelijkheid op dat de dood van deze persoon intreedt.
Ten aanzien van de vraag of verdachte zich bewust was van de aanmerkelijke kans op de dood en deze kans ook bewust heeft aanvaard, overweegt de rechtbank dat het met kracht in een wurggreep nemen en houden van een persoon, een gedraging is die naar zijn uiterlijke verschijningsvorm kan worden aangemerkt als zozeer te zijn gericht op het intreden van de dood dat het – behoudens contra-indicaties – niet anders kan zijn dan dat verdachte de aanmerkelijke kans op het desbetreffende gevolg bewust heeft aanvaard. Verdachte is immers alleen door toedoen van andere agenten gestopt. De rechtbank is van oordeel dat in de onderhavige zaak van contra-indicaties niet is gebleken.
Gelet op hiervoor overwogene is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte op 8 februari 2023 in Zwolle heeft geprobeerd hoofdagent [verbalisant 1] van het leven te beroven.
Ten aanzien van het onder 2 en 3 en het bij parketnummer 08.033711-23 ten laste gelegde
[slachtoffer] heeft op 21 november 2022 verklaard dat verdachte haar – ondanks een eerdere aangifte en stopgesprekken – nog altijd lastigviel. [slachtoffer] verklaarde dat verdachte haar dag en nacht door middel van nepaccounts (met haar foto) via Instagram, Whatsapp en Facebook veelvuldig berichten stuurt. Verdachte gebruikte wel 100-120 accountnamen. Zij heeft meerdere ‘[nummer]’ (Numero eSim) nummers geblokkeerd. Verdachte heeft gedreigd bepaalde foto’s van aangeefster in ondergoed online te zetten en heeft een foto van een gedeelte van zijn hoofd en nek met daarom heen een spanband met de tekst:
“Ik kan niet begrijpen dat je dit wilt, er is nog een weg terug als je dat liever hebt”naar aangeefster gestuurd. [7] Op 31 januari 2023 heeft [slachtoffer] verklaard dat verdachte haar nog altijd berichten via sociale media stuurde vanaf nepaccounts. Daarnaast waren er marktplaatsadvertenties met contactgegevens van haar en haar vriend [naam 1] geplaatst, waardoor er tientallen mensen voor de deur stonden om gratis goederen af te halen. Van de gesprekken en advertenties heeft [slachtoffer] screenshots overgelegd. [8]
Op 4 februari 2023 heeft [slachtoffer] aangifte en klacht gedaan van belaging. Aanvullend heeft zij verklaard dat verdachte Instagramaccounts met haar contactgegevens heeft aangemaakt waarin staat dat mensen afspraken kunnen maken met haar voor seks. Daarop is ook door
meerdere mensen gereageerd. [slachtoffer] verklaarde dat verdachte niet stopt met stalken. Hij heeft vriendschapsverzoeken gedaan bij vrienden en familie van aangeefster en heeft accounts aangemaakt op Instagram maar ook op BFF. Op 2 februari 2023 en op 4 februari 2023 kreeg ze nog diverse berichten van het account [accountnaam 4], [accountnaam 5] en een vriendschapsverzoek van [slachtoffer] op BFF. Ze heeft screenshots van de diverse berichten overgelegd. [9] De telefoon van [slachtoffer] [10] en de door haar aangeleverde bestanden zijn onderzocht. Hierin zijn honderden (voornamelijk Instagram) berichten aangetroffen, vooral van een gebruiker met de naam [accountnaam 6] of varianten daarvan. In deze honderden berichten werd onder andere gedreigd foto's van [slachtoffer] online te zetten als zij niet reageerde en werden er dwingende verzoeken gedaan om de verzender op Instagram, Tiktok en Snapchat te deblokkeren. Ook zijn er berichten gevonden waarin werd gesmeekt om te praten en het op te lossen en berichten waarin werd gereageerd op advertenties die geplaatst waren. Verzenders van deze berichten benaderden [slachtoffer] onder meer voor seks. Een link naar een sekssite werd daarbij gevonden. Op 15 april 2022 heeft [slachtoffer] een foto van een ontblote penis ontvangen met de tekst:
“Wil je mijn respect hebben?”. [11]
Naar aanleiding van de eerdere belaging van [slachtoffer] heeft er op 27 oktober 2022 een zitting plaatsgevonden. De telefoon, zijnde een Samsung S22, van verdachte is daar in beslag genomen. In deze telefoon zijn 238 Useraccounts aangetroffen, een aantal op naam van [verdachte], een aantal op naam van [slachtoffer]. Ook zijn er meerdere berichtgesprekken via SMS en Whatsapp naar [slachtoffer], meerdere social media-accounts, meerdere internetzoekopdrachten naar [slachtoffer] en 23 bevestigingsmails voor abonnementen voor Numero eSim aangetroffen. Er waren in- en uitgaande oproepen naar [slachtoffer] en ook via Whatsapp waren er in- en uitgaande oproepen naar [slachtoffer] tussen 15 december 2021 en 10 maart 2022. [12] Verdachte had toegang met deze telefoon tot meerdere Instagram accounts. Er werden elf Android notificaties aangetroffen met de gebruikersnaam [accountnaam 6] en ook kwam dit woord voor in de User Dictionary. [13] Op 17 december 2021 worden er binnen een tijdsbestek van anderhalf uur 42 berichten gestuurd aan [slachtoffer]. Deze berichten variëren van
“Lieverd ik ga niemand meer lastigvallen want mijn leven stopt bii deze”, [slachtoffer] hoeveel geef ie erom dat ik bliif leven? Alleen jij kunt mij nu tegenhouden.”en “
Kom alsjeblieft langs om een eind aan mij te maken.”Tijdens dit gesprek heeft [slachtoffer] meerdere keren aangegeven dat zij met rust gelaten wil worden. [14]
Andere mobiele telefoons van verdachte, een Samsung S9 en een Samsung 7 zijn ook onderzocht. In deze telefoons zijn veelvuldig berichten naar [slachtoffer] aangetroffen. In de Samsung S9 worden Whatsappgesprekken, gesprekken naar het telefoonnummer van [slachtoffer], een gesprek over een gratis matras via pornhub en veel foto’s en video’s van [slachtoffer] aangetroffen.
