ECLI:NL:RBOVE:2023:4779

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
9 november 2023
Publicatiedatum
24 november 2023
Zaaknummer
C/08/305003/ JE RK 23-2029
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarigen in het kader van voorlopige ondertoezichtstelling

Op 9 november 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Overijssel, locatie Almelo, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van vier minderjarigen. De kinderrechter heeft het verzoek tot uithuisplaatsing afgewezen, waarbij hij de belangen van de kinderen vooropstelde. De kinderen, die nog zeer jong zijn, zouden in vier verschillende pleeggezinnen geplaatst worden, wat niet in hun belang zou zijn. De kinderrechter oordeelde dat de voorlopige ondertoezichtstelling en de betrokkenheid van de gecertificeerde instelling (GI) voldoende toezicht bieden op de opvoedsituatie van de moeder. De moeder, die in het verleden problemen heeft gehad met drugsgebruik, moet hulp accepteren en de kinderrechter heeft zijn vertrouwen uitgesproken dat zij de juiste keuzes zal maken voor haar kinderen.

De kinderrechter heeft de zorgen van de Raad voor de Kinderbescherming en de GI over de opvoedvaardigheden van de moeder erkend, maar ook de positieve aspecten van haar zorg voor de kinderen benadrukt. De beslissing om de machtiging tot uithuisplaatsing af te wijzen, is genomen om te voorkomen dat de kinderen langdurig van hun moeder worden gescheiden. De kinderrechter heeft de verantwoordelijkheid voor deze beslissing genomen, ondanks dat deze niet de voorkeur heeft van de raad en de GI. De voorlopige ondertoezichtstelling is vastgesteld tot 3 februari 2024, met een vervolgdatum voor een eventuele behandeling van het verzoek tot uithuisplaatsing op 19 januari 2024.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Almelo
Zaaknummer: C/08/305003 / JE RK 23-2029
Datum uitspraak: 9 november 2023
Beschikking van de kinderrechter strekkende tot voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing
in de zaak van
Raad voor de Kinderbescherming,
hierna te noemen: de raad,
gevestigd te Almelo,
met betrekking tot:
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum 1] 2018 in [geboorteplaats 1] ,
hierna te noemen: [minderjarige 1] ,
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum 2] 2021 in [geboorteplaats 2] ,
hierna te noemen [minderjarige 2] ,
[minderjarige 3], geboren op [geboortedatum 3] 2022 in [geboorteplaats 3] ,
hierna te noemen [minderjarige 3] , en
[minderjarige 4], geboren op [geboortedatum 4] 2023 in [geboorteplaats 4] ,
hierna te noemen [minderjarige 4] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[de moeder], hierna te noemen: de moeder,
wonende in [woonplaats 1] ,
advocaat: mr. T. Şeker,
De kinderrechter merkt als informanten aan:
[de vader], hierna te noemen: de vader,
wonende in [woonplaats 2] , en
Stichting Jeugdbescherming Overijssel,
de gecertificeerde instelling, hierna te noemen: de GI,
kantoorhoudende te Hengelo (O).

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
Op 3 november 2023 heeft de kinderrechter een tussenbeschikking gegeven.
1.2.
Op 6 november 2023 is het verzoekschrift van de raad binnengekomen bij de griffie.
1.3.
Op 9 november 2023 is een e-mailbericht met bijlage van mr. Seker ingekomen bij de griffie.
1.4.
Op 9 november 2023 heeft de kinderrechter de mondelinge behandeling van de zaak met gesloten deuren voortgezet. Daarbij waren aanwezig moeder, bijgestaan door
mr. T. Şeker, [naam 1] en [naam 2] namens de GI en [naam 3] namens de raad.
1.5.
Aan oma moederszijde is bijzondere toegang verleend.

