ECLI:NL:RBOVE:2023:4825

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
28 november 2023
Publicatiedatum
28 november 2023
Zaaknummer
08.178587.23 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor ontuchtige handelingen met minderjarigen en bezit van kinderporno

Op 28 november 2023 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan ontuchtige handelingen met minderjarigen en het bezit van kinderporno. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering, een behandelverplichting en contactverboden met de slachtoffers en minderjarigen. De verdachte is schuldig bevonden aan het plegen van ontuchtige handelingen met de elfjarige [slachtoffer 1] en de dertienjarige [slachtoffer 3], en het bezit van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op een berekende en manipulatieve wijze het vertrouwen van de slachtoffers heeft geschaad en zijn eigen lustgevoelens boven het belang van deze kwetsbare minderjarigen heeft gesteld. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de impact van de feiten op de slachtoffers en de noodzaak van behandeling voor de verdachte. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn toegewezen, waarbij de verdachte is veroordeeld tot het betalen van schadevergoedingen aan de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.178587.23 (P)
Datum vonnis: 28 november 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1994 in [geboorteplaats],
wonende aan [woonplaats].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 14 november 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. A.A. Nieli en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. E. van der Meer, advocaat in Groningen, naar voren is gebracht.
Ook heeft de rechtbank kennis genomen van de namens:
- [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1]);
- [slachtoffer 2], de moeder van [slachtoffer 3] (hierna: [slachtoffer 3]);
- [slachtoffer 4], de partner van de moeder van [slachtoffer 3];
- [slachtoffer 5] (hierna: [slachtoffer 5]);
- [slachtoffer 6], de moeder van [slachtoffer 5],
voorgedragen slachtofferverklaringen. Verder heeft de rechtbank kennis genomen van wat namens [slachtoffer 1] en [slachtoffer 5] als benadeelde partijen door [naam 1] van slachtofferhulp en van wat namens [slachtoffer 3] als benadeelde partij door mr. L. Bien, advocaat te Maastricht is aangevoerd.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:via social media ontucht heeft gepleegd met de elfjarige [slachtoffer 1];
feit 2:[slachtoffer 1] seksueel heeft verleid door zich in een chatgesprek voor te doen als een veertienjarige en haar daarbij heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen en te dulden;
feit 3: via social media ontucht heeft gepleegd met de dertienjarige [slachtoffer 3]:
feit 4: kinderporno heeft verspreid, vervaardigd, verworven en in het bezit gehad, waaronder afbeeldingen van seksuele gedragingen van [slachtoffer 1], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 5].
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 6 maart 2023 tot en met 9 maart 2023 te Gramsbergen en/of Hooge Mierde, althans in Nederland, met [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum 2] 2011, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten (meermalen)
- seksueel getinte chatgesprekken (via Whatsapp en/of Omegle) te voeren met die [slachtoffer 1] en/of
- het door die [slachtoffer 1] laten brengen van één of meer vingers en/of (een) voorwerp(en) in haar vagina en/of
- het door die [slachtoffer 1] laten betasten en/of tonen van haar (ontblote) vulva en/of
- het door die [slachtoffer 1] laten betasten en/of tonen van haar (ontblote) borsten en/of billen en/of
- (in voornoemd chatgesprek) foto’s en/of filmpjes van zijn, verdachtes, ontblote penis en/of foto’s en/of filmpjes waarop te zien is dat hij, verdachte, zichzelf aftrekt en/of klaarkomt naar die [slachtoffer 1] te sturen en/of
- die voormelde handelingen van die [slachtoffer 1] (telkens) door die [slachtoffer 1] te laten filmen en/of fotograferen en (vervolgens) aan verdachte toe te laten sturen door middel van Whatsapp en/of chat-/internetgesprekken, althans sociale media;
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 6 maart 2023 tot en met 9 maart 2023 te Gramsbergen en/of Hooge Mierde, althans in Nederland, door misleiding, te weten door in een chatgesprek tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij [alias 1] en/of [alias 2] heet en/of 14 jaar oud is, [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum 2] 2011, van wie hij, verdachte, wist of
redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen of van hem, verdachte, te dulden, door
- seksueel getinte chatgesprekken (via Whatsapp en/of Omegle) te voeren met die [slachtoffer 1] en/of
- het door die [slachtoffer 1] laten brengen van één of meer vingers en/of (een) voorwerp(en) in haar vagina en/of
- het door die [slachtoffer 1] laten betasten en/of tonen van haar (ontblote) vulva en/of
- het door die [slachtoffer 1] laten betasten en/of tonen van haar (ontblote) borsten en/of billen en/of
- (in voornoemd chatgesprek) foto’s en/of filmpjes van zijn, verdachtes, ontblote penis en/of foto’s en/of filmpjes waarop te zien is dat hij, verdachte, zichzelf aftrekt en/of klaarkomt naar die [slachtoffer 1] te sturen en/of
- die voormelde handelingen van die [slachtoffer 1] (telkens) door die [slachtoffer 1] te laten filmen en/of fotograferen en (vervolgens) aan verdachte toe te laten sturen door middel van Whatsapp en/of chat-/internetgesprekken, althans sociale media;
3.

hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 januari 2023 tot en met 30 januari 2023 te Gramsbergen en/of Maastricht, althans in Nederland, met [slachtoffer 3], geboren op [geboortedatum 3] 2009, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten (meermalen)

- seksueel getinte chatgesprekken (via Skype) te voeren met die [slachtoffer 3] en/of
- het door die [slachtoffer 3] laten brengen van één of meer vingers in haar vagina en/of
- het door die [slachtoffer 3] laten betasten en/of tonen van haar (ontblote) vulva en/of
- het door die [slachtoffer 3] laten betasten en/of tonen van haar (ontblote) borsten en/of
- het door die [slachtoffer 3] laten aannemen van poses met een seksueel karakter en/of
- (in voornoemd chatgesprek) foto’s en/of filmpjes van zijn, verdachtes, ontblote
penis en/of foto’s en/of filmpjes waarop te zien is dat hij, verdachte, zichzelf aftrekt
en/of klaarkomt naar die [slachtoffer 3] te sturen en/of
- die voormelde handelingen van die [slachtoffer 3] (telkens) door die [slachtoffer 3] te laten filmen en/of fotograferen en (vervolgens) aan verdachte toe te laten sturen door middel van Skype en/of chat-/internetgesprekken, althans sociale media;
4.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 6 juni 2023 te Gramsbergen en/of Hooge Mierde en/of Maastricht en/of elders in Nederland, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal telkens
- afbeeldingen, en/of
- gegevensdragers, te weten op diverse smartphones (allen van het merk Apple Iphone SE), bevattende afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, (waaronder [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum 2] 2011 en/of [slachtoffer 3] geboren op [geboortedatum 3] 2009 en/of [slachtoffer 5] geboren op [geboortedatum 4] 2010) is/zijn betrokken of schijnbaar is/zijn betrokken heeft
verspreid, vervaardigd, verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis en/of mond en/of tong en/of vinger en/of hand en/of voorwerp oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een penis en/of vinger en/of hand en/of voorwerp, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een vinger en/of hand en/of voorwerp vaginaal penetreren van het eigen lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeelding(en) 03 en/of 07 en/of 08 en/of 09 en/of 10 en/of 11 van de toonmap)
en/of
het met de/een penis en/of vinger en/of hand en/of mond en/of tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een vinger en/of hand en/of mond en/of tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een vinger en/of hand betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel, de eigen billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeelding(en) 08 en/of 09 en/of 10 en/of 11 van de toonmap)
en/of
het door een dier likken, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of de borsten en/of een ander deel van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeelding(en) 10 van de toonmap)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of
poseert in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in een erotisch getinte houding
(op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk het (ontblote)
geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(afbeelding(en) 01 en/of 02 en/of 04 en/of 05 en/of 06 en/of 11 en/of 13 van de toonmap)
en/of
het ejaculeren op het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is) (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (afbeelding(en) 12 van de toonmap) en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich, overeenkomstig de inhoud van een aan de rechtbank overgelegd requisitoir, op het standpunt gesteld dat de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de ten laste gelegde feiten bewezen kunnen worden verklaard aangezien verdachte deze heeft bekend.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat ten aanzien van alle ten laste gelegde feiten sprake is van een bekennende verdachte in de zin van artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De rechtbank zal daarom in de bijlage volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen die tot de bewezenverklaring hebben geleid.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op tijdstippen in de periode van 6 maart 2023 tot en met 9 maart 2023 te Gramsbergen en Hooge Mierde met [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum 2] 2011, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten (meermalen)
- seksueel getinte chatgesprekken (via Whatsapp en/of Omegle) te voeren met die [slachtoffer 1] en
- het door die [slachtoffer 1] laten brengen van één of meer vingers en voorwerpen in haar vagina en
- het door die [slachtoffer 1] laten betasten en tonen van haar ontblote vulva en
- het door die [slachtoffer 1] laten betasten en tonen van haar ontblote borsten en billen en
- (in voornoemd chatgesprek) foto’s en filmpjes van zijn, verdachtes, ontblote penis en foto’s en filmpjes waarop te zien is dat hij, verdachte, zichzelf aftrekt en klaarkomt naar die [slachtoffer 1] te sturen en
- die voormelde handelingen van die [slachtoffer 1] (telkens) door die [slachtoffer 1] te laten filmen en fotograferen en vervolgens aan verdachte toe te laten sturen door middel van sociale media;
2.
hij in de periode van 6 maart 2023 tot en met 9 maart 2023 te Gramsbergen en Hooge Mierde, door misleiding, te weten door in een chatgesprek tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij [alias 1] heet en 14 jaar oud is, [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum 2] 2011, van wie hij, verdachte, wist dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen of van hem, verdachte, te dulden, door
