Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
hij op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 3 februari 2022 tot en met 14 februari 2022 te Enschede tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk heeft geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, (in een pand aan de [adres 2] ) een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, te weten 350 henneplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep
zijnde (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte op een of meerdere tijdstip9pen) gelegen in of omstreeks de periode van 3 februari 2022 tot en met 14 februari 2022 te Enschede, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal
(telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die onbekend gebleven
persoon/personen voornoemd pand voor de teelt/het kweken van hennepplanten ter beschikking te stellen;
hij op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 15 november 2021 tot en met 14 februari 2022 te Enschede tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid elektriciteit (ongeveer 26.897 KwH) , in elk geval enig goed, dat/die (telkens) geheel of ten dele aan Enexis Netbeheer B.V., in elk geval (telkens) aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of (telkens) die weg te nemen elektriciteit
onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking.
3.De bewijsmotivering
hij in de periode van 3 februari 2022 tot en met 14 februari 2022 te Enschede opzettelijk heeft geteeld in een pand aan de [adres 2] een grote hoeveelheid hennep als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, te weten 350 hennepplanten,zijnde (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
7.De schade van benadeelde (ten aanzien van feit 2)
€ 4.788,65 (vierduizend zevenhonderd achtentachtig euro en vijfenzestig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
€ 4.788,65 te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden;
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte:
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
120 (honderdtwintig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
60 (zestig) dagen;
€ 4.788,65(zegge: vierduizend zevenhonderd achtentachtig euro en vijfenzestig eurocent) (bestaande uit materiële schade);
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het onder 2 bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 4.788,65, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 februari 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 57 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;