ECLI:NL:RBOVE:2023:4743

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
22 november 2023
Publicatiedatum
23 november 2023
Zaaknummer
C/8/303592 / KG RK 23/374
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongegrond verklaard wrakingsverzoek tegen mr. K. van Leeuwen in familierechtelijke procedure

In deze zaak heeft verzoeker op 9 oktober 2023 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. K. van Leeuwen, de familierechter die belast is met de behandeling van zijn echtscheidingsprocedure. Verzoeker stelt dat hij zich niet gehoord voelt en dat de rechter partijdig is, vooral omdat hij als man in een procedure tegen een vrouw staat. De wrakingskamer heeft het verzoek op 9 november 2023 behandeld, waarbij verzoeker zijn standpunt heeft toegelicht en mr. Van Leeuwen als belanghebbende aanwezig was. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die deze onpartijdigheid in twijfel trekken. De wrakingskamer heeft de gronden van verzoeker beoordeeld, waaronder de stelling dat eerdere beslissingen van de rechter niet goed waren en dat hij niet de kans kreeg om zijn standpunt volledig naar voren te brengen. De wrakingskamer concludeert dat de gronden voor wraking niet voldoende zijn onderbouwd en dat er geen objectieve aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid van de rechter. Het verzoek tot wraking wordt daarom ongegrond verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Wrakingskamer
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : C/8/303592 / KG RK 23/374
Beslissing van 22 november 2023
in de zaak van
[verzoeker]
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker tot wraking

1.De procedure

1.1.
Op 9 oktober 2023 heeft verzoeker het verzoek tot wraking gedaan van
mr. K. van Leeuwen, familierechter/kinderrechter in deze rechtbank en belast met de behandeling van de zaak die is geregistreerd onder nummer C/8/283007.
1.2.
Mr. Van Leeuwen heeft niet berust in de wraking. Zij heeft haar standpunt toegelicht in een e-mail die de wrakingskamer op 10 oktober 2023 heeft ontvangen en die reactie is verzonden aan [verzoeker] .
1.3.
Het wrakingsverzoek is behandeld op 9 november 2023. Verzoeker is verschenen en heeft zijn verzoek toegelicht aan de hand van een pleitnota. Tevens is verschenen
mr. Van Leeuwen. Als belanghebbende is verschenen de gemachtigde van de wederpartij [naam 1] , mr. A.C.W. Duiveman.
1.4.
De beslissing is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Tussen [verzoeker] en [naam 1] loopt (sinds 2022) een familierechtelijke procedure, onder meer betreffende hun minderjarige kinderen [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] .
2.2.
Voorafgaand aan een opvolgende zitting op 13 oktober 2023 heeft de rechtbank een uitnodiging gestuurd voor een zogenoemd kindgesprek op 10 oktober 2023.
Vervolgens is besloten om de kinderen niet voorafgaand aan de zitting te horen, en zijn de afspraken van 10 oktober 2023 afgezegd.