- seksueel getinte chatgesprekken (via Whatsapp en/of Omegle) te voeren met die [slachtoffer 1] en
- het door die [slachtoffer 1] laten brengen van één of meer vingers en voorwerpen in haar vagina en
- het door die [slachtoffer 1] laten betasten en tonen van haar ontblote vulva en
- het door die [slachtoffer 1] laten betasten en tonen van haar ontblote borsten en billen en
- (in voornoemd chatgesprek) foto’s en filmpjes van zijn, verdachtes, ontblote penis en foto’s en filmpjes waarop te zien is dat hij, verdachte, zichzelf aftrekt en klaarkomt naar die [slachtoffer 1] te sturen en
- die voormelde handelingen van die [slachtoffer 1] (telkens) door die [slachtoffer 1] te laten filmen en fotograferen en (vervolgens) aan verdachte toe te laten sturen door middel van sociale media;
3.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 januari 2023 tot en met 30 januari 2023 te Gramsbergen en Maastricht, met [slachtoffer 3], geboren op [geboortedatum 3] 2009, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten (meermalen)
- seksueel getinte chatgesprekken (via Skype) te voeren met die [slachtoffer 3] en
- het door die [slachtoffer 3] laten brengen van één of meer vingers in haar vagina en
- het door die [slachtoffer 3] laten betasten en tonen van haar ontblote vulva en
- het door die [slachtoffer 3] laten betasten en tonen van haar ontblote borsten en
- het door die [slachtoffer 3] laten aannemen van poses met een seksueel karakter en
- (in voornoemd chatgesprek) foto’s van zijn, verdachtes, ontblote penis naar die [slachtoffer 3] te sturen en
- die voormelde handelingen van die [slachtoffer 3] (telkens) door die [slachtoffer 3] te laten filmen en fotograferen en (vervolgens) aan verdachte toe te laten sturen door middel van sociale media;
4.
hij op tijdstippen in de periode van 1 januari 2020 tot en met 6 juni 2023 te Gramsbergen en Hooge Mierde en Maastricht en elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal telkens
- afbeeldingen, en
- gegevensdragers, te weten op diverse smartphones (allen van het merk Apple Iphone SE), bevattende afbeeldingen, te weten foto’s en video’s van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, (waaronder [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum 2] 2011 en [slachtoffer 3] geboren op [geboortedatum 3] 2009 en [slachtoffer 5] geboren op [geboortedatum 4] 2010) is/zijn betrokken heeft verspreid, vervaardigd, verworven, in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met een penis en/of mond en/of tong en/of vinger en/of hand en/of voorwerp oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met een penis en/of vinger en/of hand en/of voorwerp, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met een vinger en/of hand en/of voorwerp vaginaal penetreren van het eigen lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met een penis en/of vinger en/of hand en/of mond en/of tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met de/een vinger en/of hand en/of mond en/of tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met de/een vinger en/of hand betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel, de eigen billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het door een dier likken, betasten en aanraken van het geslachtsdeel, de billen en de borsten en een ander deel van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert met (een) voorwerp(en) en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en waarbij door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
en
het ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en het houden van een (stijve) penis bij het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij op dat lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 247, 240b en 248a van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen;
feit 2
het misdrijf:
door misleiding een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen en van hem te dulden;
feit 3
het misdrijf:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen;
feit 4
het misdrijf:
een afbeelding/gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, vervaardigen, verwerven en in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan acht maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren met de bijzondere voorwaarden, zoals die door de reclassering zijn geadviseerd.
De officier van justitie heeft daarbij verzocht om de schorsing van de voorlopige hechtenis niet op te heffen zodat de bijzondere voorwaarden en het toezicht door blijven lopen tot dat de zaak onherroepelijk is geworden.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit om te volstaan met oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van de voorlopige hechtenis en dat daarnaast de maximale werkstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden worden opgelegd, met de bijzondere voorwaarden zoals deze door de reclassering zijn geadviseerd, met een proeftijd van drie jaren.
