ECLI:NL:RBOVE:2023:4824

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
21 november 2023
Publicatiedatum
28 november 2023
Zaaknummer
10574373 \ CV EXPL 23-1374
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vorderingen ANWB B.V. wegens onvoldoende bewijs van overeenkomst en automatische verlenging

In deze zaak vorderde ANWB B.V. betaling van een onbetaalde factuur van € 332,06, die volgens haar voortkwam uit een in 2019 telefonisch gesloten overeenkomst. ANWB stelde dat deze overeenkomst automatisch jaarlijks werd verlengd op basis van haar algemene voorwaarden. De kantonrechter oordeelde echter dat ANWB onvoldoende bewijs had geleverd dat de gedaagde partij, [gedaagde] B.V., akkoord was gegaan met de automatische verlenging van de overeenkomst. ANWB had de algemene voorwaarden niet overgelegd en het was onduidelijk hoe en wanneer [gedaagde] met deze voorwaarden had ingestemd. De kantonrechter wees de vorderingen van ANWB af en veroordeelde haar in de proceskosten van [gedaagde]. De procedure omvatte een dagvaarding, een conclusie van antwoord en een conclusie van repliek, maar [gedaagde] had na de repliek niet meer gereageerd. De kantonrechter concludeerde dat de vordering van ANWB niet voldoende onderbouwd was en dat de hoofdvordering, evenals de vorderingen tot betaling van buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente, werden afgewezen. De proceskosten werden vastgesteld op nihil, aangezien ANWB de partij was die ongelijk kreeg.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: 10574373 \ CV EXPL 23-1374
Vonnis van 21 november 2023
in de zaak van
ANWB B.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
eisende partij,
hierna te noemen: ANWB,
gemachtigde: KVN Gerechtsdeurwaarders & Juristen,
tegen
[gedaagde] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.Samenvatting

1.1.
ANWB vordert onder meer betaling van een door [gedaagde] onbetaald gelaten factuur over 2020. Zij beroept zich daarbij op een in 2019 telefonisch gesloten overeenkomst en op haar algemene voorwaarden, waarin staat dat de overeenkomst automatisch jaarlijks wordt verlengd.
1.2.
De kantonrechter is van oordeel dat ANWB – mede gezien het feit dat [gedaagde] betwist dat een verlenging van de overeenkomst is overeengekomen – onvoldoende onderbouwd heeft gesteld dat partijen de ‘automatische verlenging’ zijn overeengekomen. Weliswaar verwijst ANWB naar algemene voorwaarden, maar het is onduidelijk op welk moment en op welke wijze [gedaagde] met de toepasselijkheid daarvan heeft ingestemd. Ook heeft ANWB die algemene voorwaarden niet overgelegd.
1.3.
De kantonrechter wijst de vorderingen van ANWB dan ook af en veroordeelt ANWB in de kosten van [gedaagde].

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek.
2.2.
[gedaagde] heeft hierna, hoewel daartoe behoorlijk in de gelegenheid gesteld, niet meer gereageerd.
2.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
ANWB heeft aan [gedaagde] een factuur gezonden met als factuurdatum 30 januari 2020 voor een totaalbedrag van € 332,06 (hierna te noemen: ‘de factuur’).
3.2.
[gedaagde] heeft de factuur niet betaald.

4.Het geschil

De vorderingen van ANWB
4.1.
ANWB vordert – samengevat – veroordeling van [gedaagde] tot betaling van:
het factuurbedrag van € 332,06;
de wettelijke handelsrente over de vordering, genoemd onder a)
de buitengerechtelijke incassokosten;
e proceskosten.
4.2.
In de dagvaarding heeft ANWB haar vordering gebaseerd op het niet nakomen van een tussen partijen bestaande overeenkomst. Zij stelt daartoe – kort gezegd – dat zij in opdracht en voor rekening van [gedaagde] diensten heeft geleverd zoals omschreven in de daartoe verzonden onbetaald gebleven factuur.
4.3.
Bij conclusie van repliek heeft ANWB gesteld dat de overeenkomst op 28 januari 2019 telefonisch is aangegaan door [gedaagde]. Conform de algemene voorwaarden van ANWB is deze overeenkomst stilzwijgend verlengd met één jaar. ANWB stelt dat [gedaagde] vóór het sluiten van de overeenkomst akkoord is gegaan met haar algemene voorwaarden.
Het verweer van [gedaagde]
4.4.
[gedaagde] betwist onder meer akkoord te hebben gegeven op een stilzwijgende verlenging van de overeenkomst. Ook voert zij aan dat de op de factuur vermelde kentekens niet in het bezit zijn van [gedaagde]. [gedaagde] geeft aan meerdere keren tevergeefs contact te hebben gezocht met ANWB over de factuur.
4.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
Naar het oordeel van de kantonrechter moet de vordering van ANWB tot betaling van het factuurbedrag worden afgewezen. De kantonrechter overweegt daartoe het volgende.
5.2.
Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding. De inhoud van de overeenkomst – en daarmee ook de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden als onderdeel van die overeenkomst – wordt bepaald aan de hand van de wilsvertrouwensleer uit artikelen 3:33 en 3:35 BW.
5.3.
ANWB heeft onvoldoende onderbouwd gesteld dat partijen zijn overeengekomen dat de overeenkomst stilzwijgend werd verlengd in 2020. Ter onderbouwing van haar standpunt heeft ANWB eerst in repliek een beroep gedaan op de toepasselijkheid van haar algemene voorwaarden en daarbij vermeld dat deze vóór de totstandkoming van de overeenkomst door [gedaagde] zouden zijn aanvaard. ANWB heeft bij haar dagvaarding en bij haar repliek deze algemene voorwaarden niet overgelegd. Dit terwijl de in de algemene voorwaarden opgenomen stilzwijgende verlenging de grondslag bevat voor de vordering van ANWB. Naast het feit dat ANWB deze algemene voorwaarden niet in het geding heeft gebracht, heeft zij ook niet toegelicht op welk moment en op welke wijze [gedaagde] zou hebben ingestemd met de toepasselijkheid daarvan, of hoe zij van de inhoud kennis heeft kunnen nemen. ANWB heeft slechts gesteld dat de overeenkomst telefonisch is gesloten en [gedaagde] de algemene voorwaarden daarvóór zou hebben aanvaard. Gelet op het feit dat [gedaagde] al sinds juni 2020 gemotiveerd betwist dat zij heeft ingestemd met een automatische verlenging, had dit wel op de weg van ANWB gelegen. De hoofdvordering zal daarom als onvoldoende onderbouwd gesteld worden afgewezen. Of de auto’s – ten aanzien waarvan de diensten op de genoemde factuur zijn verleend – op naam van [gedaagde] staan/stonden, kan dan ook in het midden blijven.
5.4.
Nu de hoofdvordering wordt afgewezen, worden de vorderingen van ANWB tot betaling van de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente eveneens afgewezen.
Proceskosten
5.5.
ANWB is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van [gedaagde] worden tot dit vonnis vastgesteld op nihil.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
wijst de vorderingen van ANWB af,
6.2.
veroordeelt ANWB in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot dit vonnis vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. A.M. van Diggele en in het openbaar uitgesproken op 21 november 2023. (SO)