2.De feiten

2.1.
Voor de feiten wordt verwezen naar voormelde tussenbeschikking.

3.De verdere beoordeling

3.1.
Bij beschikking van 3 november 2023 zijn [minderjarige 1] , [minderjarige 2] , [minderjarige 3] en [minderjarige 4] voorlopig onder toezicht gesteld van de GI voor de duur van twee weken met ingang van
3 november 2023 tot 17 november 2023. Tevens is een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing van deze kinderen in het netwerk bij overgrootouders moederszijde of in een pleegzorgvoorziening verleend tot 17 november 2023. Iedere verdere beslissing op het verzoek is aangehouden. De inhoud van deze tussenbeschikking geldt als hier herhaald en ingelast.
3.2.
Er dient nog beslist te worden op het verzoek van de raad om de kinderen voor de resterende duur van de verzochte drie maanden voorlopig onder toezicht te stellen en machtiging te verlenen om henb uit huis te plaatsen in het netwerk bij overgrootouders moederszijde of in een pleegzorgvoorziening voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling.
3.3.
De raad handhaaft het verzoek. Tijdens de mondelinge behandeling heeft hij toegelicht het onderzoek te hebben gestart naar aanleiding van een melding door de gemeente en vanwege de toenemende zorgen is het verzoek gedaan. Livio is betrokken bij moeder vanuit de GGD en komt vaker bij moeder en de kinderen over de vloer dan Curess. Livio heeft een ander verhaal dan Curess. De vier kinderen verblijven op dit moment in vier verschillende pleeggezinnen en dit is verre van ideaal. Er wordt gekeken of moeder opgenomen kan worden bij Fier Frysland (hierna te noemen: Fier), zodat daar gekeken kan worden naar moeders opvoedvaardigheden en of het wenselijk en haalbaar is dat de kinderen weer terug naar moeder gaan. Volgens de raad is moeder wisselend in het accepteren van hulpverlening.
3.4.
De GI staat achter het verzoek van de raad. Moeder is een liefdevolle moeder en dat wordt ook gezien. De afgelopen weken liep het haar over de schoenen en was het zwaar. Er zijn duidelijke en ernstige zorgen wat betreft de opvoeding, maar er zijn ook zorgen om moeder haar netwerk en de keuzes die moeder maakt. Er is vrijdag contact geweest met Fier en toen was daar nog geen plek. Er moet nog een officiële aanmelding komen. Moeder heeft al eerder contact gehad met Fier en toen was Fier positief over een plaatsing. In de tussentijd zal er hulpverlening ingezet moeten worden. De GI heeft contact gehad met Jarabee en na de uitspraak van de kinderrechter wil de GI samen met Jarabee en moeder om tafel om een beter beeld te krijgen waar moeder hulp voor moet krijgen.
3.5.
Namens en door moeder is gezegd dat in het evaluatieverslag van Curess wordt weersproken dat de door de raad genoemde zorgen er zijn. In het verslag van Curess staat: ‘
de kinderen dragen passende kleding, krijgen goede voeding, er zijn geen signalen van fysieke of andere vormen van onveiligheid, er is sprake van wederzijdse genegenheid, moeder biedt voldoende structuur, moeder heeft voldoende inkomen, moeder ondersteunt de kinderen en stimuleert zelfredzaamheid. Bij huisbezoeken wordt door Curess gezien dat moeder adequaat voorbeeldgedrag laat zien en dat zij positief kan aansluiten bij de kinderen.’Curess benoemt dat er geen aandachtspunten zijn bij de opvoedvaardigheden van moeder. In het verslag van Curess staat dat moeder ook de zorg heeft over de kinderen van vriendin [naam 4] . Deze [naam 4] heeft vijf kinderen en die waren ook regelmatig bij moeder thuis en dit verklaart ook waarom het huis te wensen over liet qua hygiëne. Moeder heeft het contact met [naam 4] verbroken en dit speelt nu niet meer. Moeder begrijpt niet dat de raad doet voorkomen alsof er bij moeder sprake is van een zware verslaving. Volgens moeder heeft [naam 4] een melding gedaan dat moeder speed gebruikte om moeder in een kwaad daglicht te stellen. Moeder heeft een keer speed gebruikt tijdens een feest eind oktober 2023. De kinderen waren toen bij grootouders. Volgens moeder was het een domme fout om speed te gebruiken. Ook heeft zij zogeheten gummibeers gekregen van [naam 4] en toen zij merkte dat zij daardoor onder invloed was heeft zij direct een vriend gebeld om voor de kinderen te zorgen. Dat het onduidelijk is wat het voor het gezin betekent dat vader niet meer in detentie zit, is volgens moeder geen reden voor een ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing. Moeder legt geen contact meer met vader zonder instemming van hulpverlening en moeder heeft een awareknop van Kadera die zij zal gebruiken als dat nodig is. Dat de vrijwillige hulpverlening niet toereikend zou zijn, daar is moeder het niet mee eens. Curess mag altijd naar binnen bij moeder en zij heeft nooit vrijwillige hulp afgeslagen. Moeder wil alle hulp aannemen en wil haar kinderen weer bij haar terug. Moeder zou ook wel naar Fier willen, maar het is nog niet duidelijk of er plek is. Primair wordt verzocht om het verzoek af te wijzen en subsidiair om de ondertoezichtstelling voor drie maanden te laten voortduren.
3.6.
