ECLI:NL:RBOVE:2023:4774

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
22 november 2023
Publicatiedatum
24 november 2023
Zaaknummer
10691055 \ EJ VERZ 23-305
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst op verzoek van de werkneemster met toekenning van transitievergoeding en billijke vergoeding wegens niet-nakoming van re-integratieverplichtingen door de werkgever

In deze zaak heeft een werkneemster, [verzoekster], verzocht om ontbinding van haar arbeidsovereenkomst met Flex Koerier B.V. De werkneemster heeft aangevoerd dat haar werkgever zijn re-integratieverplichtingen niet is nagekomen, wat heeft geleid tot haar langdurige arbeidsongeschiktheid. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Flex Koerier niet is verschenen op de mondelinge behandeling en geen verweer heeft gevoerd tegen het verzoek van de werkneemster. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de omstandigheden zodanig zijn dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve moet eindigen. De arbeidsovereenkomst is ontbonden per 23 november 2023.

Daarnaast heeft de kantonrechter geoordeeld dat de werkneemster recht heeft op een transitievergoeding van € 1.512,98 en een billijke vergoeding van € 10.000,00 bruto, omdat het ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever heeft geleid tot een kwetsbare situatie voor de werkneemster. De kantonrechter heeft de proceskosten voor rekening van de werkgever gesteld, die in totaal € 773,00 bedragen. De beschikking is gegeven door mr. F. Koster op 22 november 2023.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer : 10691055 \ EJ VERZ 23-305
Beschikking van de kantonrechter van 22 november 2023
in de zaak van
[verzoekster],
te [woonplaats],
verzoekende partij, hierna te noemen [verzoekster],
gemachtigde: mr. N.B.P. Arets,
tegen
FLEX KOERIER B.V.,
te Zwolle,
verwerende partij, hierna te noemen Flex Koerier,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de mondelinge behandeling van 1 november 2023.
1.2.
Flex Koerier is in de gelegenheid gesteld een verweerschrift in te dienen, maar heeft van die gelegenheid geen gebruik gemaakt. Evenmin is zij verschenen op de mondelinge behandeling, waarvoor zij per aangetekende brief is opgeroepen.
1.3.
De kantonrechter heeft na de mondelinge behandeling beschikking bepaald.

2.De zaak in het kort

2.1.
In deze zaak verzoekt een werkneemster om ontbinding van haar arbeidsovereenkomst, omdat kort gezegd haar werkgeefster haar re-integratieverplichtingen niet is nagekomen. Ook maakt de werkneemster aanspraak op betaling van de wettelijke transitievergoeding en een billijke vergoeding.
2.2.
De kantonrechter zal hierna tot het oordeel komen dat het ontbindingsverzoek moet worden toegewezen en dat werkneemster recht heeft op de wettelijke transitievergoeding en een billijke vergoeding van € 10.000,00 bruto.
3. De feiten
3.1.
[verzoekster], geboren op [geboortedatum] 1988, is op 8 april 2019 in dienst getreden bij Flex Koerier in de functie van chauffeur.
3.2.
Het salaris van [verzoekster] bedraagt momenteel € 908,27 bruto per maand exclusief emolumenten.
3.3.
[verzoekster] heeft zich op 22 september 2020 ziek gemeld en is tot op heden arbeidsongeschikt. Flex Koerier betaalt haar nog altijd haar volledige salaris.

4.Het verzoek

4.1.
[verzoekster] verzoekt ingevolge artikel 7:671c lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) de arbeidsovereenkomst met Flex Koerier op een zo kort mogelijke termijn te ontbinden, onder toekenning van de wettelijke transitievergoeding en een billijke vergoeding van € 10.000,00 bruto, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, met veroordeling van Flex Koerier in de kosten van deze procedure.
4.2.
Flex Koerier heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek van [verzoekster].