Op de Samsung 7 telefoon worden er naast drie telefoonnummers van [slachtoffer], de telefoonnummers van de moeder en zus van [slachtoffer] en 11 User accounts op naam van [slachtoffer] aangetroffen. Ook zijn er in de Secure Folder screenshots aangetroffen van berichten verstuurd via Snapchat onder het accountnaam [accountnaam 7]. Deze naam is twaalf keer aan de User Dictionary toegevoegd. [15] Er zijn veel afbeeldingen en video’s van [slachtoffer] aangetroffen op de telefoon [16] , de afbeelding van een ontblote penis die naar [slachtoffer] is gestuurd op 15 april 2022, een e-mail die gelinkt kan worden aan een username waarmee dreigende berichten via Snapchat aan [slachtoffer] zijn gestuurd, gesprekken waarin familie en vrienden van [slachtoffer] worden lastiggevallen en diverse vriendschapsverzoeken verstuurd via de app BFF. [17] Het e-mailadres [e-mailadres 1] waarmee op 5 juli 2022 is gevraagd een seksadvertentie op [website] te verwijderen is aangetroffen in de Samsung 7 en is eveneens aangetroffen in de User Dictionary van de Samsung S9. [18]
Getuigen [getuige 1] en [getuige 2] hebben verklaard dat zij via Snapchat vriendschapsverzoeken kregen van iemand die zich voordeed als [slachtoffer]. [getuige 1] kreeg dit verzoek op 7 februari 2023 van “[accountnaam 2]”. [19]
Met betrekking tot de marktplaatsadvertenties is aangetoond dat deze zijn geplaatst op 28 januari 2023 tussen 02:52 uur en 03:07 uur door iemand met het e-mailadres [e-mailadres 2] en via het IP-adres: [IP adres]. [20] Het gebruikte e-mailadres is in de Samsung 7 van verdachte gevonden als accountnaam en in de User Dictionary. [21]
Op 27 januari 2023 is aan verdachte een gedragsaanwijzing gegeven. Hierin is een locatieverbod opgenomen en een contactverbod met [slachtoffer]. [22] Deze is op 31 januari 2023 om 12:22 uur aan hem uitgereikt. [23] Op 2 februari 2023 is verdachte aangehouden. Op 3 februari 2023 is zijn voorlopige hechtenis geschorst, waarna hij op 8 februari 2023 wederom wordt aangehouden. Uit onderzoek aan de door [slachtoffer] aangeleverde screenshots komt naar voren dat zij op 6 februari 2023 meerdere vriendschapsverzoeken krijgt van het e-mailadres [e-mailadres 1]. [24] Dit e-mailadres is 14 keer ingevoerd in de Samsung S9 van verdachte. [25] Ook blijkt daaruit dat op Facebook een nieuw profiel met de naam [slachtoffer] N [slachtoffer] met foto’s van [slachtoffer] is aangemaakt. [26]
Verdachte heeft op 2 februari 2023 bekend gebruikt te hebben gemaakt van het Instagram account “[accountnaam 8]” en dat dit ook wel gold voor het account “[accountnaam 5]”. [27] Op 1 augustus 2023 heeft hij bekend veelvuldig via meerdere eSim nummers [slachtoffer] benaderd te hebben. Hij verklaarde de eSim nummers aangeschaft te hebben zodat hij een bericht terug kon sturen aan [slachtoffer]. Dit omdat zij zijn eigen nummer geblokkeerd had. Ook heeft hij bekend via het platform BFF-vriendschapsverzoeken met het account “[accountnaam 9]” naar [slachtoffer] te hebben gestuurd. [accountnaam 10] was zijn accountnaam op Instagram. [28]
Bewijsoverwegingen
Door verdachte is een deel van het ten laste gelegde bekend. Het deel dat verdachte ontkend heeft, acht de rechtbank met de verklaringen van [slachtoffer] – die de rechtbank betrouwbaar acht – , de getuigenverklaringen [getuige 1] en [getuige 2] en de diverse onderzoeken aan de telefoons van verdachte en [slachtoffer] wettig en overtuigend bewezen. Uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen volgt dan ook naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte in de ten laste gelegde periode:
- veelvuldig gebeld heeft naar [slachtoffer];
- veelvuldig berichten, foto’s, video’s en vriendschapsverzoeken via SMS en diverse sociale media- en internetkanalen naar [slachtoffer], haar familie en vrienden heeft gestuurd en
- marktplaats- en seksadvertenties met de contactgegevens van [slachtoffer] of die van haar vriend geplaatst heeft.