De raadsman heeft daarbij gewezen op de omstandigheden dat verdachte nooit eerder met justitie in aanraking is geweest, dat hij bij zijn werkgever en familie als een hardwerkende en eerlijke man bekend staat, en dat hij er alles aan wil doen om te voorkomen dat dit weer gebeurt. Verder heeft verdachte vanaf het begin de schuld bij zichzelf gelegd en wil hij onderzoeken waar zijn gedrag vandaan komt. Omdat behandeling van het allergrootste belang is om te voorkomen dat dit opnieuw gaat gebeuren en om de samenleving zo goed mogelijk te beschermen, is het van belang dat hij niet opnieuw naar de gevangenis moet, en hij zijn leven voort kan zetten zonder dat hij zijn woning en werk verliest.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte, zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft via social media ontucht gepleegd met jonge meisjes waaronder de toen elfjarige [slachtoffer 1] en de dertienjarige [slachtoffer 3]. Verdachte was destijds 28 jaar. Via social media heeft hij de meisjes gevraagd om seksuele handelingen bij zichzelf te verrichten en daarvan foto’s en video’s te sturen. Verder heeft hij hen foto’s van zijn blote penis, zogenaamde
dickpics, gestuurd, en heeft hij [slachtoffer 1] ook filmpjes gestuurd waarop te zien is dat hij zichzelf aftrekt en klaarkomt.
Om contact met de meisjes te krijgen en te houden, is verdachte zeer berekenend te werk gegaan. Hij heeft gebruik gemaakt van de chatsite Omegle, waar gebruikers met willekeurige onbekenden contact kunnen maken. Vervolgens heeft hij het gesprek via WhatsApp dan wel Skype voortgezet waarbij hij zich in de richting van de meisjes voordeed als een leeftijdsgenoot, onder andere door een foto van een jongen met een beugel te sturen. Toen verdachte het vertrouwen van de meisjes had gewonnen en zij verliefd op hem raakten, bleef hij bij de meisjes aandringen op foto’s en filmpjes van seksuele handelingen, waarbij de door hem gevraagde seksuele handelingen steeds verder gingen.
De rechtbank neemt het verdachte zeer kwalijk dat hij op een berekende en manipulatieve wijze het vertrouwen van deze jonge meisjes heeft geschaad en zijn eigen lustgevoelens boven het belang van kwetsbare minderjarige meisjes heeft gesteld.
Verdachte heeft door zijn handelen de normale en gezonde seksuele ontwikkeling, waar ieder kind recht op heeft, ruw verstoord. Dat de feiten ook een grote impact op [slachtoffer 1], [slachtoffer 3] en [slachtoffer 5] hebben gehad, blijkt uit de terechtzitting voorgelezen slachtofferverklaringen.
Verdachte heeft zich daarnaast schuldig gemaakt aan het vervaardigen, verspreiden, verwerven en in bezit hebben van kinderporno. Op de telefoons en andere gegevensdragers van verdachte zijn 158 kinderpornografische afbeeldingen (foto’s en video’s) aangetroffen, waaronder ook afbeeldingen van [slachtoffer 1]. Voor de vervaardiging van deze afbeeldingen zijn (jonge) kinderen ernstig seksueel misbruikt en geëxploiteerd. Verdachte heeft van dit alles een gewoonte gemaakt. De rechtbank rekent dit de verdachte zwaar aan.
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 20 oktober 2023. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
De rechtbank heeft verder acht geslagen op het reclasseringsadvies over verdachte van 31 oktober 2023. Hieruit blijkt dat met name het psychosociaal functioneren van verdachte als een risicofactor voor delict gedrag wordt gezien.
Sinds de schorsing van de voorlopige hechtenis (op 6 september 2023) is verdachte niet meer met politie en justitie in aanraking gekomen. Verdachte is goed in contact met de reclassering en staat op de wachtlijst voor een ambulante behandeling bij de Waag. In de tussentijd heeft verdachte één keer per week contact met iemand van het sociale wijkteam van de gemeente.
Volgens de reclassering zou een onvoorwaardelijke gevangenisstraf negatieve gevolgen voor de stabiele leefsituatie van verdachte kunnen hebben. De reclassering vindt dat niet wenselijk. De reclassering adviseert daarom een gedeeltelijk voorwaardelijke straf aan verdachte op te leggen met als bijzondere voorwaarden: een meldplicht, een ambulante behandelverplichting, een contactverbod, het vermijden van contact met minderjarigen en het vermijden van kinderporno. De reclassering schat het risico op herhaling in als gemiddeld.
Anders dan door de raadsman is bepleit, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van de voorlopige hechtenis.
De rechtbank heeft weliswaar oog voor het feit dat verdachte opening van zaken heeft gegeven en dat hij spijt heeft betuigd. De samenleving heeft er voorts baat bij dat verdachte wordt behandeld, welke behandeling bij de oplegging van een vrijheidsstraf moet worden uitgesteld. De rechtbank heeft er ook oog voor dat een vrijheidsstraf mogelijk andere negatieve gevolgen voor de stabiele leefsituatie van verdachte kan hebben. De rechtbank is gezien de ernst van de gepleegde feiten, en ook vanuit het oogpunt van vergelding en generale preventie, echter van oordeel dat niet anders op de bewezen verklaarde feiten kan worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Hierbij heeft de rechtbank de context waarin de feiten zijn gepleegd bij haar oordeel betrokken, zoals deze blijkt uit de inhoud van de overige in het dossier aanwezige social media berichten.
Alles afwegende acht de rechtbank de door de officier van justitie gevorderde straf, inclusief de bijzondere voorwaarden, passend en geboden.
Met deze deels voorwaardelijke strafoplegging wordt enerzijds de ernst van het bewezen verklaarde tot uitdrukking gebracht en wordt anderzijds de strafoplegging dienstbaar gemaakt aan het voorkomen van nieuwe strafbare feiten.
Anders dan de officier van justitie ziet de rechtbank aanleiding om de schorsing van de voorlopige hechtenis op te heffen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv.