3.Het wrakingsverzoek

In zijn brief van 10 oktober 2023 en tijdens de zitting van de wrakingskamer heeft [verzoeker] het verzoek als volgt toegelicht.
Bij het begin van de echtscheidingsprocedure heeft de rechter beslist tot een zogenoemde bird nesting-constructie, waarvan al gelijk duidelijk was dat dit niet uitvoerbaar was gezien de verhouding tussen partijen. [naam 1] heeft zichzelf een slachtofferrol aangemeten en de hulpverlening en de rechter zijn daar in meegegaan. Er werd niet goed geluisterd naar de vader en er werd geen poging gedaan om te onderzoeken hoe het echt zat. Nu zowel bij de hulpverlening als bij de rechtbank bijna alleen vrouwen betrokken zijn, ontstaat de schijn dat [verzoeker] als man op voorhand een zwakke positie heeft. Op zitting mocht hij vaak niet uitpraten. De rechter is klakkeloos meegegaan met de rapportage van JBOv en bleef daarbij, ook nadat andere adviseurs hadden aangegeven dat de rapportage niet goed was. De stem van de kinderen is genegeerd en [kind 2] is het spreekrecht ontnomen.
Mede door de verkeerde beslissing in het verleden en de onvolledige rapportages is één en ander verder geëscaleerd. [kind 1] is door haar moeder mishandeld in de periode dat zij bij haar woonde. Zorgen hierover werden genegeerd en de rechtbank is daarom mede verantwoordelijk voor de trauma’s die [kind 1] heeft opgelopen.
Het principe van hoor en wederhoor werd niet nageleefd.
[kind 2] zou op 10 oktober 2023 worden gehoord; daartoe was al besloten. Maar na een brief van de wederpartij werd dat besluit teruggedraaid, zodat [kind 2] niet de gelegenheid krijgt om de waarheid te vertellen. Deze beslissing is partijdig en vooringenomen. [verzoeker] heeft geen vertrouwen in een onafhankelijk oordeel en de indruk bestaat dat de uitspraak al op voorhand vaststaat. Het is beter als een andere rechter de zaak behandelt.

4.Het standpunt van mr. Van Leeuwen

Mr. Van Leeuwen heeft als volgt gereageerd. Op 13 oktober 2023 stond een vervolgzitting gepland in de echtscheidingsprocedure tussen [verzoeker] en [naam 1] . Mr. Van Leeuwen heeft in deze zaak eerder beslissingen genomen en de zaak is daarom weer bij haar gepland vanwege het principe ‘1 familie, 1 rechter’. [verzoeker] heeft zijn wrakingsverzoek niet op de zitting maar al voorafgaand aan de zitting gedaan. Hij is niet tevreden over de aanpak en beslissingen tot nu toe, maar dat is geen grond voor wraking. Dat hij zich niet gehoord voelt heeft hij niet eerder naar voren gebracht en wordt verder niet onderbouwd. De rechter heeft geen voorkeur voor een van de ouders maar kiest voor het belang van de kinderen. Het geslacht van de ouders speelt geen rol; de stelling dat [verzoeker] als man in het nadeel is wordt niet met objectieve feiten onderbouwd.
Wat betreft de kindgesprekken is besloten om de kinderen niet voorafgaand aan de zitting te horen, omdat er een kindbehartiger betrokken is. Mr. Van Leeuwen heeft beslist dat eerst op zitting zal worden besproken of en hoe de minderjarigen zullen worden uitgenodigd en gehoord. Een eventueel gesprek zal vanzelfsprekend plaatsvinden vóór de uitspraak. Het gaat hier om een procesbeslissing; die beslissing kan geen grond opleveren voor wraking.