BelagingDe rechtbank is van oordeel dat de aard, de duur van 14 maanden, de frequentie en de intensiteit van de hiervoor vastgestelde gedragingen van verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van aangeefster (naar objectieve maatstaven bezien) zodanig zijn geweest dat van een stelselmatige inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer sprake is geweest. Het door de raadsvrouw gevoerde verweer dat er van een wederrechtelijk stelselmatige inbreuk geen sprake is geweest, omdat er wederzijds contact was, verwerpt de rechtbank. Uit de aangifte en de diverse verklaringen van [slachtoffer] komt immers naar voren dat zij bij herhaling heeft aangegeven aan verdachte dat hij haar met rust moest laten. Ook heeft zij diverse malen de door verdachte gebruikte telefoonnummers geblokkeerd. Verdachte heeft daar zelf ook over verklaard. Voor verdachte moet duidelijk zijn geweest dat contact tussen verdachte en aangeefster door aangeefster niet gewild of gewenst was. [slachtoffer] heeft weliswaar enkele keren gereageerd op het door verdachte gezochte contact, maar daarover heeft zij verklaard dat zij verdachte dan smeekte om te stoppen met zijn gedrag en dat het reageren er soms voor zorgde dat verdachte zich richting haar en haar familie en vriendin korte tijd rustig hield.
Ook verwerpt de rechtbank het verweer dat er niet gedurende de gehele ten laste gelegde periode strafbare gedragingen door verdachte zijn verricht. Voor een bewezenverklaring van belaging is het niet noodzakelijk dat er gedurende een periode zoals i.c. 14 maanden dagelijks contact is geweest. Uit het dossier blijkt genoegzaam dat de gedragingen van verdachte verricht zijn in de periode zoals die in de bewezenverklaring is opgenomen.
Handelen in strijd met de gedragsaanwijzing
Uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen blijkt dat verdachte zich in de
periode vanaf 2 februari 2023 tot en met 8 februari 2023schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk in strijd handelen met de gegeven gedragsaanwijzing. Gebleken is dat hij via BFF en Instagram contact heeft gezocht met [slachtoffer]. Ook heeft hij nieuwe accounts aangemaakt op Snapchat en Facebook. Nu de gedragsaanwijzing op 31 januari 2023 om 12:22 uur aan verdachte is uitgereikt, zal de rechtbank verdachte vrijspreken van de in de tenlastelegging genoemde data van 31 januari 2023 en 1 februari 2023. Uit het procesdossier blijkt niet dat verdachte na de uitgereikte gedragsaanwijzing op deze data het contactverbod heeft overtreden.
Eendaadse samenloop/ Meerdaadse samenloop
Door de raadsvrouw is betoogd dat er sprake is van eendaadse samenloop. De rechtbank is van oordeel dat daar geen sprake van is, omdat belaging en het opzettelijk handelen in strijd met een gegeven gedragsaanwijzing andere belangen beschermen. Belaging heeft als beschermd belang de privacy van personen. Het beschermde belang bij artikel 184a Sr is het gezag van de officier van justitie en dat van de gedragsaanwijzing.
De rechtbank overweegt dat er om die reden sprake is van meerdaadse samenloop.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Parketnummer 08.039114.23
1
hij op 8 februari 2023 te Zwolle, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [verbalisant 1] (hoofdagent bij Eenheid Oost-Nederland) opzettelijk van het leven te beroven,
- die voornoemde [verbalisant 1] bij de keel/nek, heeft vastgegrepen en
- een zogenoemde wurggreep bij die voornoemde [verbalisant 1] heeft toegepast,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
2
hij in de periode van 2 oktober 2021 tot en met 8 februari 2023 te [plaats], gemeente Tubbergen, en/of Zwolle en/of elders in Nederland en/of Duitsland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt
op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer], door:
- veelvuldig te bellen naar die voornoemde [slachtoffer] en
- veelvuldig berichten en foto’s via SMS, Instagram, WhatsApp, of andere internet platforms van dreigende en/of dwingende en/of beledigende aard te sturen naar die voornoemde [slachtoffer] en
- op BFF, Instagram, snapchat en Facebook meerdere account(s) aan te maken en aan die voornoemde [slachtoffer] meerdere vriendschapsverzoek(en) te sturen en berichten en foto’s en video’s aan die voornoemde [slachtoffer] te sturen en
- op BFF, Instagram, snapchat en/of Facebook een of meerdere account(s) op naam van voornoemde [slachtoffer] aan te maken en hierbij de foto van voornoemde [slachtoffer] te gebruiken en vanaf deze account(s) meerdere vriendschapsverzoek(en) en
berichten en foto’s en video’s te sturen naar voornoemde [slachtoffer], bekenden en/of vrienden en/of familie van voornoemde [slachtoffer] en zich voor te doen als voornoemde [slachtoffer] en
- meerdere seksadvertenties op naam van voornoemde [slachtoffer] aan te maken en hierbij de foto en contactgegevens van die voornoemde [slachtoffer] te gebruiken en die seksadvertenties te delen met die voornoemde [slachtoffer] en
- een afbeelding van een penis met dreigende en/of dwingende teksten naar voornoemde [slachtoffer] te sturen en
- een afbeelding van een nek met een spanband er omheen met de tekst “ik kan niet begrijpen dat je dit wilt, er is nog een weg terug als je dat liever hebt” naar die voornoemde [slachtoffer] te sturen en
- meerdere advertenties op Marktplaats te plaatsen met contactgegevens van die voornoemde [slachtoffer] en/of de adresgegevens van [naam 1], de vriend van die voornoemde [slachtoffer], met het oogmerk die voornoemde [slachtoffer], te dwingen iets te doen,
niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
3