5.De beoordeling

Ontbinding arbeidsovereenkomst5.1. Op grond van artikel 7:671c lid 1 BW kan de kantonrechter op verzoek van de werknemer de arbeidsovereenkomst ontbinden wegens omstandigheden die van dien aard zijn dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen.
5.2.
[verzoekster] meent dat de arbeidsovereenkomst op een zo kort mogelijke termijn dient te eindigen en voert daartoe samengevat het volgende aan. Flex Koerier is haar verplichtingen in het kader van de re-integratie niet nagekomen. Zij heeft de facturen van de arbodienst niet voldaan, met als gevolg dat [verzoekster] niet meer door de bedrijfsarts is opgeroepen. Flex Koerier is ook niet overgegaan tot betaling van de kosten van een loopbaancoach, die op advies van de bedrijfsarts zou worden ingeschakeld om een externe re-integratieplek te vinden, met als gevolg dat [verzoekster] die kosten zelf heeft moeten voldoen. [verzoekster] kon uiteindelijk echter niet starten bij de betreffende werkervaringsplek, omdat Flex Koerier heeft nagelaten een ziekmelding te doen bij het UWV. Als gevolg hiervan is het re-integratietraject geheel stil komen te liggen. [verzoekster] is vervolgens bereid geweest om naar een praktische oplossing te zoeken door met Flex Koerier de afspraak te maken dat Flex Koerier een voorstel zou doen om de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen en om zich vroegtijdig hersteld te melden, maar Flex Koerier liet vervolgens niets van zich horen. Als gevolg van de opstelling van Flex Koerier wordt [verzoekster] geheel aan haar lot overgelaten en is haar de kans op een succesvolle re-integratie ontnomen. Deze gang van zaken is zeer belemmerend voor haar herstel en levert ernstig verwijtbaar handelen op aan de zijde van Flex Koerier. Van [verzoekster] kan redelijkerwijs dan ook niet meer worden gevergd het dienstverband voort te zetten.
5.3.
Flex Koerier heeft de hiervoor beschreven gang van zaken niet weersproken, zodat de kantonrechter uitgaat van de juistheid daarvan. De kantonrechter is gelet op die gang van zaken van oordeel dat Flex Koerier inderdaad ernstig verwijtbaar heeft gehandeld en dat sprake is van zodanige omstandigheden dat de arbeidsovereenkomst van [verzoekster] op korte termijn moet eindigen. De kantonrechter zal het ontbindingsverzoek van [verzoekster] dus toewijzen. Aangezien niet valt in te zien dat met deze ontbinding nog enige tijd moet worden gewacht, zal de kantonrechter de arbeidsovereenkomst per morgen, zijnde 23 november 2023, ontbinden.
Transitievergoeding5.4. Op grond van artikel 7:673 lid 1 sub b onder 2 BW is de werkgever aan de werknemer een transitievergoeding verschuldigd, indien de arbeidsovereenkomst als gevolg van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever op verzoek van de werknemer is ontbonden. Aangezien deze situatie aan de orde is, zal het verzoek van [verzoekster] tot betaling van de wettelijke transitievergoeding eveneens worden toegewezen. Uitgaande van een datum van uitdiensttreding van 23 november 2023 en een salaris van € 980,93 per maand inclusief 8% vakantiegeld, bedraagt deze vergoeding € 1.512,98.
Billijke vergoeding
5.5.
Nu sprake is van ernstig verwijtbaar handelen aan de zijde van Flex Koerier, kan [verzoekster] naar het oordeel van de kantonrechter op grond van artikel 7:671c lid 2 sub b BW eveneens aanspraak maken op betaling van een billijke vergoeding. Voor de vaststelling van de hoogte van die vergoeding zijn de gezichtspunten zoals door de Hoge Raad gegeven in de zaken New Hairstyle (HR 30 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1187) en Zinzia (HR 8 juni 2018, ECLI:NL:HR:2018:857) van belang. Bij de begroting van een billijke vergoeding gaat het erom dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. De kantonrechter moet bij het bepalen van de billijke vergoeding rekening houden met alle (uitzonderlijke) omstandigheden van het geval en die vergoeding moet daarbij aansluiten. Ook met de gevolgen van het ontslag kan rekening worden gehouden, voor zover die gevolgen zijn toe te rekenen aan het verwijt dat de werkgever kan worden gemaakt. De billijke vergoeding heeft geen bestraffend doel, maar met de billijke vergoeding kan wel worden tegengegaan dat werkgevers ervoor kiezen een arbeidsovereenkomst op ernstig verwijtbare wijze te laten eindigen.
5.6.
[verzoekster] stelt zich op het standpunt dat betaling van een billijke vergoeding van € 10.000,00 gerechtvaardigd is. Zij stelt zich in dit kader op het standpunt dat als gevolg van het ernstig verwijtbaar handelen van Flex Koerier haar klachten fors zijn toegenomen en dat het langer zal duren voor zij goed de focus zal kunnen leggen op solliciteren en een nieuwe baan zal hebben gevonden. [verzoekster] schat in dat zij binnen twaalf maanden na de datum van het einde van haar dienstverband volledig kan herstellen en een nieuwe baan zal hebben gevonden. Zij wijst erop dat in dat geval sprake zal zijn van inkomensderving, aangezien zij na ontbinding van haar arbeidsovereenkomst aangewezen zal zijn op een Ziektewetuitkering gebaseerd op 70% van haar loon. Volgens [verzoekster] bedraagt die inkomensderving
€ 3.531,35 bruto inclusief vakantiebijslag. [verzoekster] meent dat de door haar betaalde kosten voor de loopbaancoach van € 1.000,00 ook moeten worden meegeteld bij de vaststelling van de billijke vergoeding en dat daarnaast rekening moet worden gehouden met het feit dat zij immateriële schade heeft geleden doordat zij door Flex Koerier geheel aan haar lot is overgelaten, met een terugval en een toename van haar klachten tot gevolg. Tot slot moet volgens [verzoekster] ook meegewogen worden dat de billijke vergoeding een preventief karakter heeft en bedoeld is om werkgevers te wijzen op de noodzaak van het vermijden van ernstig verwijtbaar handelen in de toekomst.
5.7.
De kantonrechter is met [verzoekster] van oordeel dat een – in verhouding tot het maandsalaris – forse billijke vergoeding op zijn plaats is, nu Flex Koerier [verzoekster] in een kwetsbare situatie volledig aan haar lot heeft overgelaten. Mede gelet op het feit dat Flex Koerier geen verweer heeft gevoerd in deze procedure, zal de kantonrechter het betoog van [verzoekster] over de hoogte van de billijke vergoeding volgen en het bedrag van € 10.000,00 bruto aan billijke vergoeding dus toewijzen.
5.8.
Nu de door [verzoekster] verzochte billijke vergoeding volledig wordt toegewezen, bestaat naar het oordeel van de kantonrechter geen aanleiding om haar in de gelegenheid te stellen haar verzoek in te trekken, zoals artikel 7:686a lid 6 BW voorschrijft.
5.9.
De proceskosten komen voor rekening van Flex Koerier, omdat zij ongelijk krijgt. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van [verzoekster] tot en met vandaag vast op een bedrag van € 244,00 aan griffierecht en een bedrag van € 529,00 aan salaris gemachtigde. Dat is in totaal € 773,00.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 23 november 2023;
6.2.
veroordeelt Flex Koerier om aan [verzoekster] een transitievergoeding te betalen van € 1.512,98 bruto;
6.3.
veroordeelt Flex Koerier om aan [verzoekster] een billijke vergoeding te betalen van € 10.000,00 bruto;
6.4.
veroordeelt Flex Koerier tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [verzoekster] tot en met vandaag vaststelt op € 773,00;
6.5.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. F. Koster, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 22 november 2023. (DM(O)