ECLI:NL:RBOVE:2023:4864

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
29 november 2023
Publicatiedatum
30 november 2023
Zaaknummer
C/08/291763 / FA RK 23-351
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • H.F.J.M. Schröder
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wijziging van voornaam van minderjarige in verband met gendertransitie

Op 29 november 2023 heeft de Rechtbank Overijssel een beschikking gegeven in een zaak waarin de moeder van een minderjarige verzocht om wijziging van de voornamen van haar kind. De minderjarige, geboren in 2008, ondergaat een transitie van vrouw naar man en gebruikt al drie jaar de naam die in het verzoek is opgenomen. De rechtbank heeft eerder gesprekken gevoerd met de minderjarige en heeft op verzoek van de moeder een verklaring van de behandelend psycholoog ontvangen, die de wens van de minderjarige ondersteunt. De rechtbank overweegt dat voornamen een middel zijn om personen te identificeren en dat de wijziging van de voornaam een zwaarwichtig belang moet dienen. In dit geval heeft de rechtbank geoordeeld dat het belang van de minderjarige bij de wijziging van de voornaam zwaarder weegt dan het maatschappelijk belang bij consistentie in namen. De rechtbank heeft het verzoek van de moeder toegewezen en gelast dat de wijziging van de voornamen wordt doorgevoerd in de geboorteakte.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

locatie Zwolle
team familie- en jeugdrecht
zaaknummer: C/08/291763 / FA RK 23-351

beschikking van 29 november 2023

inzake

[de moeder] ,

verder te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats 1] ,
verzoekster,
advocaat: mr. S.O. Zengin,
en

[de vader] ,

verder te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats 2] ,
belanghebbende.
en

Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering,

hierna te noemen: de gecertificeerde instelling (GI),
gevestigd te Zwolle,
belanghebbende.

Het procesverloop

Op 2 februari 2023 is ter griffie van deze rechtbank ingekomen een verzoekschrift, met bijlagen, ertoe strekkende dat de rechtbank de ambtenaar van de burgerlijke stand de wijziging van de voornamen van de na te melden minderjarige gelast.
Bij F9-formulier van 22 februari 2023, binnengekomen op dezelfde dag, is het verzoek gewijzigd.
De rechtbank heeft op 15 maart en 31 oktober 2023 met [minderjarige] gesproken.
Bij brief en e-mail van 15 maart 2023 heeft de rechtbank via [minderjarige] een bericht aan de psycholoog gestuurd met de vraag of een voornaamswijziging op dit moment (qua timing) voor [minderjarige] passend is.
De mondelinge behandeling heeft op 31 oktober 2023 met gesloten deuren plaatsgevonden. Verschenen zijn:
- [naam] , kantoorgenoot van mr. Zengin;
- [minderjarige] ;
- [medewerker Kinderbescherming 1] en [medewerker Kinderbescherming 2] namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna te noemen: de raad);
- [medewerker jeugdreclassering] namens de GI;
[pleegmoeder] , de pleegmoeder van [minderjarige] van [instantie] .
Na de mondelinge behandeling is met toestemming van de rechtbank binnengekomen:
- op 10 november 2023 een e-mail met bijlage van mr. Zengin van dezelfde dag.

De feiten

De vader en de moeder hebben een affectieve relatie met elkaar gehad, uit welke relatie is geboren het minderjarige kind:
[oorspronkelijke naam], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2008, hierna ook te noemen:
[minderjarige]. [minderjarige] is door de vader erkend. De vader en de moeder oefenen (sinds 10 december 2019) gezamenlijk het gezag uit over [minderjarige] . [minderjarige] staat in de BRP ingeschreven op het adres van de moeder.
Bij beschikking van 6 maart 2014 is [minderjarige] onder toezicht gesteld van Jeugdbescherming Overijssel (voorheen: Bureau Jeugdzorg).
Bij beschikking van 9 juni 2021 is Jeugdbescherming Overijssel vervangen door Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering.
Bij beschikking van 13 oktober 2023, op schrift gesteld op 27 oktober 2023, is de ondertoezichtstelling van [minderjarige] voor het laatst verlengd tot 25 oktober 2024. Bij deze beschikking is tevens de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] in een voorziening voor pleegzorg verlengd tot 25 oktober 2024.