hij in de periode van 4 februari 2023 tot en met 8 februari 2023 te [plaats], gemeente Tubbergen, en/of Zwolle en/of elders in Nederland, opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 27 januari 2023 gegeven door de officier van justitie te arrondissement Oost-Nederland kort weergegeven inhoudende dat hij, verdachte, niet (direct en/of indirect) in contact mag treden met [slachtoffer] en zich niet mag op houden rondom de woning aan de [adres] door:
- op BFF een account aan te maken met de naam [slachtoffer] en [accountnaam 3] en hierbij de foto van voornoemde [slachtoffer] te gebruiken en (vervolgens) vanaf dit/deze account(s) een of meerdere vriendschapsverzoek(en) naar voornoemde [slachtoffer] te sturen en
- op snapchat een account aan te maken met de naam [accountnaam 2] en vanaf dit account een vriendschapsverzoek te sturen naar bekenden/vrienden van voornoemde [slachtoffer] en zich voor te doen als voornoemde [slachtoffer] en contact op te nemen met [getuige 1] en aan die voornoemde [getuige 1] te vragen of hij een vriendschapsverzoek via Facebook wil versturen en
- op Facebook een account aan te maken met de naam [slachtoffer] en hierbij de foto van voornoemde [slachtoffer] te gebruiken en (vervolgens) vanaf dit account een of meerdere vriendschapsverzoek(en) naar voornoemde [slachtoffer] te sturen;
Parketnummer 08.033711.23
hij op 2 februari 2023 te [plaats], gemeente Tubbergen opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 27 januari 2023 gegeven door de officier van justitie te Oost-Nederland kort weergegeven inhoudende dat hij, verdachte, niet (direct en/of indirect) in contact mag treden met [slachtoffer], door zich (telkens) opzettelijk niet te houden aan het contactverbod dat aan hem in de voornoemde gedragsaanwijzing is opgelegd, inhoudende door- het versturen van een of meer berichten (via Facebook) aan voornoemde [slachtoffer].
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte bij parketnummer 08.039114.23 onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde en het bij parketnummer 08.033711.23 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 45, 184a, 285b en 287 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
Onder parketnummer 08.039114.23
feit 1 primair:
het misdrijf: poging doodslag.
feit 2:
het misdrijf: belaging.
feit 3:
het misdrijf: opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van Strafvordering.
Onder parketnummer 08.033711.23
het misdrijf: opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van Strafvordering.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft onder meer rekening houdende met:
- de ernst en duur van de belaging;
- de wijze waarop verdachte geprobeerd heeft een hoofdagent van het leven te beroven en
- de diagnose en problematiek van verdachte,
gevorderd aan verdachte een gevangenisstraf van 18 maanden met aftrek van het voorarrest op te leggen. Daarnaast heeft de officier van justitie primair gevorderd de maatregel tot terbeschikkingstelling (hierna: TBS-maatregel) met bevel tot verpleging van overheidswege op te leggen. De officier van justitie komt tot deze vordering omdat er volgens hem bij verdachte geen sprake is van een duurzame medewerking en motivatie, die nodig is bij een maatregel met voorwaarden.
Subsidiair heeft de officier van justitie betoogd dat een TBS-maatregel met voorwaarden opgelegd moet worden. De voorwaarden geadviseerd door de reclassering moeten daaraan gekoppeld worden, maar ook een voorwaarde die gericht is op controle op het belagingsgedrag al dan niet via internet. Naast de TBS-maatregel met voorwaarden heeft de officier van justitie gevorderd de vrijheidsbeperkende maatregelen als bedoeld in artikel 38v en 38z Sr op te leggen. In het geval van de maatregel genoemd in artikel 38v Sr is er gevorderd een contactverbod met [slachtoffer] en een locatieverbod met een straal van 500 meter vanaf haar woning op te leggen voor de duur van 5 jaren, met toepassing van vervangende hechtenis voor de duur van één maand voor iedere keer dat verdachte zich niet aan de maatregel houdt.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht rekening te houden met het advies van de deskundigen om de strafbare feiten in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen. Primair heeft zij verzocht
aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het al ondergane voorarrest op te leggen. Daarnaast kan een voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden - zoals de reclassering in het kader van een TBS-maatregel heeft geadviseerd – opgelegd worden. Dit biedt de mogelijkheid voor verdachte om weer terug te gaan naar de structuur en de vertrouwde omgeving die hij gewend is.
Subsidiair heeft de raadsvrouw betoogd dat als het opleggen van een TBS-maatregel noodzakelijk is, dit een maatregel moet zijn met voorwaarden. Een voorwaarde gericht op controle van onder meer het internetgedrag van verdachte acht zij niet passend, omdat de reclassering aangegeven heeft dat dit praktisch niet uitvoerbaar is. Deze maatregel moet dadelijk uitvoerbaar worden verklaard zoals ook is geadviseerd. Het opleggen van een maatregel als bedoeld in artikel 38z Sr acht de raadsvrouw gelet op het advies van de reclassering niet nodig.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Ernst van de strafbare feiten
Verdachte heeft agent [verbalisant 1] geprobeerd te doden door het toepassen van een wurggreep nadat hij was aangehouden. Enkel door het ingrijpen van de collega’s van agent [verbalisant 1] kwam een einde aan zijn benarde positie. Dit is, zo beschrijft agent [verbalisant 1] zelf ook in zijn aangifte, zeer beangstigend voor hem geweest. De agent was bang wegens het ademtekort buiten bewustzijn te raken. De rechtbank overweegt dat slachtoffers van dergelijke misdrijven hiervan nog lang hinder kunnen ondervinden in hun dagelijks leven. Het slachtoffer was nota bene bezig met de uitoefening van zijn functie en werd vanuit het niets geconfronteerd met het geweld van verdachte.