7.De schade van benadeelden

7.1.
De vordering van de benadeelde partijen
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
, vertegenwoordigd door haar wettelijke vertegenwoordigers [naam 2] en [naam 3], heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces.
De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 4.0704,44, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- reiskosten € 249,61;
- opname verlofuren door ouders € 324,83;
Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van € 3.500,00 gevorderd.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
, vertegenwoordigd door haar wettelijke vertegenwoordiger [slachtoffer 2], heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces.
De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 2.654,44, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de post ‘reiskosten moeder van [slachtoffer 3]’ ten bedrage van € 154,44.
Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van € 2.500,00 gevorderd.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5]
, vertegenwoordigd door haar wettelijke vertegenwoordiger [slachtoffer 6], heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces.
De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om immateriële schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 1000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen geheel dienen te worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich voor wat betreft de toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de onder 1, 2 en 4 bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partijen.
Materiële schade
De reiskosten die de ouders hebben gemaakt ten behoeve van de benadeelde voor het doen van aangifte en het bijwonen van de zitting en de uitspraak, en ook de verlofuren die de ouders hebben moeten opnemen ten behoeve van de aanwezigheid ter zitting en de uitspraak zijn geen rechtstreekse schade als gevolg van de bewezen verklaarde feiten. Deze kosten komen daarom niet als materiële schade voor toewijzing in aanmerking.
Deze kosten komen in dit geval ingevolge artikel 238, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) evenmin als proceskosten voor toewijzing in aanmerking omdat niet in persoon wordt geprocedeerd, nu de wettelijk vertegenwoordiger van de benadeelde partij zich ter terechtzitting heeft laten bijstaan door een medewerker van Slachtofferhulp Nederland en derhalve niet ‘in persoon’ heeft geprocedeerd. De rechtbank verwijst in dit verband naar de uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 22 december 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:10689.
Immateriële schade
Wat betreft de gevorderde immateriële schade overweegt de rechtbank als volgt. Op grond van artikel 6:106, eerste lid, sub b, van het Burgerlijk Wetboek (BW) heeft de benadeelde recht op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding, anders dan vermogensschade als de benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen, in haar eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in haar persoon is aangetast.
De rechtbank komt op grond van de onderbouwing van de vordering, de aard en ernst van de normschending en de gevolgen daarvan in aanmerking genomen, tot de vaststelling dat [slachtoffer 1] op andere wijze in haar persoon is aangetast zoals bedoeld in artikel 6:106, eerste lid, sub b, BW.
De rechtbank ziet in dit geval, gelet op alle omstandigheden van het geval, aanleiding om de immateriële schade naar billijkheid vast te stellen op het gevorderd bedrag van € 3.500,00.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het gevorderde deels toewijzen tot een bedrag van € 3.500,00, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het onder 3 bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij.
Materiële schade
De reiskosten die de moeder van [slachtoffer 3] heeft gemaakt ten behoeve van de benadeelde voor het bijwonen van de zitting zijn geen rechtstreekse schade als gevolg van het onder 3 bewezen verklaarde feit. Deze kosten komen daarom niet als materiële schade voor toewijzing in aanmerking.