Het verzoek

De moeder heeft in haar hoedanigheid als wettelijk vertegenwoordiger van [minderjarige] verzocht (na wijziging daarvan) de in de geboorteakte gegeven voornamen van de minderjarige “
[oorspronkelijke naam]” te wijzigen in de voornamen “ [minderjarige] ” en die bij een latere vermelding aan de geboorteakte wordt toegevoegd.
De moeder stelt ten aanzien van de gewenste voornaamswijziging onder meer dat [minderjarige] een transitie van vrouw naar man ondergaat en al drie jaar de naam [minderjarige] gebruikt. Ten behoeve van de gemoedstoestand en identiteitsontwikkeling van [minderjarige] is het van belang dat de vrouwelijke voornaam [oorspronkelijke naam] wordt gewijzigd naar [minderjarige] . Met de wijziging van de voornaam wordt de juridische werkelijkheid gelijk aan de feitelijke werkelijkheid.
Van de vader is geen standpunt bekend.
Zowel de raad als de GI adviseren om het verzoek toe te wijzen.

De beoordeling

Ingevolge artikel 1:4 lid 4, eerste en tweede volzin, Burgerlijk Wetboek (BW) kan op verzoek van de betrokken persoon of zijn wettelijke vertegenwoordiger wijziging van de voornaam worden gelast door de rechtbank. De wijziging geschiedt doordat van de beschikking een latere vermelding aan de akte van geboorte wordt toegevoegd, overeenkomstig artikel 1:20a lid 1 BW.
Voor een dergelijke wijziging dient een voldoende zwaarwichtig belang te bestaan.
De rechtbank overweegt dat voornamen een middel zijn om personen binnen hun familie en in het maatschappelijk verkeer te identificeren. Daarom vallen voornamen onder het begrip ‘privéleven en familie- en gezinsleven’ in de zin van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Voor een wijziging van de voornaam zoals verzocht dient voldoende zwaarwichtig belang te bestaan. Het persoonlijk belang van de betrokkene dient afgewogen te worden tegen het belang dat het rechtsverkeer heeft bij een zo hoog mogelijke mate van consistentie in namen. Bepalend bij de vraag of een weigering om een bepaalde voornaam toe te kennen een ongerechtvaardigde inmenging oplevert, is de mate van ongemak of overlast die de betrokkene hiervan ondervindt. Daarbij dienen alle feiten en omstandigheden te worden meegewogen, waaronder ook de vraag of het voor de betrokkene feitelijk toch mogelijk is de gewenste voornamen te voeren.
Uit de gesprekken die de rechtbank met [minderjarige] heeft gehad, is de subjectieve wens van [minderjarige] om zijn voornaam te wijzigen duidelijk gebleken. Om de duurzaamheid van deze wens ook objectief te onderbouwen en in het kader van de zorgvuldigheid heeft de rechtbank in maart 2023 verzocht om een verklaring over te leggen van de psycholoog die [minderjarige] begeleidt bij de behandeling bij het Amsterdam UMC, Poli genderdysforie. Omdat deze verklaring ten tijde van de mondelinge behandeling niet was overgelegd en de reden daarvan niet duidelijk was, heeft de rechtbank nogmaals om deze verklaring gevraagd. Deze verklaring, van C.E. Fuchs, GZ-psycholoog, is op 10 november 2023 alsnog overgelegd. De psycholoog ondersteunt de wens van [minderjarige] voor een aanpassing van zijn voornaam vanuit zijn wens om als jongen bejegend te worden.
De rechtbank is van oordeel dat de moeder genoegzaam aannemelijk heeft gemaakt dat zij een zwaarwichtig belang heeft bij de door haar verzochte wijziging van de voornamen van de minderjarige [minderjarige] in verband met het transitietraject dat hij op dit moment doorloopt. De moeder heeft haar verzoek voldoende gemotiveerd gesteld en onderbouwd.
De rechtbank is van oordeel dat de door de moeder genoemde feiten en omstandigheden zwaarder wegen dan het maatschappelijk belang bij een zo hoog mogelijke mate van consistentie in namen. Nu de door de moeder gewenste voornamen geoorloofd zijn naar de maatstaven van artikel 1:4 lid 2 BW, zal de rechtbank het verzoek toewijzen.

De beslissing

De rechtbank:
gelast de wijziging van de voornamen van [oorspronkelijke naam] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2008, in die zin dat deze na wijziging zal luiden:
[minderjarige];
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Zwolle de latere vermelding aan de geboorteakte van het jaar 2008, nummer [nummer] , toe te voegen;
verzoekt de griffier om, niet eerder dan drie maanden na de dag van deze beschikking, een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Zwolle op voet van het bepaalde in artikel 1:20e lid 1 BW.
Deze beschikking is gegeven door mr. drs. H.F.J.M. Schröder en in het openbaar uitgesproken op 29 november 2023 in tegenwoordigheid van mr. S.W. de Boer, griffier.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden:
door verzoeker en door degene(n) aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.