Verdachte heeft ook gedurende een periode van 14 maanden een jonge vrouw stelselmatig lastiggevallen. Hij heeft haar veelvuldig telefonisch benaderd en via sociale media berichten gestuurd. Ook stuurde verdachte berichten naar haar familie en vrienden en plaatste hij advertenties voor gratis op te halen goederen en seksadvertenties met de contactgegevens van het slachtoffer. Dit alles gebeurde op een zeer geraffineerde en obsessieve wijze. Aangeefster heeft de belaging als erg onaangenaam en ingrijpend ervaren. Zij heeft verdachte meerdere keren verzocht haar met rust te laten, maar verdachte had daar kennelijk geen boodschap aan.
Belaging is een ernstig feit, omdat het gaat om een misdrijf gericht tegen de persoonlijke vrijheid van slachtoffers. Slachtoffers ondervinden daardoor in veel gevallen gevoelens van angst, onzekerheid en onveiligheid. Verdachte heeft een forse inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van aangeefster. Dergelijk gedrag is niet te tolereren.
Zeker niet nu verdachte al op 16 februari 2023 door deze rechtbank voor belaging van hetzelfde slachtoffer is veroordeeld. Aan hem is toen een voorwaardelijke gevangenisstraf en een vrijheidsbeperkende maatregel voor de duur van vijf jaren opgelegd. Verdachte heeft zich niets aangetrokken van de in die veroordeling besloten liggende waarschuwing en is doorgegaan met het belagen van het slachtoffer.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 12 oktober 2023. Hieruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld.
Op 26 juni 2023 heeft psychiater dr. D.J. Vinkers gerapporteerd over verdachte. Uit de rapportage komt naar voren dat er bij verdachte al sinds zijn schooljaren sprake is van gedragsproblemen. Vanaf groep 6 is hij naar het speciaal onderwijs gegaan en nadat hij daar een certificaat heeft gehaald, is hij gaan wonen op een boerderij. De mensen die deze boerderij runnen, zijn kennissen van de moeder van verdachte. Hij woonde daar sinds ongeveer vijf jaar. In diagnostisch opzicht is er bij betrokkene sprake van een pervasieve ontwikkelingsstoornis, die in de DSM 5 het beste als een autismespectrumstoornis niveau 2 kan worden omschreven. (Enige) ondersteuning is vereist vanwege tekorten in sociale communicatie en gebrek aan flexibiliteit. Daarnaast ook sprake van zwakbegaafdheid
.
Betrokkene is vanuit zijn autismespectrumstoornis en zijn zwakbegaafdheid niet goed in staat om adequaat (intieme) relaties aan te gaan. Hij dacht (in het begin) dat aangeefster een relatie met hem zou willen. Hij voelde zich afgewezen toen bleek dat aangeefster geen contact met hem wilde. Hij wilde daarna wraak nemen. Dat is ook gerelateerd aan zijn stoornis. Ook voor het geweld tegen de politieagent die hem arresteerde, geldt dat de stoornis een belangrijke rol speelde. Hij is daardoor niet goed in staat om zijn emoties te reguleren en kan bij onverwachte situaties en spanningen heftig reageren. Geadviseerd wordt om verdachte alle ten laste gelegde feiten (indien bewezen) in een verminderde mate toe te rekenen.
GZ-psycholoog drs. J.P. Echeverri-Montana heeft onder supervisie van psycholoog drs. E.M. van Engers op 29 juni 23 gerapporteerd. Zij onderschrijft de bevindingen van de psychiater en komt tot de conclusie dat verdachte gediagnosticeerd kan worden met een autismespectrumstoornis met ernstige beperkingen in copingvaardigheden en in het vermogen om emoties en agressie te reguleren. Verdachte is laag begaafd. Zijn adaptieve vaardigheden zijn afhankelijk van zijn psychische beeld. Onder spanning kan hij ernstig disfunctioneren en is hij zeer gevoelig voor prikkels. Dit speelde ook ten tijde van het ten laste gelegde. Gelet daarop adviseert de psycholoog de feiten verminderd aan verdachte toe te rekenen.
Straf en maatregel
Bij het bepalen van de strafmodaliteit en de duur daarvan houdt de rechtbank rekening met hetgeen de psycholoog en psychiater hebben aangegeven. Gelet op hun adviezen zal de rechtbank de bewezenverklaarde feiten in verminderde mate aan verdachte toerekenen.
Gevangenisstraf
De rechtbank is van oordeel dat gezien de ernst van de gepleegde feiten niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank zal aan verdachte een gevangenisstraf opleggen van 12 maanden met aftrek van het al ondergane voorarrest.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.
TBS-maatregel
Psychiater Vinkers heeft benoemd dat het niet te verwachten is dat het verdachte zelf gaat lukken om zijn gedrag te veranderen. Hij is niet erg gemotiveerd voor (medicamenteuze) behandeling, terwijl dit wel (mogelijk) gunstig zou kunnen zijn om zijn (agressieve) impulsen te reguleren. Vinkers heeft geconcludeerd dat er sprake is van een
hoog recidiverisico ten aanzien van het stalken en het overtreden van een contactverbod, omdat verdachte wanhopig is. Hij adviseert een TBS-maatregel met voorwaarden op te leggen als verdachte bereid is om zich aan deze voorwaarden te houden. Een klinische start moet onderdeel van deze voorwaarden zijn. Ook adviseert de psychiater een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen, zodat verdachte voor langere tijd kan worden begeleid en gecontroleerd.