Deze kosten komen in dit geval ingevolge artikel 238, eerste lid, Rv evenmin als proceskosten voor toewijzing in aanmerking omdat niet in persoon wordt geprocedeerd, nu de wettelijk vertegenwoordiger van de benadeelde partij zich ter terechtzitting heeft laten bijstaan door een advocaat en derhalve niet ‘in persoon’ heeft geprocedeerd.
Immateriële schade
Wat betreft de gevorderde immateriële schade overweegt de rechtbank als volgt. Op grond van artikel 6:106, eerste lid, sub b, BW heeft de benadeelde recht op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding, anders dan vermogensschade als de benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen, in haar eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in haar persoon is aangetast.
De rechtbank komt op grond van de onderbouwing van de vordering, de aard en ernst van de normschending en de gevolgen daarvan in aanmerking genomen, tot de vaststelling dat [slachtoffer 3] op andere wijze in haar persoon is aangetast zoals bedoeld in artikel 6:106, eerste lid, sub b, BW.
De rechtbank ziet in dit geval, gelet op alle omstandigheden van het geval, aanleiding om de immateriële schade naar billijkheid vast te stellen op het gevorderde bedrag van € 2.500,00.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het gevorderde deels toewijzen tot een bedrag van € 2.500,00, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het onder 4 bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij.
Wat betreft de gevorderde immateriële schade overweegt de rechtbank als volgt. Op grond van artikel 6:106, eerste lid, sub b, BW heeft de benadeelde recht op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding, anders dan vermogensschade als de benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen, in haar eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in haar persoon is aangetast.
De rechtbank komt op grond van de onderbouwing van de vordering tot de vaststelling dat [slachtoffer 5] in haar eer of goede naam is geschaad zoals bedoeld in artikel 6:106, eerste lid, sub b, BW.
De rechtbank ziet in dit geval, gelet op alle omstandigheden van het geval, aanleiding om de immateriële schade naar billijkheid vast te stellen op het gevorderd bedrag van € 1.000,00.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het gevorderde toewijzen tot een bedrag van
€ 1.000,00, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
7.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen hebben verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partijen naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de feiten is toegebracht.
Als door de verdachte de vordering van [slachtoffer 1] niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met 45 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
Als door de verdachte de vordering van [slachtoffer 3] niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met 35 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
Als door de verdachte de vordering van [slachtoffer 5] niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met 20 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1,het misdrijf:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen;
feit 2,het misdrijf:
door misleiding een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen en van hem te dulden;
feit 3,het misdrijf:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen;
feit 4,het misdrijf:
een afbeelding/gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, vervaardigen, verwerven en in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
8 (acht) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De rechter kan de tenuitvoerlegging ook gelasten indien de verdachte gedurende de
proeftijd van3 (drie) jarende navolgende bijzondere voorwaarden
niet is nagekomen:
- stelt als
bijzondere voorwaarden:

Meldplicht bij reclassering

- Verdachte meldt zich op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met verdachte opnemen voor de eerste afspraak;

Ambulante behandeling

- Verdachte laat zich behandelen door De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering.. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt.

