9.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1,het misdrijf:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen;
feit 2,het misdrijf:
door misleiding een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen en van hem te dulden;
feit 3,het misdrijf:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen;
feit 4,het misdrijf:
een afbeelding/gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, vervaardigen, verwerven en in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt.
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
8 (acht) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De rechter kan de tenuitvoerlegging ook gelasten indien de verdachte gedurende de
proeftijd van3 (drie) jarende navolgende bijzondere voorwaarden
niet is nagekomen:
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
Meldplicht bij reclassering
- Verdachte meldt zich op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met verdachte opnemen voor de eerste afspraak;
Ambulante behandeling
- Verdachte laat zich behandelen door De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering.. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt.
Contactverbod
- Verdachte heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met het slachtoffer/de slachtoffers zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.
Vermijden contact met minderjarigen
- Verdachte zoekt op geen enkele wijze contact met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt betrokkene dat wettelijke vertegenwoordigers hierbij aanwezig zijn.
Vermijden kinderporno
- Verdachte vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Verdachte onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
• het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
Verdachte bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen. Verdachte werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Verdachte verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. Verdachte verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of betrokkene kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet
toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van betrokkene. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is.
Contactverbod
- Verdachte heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met het slachtoffer/de slachtoffers zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.
Vermijden contact met minderjarigen
- Verdachte zoekt op geen enkele wijze contact met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt betrokkene dat wettelijke vertegenwoordigers hierbij aanwezig zijn.
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 3.500,00 (bestaande uit immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] (feiten 1, 2 en 4): van een bedrag van € 3.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 maart 2023;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van de onder 1, 2 en 4 bewezen verklaarde feiten tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 3.500,00, (zegge: drieduizend vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 maart 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 45 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 1], voor een deel van € 574,44 niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] toe tot een bedrag van € 2.500,00 (bestaande uit immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] (feit 3): van een bedrag van € 2.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 januari 2023;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het onder 3 bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 2.500,00, (zegge: tweeduizend vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 januari 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 35 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 3] voor een deel van € 154,44 niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5]
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5] toe tot een bedrag van € 1.000,00 (bestaande uit immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 5] (feit 4): van een bedrag van € 1.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 mei 2023;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het onder 4 bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.000,00, (zegge: duizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 mei 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 20 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
opheffing van de schorsing van het bevel voorlopige hechtenis
- heft de schorsing van het bevel tot voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. van Holten, voorzitter, mr. S.H. Peper en mr. M. Frentrop, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.R. Lageveen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 28 november 2023.
Mr. S.H. Peper is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Brabant met nummer OBRBC23055/Guitaret. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Ten aanzien van de feiten 1 en 2:
1. Het proces-verbaal ter terechtzitting van 14 november 2023, inhoudende de door verdachte afgelegde bekennende verklaring;
2. Het proces-verbaal van aangifte van 28 maart 2023, pagina’s 5 tot en met 11, inhoudende de door [aangever] ingediende aangifte;
3. Het proces-verbaal van verhoor getuige van 28 maart 2023, pagina's 12 tot en met 19, inhoudende de door [slachtoffer 1] afgelegde verklaring;
4. Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek Samsung Galaxy A51, pagina’s 24 tot en met 52, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 1] met de daarbij gevoegde bijlage;
5. Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek iPhone SE van 12 juni 2023, pagina’s 78 tot en met 81, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 2], met de daarbij gevoegde bijlage 1, pagina’s 82 tot en met 93.
Ten aanzien van de feit 3:
6. Het proces-verbaal ter terechtzitting van 14 november 2023, inhoudende de door verdachte afgelegde bekennende verklaring;
7. Het proces-verbaal van aangifte van 13 oktober 2023, pagina’s 172 tot en met 176, inhoudende de door [slachtoffer 2] namens [slachtoffer 3] ingediende aangifte;
8. Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek identiteit [slachtoffer 3] van 29 september 2023, pagina’s 170 en 171, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 2];
9. Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek iPhone SE van 12 juni 2023, pagina’s 78 tot en met 81, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 2], met de daarbij gevoegde bijlage 2, pagina’s 94 tot en met 106.
Ten aanzien van de feit 4:
10. Het proces-verbaal ter terechtzitting van 14 november 2023, inhoudende de door verdachte afgelegde bekennende verklaring;
11. Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek iPhone SE van 13 juni 2023, pagina’s 114 tot en met 142, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 2],
12. Het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot het onderzoek naar de digitale bestanden van 29 juni 2023, pagina’s 145 tot en met 150, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 4],
13. het proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal van 30 juni 2023, pagina’s 151 tot en met 169, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 3], met de daarbij gevoegde bijlagen.
14. Het proces-verbaal van aangifte van 4 oktober 2023, pagina’s 195 tot en met 202, inhoudende de door [slachtoffer 6] namens [slachtoffer 5] ingediende aangifte.