Psycholoog Echeverri- Montana heeft het recidiverisico hoog ingeschat. Vanwege het hoge risico op recidive in geweldsdelicten en stalking c.q. de noodzaak tot maatschappelijke beveiliging is het opleggen van een TBS-maatregel geïndiceerd. Daarnaast is een TBS-maatregel passend gezien de verwachte lange duur van de behandeling en het resocialisatie traject en de behoefte aan een intensieve, beveiligde in een sterk gestructureerde setting. Verdachte moet behandeling ondergaan in een forensisch kader binnen een gespecialiseerde setting voor autisme. Ook op lange termijn is ondersteuning in onder meer woonvoorziening nodig. De mogelijkheid voor het uitvoeren van de TBS-maatregel met voorwaarden blijft afhankelijk van de mogelijkheid van verdachte om zich aan de voorwaarden te committeren en de bereidheid van zijn moeder als mentor om dit te ondersteunen. Naast de TBS met voorwaarden kan een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel worden overwogen, zodat bij beëindiging van de TBS- maatregel er nog een kader mogelijk is waarbinnen toezicht kan worden gehouden en eventuele zorg kan worden gewaarborgd.
Ter terechtzitting op 21 november 2023 heeft psycholoog Engers benadrukt dat de setting van de boerderij waar verdachte jarenlang verbleven heeft een ‘soort bubbel’ voor hem was. Dit is niet genoeg gebleken om hem te kunnen structureren. Verdachte heeft een beschermde omgeving nodig met veel meer toezicht en waarborgen. Hij moet aangestuurd en gecorrigeerd worden. Er moeten duidelijke regels en structuur zijn. Daarnaast moet hij psycho-educatie ondergaan, zodat hij kan leren omgaan met zijn beperkingen en moet er een veiligheidsplan opgebouwd worden. Deze stappen moeten genomen worden in het kader van een TBS-maatregel met voorwaarden.
Op 7 november 2023 is er door de reclassering gerapporteerd. Uit deze rapportage komt naar voren dat vanwege het autismespectrumstoornis, de ernstige beperkingen in copingvaardigheden en in emotie- en agressieregulatie, de afhankelijkheid van structuur en duidelijkheid in combinatie met de ernst en hardnekkigheid van de belaging en de ingeschatte hoge recidivekans, de reclassering een dwingend kader geïndiceerd acht. Het beperkte ziekte-inzicht en de nog wankele c.q. niet aanwezig zijnde intrinsieke motivatie versterkt deze bevinding. Een TBS-maatregel met voorwaarden gericht op een opname in De Woenselse Poort, begeleiding en behandeling na een klinische opname, inzicht in zijn sociale netwerk en financiën, een contactverbod met het slachtoffer, het verkrijgen en behouden van een dagbesteding, als ook het verblijven in Nederland acht de reclassering noodzakelijk. Een dergelijke maatregel moet dadelijk uitvoerbaar verklaard worden. Ter terechtzitting heeft reclasseringswerker [reclasseringsmedewerker] aangegeven dat IFZ verdachte heeft geïndiceerd voor een FPK, en dat verdachte door FPK De Woenselse Poort geaccepteerd is. Een klinische start voor verdachte acht zij het meest verantwoord, en een minder beveiligde of andere setting past niet bij verdachte in deze fase, aldus het IFZ.
Gelet op de hiervoor genoemde adviezen is de rechtbank van oordeel dat naast de gevangenisstraf, een TBS-maatregel moet worden opgelegd. De rechtbank stelt vast dat voor het opleggen van de maatregel aan de wettelijke vereisten op grond van artikel 37a Sr is voldaan. De poging doodslag is een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaar of meer is gesteld en belaging behoort tot de misdrijven die in dit artikel specifiek worden benoemd. Bij verdachte bestond volgens de rapportages van de gedragsdeskundigen ten tijde van het plegen van de feiten een gebrekkige ontwikkeling en een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens. Verder eist de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen en goederen het opleggen van de maatregel. Immers, verdachte heeft geprobeerd een agent van het leven te beroven en hij heeft verschillende keren zeer ernstige, intimiderende en bedreigende teksten geuit tegen [slachtoffer]. Daarnaast is de rechtbank op basis van de hiervoor genoemde rapportages van oordeel dat er zonder adequate behandeling een reële kans op herhaling bestaat, waarbij de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen in gevaar is. Daarbij komt dat zowel de rapporteurs als de reclasseringsmedewerker het risico op recidive hoog achten als geen passende klinische behandeling plaatsvindt. Een intensieve behandeling in een gedwongen kader is noodzakelijk voor het terugdringen van het hoge recidiverisico.
De rechtbank overweegt verder dat de TBS-maatregel zal worden opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De maatregel kan daarom langer duren dan vier jaar.