Contactverbod

- Verdachte heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met het slachtoffer/de slachtoffers zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.

Vermijden contact met minderjarigen

- Verdachte zoekt op geen enkele wijze contact met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt betrokkene dat wettelijke vertegenwoordigers hierbij aanwezig zijn.

Vermijden kinderporno

- Verdachte vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Verdachte onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
• het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
Verdachte bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen. Verdachte werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Verdachte verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. Verdachte verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of betrokkene kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet
toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van betrokkene. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is.
Contactverbod
- Verdachte heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met het slachtoffer/de slachtoffers zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.

Vermijden contact met minderjarigen

- Verdachte zoekt op geen enkele wijze contact met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt betrokkene dat wettelijke vertegenwoordigers hierbij aanwezig zijn.
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 3.500,00 (bestaande uit immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] (feiten 1, 2 en 4): van een bedrag van € 3.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 maart 2023;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van de onder 1, 2 en 4 bewezen verklaarde feiten tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 3.500,00, (zegge: drieduizend vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 maart 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 45 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 1], voor een deel van € 574,44 niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] toe tot een bedrag van € 2.500,00 (bestaande uit immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] (feit 3): van een bedrag van € 2.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 januari 2023;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het onder 3 bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 2.500,00, (zegge: tweeduizend vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 januari 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 35 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 3] voor een deel van € 154,44 niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5]
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5] toe tot een bedrag van € 1.000,00 (bestaande uit immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 5] (feit 4): van een bedrag van € 1.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 mei 2023;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het onder 4 bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.000,00, (zegge: duizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 mei 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 20 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
opheffing van de schorsing van het bevel voorlopige hechtenis
- heft de schorsing van het bevel tot voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. van Holten, voorzitter, mr. S.H. Peper en mr. M. Frentrop, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.R. Lageveen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 28 november 2023.
Mr. S.H. Peper is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Brabant met nummer OBRBC23055/Guitaret. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Ten aanzien van de feiten 1 en 2:
1. Het proces-verbaal ter terechtzitting van 14 november 2023, inhoudende de door verdachte afgelegde bekennende verklaring;
2. Het proces-verbaal van aangifte van 28 maart 2023, pagina’s 5 tot en met 11, inhoudende de door [aangever] ingediende aangifte;
3. Het proces-verbaal van verhoor getuige van 28 maart 2023, pagina's 12 tot en met 19, inhoudende de door [slachtoffer 1] afgelegde verklaring;
4. Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek Samsung Galaxy A51, pagina’s 24 tot en met 52, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 1] met de daarbij gevoegde bijlage;
5. Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek iPhone SE van 12 juni 2023, pagina’s 78 tot en met 81, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 2], met de daarbij gevoegde bijlage 1, pagina’s 82 tot en met 93.
Ten aanzien van de feit 3:
6. Het proces-verbaal ter terechtzitting van 14 november 2023, inhoudende de door verdachte afgelegde bekennende verklaring;
7. Het proces-verbaal van aangifte van 13 oktober 2023, pagina’s 172 tot en met 176, inhoudende de door [slachtoffer 2] namens [slachtoffer 3] ingediende aangifte;
8. Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek identiteit [slachtoffer 3] van 29 september 2023, pagina’s 170 en 171, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 2];
9. Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek iPhone SE van 12 juni 2023, pagina’s 78 tot en met 81, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 2], met de daarbij gevoegde bijlage 2, pagina’s 94 tot en met 106.
Ten aanzien van de feit 4:
10. Het proces-verbaal ter terechtzitting van 14 november 2023, inhoudende de door verdachte afgelegde bekennende verklaring;
11. Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek iPhone SE van 13 juni 2023, pagina’s 114 tot en met 142, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 2],
12. Het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot het onderzoek naar de digitale bestanden van 29 juni 2023, pagina’s 145 tot en met 150, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 4],
13. het proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal van 30 juni 2023, pagina’s 151 tot en met 169, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 3], met de daarbij gevoegde bijlagen.
14. Het proces-verbaal van aangifte van 4 oktober 2023, pagina’s 195 tot en met 202, inhoudende de door [slachtoffer 6] namens [slachtoffer 5] ingediende aangifte.