5.De beoordeling

5.1.
De wrakingskamer stelt het volgende voorop.
Een rechter kan worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen leiden.
Uitgangspunt daarbij is dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich een uitzonderlijke omstandigheid voordoet die een zwaarwegende aanwijzing oplevert voor het oordeel dat een rechter ten opzichte van een partij bij een geding een vooringenomenheid koestert. Daarnaast kan er onder omstandigheden reden zijn voor wraking indien, afgezien van de persoonlijke opstelling van de rechter in de hoofdzaak, de bij een partij bestaande vrees voor partijdigheid van die rechter objectief gerechtvaardigd is, waarbij rekening moet worden gehouden met de uiterlijke schijn van vooringenomenheid.
Een wraking is geen verkapt rechtsmiddel tegen onwelgevallige beslissingen van de rechter. Daartoe dient immers het rechtsmiddel van hoger beroep. Onwelgevallige beslissingen kunnen volgens vaste jurisprudentie slechts onder de hierboven omschreven bijzondere omstandigheden een grond voor wraking opleveren.
5.2.
De verschillende gronden van wraking zullen hieronder worden beoordeeld.
Mr Van Leeuwen heeft in het verleden in deze zaak beslissingen genomen die niet goed waren.
Dat de beslissingen die tot nu toe in de familierechtzaak zijn genomen objectief gezien niet juist of qua tenuitvoerlegging van die beslissing(en) mogelijk niet gelukkig zijn uitgepakt, is, wat van die stelling van [verzoeker] ook zij, op zich niet voldoende om reeds op grond daarvan een gebrek aan onpartijdigheid van de rechter te vermoeden of te veronderstellen. Het is niet aan de wrakingskamer om een inhoudelijk oordeel te geven over de juistheid of effectiviteit van een beslissing van een rechter. Hoofdregel is dat hoger beroep het rechtsmiddel is dat openstaat tegen inhoudelijke beslissingen. Daar komt bij dat het op de weg van [verzoeker] lag om juist op de geplande zitting van 13 oktober 2023 met de rechter te bespreken dat en waarom eerdere beslissingen van de rechter of specifiek die rechter zijns inziens niet juist zijn geweest of ongelukkig hebben uitgepakt.
Dat een bepaalde beslissing niet goed heeft uitgepakt, kan veel verschillende oorzaken hebben en is in elk geval geen grondslag voor de stelling van [verzoeker] dat mr. Van Leeuwen niet professioneel of vooringenomen heeft gehandeld.
Mr. Van Leeuwen heeft zich in het verleden partijdig opgesteld door verzoeker niet te laten uitpraten op zitting.
Deze wrakingsgrond is niet duidelijk onderbouwd. Mr. Van Leeuwen wijst erop dat deze klacht niet eerder naar voren is gebracht. Bovendien wijst zij er naar het oordeel van de wrakingskamer terecht op dat het aan de rechter is om orde te houden op zitting en dat dat soms kan betekenen dat een procespartij niet het woord kan voeren op het moment dat en op de wijze waarop hij of zij dat wil. Daaruit kan geen vooringenomenheid worden afgeleid in de huidige zaak. Deze wrakingsgrond kan daarom niet leiden tot een gegrond wrakingsverzoek.
Omdat bij de jeugdhulpverleningsinstanties en bij de rechtbank veel vrouwen werken, verkeert [verzoeker] als vader in deze procedure op voorhand in een slecht(er)e positie.
Dat mr. Van Leeuwen vooringenomen zou zijn jegens [verzoeker] omdat hij een man is, is op geen enkele wijze onderbouwd of aannemelijk gemaakt.
Uit het feit dat de kinderverhoren voor de zitting werden afgezegd bleek dat mr. Van Leeuwen vooringenomen is.
Tijdens de zitting heeft mr. Van Leeuwen toegelicht dat zij vóór de zitting heeft besloten om de geplande kindgesprekken niet door te laten gaan en eerst op zitting te bespreken of en hoe de kinderen (opnieuw) zouden worden gehoord. Hieruit kan niet worden afgeleid dat mr. Van Leeuwen vooringenomen is. Het enkele feit dat de wederpartij bezwaar had tegen het besluit om voor de zitting de kinderen al te horen en dat de rechter vervolgens tot genoemde beslissing is gekomen, leidt niet tot die conclusie. Het horen van de kinderen was immers niet definitief van de baan, maar zou eerst met alle partijen ter zitting worden besproken. Bovendien gaat het hier om een zogenoemde procesbeslissing. Een onwelgevallige procesbeslissing kan niet tot een geslaagde wraking leiden.
5.3.
Al met al ziet de wrakingskamer in hetgeen is aangevoerd geen reden om te concluderen dat mr. Van Leeuwen vooringenomen is, of dat bij [verzoeker] die indruk terecht lijkt te zijn opgewekt.
Het wrakingsverzoek zal ongegrond worden verklaard.

6.De beslissing

De rechtbank
verklaart het verzoek ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door mrs. A. van Holten, L.M. Rijksen en R.F. van Aalst, in tegenwoordigheid van de griffier mr. S. Reesink en uitgesproken op 22 november 2023.
(RS(O)