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of die intensieve behandeling die geadviseerd wordt onderdeel kan uitmaken van een aan verdachte op te leggen TBS-maatregel met voorwaarden. Daarvoor is vereist dat verdachte een betrouwbare en duurzame bereidheid tot medewerking toont. Voor deze beoordeling zoekt de rechtbank aansluiting bij hetgeen de gedragsdeskundigen hierover gerapporteerd hebben. Daarbij neemt de rechtbank ook de deskundigenverklaring afgelegd ter zitting mee. Ter terechtzitting heeft psycholoog Engers nogmaals de adviezen van psychiater Vinkers en psycholoog Echeverri- Montana benadrukt dat het opleggen van een TBS-maatregel met voorwaarden een haalbare optie voor verdachte is. Ook reclasseringswerker Nibbelink ziet heil in een TBS-maatregel met voorwaarden. De rechtbank is gelet hierop van oordeel dat een TBS-maatregel met voorwaarden –– passend en geboden is.
De rechtbank zal aan de TBS-maatregel de voorwaarden verbinden zoals die door de reclassering zijn geadviseerd. Een voorwaarde gericht op controle van onder meer het internetgedrag van verdachte acht de rechtbank niet passend, omdat de reclassering heeft aangegeven dat dit praktisch niet goed uitvoerbaar is.
Dadelijke uitvoerbaarheid
De rechtbank is van oordeel dat de TBS-maatregel dadelijk uitvoerbaar moet zijn, nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen en/of zich belastend zal gedragen jegens een bepaalde persoon of bepaalde personen.
GVM-maatregel
Om het recidivegevaar in te perken kan een maatregel tot vrijheidsbeperking en gedragsbeïnvloeding, als bedoeld in artikel 38z Sr, worden opgelegd. Nu de TBS-maatregel aan verdachte wordt opgelegd, en de bescherming van de veiligheid van anderen, in het bijzonder aangevers, dit nodig maakt, is aan de voorwaarden voor het opleggen van de GVM-maatregel voldaan en de rechtbank zal deze maatregel dan ook opleggen.
38v Sr
De rechtbank ziet, gezien de bij vonnis van 16 februari 2023 opgelegde maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid als bedoeld in artikel 38v Sr voor de duur van vijf jaren, geen meerwaarde om deze maatregel wederom aan verdachte op te leggen.
6.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat de in het procesdossier genoemde diverse mobiele telefoons van verdachte, simkaarten, USB-sticks en een Sd-kaart verbeurdverklaard moeten worden. Een andere mobiele telefoon, een acculader en 4 poorts USB-hub trust retour kunnen naar de beslagene.
De raadsvrouw heeft – onder verwijzing naar een tweetal pagina’s in het procesdossier – verzocht deze voorwerpen (zijnde mobiele telefoons, USB-sticks en simkaarten) te retourneren aan verdachte.
De rechtbank overweegt dat nu een volledige en duidelijke beslaglijst ontbreekt, zij niet in staat is een oordeel te vellen over de onder beslag liggende voorwerpen.

7.De schade van benadeelde

7.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 3.500, - te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. Het gevorderde bedrag betreft immateriële schade.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering inclusief de wettelijke rente geheel kan worden toegewezen.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de hoogte van de gevorderde schadevergoeding niet overeenkomt met de bedragen die in vergelijkbare zaken worden toegewezen. Onder verwijzing naar een tweetal strafzaken en het feit dat aangeefster zelf ook contact heeft gezocht en onderhouden, heeft de raadsvrouw verzocht het bedrag aanzienlijk te matigen.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de bewezenverklaarde belaging en het opzettelijk in strijd met de gedragsaanwijzing handelen rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij.
De aard en ernst van de normschending en de gevolgen daarvan voor [slachtoffer] zijn dusdanig dat haar schade voor vergoeding in aanmerking komt. De rechtbank zal de omvang van de immateriële schade op de voet van het bepaalde in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek naar billijkheid vaststellen op € 3.500, - en de vordering geheel toewijzen. De rechtbank ziet geen aanleiding om het gevorderde bedrag te matigen. Het bewezenverklaarde betreft een langdurige belaging over een periode van 14 maanden van een jonge vrouw. Zij heeft aangegeven angstig te zijn geweest en in onzekerheid te hebben geleefd door toedoen van het gedrag van verdachte. Haar dagelijkse leven is ernstig belemmerd door de belaging. Haar vertrouwen in mensen heeft een forse deuk opgelopen en ook kon zij niet meer genieten van het leven. Zij heeft psychische hulp gezocht en staat daarvoor op een wachtlijst.
7.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de belaging is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met 45 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 36f, 37a, 38, 38a, 38z en 57 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het bij parketnummer 08.039114.23 onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde en het bij parketnummer 08.033711.23 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Onder parketnummer 08.039114.23
feit 1 primair:
het misdrijf: poging doodslag.
feit 2:
het misdrijf: belaging.
feit 3:
het misdrijf: opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van Strafvordering.