Naar het oordeel van de kinderrechter bestaat op grond van de bevindingen van de raad, die hij vooralsnog overneemt en onderschrijft, een ernstig vermoeden dat de grond voor de ondertoezichtstelling is vervuld (artikel 1:257 in samenhang met artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. Een voorlopige ondertoezichtstelling is noodzakelijk om een acute en ernstige bedreiging voor de kinderen weg te nemen. Hoewel moeder betwist dat er zorgen zijn en daarbij verwijst naar de positieve passages in het evaluatieverslag van Curess, kan de kinderrechter haar op dit moment (nog) niet geheel volgen vanwege de andersluidende informatie die de GI en de raad ter zitting hebben genoemd en zoals deze ook uit het verzoek van de raad blijkt. De raad stelt dat er grote zorgen zijn over het contact tussen moeder en vader. Moeder heeft angst voor vader en Kadera is daarom betrokken. Moeder heeft gezegd dat zij geen contact meer zoekt met vader zonder instemming van hulpverlening en dat zij de knop van Kadera zal gebruiken als het nodig is. De kinderrechter gaat er vanuit dat moeder zich hieraan zal houden. De kinderrechter acht het van belang dat de GI betrokken blijft, zodat moeder met de GI kan bespreken hoe vader het beste contact kan hebben met de kinderen. De GI heeft gezegd samen met moeder en Jarabee om tafel te gaan om te bespreken welke hulp moeder precies kan gebruiken. Het is belangrijk dat moeder zich zal houden aan haar toezegging dat zij alle hulp zal aannemen.
3.7.
De kinderrechter heeft ter zitting geconstateerd dat moeder veel verdriet heeft over de uithuisplaatsing van de kinderen. De kinderrechter vertrouwt op de mededeling van moeder dat zij geen verkeerde keuzes meer zal maken die de kinderen in gevaar zullen brengen. Moeder heeft ook gezegd dat zij bereid is om naar Fier te gaan met de kinderen. De kinderrechter neemt aan dat moeder door de uithuisplaatsing van de kinderen is geschrokken en dat deze ingreep omwille van de veiligheid van de kinderen een wake-up call voor haar is geweest. De kinderrechter heeft moeder tijdens de mondelinge behandeling -hopelijk duidelijk- verteld dat het roer om moet en dat zij volledig moet stoppen met het gebruiken van drugs. De kinderrechter wil erop vertrouwen dat moeder niet meer de zorgen voor de kinderen van haar vriendin op zich zal nemen en dat zij geen drugs meer zal gebruiken. Moeder erkent dat zij een domme fout heeft gemaakt door drugs te gebruiken.
3.8.
De kinderrechter heeft een afweging gemaakt tussen de risico’s die hij met de raad en de GI wel ziet en het belang van de vier kinderen om bij hun moeder te mogen blijven en verder aan te hechten. Gelet op de nog zeer jonge leeftijd van de kinderen en de hechting aan de moeder acht de kinderrechter een mogelijk (te) langdurige plaatsing van de kinderen in vier verschillende pleeggezinnen in afwachting van een plaatsing van moeder met de kinderen bij Fier Fryslan niet in hun belang. De voorlopige ondertoezichtstelling en de aanwezigheid van de GI biedt naar het oordeel van de kinderrechter voldoende toezicht op de omgeving waarin en de omstandigheden waaronder moeder de kinderen opvoedt. Moeder zal daarbij door de GI eventueel in te zetten ambulante opvoedondersteuning vanzelfsprekend moeten accepteren. De kinderrechter hoopt met zijn beslissing, die niet de voorkeur heeft van raad en GI en waarvoor hij uitdrukkelijk de verantwoordelijkheid neemt, de schade van een (te) lang durende uithuisplaatsing te voorkomen. Moeder heeft in het verleden laten zien dat ze wel degelijk een goede, warme en vaardige moeder voor de kinderen kan zijn. Het gaat heel erg fout als zij verkeerde mensen in haar omgeving toelaat en verdovende middelen gaat gebruiken. Dan is ze niet de moeder die haar kinderen nodig hebben. Drugs en verantwoord kinderen opvoeden gaan niet samen. Hopelijk is dat voor eens en voor altijd aan moeder duidelijk gemaakt.
3.9.
Gelet op hetgeen hiervoor is zal de kinderrechter het verzoek tot machtiging tot uithuisplaatsing afwijzen voor zover dat verzoek ziet op de periode na 17 november 2023.

4.De beslissing

De kinderrechter:
4.1.
stelt [minderjarige 1] , [minderjarige 2] , [minderjarige 3] en [minderjarige 4] voorlopig onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming Overijssel tot 3 februari 2024;
4.2.
wijst af het meer of anders verzochte met betrekking tot de machtiging tot uithuisplaatsing;
4.3.
bepaalt dat een eventueel verzoek van de raad, strekkende tot het uitspreken van een ondertoezichtstelling en (eventueel) het verlenen van een machtiging uithuisplaatsing, zal worden behandeld op
19 januari 2024 om 9:45 uurin het gerechtsgebouw te Almelo, tot het bijwonen van welke mondelinge behandeling alle belanghebbenden die een afschrift van deze beschikking ontvangen hierdoor worden opgeroepen.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 9 november 2023 door
mr. J.H. Olthof, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. E. Fleurke als griffier en is op schrift gesteld op 23 november 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan, voor zover deze ziet op de machtiging tot uithuisplaatsing, worden ingesteld:
- door de verzoekers en de degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.