Onder parketnummer 08.033711.23
het misdrijf: opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van Strafvordering.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bij parketnummer 08.039114.23 onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde en het bij parketnummer 08.033711.23 ten laste gelegde bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
maatregelen
- gelast dat de verdachte
ter beschikking wordt gestelden stelt daarbij de volgende
voorwaarden;
Algemene voorwaarden
* betrokkene maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;
* betrokkene gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden zonder toestemming van de reclassering;
* betrokkene verleent medewerking aan het verstrekken van een actuele foto aan de reclassering ten behoeve van eventuele opsporing;
* als de reclassering dat nodig vindt en betrokkene daarmee instemt, kan betrokkene voor een time-out opgenomen worden in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of betrokkene deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid tot verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
* betrokkene verleent medewerking aan reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere, maar niet uitsluitend in:
- medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of het ter
inzage aanbieden van een geldig identiteitsbewijs (als bedoeld in artikel 1 van de
Wet op de identificatieplicht) ten behoeve van het vaststellen van de identiteit;
- zich melden op afspraken bij de reclassering, zo vaak de reclassering dat nodig
acht;
- zich houden aan de voorschriften en aanwijzingen van de reclassering, die nodig
zijn voor de uitvoering van het toezicht of om betrokkene te bewegen tot het
naleven van de voorwaarden;
- medewerking verlenen aan huisbezoeken;
- inzicht geven aan de reclassering over de voortgang van begeleiding of behandeling
door andere instellingen/hulpverleners;
- niet verhuizen of van adres veranderen zonder toestemming van de reclassering;
- medewerking verlenen aan het uitwisselen van informatie met personen en
instanties die contact hebben met betrokkene, als dat van belang is voor het
toezicht;
Bijzondere voorwaarden
- betrokkene laat zich opnemen in FPK De Woenselse Poort (of soortgelijke zorginstelling), zulks te bepalen door de voor plaatsing verantwoordelijke instantie, zolang de reclassering dat nodig acht. Hij volgt de aanwijzingen van de behandelaars conform de op te stellen (delict preventieve) behandelovereenkomst en het nader te formuleren behandelplan op (
Betrokkene dient rechtstreeks vanuit detentie met justitieel vervoer naar de kliniek te worden gebracht);
- betrokkene houdt zich aan de huisregels en aanwijzingen die de zorginstelling aan hem geeft in het kader van de behandeling;
- indien tijdens de behandeling een overgang naar een FPA, FBW, ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst is, zulks ter beoordeling van de reclassering, werkt betrokkene mee aan de indicatiestelling en plaatsing. Betrokkene zal zich committeren aan het nazorgtraject waaraan te zijner tijd invulling gegeven zal gaan worden. Dit omvat tevens het bepalen van een woonplek na overleg en toestemming van de reclassering. Contact en afstemming met de wijkagent zal in de (nieuwe) woonomgeving tot stand gebracht worden;
- betrokkene laat zich begeleiden/behandelen door een ambulante zorgverlener of een ander te bepalen forensische polikliniek/forensisch FACT te bepalen door de reclassering. De behandeling start na de klinische opname en de behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt;
- betrokkene zal inzicht geven in zijn sociaal netwerk en medewerking verlenen aan het betrekken van zijn sociaal netwerk bij de behandeling;
- betrokkene heeft of zoekt op geen enkele wijze – direct of indirect – contact met aangeefster [slachtoffer], zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
- betrokkene gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van de reclassering, omdat het voor elektronische monitoring nodig is dat betrokkene in Nederland blijft;
- betrokkene werkt, indien en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht, mee aan het verkrijgen en/of behouden van een dagbesteding passend bij zijn draagkracht;
- betrokkene verschaft de reclassering zicht in zijn financiën en eventuele schulden, zolang de reclassering dat nodig acht.
- beveelt dat deze maatregel
dadelijk uitvoerbaaris, omdat er ernstig rekening mee moet
worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen en/of zich
belastend zal gedragen jegens personen;
- legt aan de verdachte op de
maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperkingals bedoeld in artikel 38z Sr;
schadevergoeding
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] geheel toe tot een bedrag van
€ 3.500, - (bestaande uit immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van een bedrag van € 3.500, - , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 oktober 2021;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bij parketnummer 08.039114.23 2 en 3 bewezenverklaarde en het bij parketnummer 08..033711.23 bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 3.500, -, (zegge: drieduizend vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 oktober 2021 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 45 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
de in beslag genomen voorwerpen
- acht zich wegens het ontbreken van een beslaglijst niet in staat om over de in beslag genomen voorwerpen een beslissing te nemen.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. van Holten, voorzitter, mr. S. Timmermans en mr. D.E. Schaap, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.E. Doornwaard, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 5 december 2023.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland genaamd onderzoek DAS, parketnummer 08/039114-23, pagina’s 1 tot en met 1263. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Pagina’s 131 alinea 1 tot en met 6, pagina 132.
3.Pagina 141 alinea 1 tot en met 4 en 9.
4.Pagina’s 144 en 146.
5.Zie de beelden behorende bij het procesdossier.
6.Zie het proces-verbaal van de terechtzitting van 21 november 2023, voorzover inhoudende de verklaring van verdachte.
7.Pagina’s 398 tot en met 400.
8.Pagina 405, alinea 1 tot en met 10, 406, alinea 2, en 6. Pagina’s 410 tot en met 418.
9.Pagina’s 421, 422, 178, 548 en 550.
10.Pagina 786.
11.Pagina’s 521 en 522.
12.Pagina’s 299, 307, 922, 958 ev.
13.Pagina’s 975 en 976.
14.Pagina’s 1009 en 1010.
15.Pagina 834.
16.Pagina’s 319, 320 en 331.
17.Pagina’s 1093, 1097, 324 en 191 tot en met 251.
18.Pagina’s 1116, 1117 en 824.
19.Pagina’s 455 en 474.
20.Pagina’s 495 tot en met 500.
21.Pagina’s 1089 en 1024.
22.Pagina 175 en 176.
23.Pagina 177.
24.Pagina’s 178, 223 en 225.
25.Pagina’s 824 en 825.
26.Pagina 178.
27.Pagina 29.
28.Pagina’s 72, 74, 78, 79 en 80.